De drooglegging
Ingenieur Cornelis Lely presenteerde het plan al in 1891: een afsluitdijk bouwen en vier polders creëren. Uiteindelijk duurde het tot het midden van de twintigste eeuw eer zijn plan werd gerealiseerd. Van de vier polders werden er uiteindelijk drie drooggelegd: de Noordoostpolder (1942), Oostelijk Flevoland ( 1957) en Zuidelijk Flevoland (1968). De vierde polder, de Markerwaard, is nimmer aangelegd.
De Noordoostpolder en Oostelijk Flevoland
Nadat de poldergronden waren drooggevallen moesten deze worden ontgonnen en geschikt gemaakt voor hun uiteindelijke bestemming landbouw. Het graven van ontwateringgreppels en sloten gebeurde in die tijd nog met de schop. Duizenden landarbeiders, in de meeste gevallen boerenzonen, werden aangetrokken om dit zeer zware werk op te knappen. Tijdens de voorlichtingsavonden kregen zij te horen dat de kans op een eigen bedrijf groot was als zij zich in zouden zetten in de Noordoostpolder. Een eigen bedrijf, dat wilden ze wel. Verdeeld over 33 kampen zaten de arbeiders verspreid over de polder. De woonomstandigheden van deze arbeiders waren slecht; ze huisden in tochtige barakken. Daarnaast maakten de arbeiders werkweken van meer dan vijftig uur, tegen een uurloon van 42 cent.
De uitgifte
Twee jaar na de bevrijding, in 1947, ging de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (de voormalige directie Wieringermeer ) over tot de eerste uitgifte van boerderijen in de Noordoostpolder. Door de boerderijen in eigen beheer te bouwen kon de Dienst alles zelf in de hand houden en dus ook bepalen wie de pachters werden.
Door de enorme vraag aan boerderijen in de Noordoostpolder in het inmiddels drooggelegd Oostelijk Flevoland, werden uiterst strenge selectiecriteria gehanteerd. Ruim tienduizend mannen en vrouwen droomden van een toekomst in dit nieuwe land. Slechts 1700 mensen werden door de overheid goed genoeg bevonden.
Een boerderij of niet?
Mensen die een boerderij wilden pachten, moesten zich melden en kregen daarna een oproep om te komen op een van de kijkdagen. De uitgereikte papieren op de kijkdagen moesten zeer punctueel worden ingevuld. Er werden inlichtingen ingewonnen bij de opgegeven referenties. Daarna gingen de selecteurs de dossiers grondig lezen. Ze keken naar de volgende criteria :
· Vakkennis
· financiële draagkracht ,
· godsdienstige gezindte (Het Nieuwe Land moest een zo goed mogelijke afspiegeling worden van het Oude Land)
· maatschappelijke betrokkenheid.
Als voldaan werd aan alle criteria werden de ‘sollicitanten’ door de ‘selecteurs’ bezocht. Van die bezoeken werden verslagen gemaakt. Rond de kerstdagen kwam dan de langverwachte enveloppe binnen met daarin het grote nieuws: een boerderij of niet? Dit herhaalde zich voor velen jaren achtereen. De afgewezenen kregen nimmer te horen op welke gronden zij werden afgekeurd. Maar de hoop bleef; het jaar daarop konden zij immers weer opnieuw solliciteren.
De droom in duigen
Sommigen solliciteerden meerdere keren maar kregen nimmer een boerderij toegewezen. De droom van de boerenzonen om een eigen bedrijf te starten in de Noordoostpolder en later in Oostelijk Flevoland bleek maar voor weinigen weggelegd. Uiteindelijk ging slechts een klein deel van de bedrijven naar de polderwerkers of pioniers. De bedrijven gingen steeds vaker naar boeren die vanwege onder meer ruilverkaveling en openbare orde (uitbreiding van Schiphol) gedwongen werden te verhuizen.
Afgewezen
Een van de afgewezenen is Harm Knol. In 1940 stond hij al met een schop sloten en greppels te graven. Na één jaar noeste arbeid werd hij bestuurder van een rupsbandtrekker.
Net zoals alle andere polderpioniers hoopte Harm Knol op een eigen boerderij in de Noordoostpolder. Elk jaar weer tekende hij in op een bedrijf van twaalf hectare. Maar die felbegeerde boerderij is er nimmer gekomen. Harm Knol reed tot zijn pensioen op een trekker.
Het Nieuwe Land
Op 14 januari 2013 verschijnt het boek “Het nieuwe land: een verhaal van een polder die perfect moest zijn” van historica en journaliste Eva Vriend. Aan de hand van haar eigen familiegeschiedenis onderzoekt Vriend het ontstaan van een nieuwe provincie: Flevoland. Eva Vriend laat de sollicitanten van toen aan het woord. Ook onthult Vriend archiefmateriaal dat blootlegt hoe de selecteurs te werk gingen.
,,Vrouw was pas geopereerd, zag er zeer bleek uit. Huishouding leek niet zo netjes. Candidaat weet van de moderne bedrijfsvoering niets. Zijn werklust is niet groot, evenmin bij zijn zoons. Vooral de zoons zagen er niet flink uit. Is niets mee te beginnen in de NOP.’’
Het oordeel over een boer die in 1951 naar een boerderij in de Noordoostpolder solliciteerde. Eva Vriend vond de afwijzing in het archief van Nieuw Land in Lelystad. De selectie voor de polder was streng, zeer streng. Op speciale formulieren motiveerden de selectieheren gedetailleerd waarom een gezin wel of niet geschikt was voor de polder.
De formulieren zijn de weerslag van de verstrekkende sollicitatieprocedure die de rijksoverheid in de jaren vijftig en zestig hanteerde voor de pas drooggelegde IJsselmeerpolders. Niet iedereen mocht hier zomaar neerstrijken. De polders dienden ideale burgers te krijgen. De besten van de besten.
Research: Maarten Blokzijl, Merlijn Schneiders
Samenstelling en regie: Erik Willems
Uitzending: zo 13 jan 2013, 21.20 uur, Nederland 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: