Geen binding, maar wel verbondenheid
We lijken op een regering af te stevenen van VVD en CDA, met gedoogsteun van de PVV om in de Tweede Kamer aan een meerderheid van 76 zetels te komen. Maar, er zijn twee leden binnen de CDA-fractie die niet gelukkig zijn met de samenwerking met de PVV. Dat heeft het CDA eerder meegemaakt. Terug naar 1977, naar het kabinet Van Agt-Wiegel, toen op een gegeven moment maarliefst tien leden van de fractie dissident waren. Ze zaten wel in de fractie, maar waren loyaal aan hun eigen principes, niet aan de fractie of de partij.
"Ik heb meegemaakt dat er op de grond werd gespuugd als een dissident aan het woord was!," vertelt oud-dissident Kamerlid Sytze Faber. De loyalisten hebben zich tegen de formatie van een kabinet met de VVD uitgesproken. Ze hebben zich niet aan het regeerakkoord verbonden, maar stellen zich loyaal op jegens de regering. Toenmalig premier Dries van Agt herinnert zich de formulering die fractievoorzitter Willem Aantjes, een van de loyalisten, ervoor had. “Aantjes zei: 'Ik ga met dit kabinet geen binding aan, maar verklaar wel verbondenheid'," vertelt Van Agt tijdens het jaarlijkse uitje van zijn kabinet in het Zeeuwse Middelburg. "Een mooie vondst," noemt loyalist Hans de Boer het. "Maar we hadden het niet moeten doen."
Problemen maken
Het is 1977, het kabinet Den Uyl is vlak voor het einde van de rit gestruikeld, maar de PvdA heeft de verkiezingen gewonnen met 53 zetels. Het CDA heeft er vier minder. Een lange en vooral slepende formatie volgt. Bij het CDA zorgt de opstelling van de PvdA voor ongenoegen. "De PvdA liep volkomen naast de schoenen," stelt Faber. CDA-onderhandelaar Van Agt dreigt de PvdA dat hij het met Hans Wiegel van de VVD gaat proberen als de socialisten niet inbinden. Probeer het maar, reageert de PvdA laconiek. Wat volgt is het fameuze etentje bij Le Bistroquet in Den Haag, waar de partijleiders van CDA en VVD elkaar vrijwel meteen vinden. Een regering van CDA en VVD dan maar? "Er was geen alternatief," meent Hans Gualthérie van Weezel, die toen op de rechterflank binnen het CDA zat. "Als dit was mislukt, had het CDA met hangende pootjes weer bij de PvdA moeten aankloppen."
Het snelle akkoord met de VVD leidt binnen de fractie van het CDA tot fronsen. Hoe kan het 180 dagen duren met de PvdA en in één avond rond zijn met de VVD? Heeft het CDA te makkelijk toegehapt? Op archiefbeeld uit de actualiteitenrubrieken noemt fractievoorzitter Willem Aantjes een kabinet CDA-VVD ‘afschuwelijk’. Hij is een van de loyalisten. Als Van Agt in de fractie terugkomt met het akkoord dat hij met Wiegel heeft gesloten, willen de loyalisten meer dan honderd wijzigingen. "Obstructief," zegt Van Agt nu, "Aantjes zat gewoon problemen te maken." Wiegel vindt het geen probleem, hij gaat op zo’n tachtig punten akkoord. "Het ging ons erom dat het kabinet er kwam," zegt Wiegel. "Het zegt iets over de relativiteit van een regeerakkoord, want een half jaar later zijn de economische omstandigheden allemaal veranderd en doet het er niet meer toe." Net als Verhagen nu, stelt Van Agt in 1977 dat het akkoord voldoende CDA-punten bevat. "Van mijn akkoord was het waar, van dat van Verhagen moeten we het nog maar afwachten," legt de oud-premier de parallel naar nu.
Fusie van de christelijke partijen
Tegelijkertijd zit het CDA in een fusiebeweging. De katholieke KVP, de christelijk-historische CHU en de gereformeerde ARP willen één christelijke partij worden. Ze hebben gezamenlijk, onder de vlag van fusiepartij CDA aan de verkiezingen deelgenomen, maar zijn nog zelfstandige partijen. Met eigen vergaderingen, met eigen kieslijsten, met eigen achterbannen. Het bepaalt de bloedgroepen binnen het CDA. De KVP is de machtspartij van de drie, heeft sinds 1918 geregeerd, slechts onderbroken door het kabinet Colijn V dat twee dagen stand hield. De CHU en ARP hebben meer ervaring in de oppositie. De fractie van het CDA is in 1977 dan wel een eenheidsfractie, maar is niet van harte tot stand gekomen. Jarenlang is er vergaderd om zover te komen. En vooral de AR stribbelt tegen in de fusie en de top van de partij wil ook liever regeren met de PvdA.
De Boer is naast loyalist ook partijvoorzitter van de ARP. Hij schetst de posities van toen: de CHU conservatief, de KVP in het midden en de AR progressief. Niet verbazend dus dat op één na alle loyalisten uit de hoek van de AR kwamen. "We waren bang dat het te conservatief zou worden, dat het idee 'sta met en bij de mensen' zou verdwijnen," zegt Jan Nico Scholten die zou uitgroeien tot een van de bekendste loyalisten, daarover.
Tegenwerking van de loyalisten
Geen verbintenis met het kabinet, maar wel ermee verbonden. Zo voelen de loyalisten het. Ze zullen van elk voorstel van het kabinet beoordelen of het voldoet aan hun principes. Het kabinet heeft de steun van VVD en CDA, opgeteld 77 zetels. Maar wanneer de loyalisten tegen zijn, verliest het kabinet die meerderheid. Bij de formatie zijn er zes loyalisten, later groeit dat uit tot tien. Tussentijds moet Aantjes het veld ruimen wegens zijn vermeende oorlogsverleden. De katholieke Ruud Lubbers volgt hem op als fractievoorzitter.
Het resultaat van die drie partijen in één fractie is dat er eindeloos vergaderd wordt. De fractie moet met één standpunt naar buiten komen. Als fractievoorzitter Ruud Lubbers tijdens een vergadering het standpunt van de woordvoerder over een bepaald onderwerp wil overnemen als fractiestandpunt, steekt steevast één van de loyalisten zijn hand op, schetst KVP-Kamerlid Joost Van Iersel. Het AR-bestuur heeft er nog over vergaderd en zou graag het volgende naar voren willen brengen. "En dan kwam de hele riedel weer," zegt Van Iersel. Dan moet er weer gemasseerd en eindeloos vergaderd worden om ook de loyalisten mee te krijgen in het ene fractiestandpunt.
Het kabinet krijgt het met de loyalisten aan de stok over onderwerpen als kernenergie, kruisraketten, Zuid-Afrika en de hoogte van de bezuinigingen. Het kabinet wil snel ‘puinruimen’; de brokken opruimen die het kabinet Den Uyl heeft achtergelaten. Om het land weer gezond te krijgen heeft minister van Financiën Frans Andriessen bezuinigingsmaatregelen bedacht. Bestek ’81 krijgt echter te weinig steun en Andriessen stapt op. Hij vindt dat hij zo niet kan werken. Andriessen is er drie decennia later tijdens het kabinetsuitje laconiek onder. Niet de loyalisten deden hem aftreden, het was uiteindelijk vooral de fractieleider die de bezuinigingen niet wilde. "Lubbers zei: 'Andriessen, het is te vroeg. Er is geen draagvlak,'" lacht de oud-minister verontschuldigend. Tsja, dan gaat het zo.
Een melaatse, een paria
Hans Gualthérie van Weezel zucht als hij denkt aan de oneindige stroom moties die de dissidenten in de fractie produceerden. "Een punthoofd?! Ik werd er gek van!, " zegt hij in zijn pied à terre in Den Haag. Hij herinnert zich de moties van Scholten over Zuid-Afrika en kernwapens. Beide keren valt het kabinet bijna. "Ik denk dat ze dachten: we geven Scholten Zuid-Afrika en dan zijn we klaar, maar hij bleef maar doorgaan!" De motie van Scholten wil een olieboycot tegen Zuid-Afrika vanwege het apartheidsregime daar. Op Europees nivo, maar als dat niet lukt moet Nederland het in haar eentje doen. Die motie wordt aangenomen, maar de regering weigert hem uit te voeren. Oppositieleider Den Uyl dient een motie van wantrouwen in.
"De oppositie rook bloed," meent Wiegel. En de CDA-fractie was verdeeld. "Lubbers was de regie volstrekt kwijt," zegt Gualthérie van Weezel. In de fractiekamer van het CDA lopen de emoties hoog op, vooral tussen AR en CH. "Het is Maarten Schakel geweest die de fractie gered heeft," herinnert de CHU-er zich. Schakel prent de fractieleden in: als jullie nu tegenstemmen, is het gedaan met het CDA. Dan zal het CDA bij de volgende verkiezingen worden weggevaagd. Van de loyalisten schaart Faber zich als enige uiteindelijk bij de regering -net als de kleine christelijke partijen- waardoor de motie van wantrouwen met één stem verschil wordt verworpen.
Of er druk is uitgevoerd op Faber? Natuurlijk. De druk was heel groot. "Je bent een melaatse, een paria! Je hoort er niet meer bij," roept de Fries uit. Scholten heeft geen druk gevoeld. "Maar ik ben dan ook uit hardhout gesneden," glimlacht hij. De Boer vertelt hoe het werkt: "Je wordt aangesproken, ze gaan op je inpraten. Je zet de eenheid op het spel, daar gaat het om." En dan lopen de emoties hoog op. "Maar als we het kabinet onmogelijk hadden gemaakt, dan was de druk pas hoog geweest!" Faber vindt de druk die de loyalisten te verduren hebben gehad kinderspel met dat wat de beide dissidenten van nu te verwerken krijgen omdat die nu geen inhoudelijke maar principiële bezwaren hebben. "Nu zit je aan de grenzen van wat ethisch nog mag en kan," analyseert hij.
Dissidentisme een zonde?
Oud-premier Van Agt denkt dat de loyalisten in zijn tijd gedecideerder waren, maar erkent dat dat nog moet blijken. "Als er überhaupt nog loyalisten overblijven. Na het vertrek van Ab Klink weet ik niet wat de andere twee zullen doen. Maar van ‘onze’ loyalisten hebben wij in ieder geval knap veel last gehad!"
Gualthérie van Weezel vindt dissidentisme nog altijd een ongewenste situatie. Als Kamerlid heb je het recht niet in te stemmen met een regeerakkoord. Maar zodra de partij dat akkoord goedkeurt, schik je je daarin of je stelt je zetel ter beschikking, zo meent hij. "Door het toelaten van dissidenten, laat je jezelf gijzelen door een aantal lieden, dat op elk moment de hendel over kan halen." Ze gijzelen de fractie om deze als geheel naar links te bewegen, zich onderwijl op hun geweten beroepend alsof de rechterflank geen geweten had en ze zijn er nog voor beloond ook. Om ze uit de fractie te krijgen werden ze minister of staatssecretaris. Terwijl de echte loyalisten op de rechterflank zaten. "Die stemden altijd met de regering mee," merkt hij fijnzinnig op.
Terugkijkend vindt Hans de Boer dat hij geen loyalist had moeten worden. "Je doet mee, of je treedt uit," maar niet er tussenin. "Het is het recept voor een vleugellam kabinet," vindt hij nu. En inderdaad erkennen zowel Van Agt als Wiegel dat hun kabinet niet veel heeft kunnen bereiken, ondanks dat het wonderlijk genoeg de rit uitzat. Wel hebben ze met hun kabinet de geesten rijp kunnen maken voor de bezuinigingen die later zijn doorgevoerd. De tegenwerking bracht de heren juist dichter bij elkaar. Ze hebben bekeringswerk verricht, vinden ze. Het parlement, de journalistiek en de ganse natie doordrongen van de noodzaak van bezuinigingen.
Van Agt wijdt het falen in hoge mate aan de ‘knap lastige’ loyalisten en was bereid ‘heroïsch in de golven ten onder te gaan’ als het kabinet zou vallen. "Het was een situatie waarin wij ons bevonden, met net twee zetels meer. De bewegingsvrijheid en ruimte om te manoeuvreren was uiterst smal," aldus Van Agt. In die marge wist fractievoorzitter Lubbers het kabinet te behoeden voor een val, "maar op andere momenten was de fractievoorzitter niet zozeer een supporter als wij hadden gehoopt en ook had gemoeten. Ja, je moet ook wel op zijn minst een schaduw hebben van de mogelijkheid tot succes, mijn beste," glimlacht Van Agt.
Samenstelling: Reinier van den Hout
Research: Carolien Brugsma, Hasan Evrengun, Rob Bruins Slot
Tekst: Rob Bruins Slot
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: