Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
7 december 2016

Andere Tijden Sport: Thialf, 't dak eraf! (WK 1987)

t
Bekijk Video
40 min

Famkes

De Heerenveense ijsvereniging "Thialf" is één van de oudste ijsclubs van ons land. De club werd op 15 februari 1855 opgericht en voor zover bekend hadden toen alleen Harlingen en Leeuwarden al een officiële ijsclub. Ook in Heerenveen wilde men destijds vooral een geregistreerde vereniging om een einde te maken aan de chaos rond de organisatie van de razend populaire maar alom bekritiseerde kortebaanwedstrijden. Herbergiers, kasteleins en baanvegers beconcurreerden elkaar in die zo seizoensgebonden maar uiterst lucratieve branche. Er werd rond de wedstrijden immers volop gezopen en gegokt. De rijders speelden het spel even hard mee. De uitdrukkig "parten en delen" danken we aan de corruptie die de kortebaan van oudsher heeft omgeven.

En dan waren er nog de "famkes"..... Ook die waren graag geziene deelnemers aan de kortebaan, niet in het minst omdat ze tijdens de korte maar inspannende ritten over ca. 140 meter vaak "al hunne bovenklederen" aflegden en in ondergoed over de baan vlogen. Zo'n "peepshow avant-la-lettre" trok natuurlijk enorm veel publiek maar de kritiek van zedenmeesters en gegoede burgerij zorgde voor felle protesten.

"IJsvereniging Thialf" zou daar vanaf 1855 als eerste Friese dorpsclub in één keer een einde aan maken en bijdragen aan wat als de "veredeling" van de volkscultuur werd gezien. Omdat de eerste ledenlijst bewaard is gebleven, weten we dat er zich onder de vijfenzestig mannen -vrouwen mochten wel schaatsen maar niet besturen- van het eerste uur vier logementhouders bevonden, twee kasteleins, drie schippers en dertien kooplieden bevonden, maar ook twee officieren van justitie, een kantonrechter, een wethouder en een lid van Gedeputeerde Staten bevonden. Precies het gezelschap dat het ijsvermaak een modern gezicht zou moeten geven.

Dat ijsclubs in onderling georganiseerd verband ook de chaos onder de wild opererende baanvegers aan zou kunnen pakken en zo voor goed geveegde openbaar toegankelijke ijswegen konden zorgen was een aspect dat in de loop van de negentiende eeuw al snel een minstens zo belangrijke ontstaansbron voor ijsclubs zou worden.

Opmerkelijk was de naam van de nieuwe ijsclub. "Thialf" was destijds een vrijwel onbekende figuur uit de Germaanse mythologie, het hulpje van de Scandinavische halfgod Thor. De associatie met kou, ijs en sneeuw moet de bestuurders warm hebben gemaakt voor de originele naam, die ruim anderhalve eeuw later een begrip in de schaatswereld is geworden.

Joe Donoghue, de winnaar van de 1e internationale wedstrijden op Thialf in 1890 (foto collectie auteur)
Joe Donoghue, de winnaar van de 1e internationale wedstrijden op Thialf in 1890

Joe Donoghue

Thialf is in 1882 ook betrokken bij de oprichting van wat toen nog "Het Nederlandsch Schaatsenrijders Bond" heet. Bedoeling van die bond is om -nieuwste uit Engeland overgewaaide mode!- internationale wedstrijden te organiseren voor amateurs over langere afstanden en op tijd. In 1885 wordt op de Groote Wielen bij Leeuwarden voor het eerst zo'n wedstrijd gehouden en daarmee geldt dat jaar als de geboorte van het officiële langebaanschaatsen in Nederland.

In december 1890 krijgt Thialf de kans om voor het eerst zelf internationale wedstrijden te organiseren. Geheel in stijl met het langzame kerende tij in de schaatssport staan er wedstrijden voor amateurs én profs op het programma. De oude kortebaanrijderij kun je volgens de "cultuurveredelaars" immers maar beter incorporeren dan "wild" en ongecontroleerd voort laten bestaan. Groot geluk voor de schaatsvernieuwers is de langverwachte en veelbesproken komst van de Amerikaanse superkampioen Joe Donoghue. In 1889 was hij al als 18-jarige naar het eerste officieuze wereldkampioenschap in Amsterdam gekomen, waar hij een "onbeslist" had weten te behalen tegen de sterkste amateurschaatser van dat moment, de Rus Alexander von Panschin. Bijna drie jaar later was Donoghue, die voor het eerst op hoge Noorse schaatsen met vaste schoen reed, op het toppunt van zijn kunnen ende grote favoriet voor de -nog steeds officieuze- titelstrijd die opnieuw in Amsterdam zou plaatsvinden. 

Op de "Tjalleberder Petten", waar de ijsbaan was aangelegd, stelde de Amerikaan niet teleur. Ondanks een lange treinreis uit Davos, waar hij op de later beroemd geworden hooglandijsbaan getraind had, won hij de strijd om het "Meesterschap van Nederland" met groot gemak. De Duitsers Landahl en Hille waren geen partij voor hem, en ook het Haarlemse trio Klaas Pander, Jaap Houtman en niemand minder dan Pim Mulier konden hem bij de strijd over één en drie mijl geen partij geven. 

Helaas is het op de dagen van de strijd bitter koud in Friesland. De winter zou niet voor niets dankzij schrijver Herman de Man de geschiedenis ingaan als "De barre winter van negentig." Desondanks kwamen er duizenden toeschouwers op af: een Engelse bron spreekt zelfs van 50.000 toeschouwers, maar dat lijkt sterk overdreven. Toch schreef Thialf met de organisatie van deze wedstrijden geschiedenis. De ijsbaan, de voorzieningen, de organisatie: in alle kranten werd alom de loftrompet geblazen over de meest sfeervolle en sportieve schaatswedstrijden die ons land totdan toe heeft gezien.

Financieel waren de wedstrijden helaas geen succes. Omdat de profs (de Fries Klaas Hanje won de kwart mijl en verdiende daarmee 250 gulden, de Brit James See won de mijl en incasseerde liefst 600 gulden) met vette geldprijzen aan de haal gingen, noteerde de Thialf-penningmeester: "Het was een aderlating tot bezwijmens toe."

Het NK Schaatsen van 1946 in Heerenveen
Het NK Schaatsen van 1946 in Heerenveen

Parten en delen

Dat het langebaanschaatsen voor amateurs de toekomst heeft, beseft niet alleen de penningmeester van Thialf. De Heerenveense ijsclub toont zich daarmee de meest vooruitstrevende Friese ijsclub, want de meeste clubs in de provincie blijven zich vooral met de dubieuze kortebaan bezighouden, zelfs als blijkt dat de dubieuze praktijken van "parten en delen" onuitroeibaar blijken.

Als in 1892 in het Scheveninger Kurhaus op initiatief van Pim Mulier de Internationale Schaats Unie wordt opgericht, is ook Thialf-voorzitter Van Heloma van de partij. Als lid van de Technische Commissie heeft hij grote invloed op het vaststellen van de reglementen en de baanlengtes. Een baan van 400 meter is dan nog geen standaard, maar wel wordt vanaf het begin bepaald dat langebaanwedstrijden in paren gereden moeten worden en op tijd.

Bij gebrek aan concurrentie krijgt Thialf op de langebaan vrijwel een Fries monopolie. Vanaf 1893 tot 1956 worden 14 van de 21 Friese kampioenschappen op de banen van Thialf verreden. Ook de nationale kampioenschappen vinden in deze periode drie keer in Heerenveen plaats: in 1933 wint Dolf van der Scheer op Heerenveens natuurijs de nationale titel, in 1946 is de Elfsteden co-kampioen van 1940 Piet Keijzer de sterkste en in 1955 wint Gerard Maarse in Heerenveen het kampioenschap. Zelfs internationaal timmert Thialf in deze periode nogmaals aan de weg. In 1954 doen twee Noorse rijders mee aan de tweede internationale schaatswedstrijden in Heerenveen, die onder grote publieke belangstelling gewonnen worden door Kees Broekman.

Al deze wedstrijden vonden plaats in het veengebied de "Tsjalberter Petten" ten noorden van het dorp. In 1894 kocht Thialf in dit gebied voor 1100 gulden een stuk water, riet en land van zeseneenhalve hectare aan voor en eigen ijsbaan. Tot de bouw van de kunstijsbaan in 1966 werd dit terrein jaarlijks op 1 november onder water gezet, in hoopvolle verwachting van Koning Thialf.

Op de Thialf-ijsbaan in 1917 (still uit film)
Op de Thialf-ijsbaan in 1917 (still uit film)

Bewegende beelden

Van de oude Thialf-natuurijsbaan bestaan bijzondere filmopnames. De oudste bewegende beelden zijn vreemd genoeg niet van schaatswedstrijden, maar van een vliegdemonstratie! Op 31 juli 1910 werd Clément van Maasdijk de eerste Nederlander die boven eigen land vloog. De vliegdemonstratie, gadegeslagen door duizenden toeschouwers, vond plaats op en boven het terrein van het 's zomers ongebruikte terrein van IJsclub Thialf. Van Maasdijk verongelukte op 27 augustus 1910 tijdens een vliegdemonstratie bij Schaarsbergen.

Fries kampioenschap 1917

De oudste schaatsbeelden van Thialf zijn van 1917 en doken op in een compilatiefilm, die in 1920 over Heerenveen werd gemaakt. Omdat de beelden dus van vóór 1920 moeten zijn, en er bovendien fragmenten van een langebaanwedstrijd te zien zijn, kan het niet anders of ze zijn gemaakt op 29 januari 1917 tijdens het Fries kampioenschap dat door de in Heerenveen geboren Wijnout Taconis werd gewonnen. Ook Coen de Koning, wereldkampioen in 1905 en winnaar van de Elfstedentochten in 1912 en 1917, deed twee dagen na zijn tweede Elfstedentriomf (gefilmd door Willy Mullens, en hier te bekijken) aan deze wedstrijd mee, maar mocht dat als nationaal kampioen alleen buiten mededinging doen. Op de bewaarde beelden zien we alleen technisch zeer onbekwame rijders over het ijs gaan: Taconis of De Koning zitten daar zeker niet bij.

Minstens zo boeiend als de beelden van de langebaanwedstrijd zijn de beelden van een wedstrijd voor paren -destijds zeer populair in Friesland!- en beelden van het ijsvermaak op de enorme Heerenveen ijsbaan. Zonder twijfel is dit de beste en oudste filmregistratie van het ijsvermaak die in Nederland gemaakt is.

Op de natuurijsbaan van Heerenveen is nadien nog veel vaker gefilmd. Op deze pagina zijn de Polygoon-registraties te bekijken van de nationale schaatskampioenschappen in 1946 (gewonnen door de Elfsteden-co-winnaar van 1940 Piet Keijzer) en in 1955, toen Gerard Maarse het eeuwfeest van Thialf opluisterde met de nationale schaatstitel.

<p>Ard Schenk tijdens het EK 1971 in Heerenveen</p>
Ard Schenk tijdens het EK 1971 in Heerenveen

Jan Bols

Niet Heerenveen maar Amsterdam kreeg in 1961 de eerste 400 meter-kunstijsbaanvan ons land. Pas nadat in Deventer in 1963 de tweede baan was geopend, gingen in Friesland de ogen open voor de nieuwe revolutie in het schaatsen. Als meest historische schaatsprovincie kon Friesland toch niet achterblijven? De plannen lagen snel op tafel, maar toch zou het nog tot 1966 duren voordat de kunstijsbaan in Heerenveen er lag. Natuurlijk in Heerenveen, waar anders?

IJsclub Thialf speelt een cruciale rol bij de verwezenlijking van de kunstijsbaan. Door verkoop van de natuurijsbaan (de gemeente wilde er bouwplannen realiseren) kon de IJsclub een lening van 100.000 gulden verschaffen om de bouw mogelijk te maken. In ruil voor die lening zou het stadion de naam Thialf krijgen en kreeg de club het alleenrecht -uniek in de sportwereld!- om de organisatie te verzorgen van nationale en internationale kampioenschappen.

Op de openlucht-kunstijsbaan zijn tussen 1970 en de overkapping in 1986 in totaal twaalf internationale schaatskampionschappen verreden. De Russin Nina Statkevitsj was in 1970 met de Europese titel voor dames de eerste internationale schaatskampioen op Thialf sinds de Amerikaan Donoghue in 1890.

Een jaar later volgde een legendarisch Europees kampioenschap voor heren dat de geschiedenis in zou gaan als het toernooi waarin Jan Bols verkeerd zou wisselen. In het enige toernooi waarin Bols boven zichzelf uit leek te stijgen en zijn eeuwige rivalen Ard Schenk en Kees Verkerk af leek te gaan troeven, maakte hij zijn onvergetelijke fout op de 5000 meter. Voor het eerst in de schaatsgeschiedenis roerde het publiek zich heftig en moest er zelfs politie aan te pas komen om de Noorse kampioen Dag Fornaess veilig zijn ereronde te kunnen laten voltooien. Lees en bekijk hier alles over dit toernooi.

 

Atje Keulen-Deelstra op weg naar de wereldtitel (Thialf, 1974)
Atje Keulen-Deelstra op weg naar de wereldtitel (Thialf, 1974)

Atje

In 1972 werd Atje Keulen-Deelstra de eerste Friese wereldkampioen op Fries ijs. Twee jaar later zou de als moeder van drie kinderen wereldwijd bekende vormalige kortebaanrijdster de titel in Heerenveen prolongeren. Met haar titels bewees Keulen-Deelstra dat het langebaanschaatsen uiteindelijk ook in Friesland een vruchtbare voedingsbodem had gevonden.

Piet Kleine werd in 1976 de eerste Nederlandse heren-wereldkampioen op Thialf. Een jaar later leverde de Thialf-organisatie een huzarenstukje door binnen een week het in Davos wegens dooi afgelaste wereldkampioenschap over te nemen. Het werd het toernooi waarop de nog piepjonge Amerikaan Eric Heiden zijn eerste wereldtitel behaalde: de voorbode van een drie jaar durende hegemonie in het schaatsen die in 1980 met vijf gouden medailles tijdens de Olympische Winterspelen in Lake Placid een climax zou bereiken. Bij het wereldkampioenschap dat in 1980 na de Spelen van Lake Placid in Heerenveen werd gehouden, leed een uitgebluste Heiden zijn enige nederlaag in vier jaar. Zijn overwinnaar was niemand minder dan Hilbert van der Duim, die daarmee de eerste mannelijk Friese wereldkampioen ineigen huis werd.

De laatste titels op het buitenijs van Thialf gingen naar Oost-Europese schaatsers. De Russin Natalja Petruseva behaalde in 1981 en 1982 de Europese damestitel. Dit toernooi was in 1974 bij gebrek aan organisatorische belangstelling van de schaatskalender geschrapt, maar werd door Thialf vanaf 1981 drie keer op rij nieuw leven in geblazen. De Oost-Duitse Andre Schöne-Mitscherlich werd Europees kampioen in 1983.

De laatste titelstrijd die op Thialf in de openlucht werd gehouden was het WK-sprint van 1985. Kampioen werden de Rus Igor Zjelezovskij en de Oost-Duitse Christa Rotenburger.

Leo Visser op weg naar zijn 5km-wereldrecord (Thialf, 1987)
Leo Visser op weg naar zijn 5km-wereldrecord (Thialf, 1987)

Indoor-Thialf en het WK van 1987

Op 14 februari 1987 trad de schaatssport een nieuw tijdperk binnen. Voor het eerst vond een schaatskampioenschap plaats in een overdekt ijsstadion. Dat die strijd in Friesland plaats vond was al een klein wonder. Twee jaar eerder was de in 1966 geopende kunstijsbaan, waar Atje Keulen-Deelstra triomfen vierde, waar Jan Bols verkeerd wisselde en waar Hilbert van der Duim in 1980 zelfs Eric Heiden versloeg, vrijwel failliet. Dankzij toenmalig directeur Rob Dros en scheidend provincie-commissaris Hans Wiegel werd het dreigende faillissement omgezet in een grootschalig nieuwbouwplan waarbij indoor-Thialf het centrum zou worden van een multifunctioneel recreatie- en evenementencentrum. Dat laatste is er nooit gekomen, maar de kap over de ijsbaan lag er ruim op tijd.

Andere Tijden Sport maakte een uitzending over die opening, die bijna was geëindigd in een enorme chaos. Die is opnieuw te zien via deze pagina.

7 december 2016

Schaatsen op de Thialf-ijsbaan in Heerenveen (1917)

t
Bekijk Video
1 min
7 december 2016

Piet Keyzer wint te Heerenveen het nationale kampioenschap op de schaats (1946)

keyzer
Bekijk Video
1 min
7 december 2016

De Nederlandse schaatskampioenschappen te Heerenveen (1955)

schsaSGPKASRNG
Bekijk Video
2 min
7 december 2016

Nationale schaatskampioenschappen in Thialf te Heerenveen (1969)

schats
Bekijk Video
2 min
7 december 2016

Europese schaatskampioenschappen dames (1970)

ek schaatsen dames
Bekijk Video
2 min
7 december 2016

Atje wint de wereldcup (Thialf, 1972)

Schaatsen
Bekijk Video
4 min
Hardrijderij voor ongehuwde Friezinnen, Leeuwarden 21 januari 1809 (aquarel Nicolaas Baur) NB: Let ook op het zuipen en vechten links op de voorgrond!
Hardrijderij 1809
Credits
  • Marnix Koolhaas

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: