Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
Foto's van de bijzetting van Pauline uit het blad "Het Leven"
Foto's van de bijzetting van Pauline uit het blad "Het Leven"

Lambertus Mokveld

Trouw-journalist Jan Kuijk schrijft in 2005 in zijn krant hoe hij in 1962, na de dood van prinses Wilhelmina, ontdekte dat Mokveld de laatste journalist geweest moet zijn die de grafkelder bezocht had. Hij besloot hem op te zoeken, en tekende zijn verhaal meer dan een halve eeuw later op. De terugblik van Kuijk en Mokveld kunt u hier lezen. Hieronder het originele verslag van Mokvel zoals dat verscheen in de Delfsche Courant van 7 april 1911.

Graf waarin Prinses Pauline in 1911 in de grafkelder van de Nieuwe Kerk werd bijgezet (foto: Het Leven)
Graf waarin Prinses Pauline in 1911 in de grafkelder van de Nieuwe Kerk werd bijgezet (foto: Het Leven) © Het Leven

Bijzetting Prinses Pauline

"Te 10 u. 10 reed de trein binnen met het daaraan gehaakte gereserveerde le klasse rijtuig, waarin de Eerste Kamerheer van H. M. de Koningin, jhr. Van den Bosch, het stoffelijk overschot van de op 22 December 1806 te Freienwalde bij Berlijn overleden Prinses Wilhelmine Frederike Louise Pauline Charlotte van Oranje Nassau naar de rustplaats der Oranje's overbracht. De wagon werd onmiddellijk afgehaakt en gerangeerd op het eerste spoor tot voor de eerste-klasse wachtkamer, waar de Hoofdintendant der Koninklijke Paleizen, baron Taets van Amerongen, per auto uit de Residentie gekomen, zich ter ontvangst bevond.

Het kleine bronzen kistje van sierlijken vorm (80 x 35 c.M.) dat het stoffelijk overschot bevatte, werd op de gereedstaande baar geplaatst, gedekt met het met breed zilveren galon afgezette rouwkleed, en nadat een bloemstuk van het Vorstelijk Huis (witte bloemen en palmtakken) daarop gelegd was, formeerde zich op het perron de kleine stoet. Acht bedienaren der begrafenis-onderneming van den heer D. Houtzager droegen de baar, terwijl twee bedienaren voorafgingen, ter weerszijden gingen drie hoflakeien in de lange grijze overjas, slobkousen en demi-gala steek. De genoemde hofdignitarissen volgden, terwijl van de zich op het Stationsplein bevindende bereden politie drie man voor den stoet reden en drie volgden.

Indrukwekkend plechtig bewoog zich de stoet langzaam over Houttuinen, Binnenwatersloot, Oude Delft, Nieuwstraat en Cameretten naar de Markt; overal langs den weg had zich de menschenmenigte geschaard, terwijl op de Markt een wijde kring van dichte rijen toeschouwers de komst verbeidde.

In de Nieuwe Kerk leidde een breede zwarte looper van voor den hoofdingang, door het voorportaal en het van stoelen geheel ontruimde schip der kerk, door het koor tot den ingang van den Koninklijken grafkelder. Daar bevonden zich ter ontvangst de Burgemeester van Delft, Commissaris van den Koninklijke grafkelder, in ambtsgewaad, en het College van Kerkvoogden. Even voor half elf reed het gesloten, met twee schimmels bespannen rijtuig met Z. K. H. (i.c. prins Hendrik, MK), vergezeld van Zijn adjudant, majoor Jhr. van Suchtelen van de Haare, in gestrekten draf het marktplein op, voorafgegaan door het rijtuig van den Grootmeester van Hr. Ms. Huis, Baron Sirtema van Grovestins en den Ceremoniemeester van H. M., Baron Snouckaart van Schauburg.

Aan den ingang der kerk werd Z. K. H., die gekleed was in generaalsuniform, ontvangen door den Burgemeester, aan wien Hii het verlangen te kennen gaf dat de kerkvoogden Hem zouden worden voorgesteld. Met deze heeren onderhield Z. K. H. zich beurtelings eenige oogenblikken en gaf o.a. aan den president-kerkvoogd, den heer N. Rodenburg zijn bewondering te kennen over het indrukwekkend mooie kerkgebouw, dat hij heden voor het eerst zag, daar Z. K. H. tot nog toe alleen, het koor bezoekende, door den zij-ingang het gebouw binnengekomen.

Een zeldzaam mooien aanblik leverde, door de geopende deuren van uit de kerk gezien ons door de heldere zon verlichtte marktplein op, waarover men tegen elf uur in de verte de plechtige kleine stoet zag aanschrijden. Z. K. H., door den Burgemeester van de nadering in kennis gesteld, begaf zich met zijn gevolg tot buiten den ingang op de markt en sloot zich, toen het stoffelijk overschot het kerkgebouw werd binnengedragen, achter de baar aan, terwijl de dignitarissen op eenigen afstand volgden. Plechtig zette de organist Chopin's treurmarsch in en geruimen tijd duurde het voordat de afstand door het schip der kerk tot den grafkelder was afgelegd. Daar werd het kistje door twee bedienaren van de baar getild en langs de met zwart bekleede trap naar beneden gedragen, Z. K. H. en gevolg daalden eveneens af. De lakeien en bedienaren schaarden zich te weerszijden van den trapopening.

In het nieuwe gedeelte van den grafkelder, links naast de kist die het stoffelijk overschot van de Moeder van Prinses Pauline, Koningin Frederika Wilhelmina, Prinses van Pruisen bevat, dus tusschen die rustplaats en die van den Vader, Koning Willem I, werd het kistje in de nis der Koningin geplaatst. Z. K. H. hield zich nog eenigen tijd in de grafkelder op (en bezocht o.a. de grafkist van Willem van Oranje, zoals Mokveld in 1962 aan Trouw-journalist Jan Kuijk zou vertellen, MK) en liet zich, weder in het koor teruggekomen, de plaats aanwijzen waar het voornemen bestaat het uit Freienwalde over te brengen eenvoudige grafmonument te plaatsen. Dat zal waarschijnlijk geplaatst worden tegen den ronden achterwand van het koor, links achter het grafmonument van Willem den Zwijger, symetrisch met het monument van Koning Willem I.

Onder dc tonen van het Wilhelmus (oude toonzetting in G-mol) van het orgel begaf de Prins zich naar de gereed staande auto en noodigde zijn adjudant en den Grootmeester, Baron Sirtema van Grovestins uit daarin met hem plaats te nemen. Na afscheid van den Burgemeester genomen te hebben vertrok Z. K. H. weder naar de Residentie en was de indrukwekkende plechtigheid afgeloopen."

(Delftsche Courant, 7 april 1911)

Lambertus Mokveld
Lambertus Mokveld

Lees en bekijk ook: De grafkelders van de Oranje Nassaus in de Grote Kerk van Breda - herontdekt in 1937

Credits
  • Marnix Koolhaas

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie:

Meer Andere Tijden