Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
2 april 2000

Paul de Groot

Paul de Groot
Bekijk Video
1 min

Hij wordt verlegen genoemd, bescheiden. Maar ook een intrigant, een doordrammer, belust op macht. Paul de Groot, leider van de CPN, de Communistische Partij Nederland, van 1938 tot 1977. Bijna 40 jaar heeft hij er de touwtjes in handen. Zijn meest bekende bijnaam: Stalin aan de Amstel. Paul de Groot overlijdt in 1986. In de eerste week van april 2000 verschijnt er een lijvige biografie over hem, geschreven door Jan Willem Stutje.

Een biografie van Paul de Groot is nooit compleet zonder de vernietigende typering die de schrijver Gerard Reve van deze huisvriend van zijn ouders gaf: "Ik was bang voor hem. [-] Hij at niet als een hond of een kat, want die eten heel keurig, noch met de kalme drift van een vogel, maar als een onbekend dier, dat zijn gedode prooi nog bij het opeten blijft haten. Ik heb wel eens gedacht, dat deze man, als hij ooit aan de macht was gekomen, met de vernietiging van zijn tegenstanders nog geen genoegen zou hebben genomen, maar ook nog hun gezinnen in hongerkampen zou hebben laten uitroeien." (uit Nader tot U). Biograaf Jan Willem Stutje ontkomt evenmin aan dit citaat, maar hij probeert het beeld van Paul de Groot wel te nuanceren, al is het maar om te kunnen verklaren waarom deze man zo lang de macht binnen de Communistische Partij Nederland heeft gehad. "Het relativeert zijn uniciteit en maakt de meest verguisde politicus van na de oorlog gewoner en minder demonisch", aldus Stutje in zijn slotbeschouwing.

Opkomst

Paul de Groot wordt geboren in 1899 in Amsterdam. Zijn vader is diamantslijper, in die tijd een beroep zonder zekerheid. De Groot senior is overtuigd lid van de in 1894 opgerichte vakvereniging van diamantbewerkers. Het gezin is joods, maar niet religieus. In 1901 verhuizen ze naar Antwerpen, daar is de kans op werk groter. Paul gaat er naar de, Franstalige, lagere school en doet het goed - de leraren adviseren zijn ouders om hem te laten doorleren. Het komt er niet van, zijn vader wil dat hij een vak leert, het vertrouwde diamant bewerken. Als dertienjarige komt Paul in een werkplaats met honderden andere diamantarbeiders. Traditiegetrouw wordt hij direct lid van de vakbond. In 1914 maakt de Eerste Wereldoorlog tijdelijk een eind aan de diamantbewerking in België. Het gezin De Groot gaat terug naar het neutrale Nederland, maar ook daar is er nauwelijks werk. In 1915 verhuizen ze opnieuw naar Antwerpen. Paul gaat er 's avonds naar de Socialistische Volkshogeschool. Hij spijkert zijn Frans bij, leert Engels, maar gaat ook naar de vele politieke lezingen die er worden gegeven.

In 1918 eindigt de Eerste Wereldoorlog, in Rusland is de revolutie uitgebroken, in Duitsland lijken de oude machten voorgoed te zijn uitgeschakeld, Hongarije is een Radenrepubliek en zelfs in Nederland wordt hevig gediscussieerd over een revolutie. De jonge Paul de Groot is vervuld van hoop - hij wordt communist en is er van overtuigd dat de laatste dagen zijn geteld voor het verfoeilijke kapitalisme dat zoveel ellende onder de arbeiders teweegbrengt. Hij schrijft stukken voor het blad De Internationale, discussieert, studeert en leest met alle inzet die zijn leeftijd eigen is. Hij is fel, zo fel, dat sommige geestverwanten hem liever kwijt dan rijk zijn, met zijn venijnige aanvallen op de sociaal-democratie en zijn verheerlijking van de Russische revolutie. De vermenging van persoonlijke haat en nijd met een politieke ideeënstrijd begint al vroeg en zal het hele leven van Paul de Groot beheersen.

In 1930 wordt Paul de Groot gekozen in het partijbestuur van de CPH, de Communistische Partij Holland, zoals deze toen nog heette. Die positie heeft hij mede te danken aan zijn goede contacten met Moskou, opgebouwd in de voorgaande jaren. De Groot is en wordt de man die in alles de directieven vanuit de CPSU, de Communistische Partij van de Sovjet Unie, opvolgt, zelfs als die met moeilijk te volgen politieke koerswijzigingen komt. Volgens biograaf Stutje wordt de idealist Paul de Groot in deze periode onmiskenbaar een man die met alle winden meedraait. In 1938 levert het hem de hoogste positie op: algemeen partij-secretaris, dezelfde positie die Stalin in de Sovjet-Unie bekleedt. De Groot verdedigt elke stap van Stalin, al heeft zelfs hij bedenktijd nodig als de Sovjet-Unie aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog een niet-aanvalsverdrag met nazi-Duitsland sluit, tot verbijstering van de wereld. Een week lang houdt De Groot zich ziek thuis als dit zogenaamde Molotov-Von Ribbentrop pact bekend wordt. Daarna schrijft hij dat het verdrag moet worden gezien als een steun in de rug voor het Duitse volk, dat zich verzet tegen Hitler.

Sally en Rosa de Groot, eerste vrouw en dochter van Paul de Groot.

Oorlogservaringen

De Tweede Wereldoorlog heeft ingrijpende gevolgen voor het persoonlijke leven van Paul de Groot. Aanvankelijk wil hij niet onderduiken. Hij is er van overtuigd dat hij als communist geen gevaar loopt omdat de Sovjet-Unie een verdrag met Duitsland heeft gesloten. En hij is er van overtuigd dat het 'jodenvraagstuk' een Duitse tactiek is, die in Nederland niet zal aanslaan. Deze naïviteit over de bedoelingen van de nazi's hangt bij De Groot nauw samen met de ontkenning van zijn joods zijn. Als hij in de zomer van 1940 toch onderduikt, met zijn vrouw Sally en zijn veertienjarige dochter Rosa, gebeurt dat omdat de communistische partij wordt verboden en niet omdat ze een joods gezin zijn. In 1942 wordt het gezin bij een toevallige razzia ontdekt. De Groot weet te vluchten, zijn vrouw en dochter achterlatend. Hij zal zich daar zijn hele leven schuldig over voelen, zelfs al voordat hij zekerheid heeft omtrent hun lot: vergast in Auschwitz. Hij ziet het als een offer dat gebracht is voor de communistische strijd. Dat ze zijn vergast omdat ze joods zijn, is voor hem een idee van een te overweldigende machteloosheid.

De Groot verblijft na de verdwijning van Sally en Rosa op verschillende onderduikadressen. Hij weigert elk contact met partijgenoten, zijn achterdocht is enorm. Niet geheel ten onrechte. Van de leiding van de CPN, is na de oorlog alleen De Groot nog in leven. Het kost daarom weinig moeite het leiderschap terug te krijgen, al zal hij jarenlang worden achtervolgd door het verwijt dat hij wel erg weinig verzetsactiviteit heeft ontplooid. Uiterlijk blijft De Groot daar onbewogen onder. Net als voor de oorlog, heeft hij weinig echte vrienden en zelfs met hen wordt er vooral over politiek gepraat. "Twijfel, schaamte, spijt was voor de zwakken, de afvalligen, de gedemoraliseerden, niet voor communisten die leefden temidden van vijanden die ze het liefst wilden verslaan", zo geeft biograaf Stutje de houding weer. De Groot trouwt na de oorlog met Eke Zegeling. Zij heeft al een zoon, Huib. Buitenstaanders zien het als een teken dat De Groot over het verlies van zijn eerste vrouw heen is.

Paul de Groot op een bijeenkomst waarschijnlijk in Moskou

Leider van de CPN

Lang, heel lang, blijft De Groot de CPN leidden. Hij blijft een overtuigd aanhanger van Stalin, ook nadat deze in 1956 de Sovjet-Unie in ongenade is gevallen. Van Chroetsjov moet De Groot weinig hebben, al is hij wel zo slim om zich te blijven verzekeren van steun uit Moskou. Met die steun weet hij ook alle stormen in de CPN te overleven. De na-oorlogse geschiedenis van de CPN wordt gekenmerkt door vele persoonlijke vetes die, deels binnenskamers, genadeloos worden uitgevochten. Het is soms bijna een strijd van leven op dood, want wie zijn positie binnen de CPN verliest, die verliest in feite zijn of haar hele familie- en vriendenkring. Vlak na de oorlog waren communisten gerespecteerde Nederlanders, die zich sterk hadden gemaakt in het verzet tegen de Duitsers. Die stemming slaat snel om. In de Koude Oorlog worden communisten vaak gezien als 'landverraders', mensen die klaar staan om de Sovjet-Unie te helpen bij een aanval op het kapitalistische Westen. Vele CPN'ers vermoeden terecht dat ze dag en nacht worden afgeluisterd door de BVD, de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Het maakt ze voorzichtig in contacten met andersdenkenden. Buiten de communistische familie is er geen leven. Dat hoeft ook niet, want de CPN is meer dan een politieke partij. Er worden vele uitstapjes en evenementen voor de leden georganiseerd. In deze sfeer kan een man als De Groot, met al zijn ervaring en hardheid, de macht in handen blijven houden.

Bronnen

BEELDEN

Het beeldarchiefmateriaal in de reportage is afkomstig van het NAA en het CPN archief.

PERSONEN

In de reportage komen de volgende personen voor:

Huib Zegeling, stiefzoon van Paul de Groot
Theun de Vries, schrijver, lid CPN 1936-1971
Jaap Wolff, voormalig persoonlijk secretaris van Paul de Groot
Joop Ijisberg, voormalig partijsecretaris CPN
Jan Willem Stutje, biograaf Paul de Groot

MUZIEK

Voor de muziek is onder andere gebruik gemaakt van filmmuziek van de componist Dimitri Shostakovitsj.

Literatuur

Er is heel veel geschreven over de CPN. Een kleine selectie:

Jan Willem Stutje, De man die de weg wees. Leven en werk van Paul de Groot 1899-1986, Bezige Bij, Amsterdam, 2000

Igor Cornelissen, Paul de Groot. Staatsvijand nummer 1. Amsterdam, 1996

Ger Verrips, Dwars, duivels en dromend. De geschiedenis van de CPN 1938-1991. Amsterdam, 1995

Dick Engelen, De geschiedenis van de BVD. Den Haag, 1995

Susan Legène en Hansje Galesloot, Partij in verzet. De CPN in de Tweede Wereldoorlog, Amsterdam, 1986

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: