Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
27 september 2007

Stadionramp Moskou

Vak C AT 27 september 2007 Stadionramp Moskou
Bekijk Video
26 min

Bij de Europacup-wedstrijd Spartak Moskou - HFC Haarlem in het Loezjniki-stadion kwamen tientallen, zo niet enkele honderden supporters om het leven. Ze kwamen in de verdrukking toen ze na afloop van de wedstrijd het stadion probeerden te verlaten. De Sovjetautoriteiten deden er destijds alles aan om deze stadionramp te verzwijgen. In Andere Tijden na 25 jaar eindelijk duidelijkheid over wat zich werkelijk heeft afgespeeld op de trappen van Vak C.

Voor het eerst komen ooggetuigen en nabestaanden aan het woord. Pantjichin, de man die als enige schuldig is bevonden aan de ramp en daarvoor in een strafkamp heeft gezeten, verbreekt in deze aflevering na 25 jaar het stilzwijgen. Oud-KGB majoor Novostroejev en zijn vrouw verloren die avond in 1982 hun zoon. Zij verhalen over hun eindeloze pogingen om de waarheid boven tafel te krijgen. Voormalig Haarlem-aanvoerder Martin Haar en zijn toenmalige coach Hans van Doorneveld vertellen de Nederlandse kant van het verhaal. En Henk van Gelderen, toenmalig derde secretaris van de Nederlandse Ambassade, komt met een verrassend getuigenverslag.

Het Loezjniki-stadion tegenwoordig

Stadionramp Moskou

Inleiding

Op 18 April 1989, drie dagen na de stadionramp in het Hillsborough-stadion in Sheffield, publiceerde een Russische avondkrant onder de titel “Tragedies waarover we ons niet langer verbazen”, een lijst van recente drama’s bij voetbalwedstrijden in de Sovjet-Unie die veelal verzwegen waren: in Kiev, in Sokolniki (Moskou), in Kranojarsk en in Loezjniki (Moskou). De grootste voetbaltragedie uit dit rijtje zou zich op 20 oktober 1982 bij de wedstrijd Spartak Moskou – HFC Haarlem hebben afgespeeld. Een wedstrijd voor de UEFA-cup, gespeeld onder ijselijke omstandigheden, achter het ijzeren gordijn.

Een paar maanden later publiceerde de sportkrant Sovjetski Sport een opzienbarend artikel: bij de wedstrijd van Spartak tegen Haarlem zouden, op basis van eigen onderzoek en van schattingen van ooggetuigen niet 66, maar 340 mensen zijn omgekomen. Die bevindingen werden door de westerse pers overgenomen. Van de Frankfurter Algemeine tot The New York Times, over de hele wereld werd er bericht over één van die duistere Sovjetrampen waardoor het regime aan het wankelen was gebracht.

Maar daar bleef het bij. Nooit kwam er in de westerse pers een nabestaande aan het woord, nooit werd de precieze oorzaak van de ramp verder onderzocht. Het artikel in Sovjetski Sport was aanleiding om de geschiedenisboeken te herzien: de grootste voetbalramp uit de geschiedenis vond nu plaats op 20 oktober 1982; er vielen 340 slachtoffers, maar de gang van zaken bleef altijd met twijfel omgeven.

Michail Koezenkov

Haarlem gaat Europa in

De koninklijke HFC Haarlem kwam in 1982 uit in de UEFA Cup. Na in de eerste ronde AA Gent te hebben verslagen, moest de kleine club in de tweede ronde aantreden tegen een echte grootheid: Spartak Moskou.

Dik ingepakt met zwarte maillots en handschoenen betraden in Moskou de twee teams het veld. Vaantjes werden uitgewisseld, en met 16.643 mensen op de tribunes en enkele miljoenen sovjetburgers voor de buis trapte Haarlem af. De ploeg was van plan met gegroepeerd voetbal de 0-0 te behouden, maar al in de zestiende minuut belandde een vrije trap van Gess achter doelman Metgod. Tot de rust bleef de stand hetzelfde.

Ondanks de druk van Haarlem in de tweede helft, zag het er naar uit dat het 1-0 voor Spartak zou blijven. Spartak-supporter Michail Koezenkov: "Daarom gingen we ongeveer 3 minuten eerder weg. En om zo snel mogelijk thuis te komen, want dat wilden mijn ouders. Ik moest om 10 uur thuis zijn, ik was tenslotte pas 16. De militie vormde daar toen een cordon. En het duurde even om bij de metro te komen. Eerst konden we zo'n tien meter vrij lopen, daarna werd het steeds compacter. Je kon je armen en benen niet meer bewegen. En toen ik de hoek omging, wist ik niet meer waar ik was."

Tot het einde toe slaagde Haarlem erin de aanvallen van Spartak af te slaan. De offensieve acties van de Russen werden telkens op het juiste moment onderbroken. Totdat in blessuretijd Spartak nog een laatste corner kreeg waaruit een tweede goal viel. Spartak Moskou-HFC Haarlem eindstand: 2-0.

Trainer Hans van Doorneveld en aanvoerder Martin Haar van Haarlem

In de verdrukking

Na het tweede doelpunt zocht ook Aleksej Kosygin, toen 15 jaar oud en fanatiek Spartaksupporter, de uitgang op: “Mensen vielen naar beneden op het beton. En met hun lichamen duwden ze elkaar in dat gedrang. En van achteren duwde de menigte. Mensen boven konden niet zien wat er daar vooraan gebeurde. Ik was midden in dat gedrang. Mensen begonnen van alle kanten tegen me aan te drukken. En op dat moment voelde ik dat er iemand onder mij was. Ik kon niet anders dan op hem gaan staan. Daardoor waren mijn longen ietsje hoger, en zo kon ik naar lucht happen.”

“Voor mijn neus waren tralies,” vertelt Michail Koezenkov, “De uitgangen sluiten ze ’s nachts af met een harmonicahek. Ze waren open, maar niet helemaal. Sommige agenten gedroegen zich niet bepaald menselijk, laat ik het zo zeggen, die zeiden tegen ons: dit is jullie verdiende loon. Maar er waren ook agenten die veel fans hebben gered. Ik weet nog goed dat ze een man die vlak naast mij lag wisten weg te trekken. Toen begreep ik hoe en wat. Ze zeiden tegen ons: houd het nog even vol. We beginnen bovenaan. Ik zag dat ze lijken bij het standbeeld van Lenin neerlegden. Ik weet niet hoelang ik daar heb gelegen. Maar ik denk dat ik omstreeks tien uur of half elf in het ziekenhuis kwam. Het eerste wat ik wilde doen, was naar huis bellen, naar mijn ouders. Uiteraard liet niemand me bellen.”

Bij de autoriteiten was het al snel doorgedrongen dat er zich een ramp had voltrokken op de trappen van Vak C. De sector werd razendsnel afgezet en de buitenlandse gasten werden weggeleid uit het stadion, zo herinnert zich Martin Haar, de aanvoerder van Haarlem: “Wat ons verraste, is dat we zo snel na de wedstrijd weg moesten. We moeten eruit. Toen we in de bus zaten, ongelooflijk veel sirenes en ziekenauto’s en politieauto’s. Wij, teleurgesteld over de wedstrijd en erover napratend, keken af en toe naar buiten, niet wetend wat er gebeurd was, natuurlijk.”

Misja Novostroejev

Een gedegen onderzoek

De avond na de ramp in het Loezjniki verscheen een piepklein berichtje in de avondkrant van Moskou, waarin melding werd gemaakt van het niet nakomen van de orderegels voor het naar buiten gaan. Het had tot een ongeluk geleid waarbij slachtoffers waren gevallen. Een onderzoek werd ingesteld.

“Na zo’n vreselijke tragedie wil je de oorzaak en de waarheid weten,” zegt Nina Novostroejeva, die haar zoon Misja verloor. “Wie is er schuldig? Dat verdriet en die woede over het verlies van mijn kind. Ik kan de staat niet begrijpen, dat niemand mij kan vertellen wat er is gebeurd. Niemand kende de regels. Hoe begin je een rechtszaak, hoe werkt een onderzoeksrechter, wat is het OM? En dan ben je ook nog in een soort mist. We kregen allemaal kalmerende medicijnen.”

Ze liet haar vader overkomen uit Minsk. Hij was jurist en hielp haar en de andere nabestaanden met de procedures. Ze gingen op onderzoek uit. Of er een strafzaak was opgestart, wie de onderzoeksrechter was, welke stukken er waren.

Uiteindelijk kwamen ze erachter dat er een onderzoeksrechter was aangesteld, die een onderzoek hield volgens de richtlijnen van het Politburo. Dat resulteerde in tien dikke ordners met gegevens. Vervolgens werd er in een proces van twee dagen vastgesteld dat door het tweede doelpunt in de laatste minuut 30 tot 40 mensen terugliepen om te gaan kijken naar de herhaling op het grote videoscherm. Twee stromen toeschouwers zouden op elkaar zijn gebotst. Verder was er een meisje gevallen op de trappen, wat tot een opstopping had geleid. Dit alles resulteerde in een dodelijk gedrang waarbij 66 mensen waren omgekomen.

Volgens de onderzoeksrechter waren de stadiondirecteur en de stadioncommandant verantwoordelijk voor de ramp. Beiden werden veroordeeld, waarbij de stadiondirecteur zijn straf niet hoefde uit te zitten vanwege een eerder verkregen Leninorde. De hoofdcommandant van het complex, Pantsjichin, ging de gevangenis in omdat hij de kaartcontroleurs te vroeg naar huis zou hebben gestuurd. De militie trof geen enkele blaam.

Joeri Pantsjichin

Te smalle uitgang

De voormalige stadionmedewerker Pantsjichin heeft dus als enige de schuld van de ramp moeten dragen. Eén van de opgeroepen fans bij het proces tegen hem was Michail Koezenkov: “De rechtszaak was achter gesloten deuren. Daarna werd het ons en onze ouders verboden te vertellen wat er met ons was gebeurd en hoe. Mijn ouders waren bang voor de gevolgen, niemand wist wat die zouden zijn. Ze hebben iets ondertekend dat ze niet zouden vertellen wat er was gebeurd, dat ze bij de rechtszaak waren en waar hun zoon was geweest. En dat het allemaal de schuld was van de harde kern van Spartakfans.”

“Terwijl dat gedrang maar door één ding kwam: de lamlendigheid van de militie en de leiding van Loezjniki. Van de drie uitgangen die van de gang naar de trappen leiden, was er maar eentje open, de andere waren allemaal dicht. Als ze open waren geweest dan hadden de mensen niet zo geduwd en waren er nooit zoveel in die gang samengestroomd. Maar omdat zo’n massa makkelijker te regelen is als ze door één uitgang gaan...”

“De trappen waren glad, een vrouw voor mij viel. Ik weet zeker dat het niet zo was als ze later hebben verklaard, namelijk dat Spartak een doelpunt maakte en dat iedereen toen terugrende. Dat was fysiek onmogelijk. Want al drie minuten voor het einde van de wedstrijd – toen dat gedrang begon, dat is in het onderzoek vastgesteld – kon niemand rennen. We lagen daar al, onderop. Ik ben gevallen vóórdat dat doelpunt viel.”

Het echtpaar Novostroejev buigt zich over een zojuist geschetste tekening van de plek waar ze hun zoon hebben verloren. Hun versie is gebaseerd op jarenlang onderzoek en verschillende metingen. Nina wijst een uitgang aan: “Alleen deze was open. De doorgang was minder dan een meter.”

Joeri: ‘Moet je voorstellen, zestienduizend mensen, en allemaal hierheen. Wat mij verbaast, is dat alle getuigen zeggen dat de militie ze hierheen joeg. Naar die plek. Ze mochten nergens anders heen.’

Nina en Joeri Novostroejev

De militie verdacht

In de Sovjet Unie bepaalde het Politburo wat, hoe en wanneer er iets gebeurd was. De rest was geruchten. Officieel zijn er 66 doden gevallen. Was dit het totaal aantal doden in werkelijkheid? Het moeten er meer geweest zijn, al lijkt het aantal van 340 toch wat overdreven.

De grootste Europese stadionramp tot oktober 1982 was die in het Ibrox Stadion in Glasgow in 1971. Totaal aantal doden: 66. Wilde de bestuurlijke macht in de Sovjet Unie voorkomen dat de tragedie in het Loezjniki groter was dan die in het vervloekte Westen, in het Ibrox Stadion? De grootste voetbalramp kon onmogelijk in de communistische heilstaat plaatsvinden.

Binnen het repressieve Sovjet-systeem zochten de Spartaksupporters hun vertier. Ze waren ongecontroleerd, droegen zomaar roodwitte sjaals, zongen luid, applaudisseerden hartstochtelijk bij een goede passeerbeweging, en gingen soms over de schreef. Ze deden wat supporters over de hele wereld geacht worden te doen, behalve in de Sovjet-Unie. Daar joegen ze met hun gedrag de machthebbers schrik aan. Een nieuwe generatie legde een passie aan de dag die te veel aan vrijheid deed denken. Ze hadden het lef zich ongehoorzaam te gedragen. Dat was de militie niet gewend en het leek verdacht veel op verzet, het ondermijnde hun gezag. Er werd een westerse kwalificatie voor deze groep gevonden: hooligans, en de strijd werd aangegaan.

“En dan die angst van de autoriteiten,” zegt Nina Novostroejeva. “In die tijd werd zoiets, met zo veel doden, in de doofpot gestopt. Want we wilden de beste zijn in de wereld. Ze waren heel bang dat het in de hele wereld bekend zou worden. Zoiets zou nooit kunnen gebeuren in de Sovjet Unie. En opeens gebeurt het toch. Van daaruit is alles te verklaren. Het vervolgen, het afdekken. En ook de onwil tot op de dag van vandaag om vast te stellen wat er is gebeurd.”

Joeri Novostroejev is stellig: “De militie heeft zonder enige twijfel schuld. Die moest voor de veiligheid van de mensen zorgen. Zoveel doden, daar is iemand verantwoordelijk voor. En straks was het allemaal niet per ongeluk. Waarom was alles dicht? Iemand had die laatste deur dichtgetrokken. Wie heeft dat gedaan? Niemand weet het. Nee, er is iemand die het wél weet, maar bij het onderzoek en de rechtszaak werd dat niet gezegd. Er was gedoe met de militie. En de militie wilde wraak nemen.’

Vak C tegenwoordig

Niemand wilde doden

In 1990 verschijnt in een Moskouse krant een nieuw artikel over de ramp. Daarin wordt de ramp vanuit het oogpunt van de militie beschreven: “Tegen het einde van de wedstrijd zeiden agenten via de walkie talkie tegen elkaar: ‘We worden weer bekogeld. Nu gaan we ze pakken!’ Ze besloten de toeschouwers langs één trap en een nauwe doorgang weg te laten gaan en zo alle fanaten te vangen. Die waren makkelijk te herkennen aan hun roodwitte accessoires.”

De schrijvers van het artikel zijn helder in hun beschuldigingen naar de militie toe. Volgens de schrijvers is het echter niet zo dat de militie met opzet wilde doden. De kop boven hun artikel luidt dan ook: “Niemand wilde doden”, maar door het bewuste optreden van de militie vielen er tóch doden.

Er is nog een getuige die in al zijn onschuld de rol van de militie beschrijft: Henk van Gelderen, medewerker van de Nederlandse ambassade en aanwezig bij de wedstrijd. Hij zwaaide Haarlem een dag na de wedstrijd uit op het vliegveld, en maakte van de gelegenheid gebruik nog wat te spreken met journalisten en wat supporters die op die tribune hadden gezeten. “Het bleek inderdaad dat er een enorme vechtpartij had plaatsgevonden en dat als gevolg van alle oploop en drukte en duwen, een groot aantal politieagenten en Spartak supporters van de trappen is afgevallen.”

“Wat is er nu gebeurd: waarschijnlijk vanwege die onrust – dat is mijn eigen interpretatie – wilde de politie een hele smalle uitgang maar toestaan, om te proberen om er nog wat belhamels er uit te pakken misschien. En omdat die uitgang zo nauw was, is er een enorme oploop ontstaan in de ruimte boven aan de trap. En de druk werd op een gegeven moment zo groot, vertelde een Nederlandse supporter me die erbij had gestaan, dat die hele muur van politieagenten, samen met de supporters naar beneden is gedonderd.”

HFC Haarlem verloor twee weken later de terugwedstrijd thuis met 1-3. Spartak Moskou ging door naar de volgende ronde.

Credits
  • Tekst
    Tuur Verdonck
  • Research, Tekst en Regie
    Thomas Blom
  • Research en Regie
    Jan Pieter Tuinstra
  • Research
    Irina Anatsheva
Geïnterviewden
  • Michail Koezenkov
    Michail Koezenkov
  • Trainer Hans van Doorneveld en aanvoerder Martin Haar van Haarlem
    Hans van Doorneveld en Martin Haar
  • Nina en Joeri Novostroejev
    Nina en Joeri Novostroejev

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: