Het moeten er zeker tientallen zijn geweest vanaf eind 1966: Amerikaanse militairen die het leger wilden verlaten omdat ze niet naar Vietnam wilden. Ze wisten dat ze via Amsterdam konden deserteren. Daar bestond een heus netwerk dat Amerikaanse deserteurs opving, onderdak bood, hen valse paspoorten verstrekte en hen naar veilige landen als Frankrijk, maar vooral het onafhankelijke Zweden smokkelde. Andere Tijden over weldoeners en de eerste Amerikaanse deserteur die in Nederland politiek asiel aanvroeg.
Soldaten in Amsterdam
“Op vrijdagavond stonden we op Amsterdam Centraal Station te wachten tot de trein uit Duitsland aankwam waar Amerikaanse militairen inzaten die een paar dagen vrij hadden,” vertelt Luuk Wijmans, lid van de Socialistische Jeugd. “Wij hadden een stapeltje pamfletten bij ons waarin onder andere stond dat desertie een ‘powerful effect on building up pressure against war’ was. We probeerden te kijken of er militairen in de trein zaten aan wie we onze pamfletten aan konden slijten.” Op het pamflet staan adressen, onder andere van de Socialistische Jeugd aan de Haarlemmerhouttuinen, waar de militairen zich kunnen melden als ze niet naar Vietnam willen en besluiten te deserteren. De pamfletten die op het station worden uitgedeeld zijn afkomstig uit Engeland van een antimilitaristische organisatie.
Amerikaanse soldaten komen graag naar Amsterdam. Voor de militairen die in Duitsland zijn gelegerd - veel van hen zijn daar ter voorbereiding van hun uitzending naar Vietnam - is Amsterdam een favoriete uitgaansplaats. Wijmans: “Als ze aankwamen, pakten ze de folder wel aan maar de meesten waren wel meteen op weg naar de Wallen. Dat was hun eerste bestemming.” Maar niet alle militairen hebben dat doel. Rob Lange, voorzitter van de Socialistische Jeugd, staat ook regelmatig op het station te folderen. Lange: “Ze kwamen hier gewoon uitblazen en ontspannen. Sommigen hadden principiële redenen en kwamen hier met het idee om niet meer terug te keren naar de kazerne.” Sommige militairen zijn gewoonweg bang om naar Vietnam te gaan. Anderen hebben in Duitsland ruzie gehad of zijn stoned geweest en willen hun straf ontlopen door naar Amsterdam te gaan.
Het netwerk dat de deserteurs helpt bestaat voornamelijk uit jongeren: vaak student, lid van de Socialistische Jeugd of Provo of werkzaam bij hulporganisaties als Release. Veel van hen voeren al langer actie tegen de oorlog in Vietnam. Lang voordat de zin van de Vietnam-oorlog en de rol van Amerikanen breed ter discussie staat, houden studenten al wekelijks kleine demonstraties voor het Amerikaanse consulaat. Sommigen van hen hebben in de cel gezeten omdat ze ‘Johnson Moordenaar’ hebben geroepen. Iets wat niet mocht in de tweede helft van de jaren ’60, want dan beledigde je een bevriend staatshoofd. Samuel de Lange woont in Utrecht en is dan student. Hij herinnert zich nog goed wat er gebeurde: ”Ik had een spandoek opgehangen, waarop ik geschilderd had: Johnson is een Moordenaar. Al na twee uur stond er een man in burger op de stoep, die zich bekend maakte als rechercheur. Hij zei dat het niet mocht en dat ik dat misschien ook eigenlijk wel wist. Hij kwam een proces verbaal opmaken en de stukken in beslag nemen. Daar ging mijn bord!”
De voormalig voorzitter van de Algemene Studenten Vereniging Amsterdam (ASVA) Jan Blok is al sinds 1966 intensief betrokken bij protestacties tegen de oorlog in Vietnam. “We waren tegen de Vietnamoorlog omdat de vrijheidsstrijd van een volk werd onderdrukt door de grote supermogendheid met de meest afschuwelijke middelen. De Amerikaanse generaal Westmoreland bijvoorbeeld zei: ‘We bombarderen Vietnam terug naar het Stenen Tijdperk.’” Het groepje studenten dat al langer betrokken is bij de protestacties tegen de oorlog ziet in de hulp aan de deserteurs een nieuwe vorm van protest. Rob Lange: “De Amerikanen waren niet van plan weg te gaan uit Vietnam en hoe meer informatie er loskwam, hoe feller en intensiever de acties werden. Op een gegeven moment bestond je hele politieke leven uit Vietnam.” Eerst houden de studenten kleine demonstraties met twintig tot dertig personen. Later worden die demonstraties alleen maar groter. De studenten van de Socialistische Jeugd zijn vlak na de oorlog opgegroeid. Dat blijkt een inspiratiebron van verzet te zijn. Luuk Wijmans: “Er was heel erg een sfeer van: dát nooit meer, weg met de oorlog, weg met het fascisme.” Maar demonstreren vinden de Jonge Socialisten niet voldoende: “We zochten ook naar andere vormen van protest. Wij merkten op een gegeven moment dat er heel veel militairen vlak voordat ze naar Vietnam uitgezonden werden in Amsterdam rondliepen. Wij vonden het natuurlijk wel een prachtig idee om te proberen zoveel mogelijk van die Amerikaanse soldaten die in Duitsland gelegerd lagen te laten deserteren.”
Naar Zweden
Sommige deserteurs komen ook inderdaad naar het pand van de SJ aan de Haarlemmerhouttuinen in Amsterdam. Al duurt het soms wel even: Eerst geven ze hun geld uit aan ‘leuke dingen’. De deserteur die zich meldt wordt eerst gescreend. Zijn de motieven voor desertie wel nobel genoeg? Heeft men hier inderdaad te maken met een echte deserteur, en niet met een infiltrant, die het netwerk probeert op te rollen? In de praktijk stelt een dergelijke screening niet zo veel voor: iedere Amerikaan die het leger uit wil is er een, zo is de redenering. Dat komt ook wel goed uit, want bij niet alle Amerikaanse deserteurs zijn de nobele motieven terug te vinden. Ze vormen lang niet altijd de bloem der natie. Sommigen van hen zijn het leger ingegaan omdat ze geen andere toekomst zagen, zijn aan de drank of drugs, hebben een strafblad en willen vooral het leger uit.
Lange: “We probeerden na te gaan of het verhaal klopte en of we niet met een misdadiger te maken hadden óf met een infiltrant. Maar als iemand niet helemaal kosjer bleek te zijn transporteerden we hem toch naar Zweden. Want wat móesten we ermee?”
In eerste instantie worden de deserteurs tijdelijk ondergebracht in Amsterdam. Ida Sjouwerman woont in een klein huis met haar man en kind en heeft nog levendige herinneringen aan de deserteurs die bij hen logeerden. “Ze sliepen overdag. ’s Nachts waren ze wakker en dan maakten ze soms een hoop lawaai. Ze maakten muziek en gingen op zoek naar de popcornpan. Ze vonden het onbegrijpelijk dat er geen popcornpan in huis was. Dat weigerden ze te geloven. Op een gegeven moment heb ik mijn dochter naar mijn moeder gebracht. Het was niet meer te doen.” Ida Sjouwerman blijft, ondanks de problemen, wel achter haar beslissing staan de mannen onderdak te verlenen. Zelf heeft ze in de Tweede Wereldoorlog ondergedoken gezeten. “Ik stond achter die strijd en wat ik me natuurlijk persoonlijk heel erg realiseerde was dat mijn pleegouders in de Tweede Wereldoorlog heel wat meer risico’s hadden gelopen. Het was vooral prachtig dat er soldaten waren die weigerden om terug te gaan.”
Wat het standpunt van de Nederlandse regering is ten aanzien van de Amerikaanse deserteurs, is onduidelijk. Nederland onderhoudt goede betrekkingen met de Verenigde Staten. Het is zeer waarschijnlijk dat de regering het NAVO-statusverdrag zo zal interpreteren dat, mocht er een uitleveringsverzoek van de Amerikanen komen, de deserteurs worden uitgewezen. Daarom nemen de hulpverleners het zekere voor het onzekere en worden in december 1966 de eerste deserteurs naar Frankrijk gebracht. Op dat moment het enige en goedkope alternatief. De Gaulle is aan de macht en hij staat zeer kritisch tegenover het Amerikaanse oorlogsoptreden in Vietnam.
Jan Blok: “Wij meenden dat de veilige plek voor de mensen Frankrijk zou zijn. In die tijd was natuurlijk een probleem dat niemand een auto had. Ik denk dat in de kring van studenten, en activisten en provo’s, misschien twee, drie mensen een auto hadden.”
Na het aftreden van De Gaulle in 1969 wordt het neutrale Zweden de meest voor de hand liggende bestemming. Zweden is geen lid van de NAVO en kan de deserteurs zonder probleem een verblijfsvergunning geven.
De reis
De deserteurs die zich bij de Socialistische Jeugd melden hebben doorgaans geen geld. Rob Lange: “Het kostte ons natuurlijk een klein kapitaaltje want wij hadden niet zoveel geld.” Oudere leden van de SJ krijgen dan ook zo nu en dan een verzoek een bijdrage te leveren om de kosten te kunnen dekken. Lange: “Als je ouder was dan dertig, werd je er niet uit gegooid maar vroegen we aan degenen die een inkomen hadden, geld te geven. Zoals onder andere Arie van der Zwan.” Van der Zwan is lid van de PvdA en maakt onderdeel uit van Nieuw Links.
De deserteurs moeten dus naar Zweden worden vervoerd en de jonge militairen worden met auto’s naar het vertrekpunt van de veerboot de Torline gebracht die de mannen naar de Zweedse stad Göteborg brengt. Rob Lange is een van de mensen die de deserteurs naar de boot brengt. “Ik kan me nog herinneren dat we met drie deserteurs in een 2CV zaten en we opeens overal Militaire Politie zagen. Toen zijn we meteen omgedraaid.” De deserteurs worden vanaf dat moment met auto’s naar Denemarken gebracht en daar op de boot gezet.
Voor de reis worden paspoorten gebruikt van Nederlandse sympathisanten die actief zijn. Als het maar een beetje lijkt, zijn ze al tevreden. Op een gegeven moment is men ook paspoorten gaan vervalsen. Luuk Wijmans: “We haalden de foto uit een paspoort van iemand anders en deden er een nieuwe foto in en dan werd het stempel keurig nagetekend en ingekleurd.” De deserteurs worden in Zweden opgevangen door een Zweedse zusterorganisatie en krijgen onderdak. Hoe het met de deserteurs verder gaat is eigenlijk niet bekend bij de Nederlandse hulpverleners.
Op een gegeven moment realiseren de hulpverleners zich dat de hulp aan deserteurs een goed middel kan zijn om de publieke opinie te beïnvloeden. Jan Blok: “Voor een leger en voor de politieke leiding van een land, is desertie een vervelend ondermijnend verhaal. Wij vonden het fantastisch dat er in de buitenlandse pers stukken over ons verschenen. Wij waren daar erg blij mee. Maar het moest wel op een verantwoorde manier gebeuren. Het netwerk op zich moest natuurlijk niet blootgelegd worden.”
Het paradijs
Toch zijn er deserteurs die wel goede argumenten hebben om te deserteren. In juni 1970 meldt zich bij de hulpverlenings-organisatie Release in Amsterdam de dan 21-jarige Ralph Waver. “Ik kende Nederland niet echt, ik was er nooit eerder geweest. Het was niet specifiek mijn doel,” vertelt Ralph Waver nu. Hij besluit op een zomeravond het marineschip U.S.S. ‘Marias’ te verlaten. Het schip ligt voor Vlaardingen en marinevrienden brengen hem met een bootje aan wal. Waver is vastbesloten het Amerikaanse leger te verlaten. “Voordat ik in dienst ging probeerde ik eruit te blijven. Maar dat was niet mogelijk. Toen ik eenmaal in dienst was dacht ik: Laat ik dienen en afmaken.”
Maar Waver wordt bewuster van zijn politieke mening over zijn land en op een goed moment neemt hij een beslissing. “Ik dacht: ik ben fout en ik moet stoppen met dienen. In Amerika was een ongekend oneerlijke verdeling van de rijkdom. Een zeer groot deel van de burgerij werd benadeeld. Daarnaast werd een groot deel van de bevolking buiten de gesloten wegens hun huidskleur. En ook was het land bereid een oorlog te voeren, tegen een land als Vietnam.” Voor Waver redenen genoeg om niet meer terug te willen keren naar Amerika. Hij besluit te deserteren. Hij schrijft een brief aan zijn vrouw waarin hij haar vertelt wat zijn plannen zijn. Zijn vrouw is het niet eens met zijn keuze maar begrijpt hem wel. Eerder had Waver nog gehoopt dat ze hem met hun twee zeer jonge dochters zou volgen. Maar ze besluit met haar kinderen in Amerika te blijven.
Waver reist via Vlaardingen naar Amsterdam en meldt zich dus bij Release, een hulporganisatie voor onder andere Amerikaanse deserteurs. Daar wordt hij hartelijk ontvangen. Ze stellen Waver een aantal vragen en brengen hem daarna in contact met de jonge advocaat Willem van Bennekom. Waver: “Het was de zachtste screening aller tijden. Ik werd heel vriendelijk behandeld en ik had het idee dat er een wederzijds vertrouwen was.” Waver kan tijdelijk bij Van Bennekom logeren en hij is verbaasd over de hartelijkheid van iedereen. “Het was alsof ik terecht was gekomen in een land dat was, zoals Amerika zich voordoet: het paradijs. De tolerantie, de vrijheid en de mentaliteit van iedereen was enorm.” Het is duidelijk dat Waver niet meer terug wil naar Amerika. Advocaat Willem van Bennekom spreekt uitgebreid met zijn cliënt. Eigenlijk is de zaak voor iedereen nieuw. Want wanneer is iemand nu eigenlijk een politiek vluchteling? Besloten wordt dat het verstandiger is dat ook Waver naar Zweden vertrekt. Tenslotte loopt hij daar het minste gevaar teruggestuurd te worden naar Amerika.
Niet gelukkig
Waver is heel ongelukkig in Zweden. Hij keert na zes weken terug. “We waren daar ondergebracht in een onbewoonbaar verklaard hotelletje zonder warm water en verwarming. We kregen heel slecht en ongezond te eten in een klein restaurant om de hoek en we moesten met heel weinig geld de week zien door te komen.” Waver reist terug naar Amsterdam en klopt weer aan bij advocaat van Bennekom. De raadsman vindt het nog steeds een lastige zaak maar besluit te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn.
Van Bennekom betreedt een nieuw juridisch terrein want hij heeft alleen nog maar ervaring met burenrecht en verkeersongelukken. Hij gaat zorgvuldig te werk en legt contact met de twee PvdA-kamerleden Piet Dankert en Nel Barendregt. Samen met Ralph Waver en de twee politici hebben ze een gesprek op het ministerie van Justitie. Het lijkt een goede zet: Waver krijgt min of meer de toezegging dat hij in Nederland kan blijven. Hij moet alleen aan een paar, voor de aanwezigen onbegrijpelijke, voorwaarden voldoen. Van Bennekom: “Waver moest een baan zoeken, mocht niet meer in Amsterdam wonen en we mochten geen publiciteit zoeken. Vreemde voorwaarden maar we hebben ons eraan gehouden.”
Toch blijkt het niet voldoende. Na een paar maanden, in maart 1971, wordt zijn verzoek tot een verblijfsvergunning afgewezen omdat dit ‘in strijd zou zijn met het algemeen belang’ omdat hij ‘geen enkele band met Nederland’ had. Van Bennekom begrijpt er niets van en belegt een persconferentie. “We hebben de top van het departement van justitie heel bewust beschuldigd van woordbreuk. Ik dacht: dit is onbetrouwbaar. Dit soort dingen kan toch niet gebeuren in Nederland want de autoriteiten waren toch netjes.” De persconferentie heeft effect. De verontwaardiging in de samenleving is groot. Onder juristen, politici en columnisten wordt over de zaak gesproken en geschreven. Staatssecretaris van Justitie Wiersma zal de zaak heroverwegen. Maar nog voordat er duidelijkheid is wordt Waver in de vroege ochtend op 1 juni 1971 van zijn bed gelicht. De Amerikanen hebben bijna een maand daarvoor een uitleveringsverzoek ingediend en dringen aan op actie. Waver komt terecht in de Koepelgevangenis in Haarlem.
Afloop
Voor de staatssecretaris is het glashelder: Ralph Waver moet het land verlaten. Waver zelf krijgt weinig informatie maar hoort buiten lawaai. Op straat hebben zich verschillende actievoerders verzameld. "Op een gegeven ogenblik was ik in mijn cel en hoorde ik geluid buiten. Het was heel vreemd maar ik wist dat het over mijzelf ging."
Van Bennekom handelt snel, want de uitzetting van Waver zou zomaar eens snel kunnen gebeuren. Hij spant een kort geding aan tegen de staat en eist dat uitzetting wordt tegengehouden. Van Bennekom: "Ik had geen idee hoe het zou aflopen." Waver blijft optimistisch en is er van overtuigd dat het goed zal komen. "Ik heb geen moment getwijfeld dat het goed zou komen." De verontwaardiging in Nederland is behoorlijk. Ook tijdens het proces roepen demonstranten luidkeels 'Waver moet vrij'. Waver: "Het was werkelijk niet te geloven, want op een gegeven ogenblik maakten de demonstranten zoveel herrie dat het proces onderbroken moest worden. Van Bennekom: "Tijdens het kort geding zei Ralph op een gegeven moment tegen mij: wat denk je, zou het niet helpen als ik op het balkon zou gaan staan om de mensen tot kalmte te manen? Ik vond het wel heel bijzonder maar ik vond het niet zo'n goed idee."
De rechter verbiedt de uitzetting van Ralph Waver voor tenminste een half jaar. Voornamelijk omdat er diverse aspecten van de zaak nog onvoldoende zijn bekeken.Van Bennekom: "De rechter zei dat er beter nagedacht moest worden. Dus dat was een duidelijke boodschap richting Justitie." Van Bennekom kan zijn opluchting niet verbergen: "Ik ging naar hem toe, beneden in zijn cel in de rechtbank. Wij zaten bij elkaar en ik was emotioneel. Ralph níet. Hij zei:'Ik heb er nooit aan getwijfeld.' Dat vond ik heel bijzonder."
De zaak is dan echter nog lang niet klaar. Nog ruim anderhalf jaar is er geprocedeerd over de verblijfsstatus van Waver. Op 11 januari 1972 maakt het ministerie van Justitie bekend dat de Amerikaanse regering het uitleveringsverzoek heeft ingetrokken, op verzoek van de Nederandse regering. Justitie verleent Waver een verblijfsvergunning op humanitaire gronden. Hij kan in Nederland blijven. Reizen naar de Verenigde Staten kan alleen niet meer; als deserteur zal hij gevangen worden gezet. Zijn ex-vrouw en twee dochters heeft hij nooit meer gezien.
Met dank aan:
Fotograaf Koen Wessing
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
De redactie heeft zich uitvoerige moeite getroost alle rechthebbenden te achterhalen. Indien u meent toch aanspraken te kunnen maken op rechten inzake audio-visueel materiaal, neemt u dan contact op met de redactie van Andere Tijden: redactie.at@vpro.nl
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: