Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
3 oktober 2009

De grootste familie van Nederland: de TROS

Tros logo
Bekijk Video
26 min

“De TROS is er voor U”. In die slogan ligt het bestaansrecht van de TROS besloten. Eindelijk een omroep die programma’s maakte die de mensen wilden zien of beluisteren. Zo begon de jonge omroep in 1964 aan een opmerkelijke opmars om tenslotte de meest populaire zendgemachtigde in Hilversum te worden.

Op het moment dat minister Plasterk een beslissing moet nemen over de toelating van nieuwe omroepen (Wakker Nederland en Powned) en over de toekomst van de bestaande omroepen, is het leerzaam terug te gaan naar de periode dat er voor het eerst een omroep bijkwam. Nota bene een omroep die nu zijn uitzendvergunning niet zeker is.

J.M. Landré
J.M. Landré

De start

Nederland kende vanaf het begin van de radio-uitzendingen in de jaren twintig van de vorige eeuw vijf omroepverenigingen: AVRO, VARA, KRO, NCRV en de VPRO. Het waren alle omroepen die een achterban (respectievelijk de liberalen, socialisten, katholieken, protestanten en vrijzinnig protestanten) bedienden met informatie, cultuur en beschaafd vermaak. Met niet zelden een educatieve of stichtelijke noot. En pas na veertig jaar kwam daar een aspirant omroep bij, die niet dacht aan educatie, informatie of cultuur. Alleen maar aan vermaak. Althans, dat is het populaire beeld. De TROS zou ideaalloos zijn.

Maar zo begon het niet. In 1964 werd de Televisie en Radio Omroepstichting (TROS) opgericht op het moment dat commerciële televisie, zoals TV Noordzee, vanaf een kunstmatig eiland (het REM-eiland) op de Noordzee, bij wet werd verboden. Bijna vier maanden lang had Nederland kunnen kijken naar voornamelijk comedy- en avonturenseries van Amerikaanse makelij. En velen deden dat ook. Dat was wat andere koek dan saaie ochtendwijdingen en bloedeloze commentaren op het wereldgebeuren. Nu was tv ineens gewoon leuk.

Na het verbod van TV Noordzee kwam een groepje rond mr. J.M. Landré – als adviseur betrokken bij het REM-eiland - tot het idee om het op het vaste land, maar dan in het Publieke bestel, nog eens te proberen. De krant De Telegraaf was zeer geïnteresseerd, schreef wervende commentaren, stelde mensen en ruimte ter beschikking en ging het omroepblad TROS Kompas uitgeven. Een nieuwe omroep was geboren. De boodschap van Landré dat de kijkers en luisteraars nu eindelijk eens aan bod moesten komen in Hilversum, sloeg aan. De leden stroomden toe en in 1966 kreeg de TROS de status van aspirant-omroep.

Mary Schuurman
Mary Schuurman

Eerste uitzending

De eerste televisie-uitzending was op 2 oktober 1966. Deze gedenkwaardige uitzending onthult de twee zielen die er in de inborst van de TROS schuilen: het willen vermaken én het willen onderrichten. De uitzending onder de titel 'Een beetje vieren’ is een ratjetoe aan onderwerpen en onderwerpjes: de omroepster Mary Schuurman wordt aan het publiek voorgesteld, een koor zingt het Hollandse lied “Ferme Jongens Stoere Knapen”, een optreden van het trio Louis van Dijk, een praatje van directeur Landré, een sketch van het komische duo De Mounties, een introductie van de programma’s over teken- en schilderles. Kortom, een mengeling van licht amusement met voorlichting en educatie. De ‘sandwich-formule’ zou dat later gaan heten.

Actualiteiten, deel 1

Ook op het gebied van informatieve programma’s ging de TROS flink van start. Eerst was er het programma “Kompas”. De jonge verslaggever Harmen Siezen interviewt in 1967 onroerendgoed-handelaar Maup Caransa over zijn plannen met het Rembrandtplein in Amsterdam. Siezen staat ook midden in de Maastunnel om met betrokkenen over de bouw en de verkeersveiligheid te praten. In dezelfde periode zendt de TROS “Moment” uit. Een wat lichter voorlichtend magazine. De kijker wordt gewezen op het gevaar van een schoorsteenbrand, ziet het nieuwste van het nieuwste voor de huisvrouw op de Voorjaarsbeurs.

De TROS heeft ook een vaste commentator, Sal Tas. Tas was correspondent van Het Parool in Parijs en mocht in een voorgekookt interview - met Mr. Landré als aangever - zijn mening over het tijdsgewricht geven. Zo ziet Tas in 1970 bij een bezoek aan het Stedelijk Museum in Amsterdam uitsluitend kunstvoorwerpen die “niet alleen gevoelloos, maar ook opzettelijk lelijk zijn.” Het is een prachtig toneelstuk van twee heren die elkaar goed aanvoelen en dezelfde mening delen.

Heintje
Heintje

Amusement

Cees den Daas kwam in 1968 bij de TROS als verslaggever actualiteit. Omdat hij het niet druk had, vroeg hij aan directeur Landré toestemming om een amusementsprogramma te maken. Het kindzangertje Heintje dat zo hartverscheurend over zijn moeder kon zingen, verdiende een mooi programma met liedjes en verhaaltjes over zijn veelbewogen leven. Landré zag er niet veel in, maar gaf Den Daas toch toestemming. Den Daas was zo slim om Heintje niet in Nederland te filmen, maar in Duitsland. Zo omzeilde hij de bepalingen van de - Nederlandse - arbeidsinspectie. In september 1969 werd de special “Heintje in Hamburg” uitgezonden. Een enorm succes, aldus Den Daas nu.

Een tweede, soortgelijk, programma was al gauw gemaakt: “Wilma Zingt”, over kindzangeresje Wilma Landkroon, bekend van de hit “Een klomp met een zeiltje”. Ook een programma dat hoge kijkcijfers haalde. En zo begon de TROS aan een reeks van programma’s waaraan de omroep zijn populariteit dankt: het Nederlands product, het levenslied, de schlager. Diskjockey Chiel Montagne werd aangetrokken om voor publiek artiesten aan te kondigen in “Op Losse Groeven”, later opgevolgd door “Op Volle Toeren”. Dit alles onder de bezielende leiding van Den Daas, die inmiddels Hoofd Amusement was geworden. Den Daas had slechts één doel: zo hoog mogelijke kijkcijfers. In ieder geval meer dan de andere omroepen. En meer leden.

Er viel bij de TROS ook veel te lachen en ook dat leverde hoge kijkcijfers en leden op. Begin jaren zeventig werd Den Daas benaderd door de NCRV met het verzoek of de TROS ene André van Duin wilde overnemen. Die Van Duin maakte grapjes die niet geschikt waren voor de achterban van de NCRV. Ze waren soms een beetje schuin. Den Daas hapte toe en de André van Duin Revue groeide uit tot één van de steunpilaren van het succes van de TROS.

Reactie

De gevestigde omroepen reageerden op verschillende wijze op het succes van de TROS. De TROS was een indringer en moest bestreden worden. Medewerkers van de TROS werden met de nek aangekeken. En soms zelfs regelrecht gedwarsboomd. Tot in de omroepkantine aan toe. TROS-omroepster Mary Schuurman kreeg slechts met moeite de door haar gewenste appelsap.

Er werd ook neergekeken op de pulp-programma’s die de TROS uitzond. VARA-voorman Jan Nagel vond programma’s van de TROS als TV-privé - met Telegraaf-roddeljournalist Henk van der Meijden als een licht stuntelende presentator - een vorm van verloedering en vreesde de “vertrossing” bij de andere omroepen.

In De Volkskrant schreef tv-recensent Peter van Bueren een aanklacht: “De TROS is een gevaarlijke omroep, omdat achter een masker van heerlijkheid alle problemen die samen de werkelijkheid van alle dag vormen nadrukkelijk worden weggemoffeld. Alleen die problemen krijgen een accent die de bestaande angst voor het onbekende moeten vergroten om de angstigen die we allemaal een beetje of een heleboel zijn samen te drijven in de schijn van saamhorigheid. Hand in hand kameraden, ogen dicht voor de werkelijkheid, buiten gebeuren vreselijke dingen, laten we de gordijnen sluiten en gezellig de zorgen weglachen, in een schijnpositivistisch geluk.”

Niettemin, door het succes van de TROS zagen de andere omroepen zich genoodzaakt te veranderen. Er kwamen meer talkshows en talloze spelshows. Bij de VARA werd Willem Ruis de sterpresentator, de AVRO had Mies Bouwman en Jos Brink en Hennie Huisman vierde triomfen bij de KRO.

Teuntje de Klerk, in De vlieg
Teuntje de Klerk, in De vlieg

Drama

Was er dan alleen maar simpel amusement bij de TROS? Was er niets anders dan dat ene doel: de kijker behagen die na een dag van hard werken ‘s avonds ook wel eens een keertje met de benen op de salontafel onderuit voor de buis wil hangen en niet meer wil nadenken?

Nee, er waren ook parels en pareltjes van knap televisie maken. In genoemd programma Kompas zit een itempje over een schavotje dat van gemeentewege is geplaatst in het Vondelpark in Amsterdam. Een speakerscorner, aldus alweer Harmen Siezen in het commentaar. We zien het stukje verhoogde vloer eenzaam liggen aan de rand van een pad in het park. Het shot blijft twee volle minuten staan. Maar er komt niemand om zijn hart te luchten. Een puur VPRO-item.

Eind jaren zeventig zendt de TROS een dramaserie uit van regisseur Jan Keja. Hij verfilmde verhalen van Guy de Maupassant. Dat deed hij met veel smaak, zeer zorgvuldig en met grote precisie. De montage duurde lang, soms heel erg lang, en de serie was duur, heel duur. Maar het mocht allemaal van directeur Landré. En zijn omroep werd beloond: Jan Keja kreeg de hoogste internationale televisieprijs: de Emmy Award. Ook dat kon bij de TROS.

Wibo van de Linde
Wibo van de Linde

Actualiteit, deel 2

De TROS was inmiddels in 1974 A-omroep geworden en minstens net zo groot, zo niet groter dan de andere A-omroepen AVRO, VARA, KRO en NCRV. De Omroepwet schreef voor dat een deel van de zendtijd aan informatie moest worden besteed. Er diende kortom een gedegen actualiteitenrubriek te komen. Moment en Kompas bestonden allang niet meer. Directeur Landré trok een man aan die al jong een reputatie had opgebouwd bij het Amerikaanse persbureau UPI, daarna bij het Journaal en bij de actualiteitenrubriek AVRO Televizier: Wibo van de Linde.

Van de Linde formeerde een redactie en bedacht een formule. Onder de naam TROS Aktua begon in datzelfde jaar 1974 een snelle actualiteitenrubriek. Terwijl de tune klinkt gaan de presentatoren van dienst zitten, overleggen nog even een laatste detail en dan neemt Wibo het woord en begroet de kijker. Op de achtergrond is een hardwerkende redactie zichtbaar. Dat was andere koek dan de bedeesde presentatie van de andere omroepen: Achter het Nieuws, Televizier Magazine, Brandpunt en Hier en Nu. Vanaf het begin werd Aktua goed bekeken. Al snel kreeg de rubriek meer dan 2 miljoen kijkers. Dat kwam door de vlotte presentatie, de afwisseling van onderwerpen (zwaar naast licht) en de keuze voor zaken dicht bij huis (drugs, criminaliteit). De items waren direct en niet afstandelijk. Geen saaie deskundigen aan het woord, maar gewoon een drugsgebruiker wat vragen terwijl hij de naald in zijn arm steekt.

Af en toe was het tijd voor stevig commentaar. Wibo van de Linde kijkt dan extra streng in de camera als hij na krakersrellen in Amsterdam met instemming de woorden van oud-burgemeeester Van Hall aanhaalt, die de provo’s al “schorriemorrie”noemde.

En ook nu was de kritiek niet mals. Wim Wennekes ontrafelde in Vrij Nederland in 1975 een aantal uitzendingen van Aktua: “Het recept is: een snufje dier in nood; een scheut communistische dreiging. Wat Hollands glorie; twee volle lepels Chinees aroma; klop-klop-klop, nog even de zweep erover en het geheel afmaken met kanker, blanke slavinnen, duiveluitdrijvers, vervuild zwemwater en een brokje bekende-Nederlander-op-vakantie.”

Aktua krijgt ook een reputatie door de grote hardnekkigheid waarmee ze de zaak van de van oorlogsmisdaden verdachte Pieter Menten behandelt. De Zaak Menten wordt een wekelijks feuilleton en wordt achteraf gezien als een staaltje degelijk journalistiek speurwerk.

Vader Abraham bij de TROS
Vader Abraham bij de TROS

De TROS nu

De TROS is een trendsetter gebleken. De andere omroepen hebben zich aangepast. De Zangeres zonder Naam kwam zingen voor de VARA microfoon, de actualiteitenrubrieken reisden minder vaak naar Vietnam en Nicaragua en trokken meer de buurten en wijken van Nederland in. Zo bezien heeft de TROS de andere omroepen zodanig beïnvloed dat hij zichzelf overbodig heeft gemaakt.

En is die vertrossing er gekomen dankzij de TROS of was die er sowieso gekomen? In 1979 schreef Jan Blokker in De Volkskrant: “Wat tegenwoordig vertrossing heet is in oorsprong een ander woord voor niet-geloven (…) de afbraak van het omroeppatriarchaat, de vervoozing, de genadeloze concurrentiestrijd van de diverse kerkbeurtenbladen, de ijzingwekkende vercommercialisering van wat ooit met een onschuldig theelepeltje en een christelijke scheurkalender begon – dat zat er allemaal al in toen de ware mediumpionier Idzerda in 1919 programma’s ging uitzenden met als exclusief doel zo veel mogelijk radiotoestellen uit eigen fabriek te slijten.”

Regie en Tekst: Godfried van Run
Research: Carolien Brugsma

Geïnterviewden Bronnen
  • Jan Keja, voormalig hoofd drama TROS
    Jan Keja

    Voormalig hoofd drama TROS

  • Jan Nagel, voormalig hoofd informatieve programma’s VARA
    Jan Nagel

    Voormalig hoofd informatieve programma’s VARA

  • Ed van Kan, voormalig verslaggever TROS AKTUA
    Ed van Kan

    Voormalig verslaggever TROS AKTUA

  • Mary Schuurman, eerste omroepster TROS
    Mary Schuurman

    Eerste omroepster TROS

  • Cees Den Daas, voormalig televisiedirecteur TROS
    Cees Den Daas

    Voormalig televisiedirecteur TROS

  • Joop Landré vertelt

    Joop Landré en Sietze Dolstra, Joop Landré vertelt, een ancedotische biografie (Cadier en Keer, 1994).

  • Omroep in Nederland

    H.Wijfjes, Omroep in Nederland. Vijfenzeventig jaar medium en maatschappij, 1919-1994, (Zwolle, 1994).

  • Televisie: Kritiek en acceptatie

    J.C.W. de Vries, Televisie: Kritiek en acceptatie. Reacties en gewenning tegenover vertrossing in de jaren zeventig, (Doctoraalscriptie Maatschappijgeschiedenis, Rotterdam 1997).

  • Televisie en vertrossing

    M. de Bruyn, Televisie en vertrossing (Amersfoort 1976).

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: