Computerdating
Een afspraakje via internet? Nog niet zo lang geleden werd je ietwat meewarig aangekeken wanneer je hier eerlijk voor uitkwam. Nu kijkt niemand er meer van op. Nederland kent ongeveer 2.5 miljoen alleenstaanden waarvan zo’n 1.5 miljoen wel eens gebruik maakt van een online datingservice.
Naast de sportvereniging, discotheek en studie, is het internet tegenwoordig een plek waar mensen hun partner tegen het lijf lopen. Bovendien helpt de computer je alvast een voorselectie maken.
Er zijn mensen die kunnen zeggen dat zij hun geliefde veertig jaar geleden al via de computer hebben ontmoet. In 1967 werd Operation Match in Nederland geïntroduceerd. Een computerafsprakensysteem, overgewaaid uit Amerika. Duizenden studenten en geïnteresseerden deden eraan mee, met wisselend resultaat. Operation Match past in deze tijd van beginnende ontzuiling en een lossere seksuele moraal. Toch werd dit ‘elektronisch balboekje’ eind jaren zestig niet door iedereen begrepen of gewaardeerd.
VS 1965: het begin
Het is zaterdagavond laat in de lente van 1965. Harvardstudenten Jeff Tarr en Vaughan Morrill zitten op de campus, zonder meisje. Niet een ideale situatie wanneer je jong bent, net verlost van ouderlijk toezicht, in het ‘make love not war’ tijdperk. Dus gebruiken ze de techniek van die tijd om in hun eerste levensbehoefte te voorzien, afspraakjes. De twee studenten ontwerpen een programma waarmee ze door middel van de onpartijdige steun van de computer aan de ‘het perfecte afspraakje’ kunnen komen. Ze willen ‘iets van de blindheid uit de blind date halen’. Tarr ontwikkelt samen met zijn vrienden een vragenlijst waarmee ze duizenden studenten aan elkaar kunnen koppelen, op basis van hun specifieke voorkeuren. Operation Match is geboren.
De gegevens worden als rechthoekige gaatjes verwerkt op zogenaamde ponskaarten. Een computer die een hele kamer in beslag neemt, de Avco 1790, gaat met de ponskaarten aan het werk om jongens en meiden aan een balpartner te koppelen. Tarr en Morril huren dit bakbeest een paar uur per week, om precies te zijn op zaterdagnacht van twee tot zes, want dat is het goedkoopst. Zes weken na het inleveren van de vragenlijsten, plus drie dollar verwerkingskosten, ligt het resultaat klaar. Een formuliertje met vier namen plus bijbehorende telefoonnummers.
Naarmate de publiciteit groter wordt, stijgt het aantal deelnemers. Jeff Tarr zelf houdt er zo’n honderd dates aan over, in het kader van productonderzoek maakte hij het ene naar het andere afspraakje. Eind 1968 besluiten ze het bedrijf te verkopen, dan hebben er al zo’n 700.000 deelnemers aan meegedaan. Veel geld houdt hij er niet aan over. Hij kan er zijn studie net mee betalen. Maar dat maakt hem niet uit: ‘We deden het voor de lol en niet voor het geld.’
Operation Match wordt in 1967 in Nederland geïntroduceerd door het echtpaar Schellenbach. Kees Schellenbach leest in een Brits tijdschrift een artikel over Operation Match en raakt geïnteresseerd. Ze besluiten hun werk als vertalers op een laag pitje te zetten en richten een NV op. Ook de Nederlandse variant is op studenten gericht. Een aantal van hen helpt met het verspreiden van de formulieren. De eerste ronde kan beginnen.
Invullen
Ieder jaar zijn er in Nederland twee of drie Operation Match rondes. Zodra de datum van een nieuwe ronde vaststaat gaan er stapels formulieren naar alle universiteitssteden. Tot het verspreidingsgebied behoren studentenflats, sociëteiten, mensa’s, geselecteerde koffiebars, Chinese restaurants en fietstassen. In opiniebladen en studentenkrantjes verschijnen advertenties.
Een vragenformulier bestaat uit zo’n 120 vragen. Die vragen zijn van uiteenlopende aard. Zo kan je invullen of je, 1. veel belangstelling, tot, 4. geen belangstelling, hebt voor zaken als uitgaan, literatuur, sporten, kamperen, autorijden en popmuziek. Verder moet je invullen of je ogen blauw, grijs of groen zijn, welk onderwijsniveau je hebt, hoeveel je drinkt, of je politieke kleur rechts, links, geen of D’66 is, en ga zo maar door. Bovendien moet je bij de meeste vragen ook aangeven wat je graag bij je toekomstige date ziet.
Er zijn ook vragen waarin je moet reageren op uiteenlopende situaties: ‘Een vriend van u vraagt of u er iets voor voelt een LSD-trip bij te wonen en er eventueel ook zelf aan deel te nemen . Hij verzekert u dat het spul van goede kwaliteit en bekende sterkte is; een min of meer deskundige zal aanwezig zijn. U: (1) stelt zijn ouders ervan in kennis (2) zegt niet geïnteresseerd te zijn en raadt hem aan niet zulke domme dingen te doen (3) belooft te komen, alleen maar om te kijken (4) zegt graag te zullen komen om ook eens uw geest te kunnen verruimen.’
Het voordeel van de wetenschappelijke werkwijze met behulp van de computer is, dat deze tot een objectieve en daarom misschien wel perfecte match kan leiden. Toch nodigt een dergelijke anonieme methode uit tot liegen. Velen doen zich iets mooier voor dan ze in werkelijkheid zijn. Zo vul je natuurlijk in dat leden van de andere sekse je bijzonder aantrekkelijk vinden, in plaats van gewoontjes.Verder is je financiële status hoog en niet matig, ben je ontzettend sportief, heel slank en bijzonder luchthartig. Met de leeftijd wordt ook gesjoemeld. Zo weet Renée Kiemenij haar gescheiden vader van 47 over te halen mee te doen, terwijl de uiterste leeftijdsgrens op 35 lag. De vrouw aan wie hij gekoppeld wordt, Mirjam Hommes, vermeldt op haar beurt niks over haar twee kinderen uit een eerder huwelijk, ‘daar werden op het formulier geen vragen over gesteld. En wanneer mijn date boven kwam om me op te halen deed ik net of ik de babysitter was.’ Lachend: ‘helaas bleven ze me maar mama noemen, hardnekkige types.’
De match
Zes weken na het opsturen van het formulier, is er bericht van Operation Match. De verwerkingstijd duurt zo lang, omdat alle formulieren eerst in Londen terechtkomen. Daar verwerken Engelse ponstypistes de gegevens op ponskaarten en vervolgens gaan de kaarten ook daar in de computer. Kees Schellenbach haalt ze enkele weken later weer op. De deelnemers krijgen vervolgens een papiertje door de brievenbus met de adressen van vier mogelijke dates waar je vervolgens contact mee op kan nemen. Bovendien sta je, wanneer je geluk hebt, zelf op nog een aantal andere lijstjes.
Langbenige, blauwogige, blonde dames en stoere, donkerharige mannen, zijn erg in trek, en komen dan ook op menig lijstje voor. Sommige mensen komen op geen enkel lijstje voor, de zogenoemde randgroepen. Die vallen bij niemand in de smaak en hebben pech. Vaak gaat het hier om mensen die in de laagste leeftijdscategorie vallen. Ook kandidaten met een kleurtje, waarvan er maar weinig meedoen, zijn niet erg gewild. Het echtpaar Schellenbach vindt het daarom van groot belang dat de groep zo homogeen mogelijk is, om randgroepen en onvermijdelijke teleurstellingen te vermijden.
Renée Kiemeneij woont eind jaren zestig in Rotterdam. Daar liggen in verschillende openbare gelegenheden Operation Match formulieren. ‘Het werd op een gegeven moment echt wel een beetje een hype.’ Hele groepen vrienden deden er aan mee, niet zozeer om een vaste relatie te vinden, maar veel meer voor de gezelligheid. Voor het avontuur. Kiemeneij heeft zo’n zes afspraakjes. ‘De variëteit van jongens en met name het vervoer waarmee ze op kwamen dagen, van fiets tot familiewagen tot sportwagen, was erg grappig.’ Niet iedere match is geslaagd. ‘Ik heb eens een hele avond met een jongen doorgebracht die net aan de kant was gezet door zijn vriendin en de hele avond over zijn ex doorzeurde. Over hoe mooi ze was en hoe lief. Toen heb ik maar gezegd dat hij hier misschien nog niet helemaal klaar voor was.’
Mirjam Hommes woont in 1967 in Amsterdam. ‘Meestal werd je uitgenodigd om te gaan eten. Ik heb met zeker vijf mannen gegeten. Op hun kosten natuurlijk, dat ging zo in die tijd. Maar je kreeg geen foto van tevoren, dus je had geen idee wie er voor de deur zou staan. En zo kon het gebeuren dat ik opendeed in een keurig mantelpakje terwijl er een student voor de deur stond. Of me juist hip aankleedde in een groen-wit gestreepte Mary Quant mini-jurk, groene flaphoed en groene oorbellen, en dat mijn match een bankier in keurig kostuum met stropdas bleek te zijn.’ Toch klikt het wel met deze bankier, sterker nog, een jaar later zijn ze getrouwd. Zonder Operation Match zouden ze elkaar nooit tegen het lijf zijn gelopen.
Het is voor jongeren eind jaren zestig zeker niet alleen maar vrijheid, seks, drugs en rock en roll. De maatschappij mag dan kalmpjes aan ontzuilen, de van huis uit katholieke Ellen van Ulden legt uit dat dit bij haar thuis, zoals bij vele anderen, nog niet was doorgedrongen. ‘Het was absoluut uitgesloten dat ik via Operation Match met iemand van een ander geloof thuis zou komen. Ik mocht als kind niet eens met mijn protestantse buurmeisjes spelen, terwijl dat de enige kinderen in de omgeving waren.’ En hoewel Mirjam Hommes liever wil samenwonen met haar bankier, moet er toch getrouwd worden. Met toestemming van haar ouders. Terwijl ze al negenentwintig is en bovendien moeder van twee kinderen.
Computer schaam u
‘Beste computer dat heb je donders mooi uitgerekend voor me. Maar in een ding heb je je vergist: de ‘date’ die je voor me hebt uitgezocht is mijn zusje. Nu wil ik niet aannemen dat je pervers bent. D’r zat misschien alleen een moertje los’ aldus een deelnemer van Operation Match. Na iedere ronde volgt er voor het echtpaar Schellenbach een keur aan brieven en telefoontjes van deelnemers die soms niet helemaal begrijpen hoe een computer eigenlijk werkt.
Allereerst snapt niet iedereen wat ponskaarten zijn. Sommige denken dat de organisatie zelf met breinaalden gaatjes in een kaartje zitten te prikken. Daarnaast heerst er het hardnekkige idee dat de computer kan denken. ‘Ik had vier blonde meisjes gevraagd en ik heb twee blonde en twee bruine gekregen. Is er iets misgegaan met de computer?’ Of ‘tot mijn grote verbazing ontving ik de namen, adressen en telefoonnummers van vier leden van het vrouwelijke geslacht, waartoe ik echter zelf ook behoor! Computer, schaam u.’ Iedere keer antwoordt Arlette Schellenbach dan weer dat de computer niet denkt en dat een verkeerde uitkomst het gevolg is van foutief invullen. ‘Iedereen dacht dat de computer tovert, maar dat was niet zo, je krijgt eruit wat je erin stopt.’ Of hoe haar man het in zijn boek over Operation Match verwoord: ‘de computer maakt geen fouten. Als er typefouten in een brief staan geeft men ook de schrijfmachine niet de schuld.’
Dat verkeerd invullen begint al bij de cijfers. Een uitgezakte zeven wordt door de Engelse ponstypistes aangezien voor een 4, een rare acht voor een 2. En wat steevast bij ieder ronde gebeurt, is dat de eigen sekse onjuist wordt ingevuld. En dan krijg je misschien wel een vriendin voor het leven, maar zeker geen spannende date.
Er is ook een groep deelnemers die juist meedoet omdat het de computer is die de dates uit zoekt. Deelnemer Bart van Ulden vindt het koppelen met een computer intrigerend, vooral de techniek erachter vindt hij interessant. ‘Het kwam uit Amerika dus dat moest goed zijn’, aldus Van Ulden. En dat blijkt voor hem zeker het geval. Hij en zijn match Ellen trouwen nog geen jaar na hun eerste date en zijn ondertussen al veertig jaar samen.
Ook Renée Kiemeneij vindt het erg leuk en aantrekkelijk dat Operation Match via de computer gaat. Het onpersoonlijke spreekt haar aan, het feit dat een machine kale feiten bij elkaar brengt waarop je zelf geen invloed hebt. Dat is een heel avontuur!
Overheidsbemoeienis
Dat Operation Match zijn tijd ver vooruit was, blijkt wel uit de reacties die men krijgt uit de maatschappij. Operation Match is uitdrukkelijk bedoeld voor studerenden die een leuke avond willen met iemand van het andere geslacht, en niet als relatiebemiddeling of huwelijksvorming, maar dit begrijpt niet iedereen. Er verschijnen her en der artikelen waarin de suggestie wordt gewekt dat het computerafsprakensysteem bedoeld is om eenzamen aan een levenspartner te helpen. Een dergelijk bericht bezorgt het echtpaar Schellenbach extra werk, want zij moeten de tientallen alleenstaanden die hen schrijven teleurstellen. “Operation Match was bedoeld als een spel, een elektronisch balboekje, dat snapten die studenten wel. Maar de buitenwereld niet, die begonnen dan van ‘jullie moeten iets doen voor die eenzamen of voor die gehandicapten die alleen zijn, maar die láten zich niet koppelen!’ Dat er uit zo’n afspraakje toch wel eens een verloving of huwelijk voortvloeit vindt Schellenbach niet zo gek, ‘dat verschijnsel valt waar te nemen bij alle gelegenheden waar jongeren elkaar ontmoeten, zoals studentenverenigingen, toneelclubs, tennisbaan en discotheek. Mijn man sprak dan gekscherend van een bedrijfsongeval.’
Ook vanuit de overheid komt er aandacht voor het doen en laten van Operation Match. Eind jaren zestig schieten de relatiebemiddelingsbureaus als paddestoelen uit de grond. En daar zit natuurlijk wel eens een rotte appel bij. Door toedoen van een ambtenaar die zelf werd opgelicht door zo’n malafide instelling, wordt er vanuit de Gezinsraad, een Raad van Toezicht op Huwelijksbureau’s opgericht. In een boekwerkje brengt de Raad de ‘Dienstverlening voor Huwelijkscontacten’ in kaart.
Ook Operation Match wordt besproken. ‘Operation Match beoogt een uitbreiding van sociale contacten te bevorderen. De mogelijkheid dat deze tot een huwelijk zullen leiden, speelt hierbij geen dominante rol, al zal die bewust of onbewust wel niet geheel afwezig zijn. Men zou dit als een onschuldig spel voor jonge mensen kunnen beschouwen, ware het niet, dat er combinaties op basis van onjuiste gegevens tot stand gebracht kunnen worden, bijv. door onjuiste opgave van leeftijd en vermelding dat men ongehuwd is, terwijl dat wel het geval is. Naar wij vernamen geeft de werkzaamheid van “Operation Match” aanleiding tot klachten van de zijde van personen, belast met de zorg voor minderjarigen.’ Uit klachten blijkt dat er ook wel eens schoolgaande jeugd aan Operation Match meedoet. De raad besluit een advies uit te brengen waarin gewaarschuwd wordt voor de ‘malafide beweegredenen van sommige volwassenen.’
Uiteindelijk heeft Operation Match weinig last gehad van deze wat betuttelende, politieke bemoeienis. Maar de pret wordt, door de negatieve aandacht en bemoeienis van buitenaf, wel minder. Arlette en Kees Schellenbach hebben na vijf jaar Operation Match genoeg van hun computeravontuur. Het was een leuk tussendoortje, waar ze niks aan verdienden, louter quitte speelden. ‘Na vijf jaar en 20.000 deelnemers, was het gewoon genoeg. De kandidaten kregen elkaar na verloop van tijd een tweede of derde keer, het spel was wel zo ongeveer uitgespeeld.’
Met dank aan
Lennaert Kiemeneij
Joke Pronk en Jan Surtel beheren een deel van het archief van de voormalige Raad van Toezicht op Huwelijksbureau’s.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: