Alarmerend bericht in de kranten op 2 januari 2008: De schade door files was in 2007 meer dan een miljard euro. De filedruk, de lengte maal de duur van de files, is in 2007 met 10,6 procent gestegen ten opzichte van 2006. De file, die ellendige rij langzaam rijdende en stilstaande auto's, wordt alleen maar langer!
Minister van Verkeer & Waterstaat Camiel Eurlings belooft beterschap en ontvouwde onlangs zijn plannen. Hij wil het systeem van betalen per kilometer geleidelijk invoeren vanaf 2011. Daarbij verdwijnt (deels) de Autobelasting en de Motorrijtuigenbelasting. Zo betaalt de automobilist niet langer voor het bezit, maar voor het gebruik van de auto zo is het idee. Het is afwachten of het helpt. Ondertussen kijkt Andere Tijden naar de filebestrijdende maatregelen van weleer.
Ontwikkeling van het Rijkssnelwegennet
Ruim 2300 kilometer snelweg staat ons in Nederland ter beschikking om van A naar B te gaan. Dat is natuurlijk niet altijd zo geweest, ooit waren er geen rijkssnelwegen. Op de groote vergadering in 1925 wordt voor het eerst gesproken over het Rijksverkeersplan. Aanwezig zijn vertegenwoordigers van Verkeer en Waterstaat, de ANWB, burgemeesters, journalisten en andere belanghebbenden. Peter Staal, verenigingshistoricus van de ANWB vertelt: ‘Doel van de groote vergadering was om een landelijk snelwegennet aan te leggen naar voorbeeld van de Italiaanse autostrada. En te voorkomen dat elke provincie het op eigen houtje ging regelen met tolpoorten, want dat zou de doorstroming maar belemmeren. Dit was een moment waarop Nederland veel meer een eenheid werd, daarvoor was Nederland nog vrij achterlijk en verdeeld.’
In 1936 wordt in de Circulaire Ministerie van Waterstaat betreffende autosnelwegen een aantal belangrijke rijkswegen aangewezen als autosnelweg. De definitie van een autosnelweg word hierbij vastgelegd: een weg met gescheiden rijbanen, ongelijkvloerse kruisingen, vaste bruggen en weinig aansluitingen met andere typen wegen.
Jaren ’50 en ‘60: toename van het autobezit
Welbeschouwd zijn er al eeuwen files. In Amsterdam stonden in de vorige eeuw de paardenkarren en koetsen ook kop-aan-staart voor de parkeerterreinen buiten de stad aan het Leidsplein en het Weesperplein. De eerste keer dat het woord file voorkomt is in het boek Eline Vere van Couperus (1889):
‘Dirk, de koetsier, was een ogenblik genoodzaakt geweest even stil te blijven staan, maar nu kwam er opnieuw vlugger beweging in de file van equipages op de rijweg.’
Waren het in de tijd van Eline Vere nog rijtuigen die in de file stonden, in de jaren ’50 komen er meer en meer auto’s. Vervoer heeft in die tijd een positieve klank. Op een zonnige eerste Pinksterdag in 1955 ontstaat dan ook de eerste file bij Oudenrijn. De mensen uit de Randstad willen naar het bos, en de mensen uit het bos willen naar de stad. Halverwege komen ze elkaar tegen. Staal: ‘De files van toen waren voor het grootste deel recreatieve files. Het was modern om in de file te staan, dan hoorde je er bij! De file kwam uit de Verenigde Staten en daar kwamen per slot van rekening alle moderne dingen vandaan.’
In die tijd worden nieuwe wegen, viaducten en klaverbladen begeleidt met trompetgeschal geopend door de dienstdoende minister van Verkeer & Waterstaat. Weer een knelpunt opgelost! In talrijke Polygoonjournaals wordt hiervan verslag uitgebracht, vergezeld van commentaar van nieuwslezer Philip Bloemendal.
Vanaf de jaren ’60 verandert het gebruik van de auto en wordt de auto goedkoper. De economie bloeit en Nederland gaat massaal aan de auto. In 1964 wordt de miljoenste auto verkocht, veel meer dan waar de staat op had gerekend. Nederland suburbaniseert en gaat met de auto van huis naar het werk: de forens is geboren. De vrouw emancipeert en gaat meedoen met het woon-werkverkeer. Ouders brengen de kinderen met de auto naar school. Kwamen vroeger bakker, slager en groenteman aan huis, vanaf de jaren ’60 gaan mensen gaan in flats wonen. Ze doen zelf hun boodschappen. Sterker nog, de moderne huisvrouw heeft een boodschappenautootje! En zo komt Nederland meer en meer vast te staan.
Begin van de filebestrijding
Rob van Rees werkte vanaf de jaren '60 bij de Verkeerspolitie en zat bij de Porschegroep die zich bezighoudt met het toezicht op de weg. Ook was hij de eerste lezer van verkeersinformatie op de radio. Hij herinnert zich de eerste files in Nederland: 'In de jaren '60 had je altijd filevorming bij Oudenrijn. De file werd daar dan nog bestreden door de verkeerspolitie Utrecht. Gewoon met een fluitje blazen en het verkeer regelen. Dat was leuk werk want het waren altijd vrolijke mensen die een dagje uit gingen. Daar maakte je dan een babbeltje mee. Je had 's avonds wel zo'n brulboei van de uitlaatgassen. Voorbij Vianen hadden de boeren op de Rijksweg recht van overpad. Aan de ene kant hadden ze hun boerderij, aan de andere kant hun koeien. Ze gingen met de trekker oversteken. Moesten wij kijken of het goed ging.'
De Verkeerspolitie had voor Porsche gekozen omdat die heel goed kilometers achteruit kon rijden. Van Rees: 'Je stond rechtop in de wagen en maakte een armbeweging om de automobilisten te manen rustig te rijden. In het begin zwaaiden de mensen nog vrolijk terug en moesten vol in de remmen om niet op de file in te rijden.'
Op 22 maart 1978 was de eerste verkeersinformatieuitzending op de radio te horen. Van Rees gaf vanuit de toenmalige Algemene Verkeersdienst in Driebergen een beeld van de situatie op de weg. Dat gebeurde in het Avro-programma 'Auto in, Avro aan'.
In die tijd heeft het Ministerie van Verkeer & Waterstaat een hardnekkig imago van betonboer en asfaltgieter. Vanaf de jaren '70 wordt het echter lastig om wegen bij te bouwen. De milieubeweging komt in het verweer. Bovendien wordt vanwege de economische crisis de bouw van bepaalde wegen afgeblazen, zoals de A3. Wel wordt er volop verbreed, ondertunneld en overbrugd. Knelpunten worden opgelost maar er komen haast geen nieuwe wegen bij.
Filebestrijding jaren ’80 en ‘90
Het is duidelijk: het fileprobleem groeit. Het volk roept om maatregelen. En die komen er: talloze oplossingen voor het fileprobleem worden aangedragen door de opvallend vaak vrouwelijke ministers van Verkeer & Waterstaat: spitsvignetten, betaalstroken, stimuleren van het openbaar vervoer, spitstoeslagen, 80 km-borden, verhoging van de benzineaccijns, rekeningrijden en tolpoortjes. Tegen elke maatregel heeft de automobilist een gezond wantrouwen. De ANWB, De Telegraaf en de VVD zijn hun voornaamste spreekbuizen.
Neem bijvoorbeeld de carpoolstrook, een idee van Hanja Maij-Weggen, minister van Verkeer en Waterstaat van 1989 tot en met 1994. De carpoolstrook - waarmee in de Verenigde Staten succes werd behaald - is een rijstrook speciaal opengesteld voor personenauto’s met meerdere passagiers die samen carpoolen naar hun werk. In 1993 wordt op de A1 tussen Diemen en knooppunt Muiderberg de eerste carpoolstrook van Europa geopend. Een minimum van drie inzittenden per auto wordt gebruikt als grens voor het gebruik van de carpoolstrook. Op de dag van de opening rijdt oud-minister van Verkeer en Waterstaat Tjerk Westerterp in zijn eentje over de carpoolstrook om een proefproces uit te lokken. Dat lukt: de rechter bepaalt dat de verkeerswet het begrip ‘carpoolers’ niet kent en dat het gelijkheidsbeginsel is aangetast. De carpoolstrook moet vervolgens voor al het verkeer opengesteld worden.
Peter Staal: ‘De ANWB stond op zich positief tegenover de carpoolstrook. Het is op juridische gronden mislukt, maar ook vanwege het feit dat de automobilist een individualist is. Een deel van de motivatie om toch in de file te gaan staan is dat men in de auto zijn eigen muziekje kan luisteren, kan roken enzovoorts. Met carpoolen moet je daar natuurlijk allerlei afspraken over maken. En een auto is niet alleen een auto. Dan zouden we allemaal een zuinige, goedkope auto rijden. Het is een onderdeel van je persoonlijkheid, een verlengstuk van de huiskamer.’
Een andere maatregel tegen het fileprobleem zijn de tolpoorten van Tineke Netelenbos, minister van Verkeer & Waterstaat van 1998 tot en met 2002. Deze variant van rekeningrijden houdt in dat er rondom de vier grote steden tolpoortjes geplaatst zouden worden. Automobilisten die tijdens de ochtendspits een grote stad willen binnenrijden moeten een heffing betalen. Netelenbos erfde het rekeningrijden overigens van haar voorganger Jorritsma. Even lijkt het erop dat de minister het plan probleemloos door de Tweede Kamer kan loodsen. Maar dan begint een tegenoffensief. De critici worden aangevoerd door het bedrijfsleven, de ANWB (met hun sticker Stop Rekeningrijden), De Telegraaf en een deel van de VVD. Volgens hen zal het rekeningrijden niets veranderen aan de file, mensen die kunnen mijden immers de spits sowieso al. En er wordt geen alternatief geboden. Het is gewoon betaald in de file staan!
Pieter Hofsta was destijds Tweede Kamerlid voor de VVD. ‘Het was een VVD, PvdA, D66-kabinet, dus eigenlijk moest de VVD zich aan het regeerakkoord houden. Maar de tolpoorten lagen erg gevoelig bij ons. Op het laatste moment dienden Reitsma (CDA) en ik een motie in. De gemeente Utrecht lag dwars. Ons was ter ore gekomen dat Netelenbos gedreigd had dat als Utrecht niet zou meewerken aan de tolpoortjes dat dan de verbreding van de A12 of de A2 zou worden uitgesteld. Dat was je reinste chantage. Toen kwam heel hardwerkend Nederland zal ik maar zeggen in opstand. Hoewel onze motie niet werd aangenomen ging het plan voor de tolpoortjes toch niet door.’
Psychologie van de file
Er zijn steeds meer en langere files, maar toch kopen steeds meer mensen een auto. Waarom doen we dat toch, in de file staan? Erik Verhoef is hoogleraar ruimtelijke economie aan de VU: ‘Achter het fileprobleem zit een menselijk probleem. Als de doorstroming beter is, gaan de mensen die nu de auto minder gebruiken terug naar de spits. Nieuwe wegen hebben een aanzuigende werking, het voordeel verdampt meteen weer. Het is een wurggreep. Economen noemen dit the tragedy of the common. Als je als enige in een vol stadion gaat staan dan zie je alles beter, maar als iedereen gaat staan zie je weer minder goed. Mensen moeten hun gedrag aanpassen.’
Automobilisten vinden kennelijk zelf dat ze met een hele goede reden in de file staan. Sommige mensen zien zelfs voordelen van de file. In de file gaan ze de vrijheid tegemoet, de tijd tussen hun gezin thuis en de baas op het werk is even tijd voor zichzelf. De auto wordt een verlengstuk van de huiskamer. Het alternatief moet wel héél aantrekkelijk zijn. Van maatregelen voor beter openbaar vervoer denkt de automobilist: Dat is goed, voor de buurman. Maar zelf blijft men lekker autorijden. De filerijder accepteert inmiddels een bepaalde reistijd, zolang die reistijd maar betrouwbaar is. Met je mobiel kun je de tijd in de file nog nuttig besteden ook.
Anno nu wordt bijna alles met de auto gedaan, ondanks dat we vaststaan. En dat zal nog erger worden. Vanaf 2011 gaan we per gereden kilometer betalen als het aan dit kabinet ligt. In elk geval heeft de minister voor het huidige plan eerst draagvlak gecreëerd bij de autolobby. En nu maar hopen dat het werkt.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: