Hoe zou onze literatuur eruit zien zonder Boekenweek? En wat zou die voorstellen zonder Boekenweekgeschenk? Je kunt geen pak wasmiddel kopen of je krijgt er tien procent extra bij, gratis, en niemand die ervan op kijkt. Maar doe hetzelfde met een boek en er komen honderdduizenden lezers naar de boekhandel, die je er de rest van het jaar nauwelijks ziet. Want wij Nederlanders houden nu eenmaal van “gratis”. En toch maakt gratis niet altijd gelukkig. Er wordt over geen boek zoveel gezanikt als over het Boekenweekgeschenk. Alsof we het móéten lezen.
Zo ook in 2001. Het nieuwe geschenk van Salman Rushdie staat volop in de aandacht. Literatuurcritici klagen dat de CPNB - de stichting die elk jaar bepaalt wie het Boekenweekgeschenk mag schrijven - dit jaar voor het eerst een niet Nederlandstalige auteur koos. Immers, de stichting is er toch voor de Promotie van het “Nederlandse” Boek? De boekenbranche schrok van de dikte van het boek. Sinds 1984 heeft het geschenk een gelimiteerde omvang van 96 pagina’s.
Volgens CPNB directeur Henk Kraima was Rushdie wel van plan zich hieraan te houden maar terwijl hij aan “Woede” werkte, kreeg hij steeds meer het idee dat hij dit dikke boek moest schrijven. Hierin spelen de avonturen van Surinaams-Nederlandse voetballers tijdens het EK ook een bescheiden rol. Uiteindelijk werd het cadeautje, met 256 pagina’s, bijna 3 maal zo dik als normaal. “We hadden hem om een ander, dunner boek kunnen vragen, maar dat had hij niet in zijn hoofd. We konden ook van uitgave afzien, maar dat wilden we na het lezen niet meer. We waren erg onder de indruk.”, aldus Kraima.
Het lijkt erop alsof het CPNB het nooit goed kan doen. Omdat het Boekenweekgeschenk een cadeautje aan alle Nederlandse boekkopers is, moet het leuk en leesbaar zijn. Politiek en godsdienst moeten zo veel mogelijk geweerd worden en ook over seks wordt moeilijk gedaan. Altijd was er immers wel een beledigde groepering. Critici wijzen erop dat het geschenk niet meer avontuurlijk is; dat experimenten - zoals het debuut van de jonge schrijfster Hella Haase in 1948 met Oeroeg - niet meer plaatsvinden.
Omdat de CPNB de afgelopen jaren steeds koos voor bekende en veelal gevestigde Nederlandse auteurs, kwam het verwijt dat men teveel op safe speelde; het Boekenweekgeschenk als Nederlandse versie van de Nobelprijs voor de literatuur. Het is moeilijk in te schatten of een schrijver de opdracht krijgt vanwege de literaire capaciteiten, of omdat hij/zij goed verkoopt.
Kentering
In de jaren zestig drong het besef door dat boeken aan de man gebracht moeten worden; er moest eenvoudigweg geld verdiend worden. En dat lukte niet gemakkelijk met literatuur, aangezien literaire werken minder dan een derde deel uitmaakten van alle verkochte boeken. In de jaren zeventig probeerden de makers van boekpropaganda logischerwijs dan ook een graantje mee te pikken van actuele maatschappelijke thema’s. Er verschenen boekjes over reizen, de televisie en bijvoorbeeld teksten van Wim Kan. De Geschenken werden meer en meer een concessie aan de populaire smaak en het exclusief literaire karakter verdween; primair werd gezocht naar thema’s die goed in de markt lagen.
Hoewel de omzet binnen de boekenbranche bleef stijgen, klonk er wederom kritiek. Het Boekenweekgeschenk zou te veel in het keurslijf van de marktwerking zijn geperst.
Toch kon het boekenvak klaarblijkelijk niet zonder cultuurideaal. Zo werd er aan het begin van de jaren tachtig een oude traditie in ere hersteld; de experimenten met “premieboekjes” werden gestaakt, en men keerde terug naar de literatuur. De start was aanvankelijk niet veelbelovend. Voor het Geschenk van 1981 werd Gerard Reve aangezocht. De novelle die hij schreef, werd echter afgewezen als Boekenweekgeschenk.
Het verzoek
“Reve wil”, riep directeur Ouwehand van de CPNB opgetogen uit, toen hij hoorde dat Gerard Reve bereid was om het geschenk voor 1981 te schrijven. De toenmalige uitgever van Reve, Wim Hazeu, was zo flauw van de reeks nietszeggende boekenweekniemendalletjes, dat hij probeerde de volksschrijver Reve over te halen om het nationale geschenk te schrijven. Deze reageerde in eerste instantie nogal terughoudend.
Wim Hazeu:’ Hij had net het manuscript van “Moeder en Zoon” ingeleverd en ook de onderhandelingen over de verfilming van “Lieve Jongens” waren in volle gang; Reve had het hartstikke druk. Ik ben naar Frankrijk gegaan waar hij toen woonde en heb een week op hem ingepraat. En uiteindelijk wilde hij wel.”
De schrijver had ook al een idee. Het zou brieven uit zijn jeugdjaren gebruiken voor een verhaal over een ontmoeting met een ‘zeer hoog geplaatste vrouw’. De CPNB was erg verheugd over de toezegging van Reve. Tot dan toe was het hen nog niet gelukt één van “de grote vier” binnen te halen. Niet alleen peinsden uitgevers er niet over om één van deze zwaargewichten van de Nederlandse literatuur aan te bieden aan het CPNB. Zelfs wanneer de uitgevers eventueel niet onwelwillend stonden tegenover zo’n verzoek, dan weigerde de schrijver zelf wel.
Eind mei 1980 had Reve een synopsis van twee pagina’s af. Het plan om brieven te gebruiken om een jeugdherinnering te reconstrueren, had Reve opgegeven. In plaats daarvan ontstond een andere novelle: “De Vierde Man”. Het zou gaan over een ontmoeting met iemand van het vrouwelijk geslacht, waarmee de hoofdpersoon Gerard Reve in de jaren zestig een korte, maar zeer hevige amoureuze affaire had gehad.
De werkgroep Boekenweekgeschenk van de CPNB was enthousiast over deze nieuwe opzet en ging akkoord, ondanks het feit dat er expliciete seksscènes werden beloofd. Ook werd de herenliefde beschreven. Maar de liefdesdaad, waarbij de lezer een “fors raketten” en “situatie venusberg” in het vooruitzicht werd gesteld, beperkte zich uiteindelijk tot Chistine, een “weduwe van het vrouwelijk geslacht”.
Curieus genoeg beloofde Reve dat hij, wat de herenliefde betrof, niet teveel accenten zou leggen. Ivo Gay, destijds medeverantwoordelijk voor de beslissing van het CPNB, herinnert zich dat Reve had gezegd de herenliefde helemaal niet te zullen beschrijven. Een uitspraak die Wim Hazeu doet verzuchten: “Je kan van een koe niet vragen of hij eieren wil leggen”.
Onevenwichtig en te lang
Nadat Reve de eerste 40 pagina’s van de novelle bij de CPNB had ingeleverd, schreef Ouwehand een brief aan Hazeu. Daarin maakt hij duidelijk dat de CPNB in het eerste deel dat, “gezien het aantal woorden, circa 40% van het geheel zal omvatten, te weinig terug[vindt] van het verhaal overeenkomstig de synopsis. Als gevolg hiervan zijn wij van mening dat het eerste deel in ieder geval te weinig spanning bevat.” Verder schrijft hij: “Geheel in strijd met de duidelijke toezegging van de auteur en van de uitgever, bevat het eerste deel een groot aantal controversiële passages, die naar onze mening bovendien weinig relevantie hebben ten opzichte van de novelle.”
De productieplanning van de CPNB kwam hierdoor in gevaar. Behalve de toch al opgelopen achterstand, zag de CPNB zich nu bovendien gesteld voor een ander probleem. Het nog niet behandelde (driekwart) deel van de synopsis zou onmogelijk opgenomen kunnen worden in de nog resterende pagina’s. Nog afgezien van de onevenwichtige uitwerking van de synopsis, zou een uitbreiding van de omvang onherroepelijk resulteren in een hogere kostprijs voor het Geschenk dan volgens de gangbare afspraken met de boekhandelaren mogelijk was. Bovendien ontbrak het de CPNB aan tijd om de branche hierover uitgebreid te consulteren.
Toen de CPNB een aantal boekhandelaren polste, kreeg men te horen dat zij waarschijnlijk hun bestellingen aanmerkelijk zouden verlagen. Bij het vaststaan van het budget voor de aankoop van Boekenweekgeschenken immers, zou een dikker - dus duurder - Boekenweekgeschenk neerkomen op een onacceptabele verhoging van de investering per klant tijdens de Boekenweek.
Een teveel aan herenliefde
“Controversiële passages”, staat er in de brief van 18 juli 1980, waarin Reve werd verteld dat het CPNB niet van zijn diensten gebruik wilde maken. Wim Hazeu begrijpt nog steeds niet waarom De Vierde Man niet als Boekenweekgeschenk werd uitgebracht: “Ik heb die eerste 40 pagina’s nog een keer gelezen en buiten het feit dat het een romantisch, katholiek en decadent boek is, is het prachtig geschreven.”
Ivo Gay was voorzitter van de werkgroep van het CPNB die moest bepalen of een boek in aanmerking kwam voor Boekenweekgeschenk. Hij kreeg het manuscript in twee delen te lezen: “Het eerste deel was prachtig geschreven en er gebeurde niets in waarvan we dachten: dat kan niet door de beugel. Maar toen kwam het tweede deel en toen ging het fout.”
Na lezing van het volledige manuscript was de commissie - op 1 of 2 leden na - het erover eens dat het een zeer goed boek was. “Misschien zelfs wel het beste Boekenweekgeschenk tot dan toe”, volgens Gay. Toch werd besloten om het boek niet als geschenk uit te brengen. Een aantal christelijke boekhandelaren binnen de commissie bracht met succes het bezwaar naar voren dat hun achterban - hun klanten – “De Vierde Man” niet als een cadeau zouden zien. En omdat het Boekenweekgeschenk geacht wordt een cadeau te zijn voor alle Nederlanders, werd besloten het boek niet uit te brengen.
Wim Hazeu: “De Vierde Man heeft zijn weg naar de lezers toch wel weten te vinden. We hebben er een gewone handelseditie van gemaakt en we hebben er meer aan verdiend dan wanneer het een Boekenweekgeschenk was geweest. Bovendien is het boek verfilmd en zelfs in de VS zeer succesvol. De Vierde Man staat in de Reviaanse geschiedenis te boek als een volwassen werk.”
"Ze hebben me wel betaald"
Overigens had de volksschrijver niet al te veel problemen met de afwijzing. In een interview vertelde hij later: “Twintig jaar geleden had ik een korte maar tragische verhouding met een jonge weduwe van het vrouwelijk geslacht. Ik heb lang getwijfeld of ik er een boek over zou schrijven. Ik nam dat besluit toen de Commissie voor de Propaganda van het Nederlandse boek mij vroeg het Boekenweekgeschenk te schrijven. De CPNB keurde het af: men vond het niet netjes genoeg voor het grote publiek; er zat teveel seks in. De Commissie had gelijk kunnen hebben, maar had het niet. Het boek is nu overal te koop. In bibliotheken is het niet in het gifkastje gezet. Scholieren mogen het lezen voor hun eindexamen. Maar goed, die commissie bestelt bij mij een boek, ik lever het, en de boekhandelaren hebben het recht om het te weigeren.” Tegen Andere Tijden voegde hij desgevraagd eraan toe: “Maar ze hebben wel gewoon betaald, hoor, het waren geen socialisten, maar gewoon christenen.”
Na de afwijzing van De Vierde Man moest er een alternatief komen. Herman Pieter de Boer werd benaderd om iets te schrijven.
Ivo Gay: “Dit werd Miss Mitzi, maar de commissie was unaniem van mening dat dit boekje echt te licht was.”
Wim Hazeu: “Vervolgens ben ik zo stom geweest om ze nog een keer te helpen en heb de Amsterdamse columnist Henri Knap gevraagd om iets te schrijven. Ik zat met hem in een Amsterdams café en na twee uur op hem inpraten, zei hij: “Ik weet het onderwerp. En toen schreef hij op een servetje: De Ronde van 43.”
De kritieken op dit boek waren keihard: “Oubollig, slaapverwekkend en absoluut ongeloofwaardig”’, schreef Vrij Nederland.
Hazeu:” Ik had Henri wel gewaarschuwd dat hij pissige kritieken zou krijgen, maar dat hij zich bepaalde kritieken zo zou aantrekken dat hij ze niet meer te boven zou komen, had ik nooit gedacht. Ik heb hem zien aftakelen en heb het mezelf heel erg kwalijk genomen dat ik hem die vraag ooit gesteld heb.”
Research: Rene van der Voorden
Reportage: Hein Hoffmann
Literatuur
- Jan Blokker, “De kwadratuur van de kwattareep: zestig jaar collectieve propaganda voor het Nederlandse boek”, Stichting CPNB, Amsterdam 1990.
- Onno Blom, “Zolang de voorraad strekt: de literaire boekenweekgeschenken 1984-2000”, Stichting CPNB, Amsterdam 2000.
Bronnen
BEELDEN
-N.A.A.: ‘Nader bekeken’ (EO), over het alternatieve christelijk geschenk, 7 maart 1978.
-N.A.A.: De Ronde Van '43 (TROS), Gedramatiseerd fragment uit het boekenweekgeschenk van 1981 van Henri Knap, 29 maart 1981.
ARCHIEFMATERIAAL
-Synopsis van “De Vierde Man”, beschikbaar gesteld door de heer H. Arnolds.
-Brieven van Gerard Reve aan de CPNB, beschikbaar gesteld door de heer W. Hazeu.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: