Opleggen en zuigen
“Hier valt iets voor, dat in de gehele geschiedenis van de Elfsteden nimmer is voorgekomen: prijswinnaars uit te sluiten en daarmee op ons een blaam te werpen in de Nederlandse schaatswereld en ons aan te tasten in het diepst van het eergevoel.” Zo is in maart 1947 te lezen in een ingezonden brief van Jaap Wijnia, die met zijn broer geheel van de uitslagenlijst is geschrapt wegens: ‘a. opleggen en b. gebruik van voorrijders.’ Opleggen is elkaar vasthouden tijdens het rijden, voor wedstrijdrijders verboden. Wedstrijdrijders mogen zich ook niet ‘laten zuigen’, uit de wind houden door schaatsers die niet aan de wedstrijd meedoen.
Liften
De barre tocht van 1947 is één van de meest geruchtmakende Elfstedentochten ooit. Slechts zestien procent van de toerrijders weet de eindstreep te halen onder barre weersomstandigheden en op slecht ijs. Na de finish ontbrandt een nieuwe en langlopende strijd, een onderzoek door het Elfstedenbestuur naar vermeende onrechtmatigheden bij zowel wedstrijdrijders als toerrijders. Zo zou een groot aantal toerrijders flinke stukken van het parcours per auto hebben afgelegd en krijgt het bestuur ook klachten binnen dat er wedstrijdrijders in auto’s zijn gesignaleerd.
Klunen in de handkar
Wedstrijdrijder Henk Schueler zit achter de koplopers Bosman en Schippers als ze bij het dorpje Parrega het slechte ijs af moeten om een stuk te klunen. “Er stond een handkar en daar werden de mannen ingezet. Vijf van die boerenjongens er achteraan. Die ratelden met een rotgang langs de vaart. Ik stond er bij en ik dacht: dit kan niet, dit mag niet. Maar het hoort er toch bij, eigenlijk? En toen zag ik iemand met een fiets staan en heb ik gevraagd of ik bij die man op de fiets mocht zitten… En op een gegeven moment zag ik ze dichterbij komen. Potverdorie, het zal toch niet gebeuren? Ja hoor, terwijl wij op reis waren passeerden wij die handkar. Ik lachte met tranen. Ik dacht oh, wat een toestand, wat een toestand.”
Goed of fout
Het fraudeonderzoek komt in handen van mr. K. Westerling en Jaap Hepkema, de zoon van Elfstedenoprichter Mindert Hepkema. Westerling is secretaris van het Elfstedenbestuur en in het dagelijks leven toegewezen advocaat van vermeende landverraders aan het Bijzonder Gerechtshof in Leeuwarden. Goed of fout in de oorlog wordt voor hem ook goed of fout in de Elfstedentocht. Hij neemt het onderzoek zeer serieus.
Ook de toerrijders worden onderzocht. In het Elfstedenarchief is correspondentie tussen Westerling en vermeende fraudeurs tot halverwege 1948 terug te vinden. Meer dan een jaar na de finish dus. Sommige brieven worden zelfs naar Indië verstuurd. Zo ontvangt een toerrijder tijdens zijn verblijf als soldaat in Indonesië op 14 mei 1948 een brief van Westerling. “Wij zouden thans gaarne van u willen vernemen, wat er precies op het traject Bartlehiem-Dokkum is voorgevallen. In uw laatste brief heeft u daaromtrent niets medegedeeld.” (Elfstedenarchief)
Moddergevecht
Aan de oproep van het bestuur om getuigenverklaringen in te sturen wordt ruimschoots gehoor gegeven en er ontstaat een moddergevecht met beschuldigingen en jij-bakken die voortduurt tot op de dag van vandaag. In maart 1947 heeft het bestuur op basis van beschuldigingen en fotografisch bewijsmateriaal de complete uitslag van de wedstrijdrijders overhoop gehaald. Wat op de kluunplaatsen voorvalt zien ze door de vingers. Alleen opleggen en zuigen wordt bestraft.
Acht van de twaalf hoogst geklasseerden vallen buiten de prijzen, waaronder de nummers één tot en met vier. Joop Bosman, Klaas Schipper, Jeen Nauta en Jaap Wijnia raken hun prijs kwijt en de oorspronkelijke nummer vijf, Jan van der Hoorn, wordt als nieuwe winnaar uitgeroepen. “Op de akker was ik aan het kunstmest strooien, toen kwam mijn zus aanhollen met een brief in haar hand. Ze zegt: je hebt de Elfstedentocht gewonnen!”
Dit nooit meer
Veel rijders vechten de beslissing van het Elfstedenbestuur aan en ook Jan van der Hoorn wordt beschuldigd van opgelegd rijden. Tot op de dag van vandaag wordt zijn overwinning betwist. Schaatshistoricus Johannes Lolkama: “Ze hadden naar Hepkema senior moeten luisteren. Die zei vanaf het begin: Nooit een onderzoek! Nooit en te nimmer! Die wist wel hoe dat spelletje zou gaan rollen.” Maar de oude Hepkema is doodziek en zijn zoon wil juist wel een onderzoek. Er moet een signaal uitgaan van het bestuur: dit nooit meer.
Samenstelling en Regie: Erik Willems
Tekst: Maarten Blokzijl
Uitzending: zo 10 feb 2013, 21.20 uur, Nederland 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: