De stem van Nederland
Hele generaties zijn met hem opgegroeid, Philip Bloemendal (1918- 1999) meer dan 40 jaar de stem van het Polygoonjournaal. Hij haalde er het Guinness Book of Records mee. Een stem uit duizenden.
In het normale leven sprak hij minder gearticuleerd, maar bij het inspreken zette hij zijn typische ‘Polygoon’-stem op. Intonatie en taalgebruik werden ontelbare keren geparodieerd en door TNO ooit nog eens gebruikt bij de ontwikkeling van computergestuurde spraak. Maar Bloemendal was niet alleen de stem bij het journaal. Hij schreef zijn eigen teksten, monteerde de journaalitems en werd al heel snel eindredacteur van Polygoon Neerlands Nieuws.
Bloemendal was een joodse jongen uit de textiel die als een van de zeer weinigen uit zijn familie de oorlog overleefde en bij toeval commentator bij Radio Herrijzend Nederland was geworden. Zijn vrouw vond zijn stem zo mooi, dat ze Philip had aangeraden om daar te solliciteren. Na een paar maanden al maakte hij de overstap naar het bioscoopjournaal waar hij meer kon verdienen. Bloemendal was een perfectionist, die cameramannen soms de stuipen op het lijf joeg als ze niet met het gewenste filmmateriaal thuis waren gekomen.
Het probleem was, zo vertelt cameraman Jan van Meerten, dat Philip zelden meeging op reportage en daarom een beeld in zijn hoofd had dat niet klopte met wat de cameramensen ter plekke aantroffen. Kenmerkend voor Bloemendal is ook zijn humor. Twee rollen en een geintje, was de boodschap waarmee hij zijn mensen op pad stuurde. Ze moesten zuinig draaien maar er wel voor zorgen dat er wat te lachen viel, dus alert zijn op grappige situaties. Dan kon Philip in zijn commentaar wel voor een kwinkslag zorgen.
Gouden jaren
De jaren ’50 waren de hoogtijdagen van Polygoon, dat overigens al vanaf 1922 commerciële bioscoopjournaals maakte. Voor de overheid was het bioscoopjournaal na de oorlog een belangrijk middel om een groot deel van de bevolking te bereiken. Het volk moest een hernieuwd vertrouwen krijgen in de samenleving. Polygoon had tijdens de oorlog gewoon doorgewerkt onder Duitse supervisie en daarom kwam het bedrijf onder toezicht van een beheerscommissie. Deze controleerde aanvankelijk de onderwerpen die in het journaal aan bod kwamen. Nederland was druk bezig met de wederopbouw, televisie bestond nog niet en het publiek snakte naar filmbeelden.
Polygoon gaf ruim baan aan onderwerpen die raakten aan de nationale trots: een schip dat van de helling gleed, een sportverslag van Holland-België, de dichting van het Veerse Gat of een van de andere huzarenstukjes van de deltawerken. Wekelijks vonden tientallen filmkopieën hun weg van het Polygoon filmlab in Haarlem naar bioscopen in het hele land.
De journaaledities rouleerden: de eerste week draaiden ze in de bioscopen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. De week erop gingen ze naar de middelgrote steden en na vier tot vijf weken draaide het journaal in de kleine bioscopen in de regio. ‘Maar dat was dan toch nog nieuws voor de mensen die het nog niet gezien hadden’, zo merkte Bloemendal ooit droogjes op in een interview. Een gegarandeerd kassucces in die jaren waren de reportages van de voetbalwedstrijden Holland-België, die vaak als speciale Polygoon attractie al de volgende ochtend draaiden in de Cineac in de drie grote steden. De mensen stonden ervoor in de rij. Om zo’n wedstrijd als vloeiende samenvatting te kunnen laten zien, instrueerde Bloemendal één cameraman om uitsluitend grappige en kolderieke shots van het publiek te maken. Dat leverde hilarische beelden op die het ook bij de niet voetballiefhebbers altijd goed deden.
‘Al die gebaren, mensen die aah en ooh roepen, en ook neus peuteren en aan je oor krabben, dat monteerde hij tussen de beelden van de voetballers’, zegt zoon Robert Bloemendal. Het idee van de aansprekende close-ups inspireerde cineast Bert Haanstra voor zijn film Alleman.
Crisis en Holland promotie
Toen de televisie kwam en begin jaren ’60 de Nederlandse huiskamers veroverde, raakte Polygoon zijn hegemonie kwijt. Het NTS journaal, dat vanaf 1956 op de buis te zien was werd een geduchte concurrent en met het bioscoopbezoek ging het bergafwaarts. Grote bioscoopconcerns als Tuschinski en City in Amsterdam zagen geen brood meer in de journaals en beëindigden hun contract.
Het journaal dreigde uit alle zalen te verdwijnen, maar er ontstond grote publieke verontwaardiging over de dreigende teloorgang van dit filminstituut. De overheid sprong bij met een exploitatiesubsidie. In ruil hiervoor werd de RVD mede-eigenaar van het beeldrecht en kon de overheid kosteloos gebruik maken van het materiaal. Ook bleken de Polygoon reportages een prachtig exportproduct voor Holland promotie. De band met de overheid was vanaf het einde van de oorlog al een innige. Er was een redactieraad waarin ook de RVD zitting had. Hoe dat in de praktijk kon uitpakken bleek bij de promotiereis in 1961 van het vliegdekschip Karel Doorman naar Brazilië.
Als cameraman Huib de Ru in Rio denkt het shot van zijn leven te draaien wanneer het schip bij vertrek uit de haven van Rio de Janeiro een kraan ramt die met machinist en al op een grote loods valt, mag het shot niet gebruikt worden voor het journaal. Huib de Ru: ‘Maar ja het was een opdracht van Buitenlandse Zaken en er mocht niet worden gesproken over een hijskraan die werd omgegooid door de Karel Doorman. Ik heb dat shot nog heel lang gekoesterd in mijn kast waar mijn spullen lagen in Haarlem.’ Uiteindelijk is het 35mm rolletje film verloren gegaan.
Polygoon spant de kroon
De band met de Koninklijke familie is na de oorlog altijd innig geweest en het lijntje met Soestdijk kort. Bij Polygoon hadden ze goed in de gaten dat je met Oranje kon scoren. Er ging bijna geen week voorbij of er zat wel iets koninklijks in de journaal.
En bij zo’n koninklijke gebeurtenis zat Polygoon altijd op de eerste rij. Al snel gold de ongeschreven regel dat Polygoon niets liet zien dat mogelijk de koninklijke familie onwelgevallig was. Dus als er opnames gemaakt waren van een buitenlandse reis dan ging soms de cameraman met de rol film onder de arm naar Soestdijk om het filmpje voor te draaien aan Juliana en Bernhard om er zeker van te zijn dat het in orde was. Bovendien schonk Polygoon ook altijd een 35mm kleurenkopie aan Soestdijk. Cameraman Jan van Meerten: ‘En dat betekende ook dat wij iets meer konden dan vaak anderen bij de TV. Die zeiden ook: waarom kan hij overal filmen en wij niet?, Maar van anderen kreeg de familie nooit wat te zien.’
Cabaretier Wim Kan bedacht een variant voor de oude slogan: “Polygoon, spant de kroon, ook in toon”. Hij maakte ervan: “Polygoon, spant de kroon…voor zijn karretje”.
Vernieuwing
Het doek viel toen in de jaren ’80 de subsidie werd stopgezet en Polygoon met info-mercials de aandacht van het bioscooppubliek niet meer wist te trekken. Bovendien voelden bioscoopexploitanten er niets voor om nog langer te betalen voor een journaal dat uit een veredeld reclameblok bestond, terwijl ze voor de reguliere bioscoopreclame juist geld toe kregen.
Over het Polygoonjournaal hangt vandaag de dag een deken van oubolligheid. Grapjes die het goed deden in de jaren ’50 werden later als oudbakken ervaren.
Achteraf blijkt het Polygoonjournaal in veel opzichten juist heel modern te zijn geweest. Aandacht voor gewone mensen, aandacht voor de regio: Polygoon deed het al. De notie dat nieuws entertainment was en dat het luchtig gebracht moest worden om brede groepen aan te spreken, dat het om emotie ging en de onderbuik mocht raken, is in het huidige Hilversum langzamerhand gemeengoed geworden.
Ook in de manier van werken was Polygoon vernieuwend. Zo was er –om geld te besparen- de zelfregisserende cameraman, een uitvinding van Philip Bloemendal. Zorg dat een cameraman in zijn eentje precies weet hoe hij een verhaal moet vertellen, met een kop en een staart, dan hoeft er geen regisseur mee. Ervaren cameramensen als Jan van Meerten monteerden dan ook vaak zelf hun eigen journaal-item. Zo maakte Polygoon dus eigenlijk al gebruik van de 'camjo' (camera-journalist), nog lang voordat de journalistieke wereld met dit fenomeen kennis zou maken.
Research, regie en tekst: Erik Willems
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: