Opmaat
Vondelstraat, Amsterdam, 3 maart 1980. Met twee tankdozers en de Marechaussee worden de barricades bij het gekraakte pand Vondelstraat – hoek Constantijn Huygensstraat opgeruimd. Burgemeester Polak heeft na wat aarzelen en veel overleg besloten in te grijpen. En daarmee is de toon gezet. Een jaar eerder al zijn zes panden aan de Keizersgracht, de zogenaamde OGEM-panden- gekraakt en omgedoopt tot de Groote Keijser. Met dichtgelaste ramen en gebarricadeerde deuren hebben de krakers het pand tot een onneembare vesting gemaakt. Een aantal keren is er een ontruimingsbevel uitgevaardigd maar Polak vreest escalatie en is bang dat er doden zullen vallen. De kraakbeweging is in die jaren op haar hoogtepunt. Door de hoge woningnood en de vele leegstaande panden en speculatie wordt vanaf eind jaren ’60 steeds meer gekraakt. Kortom, de verhouding tussen krakers en overheid is danig geradicaliseerd.
Aankondiging
Op 31 januari, de verjaardag van Beatrix, kondigt Juliana haar aftreden aan. Het komt voor burgemeester Polak als een volslagen verrassing: ‘Niemand had mij van tevoren geïnformeerd,’ schrijft hij in zijn memoires. Hij realiseert zich dat hij voor een enorme klus staat. Een aantal commissies moet een en ander in goede banen leiden. “Op grote schaal moest er politie overal uit het land en marechaussee worden klaargezet. Er moesten plannen worden gemaakt. Wat zijn de verdedigingslinies? Wat kan wel en wat kan niet? Dat werd in heel nauw overleg gedaan, waarbij de burgemeester, die het gezag heeft in dat soort situaties, de eerste verantwoordelijke is”, aldus Hans Wiegel, minister van Binnenlandse Zaken.
De belangrijkste vereisten die dag zijn: de kroningsplechtigheid mag niet verstoord worden, de veiligheid van de buitenlandse gasten moet worden gegarandeerd, de vrijmarkt moet doorgang vinden en zoveel mogelijk mensen moeten- direct of indirect- getuige kunnen zijn van de inhuldigingsplechtigheid. En er mag niet geschoten worden, alleen in uiterste nood.
Helmen en stokken
Ondertussen zitten ze bij de kraakbeweging ook niet stil. Tijdens het landelijk kraakoverleg wordt afgesproken op 30 april zoveel mogelijk te gaan kraken. Kraker Theo van der Giessen: “De message was: stop die prestigeprojecten, stop de verspilling en denk eens aan de meest essentiële noden van de bevolking.” Om 2 uur wordt een demonstratie gepland vanaf de Dokwerker. “Er stond op dat affiche: Helmen en stokken meenemen. Een duidelijk signaal voor wat we gaan doen daar. We gaan de zaak tegenhouden, doordringen naar de Dam en in ieder geval- Geen Woning Geen Kroning- ook proberen waar te maken". Het affiche is ondertekend door De Autonomen.
Aanslag Prins Charles
‘Elk staatshoofd brengt zijn eigen vijanden mee’ vermeldt Polak in zijn memoires. Teun Platenkamp werkt bij de Amsterdamse recherche. Hij heeft de weken voorafgaand aan de Kroning allerlei informatie nagetrokken die binnenkwam via de politie en de Inlichtingendiensten. “We kregen inlichtingen als: ‘Die is onderweg naar Amsterdam, die is in Amsterdam’… De krakers waren heel zichtbaar. Maar wij moesten ook de IRA natrekken en de Rode Brigades. Je bent bezorgd totdat je het gereduceerd hebt tot nul. We hielden rekening met een mogelijke aanslag op Prins Charles.”
Checken en beveiligen
Ook een recherchetaak is het checken en beveiligen van de route. Albert Steen is verantwoordelijk. "Welke mensen komen er? Wat zou daar kunnen gebeuren? In de Nieuwe Kerk moet je de zaak bevriezen: rondom beveiligen en bevroren houden tot het moment daar is van de kroningsplechtigheid. Dat zijn dingen waar je rechtstreeks op anticipeert. Wat zou daar kunnen gebeuren? Wat zou er vanuit het publiek kunnen plaatsvinden? Wat zou er tijdens de route kunnen gebeuren? Dan de hotels waar de gasten verbleven. Wie werkte daar, wie woont daar in de buurt? Dat zijn allemaal dingen waar je naar gaat kijken."
Mooi weer om te kraken
Op 30 april 1980 is het prachtig weer. De zon schijnt en er is weinig wind. De Vara en Radio Stad verzorgen gezamenlijk vanuit café Schiller het "kronings-programma" voor de landelijke radiozender Hilversum 2 een programma die dag. Hanneke Groenteman geeft de aftrap: "Het is fantastisch weer hier in Amsterdam. Weer om te kraken, weer om te demonstreren, ik vind het rottig weer om te kronen." Dit programma gaat de Vara nog veel leden kosten, blijkt de dagen erna.
Om 11 uur 's ochtends zijn de eerste tekenen van onrust merkbaar in Amsterdam-West. In de Kinkerstraat is een pand gekraakt en op het kruispunt ontstaat een krakersfeest. ME-peloton 35-91 wordt naar de Kinkerstraat gestuurd om een kijkje te nemen. Bataljonscommandant Leendert Dorst: "Ik werd daar erg bekogeld, vooral op die Kinkerbrug. Alle ruiten lagen eruit. De Kinkerstraat was erg, een orgie van geweld barstte los. Het was gewoon een puist die opengegaan was.” De gevechten in de Kinkerstraat blijken het begin van een lange dag.
Stoorzender
Wil van Ingen zit die dag in de meldkamer van de Staf Openbare Orde en moet de ME-pelotons op straat aanvoeren. Hij heeft veel last van een stoorzender die dag. "Soms had ik wel een uur lang geen contact met degenen die op straat bezig waren. Dat was natuurlijk verschrikkelijk lastig, want zij waren deels afhankelijk van de informatie die ik ze kon verstrekken. En ik was zeer afhankelijk van hetgeen zij waarnamen en de gegevens die ze aan mij doorgaven." Van Ingen wil de zender- die vermoedelijk in de Groote Keijser opgesteld is- best uit de lucht halen en vraagt toestemming aan het beleidscentrum. “Maar men achtte het risico toch te groot en men wilde het niet hebben, dus die stoorzender moesten we blijven gedogen.”
De slag om de Blauwbrug
Om 2 uur is er voor de geplande demonstratie van ‘De Autonomen’ een grote mensenmassa verzameld bij de Dokwerker vlakbij het Waterlooplein. Kraker Theo van der Giessen: “We hebben van tevoren een groep georganiseerd die met helmen en stokken en de hele mikmak zouden komen. Dat deden krakers sowieso al, met het kraken van panden. Dus alles was van tevoren goed georganiseerd.” De groep demonstranten begint zich richting de Blauwbrug te bewegen. Bataljonscommandant Dorst is ter plaatse: “Ik dacht, ik moet dat stoppen want straks gaat die hele meute naar de Dam en dan zijn de rapen gaar.” Hij gaat in gesprek met één van de demonstranten, maar achter hem wordt een charge ingezet. Het ontaardt in een veldslag. Het regent stenen. Op het Waterlooplein ligt allerlei bouwmateriaal voorhanden voor het nieuwe stadhuis en daar wordt door de demonstranten gretig gebruik van gemaakt. ME’ers te paard voeren charges uit op het plein, een ruiter valt. Dorst ziet al dat ze het niet gaan houden. De ME trekt zich na drie kwartier terug. De demonstranten trekken via Rokin en Damstraat richting Dam.
Ondertussen in de kerk
Om 3 uur staat de inhuldigingsplechtigheid op het programma. In de Damstraat verzamelen zich steeds meer demonstranten. Om half 3 komt de ME aanscheuren en maakt een aantal linies bij de toegang tot de Dam, de Nes en op de Oudezijds Achterburgwal. Gerrit Jan Wolffensperger is wethouder en zit op dat moment met het gehele gemeentebestuur in de Nieuwe Kerk. Geleidelijk aan horen de gasten in de kerk de sirenes, helikopters en het lawaai dichterbij komen. “Angstaanjagend” noemt hij het nu. In de rij waar Wolffensperger zit heeft iemand een oortje bij zich waarmee naar de politieradio geluisterd wordt. “Ja, je zit daar niet lekker rustig als wethouder.”
Gestenigd
Zowel op het Rokin als in de Damstraat woedt een hevige strijd tussen demonstranten en ME. Op het Rokin rijdt een motoragent pardoes de menigte in, gaat onderuit en wordt vervolgens gestenigd. Zijn motor vliegt in brand, terwijl zijn dienstpistool nog in de tassen zit. De Bratra (Brand-en traangasgroep) vuurt inmiddels een mengsel van traan– en braakgas af. Het hele Rokin staat blauw van de rook. Ondertussen gaan in de Oude Hoogstraat de auto’s in de fik. De daar geparkeerde ME-wagens zijn gehavend, ingedeukt, voorruiten eruit, banden lek. De gevechten lijken maar niet te luwen.
Stukgegooid
Rob van der Veen zit bij het parate peloton. Zij zijn het beste toegerust voor deze dag: bodyprotectors, armbeschermers, keelbeschermers, helmen, legguards voor de benen en een toque. Eerst staat Van der Veen’s peloton een tijdlang op de Nieuwezijds Voorburgwal. “Wat wij wel heel erg vonden, was dat wij daar maar stonden te wachten en te wachten op de dingen die komen gingen, terwijl op sommige plekken al gewoon complete oorlog in de stad was.” Uiteindelijk wordt zijn peloton ingezet in de Damstraat. Daar zijn al diverse pelotons stukgegooid.
Ze vormen linies en gaan telkens bij een charge een meter of 15 naar voren om de stenengooiers terug te dringen en dan weer naar achteren. Maar dan gaat het mis. “Het was net of iemand met een moker bovenop mijn hoofd sloeg en ik zakte in één keer dwars door mijn knieën heen.” Het bloed gutst over zijn gezicht en tegelijkertijd wordt hij onder de stenen bedolven. Een brigadier sleept hem naar de gevel en dekt hem af met zijn schild.
Epiloog
Van der Veen wordt per ambulance afgevoerd, en ook die wordt fanatiek bekogeld. In totaal raken aan politiezijde 106 mensen gewond. Aan de kant van de demonstranten zijn er ongeveer 163 mensen behandeld in het ziekenhuis. De directe schade door de rellen bedraagt 7,5 miljoen gulden.
De plechtigheden op de Dam zijn niet verstoord die dag. Theo van der Giessen: “Je moet je voorstellen wat voor zooitje het was geweest als er een stelletje van De Autonomen de kerk binnen zou gekomen zijn. Er had niks meer van die kroning overgebleven. Kun je het je voorstellen?”
Dorst: “Dat moest voorkomen worden. En dat is, ik zou haast willen zeggen met veel bloed zweet en tranen, gelukt. Het was wel kantje boord, maar het is gelukt. En daar stonden we voor.”
Van der Giessen kijkt ook met tevredenheid terug op deze dag: “ We hebben gezegd: Als er geen rekening wordt gehouden met hetgeen dat nodig is, als er niet geluisterd wordt naar noodroepen hoe erg het met de woningnood gesteld is, dan krijg je dit soort zaken. En dat was een succes.”
Regie en samenstelling: Erik Willems
Tekst en research: Hannah Dogger, Carolien Brugsma
Uitzending: 21 apr 2013, 21.05 uur, Nederland 2.
Beeldmateriaal
Voor deze uitzending is gebruik gemaakt van beelden en reportages uit Tros Aktua, Achter Het Nieuws, NOS Journaal en de RVD. Deze programma’s zijn te vinden bij Beeld & Geluid. Verder is gebruik gemaakt van de documentaire 30 april doe ik wat ik wil van Dwarsfilm. Ook kwamen door een oproep van Andere Tijden niet eerder vertoonde amateurbeelden aan het licht.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: