“Dag lieve jongen”
Cees Post is zeven als zijn vader in 1942 wordt opgepakt. Die maakt deel uit van verzetsgroep De Geuzen en heeft elektriciteitskabels doorgesneden.
Post: “Met mijn moeder en zussen bezocht ik mijn vader in de Utrechtse gevangenis. Twee Duitsers brachten hem binnen. Aan de muur hing een enorme vlag met een hakenkruis. Wij zaten aan een tafel. Er was geen lijfelijk contact. We huilden. Een kwartiertje mochten we blijven. Toen namen ze hem weer mee. Hij riep: “Dag Kees, dag lieve jongen, jij bent nu de man in huis!” Dat maakte diepe indruk op me. Ik durfde niet meer om te kijken…”
In een vouwkano naar Engeland
In de nacht van 30 augustus 1942 gooien Ernst Sillem en Jaap van Mesdag hun vouwkano in de zee. Ze willen naar Engeland varen om van daaruit tegen de Duitsers te strijden. Jaap neemt zijn trompet mee om bij een airforce-band muziek te maken. Ernst wil bij de marine. Ze hebben pech, het weer slaat om. De kano loopt vol water. Na vijf uur storm op de ruige zee raken ze in paniek. Jaap blaast SOS op zijn trompet om aandacht van Duitse Vorpostenboten te trekken. Met succes. Terug aan wal worden ze direct opgesloten in de gevangenis.
Pim Reijntjes en zijn broer willen in 1942 ook naar Engeland. Zij komen door verraad niet verder dan IJmuiden en belanden in de gevangenis in Scheveningen, ook wel bekend als het Oranjehotel.
NSB’ers in elkaar slaan
Voor Skippy de Vaal is het in het eerst bezettingsjaar vaste prik: elke vrijdag slaat hij NSB’ers in elkaar, die op de Dam hun propagandamateriaal staan te verkopen. Daarnaast werkt hij als transportfietser om stoffen bij winkels af te leveren. Af en toe zit er een wapen onder het tule. Tot er een luxe, zwarte wagen voor zijn huis stopt. Duitsers arresteren hem en stoppen hem in een cel.
“In de eerste fase van de oorlog was het verzet nog heel symbolisch,” zegt historica Geraldien von Frijtag; “NSB’ers pesten, kabels doorknippen, ramen ingooien. Gewapend verzet bestond eigenlijk in Nederland niet. Het waren vooral kwajongensstreken. Maar de Duitsers namen het buitengewoon serieus”.
Sillem: “Wij dachten dat ze ons deze kwajongensonderneming niet zo zwaar zouden aanrekenen, dat we zo weer vrij zouden zijn.”
Dat loopt heel anders af.
De stemming slaat om: het Keitel-Erlass
De Duitsers hebben een zware nederlaag geleden tegen de communisten bij Stalingrad in december 1942. Vanaf dat moment slaat de stemming om. Het bezettingsregime raakt uiterst gevoelig voor elke poging tot verzet, opstand, of sabotage.
Het Keitel-Erlass wordt ingevoerd; geheime richtlijnen om mogelijke verzetslieden in het niets te laten verdwijnen. Dat is bedacht door Wilhelm Keitel van de Duitse Wehrmacht. Voortaan worden gevangenen waarvan het onduidelijk is of zij de doodstraf zullen krijgen, abgetrennt: geruisloos afgevoerd met onbekende bestemming. Zij verdwijnen in nacht en nevel.
Het Keitel-Erlass wordt daarom ook het Nacht- und-Nebel Erlass genoemd. Van de gevangenen mag geen spoor achterblijven. De maatregel is vooral bedoeld om de omgeving af te schrikken. Als familie en vrienden niet weten waar iemand is gebleven en of iemand nog leeft, zal dat een extra kwelling voor hen zijn.
Terugkeer na de bevrijding?
Bij achterblijvende familieleden heeft de verdwijning van de NN’ers het beoogde effect. De moeder van Pim Reijntjes schrijft een brief aan rijkscommissaris Seyss- Inquart en vraagt hem wanhopig of hij iets weet over het gevangenschap van haar twee zoons. Cees Post blijft de hele oorlog hopen op de terugkeer van zijn vader.
Moeder Reijntjes heeft geluk. Na afloop van de oorlog komen haar beide zoons weer thuis. Zij overleven het kamp. Net als Skippy de Vaal, nooit bang en een doorzetter. Hij komt terug en gaat een week later alweer aan de slag bij de inpoldering van de Noord-Oostpolder. Ook Ernst Sillem en Jaap van Mesdag keren terug. Zij gaan aansterken in het vakantiehuisje van de familie en maken een hoop lol.
Voor Cees loopt het anders: “Toen op de Grote Markt in Vlaardingen na de bevrijding bussen aankwamen met concentratiekampmensen, holde ik daar naar toe om te kijken of mijn vader er tussen zat. Maar dat was niet zo. Ik liep weer naar huis, dacht dan dat ik me misschien vergist had. En rende weer terug om nog eens te kijken. Zag hem nog steeds niet. Ik bleef maar hopen, tot mijn oom kwam vertellen dat mijn vader was overleden.”
Zijn vader is, net als vele anderen, verdwenen in de nacht en nevel van Natzweiler.
Regie: Matthijs Cats
Tekst en research: Mirjam Gulmans
Uitzending: do 17 april 2014, 21.30 uur, Nederland 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: