Een ernstige mededeling
Het is een bijzondere vergadering van het college van B&W op 14 februari 1975 in Amsterdam. Nadat de wethouders zich, zoals elke vrijdagochtend, klokslag 10.00 uur rond de vergadertafel hebben geschaard, komt burgemeester Samkalden met een belangrijke mededeling. Die nacht heeft de politie in de Bijlmermeer drie mannen gearresteerd. Ze waren in het bezit van explosieven waarmee ze een metrotreinstel op het proeftraject van de oostlijn hadden willen opblazen. Roel van Duijn, Politieke Partij Radicalen (PPR)-wethouder in het linkse program-college, heeft de gang van zaken in de vergadering op z’n netvlies staan: “Samkalden kwam te laat binnen vanuit zijn eigen vertrek met een buitengewoon ernstig gezicht en hij zei: ‘Ik ben verlaat, want er is iets vreselijks gebeurd. We hebben een bom gevonden bij de metrowerken in de Bijlmer en we moeten er iets tegen ondernemen...’ En Verheij zei onmiddellijk: ‘We moeten een verklaring uitgeven dat die mensen die die bom hebben gelegd samen werken met de actievoerders in de Nieuwmarktbuurt.’ Verheij had meteen een plan klaar, dus ze hadden dat waarschijnlijk al ’s nachts door de telefoon voorgestoofd. En Lammers zei: ‘Iedereen moet de verklaring onderschrijven en iedereen die dat niet doet, die lazert maar op’.”
Het driemanschap dat in feite de dienst uitmaakt in Amsterdam - wethouder Han Lammers (PvdA), loco-burgemeester Harry Verheij (CPN) en burgemeester Ivo Samkalden – is overtuigd. De verijdelde aanslag op de metro is volgens hen het voorlopige dieptepunt in een reeks van geweld en bedreigingen van actiegroepen die de bouw van de metro proberen te traineren. Daarom moet B&W de anti-democratische methodes van dit soort groepen in een persbericht scherp veroordelen. Wethouder Cees de Cloe (PvdA) licht de redenering van het college toe: “De aanslag kwam hard aan uiteraard. Het paste in de escalatie van geweld en dreigingen die toen aan de orde van de dag waren. Maar zoiets ernstigs hadden we nog niet meegemaakt...In de discussie die we hadden, ook met Samkalden, zagen we de aanslag vrij snel in het kader van het verzet tegen de metro. Er waren bommen gevonden, kennelijk met de bedoeling om de aanleg van de metro te saboteren. Dus was het logisch om te veronderstellen dat het een actie tegen de bouw van de metro was.” Maar niet iedereen in het college volgt dezelfde logica. Er zijn twee wethouders die serieus twijfelen.
Ruzie in het college
Roel van Duijn wantrouwt de doortastendheid van zijn collega’s: “Ze waren gebeten, en op hun manier angstig en krampachtig en dat verborgen ze achter een ontzettend zelfverzekerd optreden.” Voor Van Duijn, die de brandhaarden van het verzet tegen de metro in de Nieuwmarktbuurt vrij goed kent en daar een deel van zijn achterban heeft, staat helemaal niet vast dat de daders uit die hoek komen. Op z’n minst, vindt hij, moet de politie eerst maar eens nader onderzoek doen voordat B&W met een verklaring naar buiten komt. Z’n weigering om mee te gaan met de rest van het college levert hevige ruzie op. Van Duijn: “Er was een vreselijke spanning, beschuldigingen vlogen over en weer...ik werd in hetzelfde verdachte hoekje gezet als de mensen van de Nieuwmarktbuurt. En op een gegeven moment stuift Verheij op en zegt: ‘Nu ga je er uit, of ik lazer je er uit, ik timmer je er uit!’ Eigenlijk was ik van plan om op dat moment naar de wc te gaan, maar ik ging weer zitten en zei: ‘Ik ben gekozen als wethouder en mijn standpunt is volkomen redelijk, dus denk maar niet dat ik opkras’.”
Ook Huib Riethof, wethouder van verkeer en vervoer voor de Pacifistisch Socialistische Partij (PSP), heeft connecties met de actievoerders en is niet onmiddellijk overtuigd van hun schuld. Maar hij durft minder openlijk dan Van Duijn te rebelleren. Tijdens een schorsing probeert hij stilletjes meer informatie over de daders los te krijgen van Samkalden maar de burgervader wimpelt hem af door te zeggen dat hij niks weet. Vervolgens doet Riethof een poging de concept-tekst af te zwakken: “Er was al een tekst klaar, die was volgens mij door Verhey en Lammers gemaakt. En toen heb ik gezegd: elke suggestie dat het is gedaan door de actievoerders, moet eruit. Want het is zeker dat die het niet zijn.” Eén alinea van de verklaring wordt volgens Riethof aangepast. Maar wat over blijft, is nog steeds een duidelijke beschuldiging aan het adres van de raddraaiers in de Nieuwmarkbuurt. Riethof tekent en daarmee blijft Van Duijn de enige dissident.
Enkele passages uit het perscommuniqué dat uiteindelijk het licht ziet: “Het college is ernstig bezorgd over de situatie die aan het groeien is en is verontwaardigd en verontrust over de strijdmethoden, die door bepaalde groepen worden gehanteerd en voorgestaan. Met name moet worden gewezen op het tegen het parlementaire stelsel van democratische besluitvorming gerichte karakter van het optreden van deze groepen....Illustratief zijn...Het hedenmorgen ontvangen bericht over een vermoedelijke gewelddadige aanslag...Het bijeenbrengen van buitenlandse groepen in de Nieuwmarkt...De sfeer van terreur waarvan tal van waarnemers in het Nieuwmarktgebied getuigen....”In de slotalinea wordt fijntjes de positie van Van Duijn duidelijk gemaakt: “Het college, met uitzondering van wethouder Van Duijn, meent dat de waakzaamheid hiertegen geboden is...”
Oorlog
De verijdelde bomaanslag komt in een klimaat van grote en kleine irritaties die op dat moment sowieso in Amsterdam worden uitgevochten. Alles concentreert zich rond de strijd over de metro. In 1968 al neemt de gemeenteraad het besluit om een metronet aan te leggen met vier lijnen dwars door de oude stad. Er zal veel afgebroken moeten worden maar dat past in de toenmalige plannen: grootschalige vernieuwing. Met de bouw van de eerste lijn, de oostlijn naar de Bijlmermeer, wordt in 1970 begonnen. Maar naarmate de consequenties van de bouw van deze lijn voor het centrum van de stad - sloop van een groot deel van de Nieuwmarktbuurt - zichtbaar worden, neemt het verzet hiertegen toe. Aanvankelijk komen de tegenstanders met een alternatief plan voor het tracé van de metro waarvoor nauwelijks huizen afgebroken hoeven worden. Maar wanneer gesprekken hierover met het gemeentebestuur stranden, neemt de grimmigheid toe. Gepokte en gemazelde actievoerders stromen naar de oude buurt en kraken de woningen die voor een deel al door de oorspronkelijke bewoners verlaten zijn. Het is duidelijk: zij zullen zich niet zonder slag of stoot uit de huizen laten zetten. Het gemeentebestuur staat begin 1975 voor het dilemma; wil de bouw van de metro voortgang maken dan zullen de huizen op korte termijn ontruimd moeten worden. Dat wordt oorlog, zo menen ze op het stadhuis. Dat wordt oorlog, nemen ook de actievoerders zich voor.
Samkalden, Verhey en Lammers tonen zich in de strijd rondom de metro onwrikbaar. “Omdat het regenten waren van de klassieke soort”, aldus Luud Schimmelpenninck van Wijkcentrum d’Oude Stadt in de Nieuwmarktbuurt. Maar dat is te simpel. De Amsterdamse CPN van wethouder Verhey is al jaren de felste voorstander van de metro; het zorgt voor werkgelegenheid en met het pleidooi voor (burgerlijke) kleinschaligheid heeft de partij, die traditioneel in grote lijnen denkt, weinig op. Ook Han Lammers is, voor zover valt na te gaan, een oprechte voorstander het metronet; de stad kan alleen meedoen in de vaart der volkeren door grootschalig ingrijpen in de infrastructuur. Beiden krijgen echter niet alleen te maken met verzet van buitenaf maar ook van binnenuit. Binnen de PvdA van Lammers groeit in de loop der jaren een spraakmakende minderheid die alsnog van de plannen af wil zien. En het linkse program-college van CPN, PvdA, PSP en PPR, dat in september 1974, het bestuur van de stad op zich neemt, heeft zich weliswaar formeel geconformeerd aan de taak het democratisch genomen metro-besluit uit te voeren maar overtuigend is die rol niet. Roel van Duijn legt zich als openlijk tegenstander van het voorgenomen metro-traject slechts morrend neer bij besluiten en Huib Riethof laveert lustig tussen de ‘hippies’ binnen de PSP en de ‘macho’s’ van B&W heen en weer.
“Ik denk dat er bij de burgemeester, bij een deel van de PvdA en bij de CPN, iets was van: dat anarchistische gedoe in Amsterdam moet maar eens afgelopen zijn”, aldus Huib Riethof. De bestuurders willen daadkracht tonen. Er is een sfeer in de stad van groot wantrouwen tegen de autoriteiten, dat was niet verminderd door het kabinet Den Uyl of het linkse programcollege. Voor het driemanschap ongetwijfeld een reden om juist het metro-besluit met extra kracht ter hand te nemen; zij zullen zich niet laten kisten! En een charlatan als Roel van Duijn, die door de PPR tot grote schrik van iedereen als wethouder naar voren is geschoven, zijn ze sowieso liever kwijt dan rijk. En dus biedt de verijdelde bomaanslag een unieke kans. Van Duijn: “De verklaring van B&W was bedoeld om de Nieuwmarktbuurt in diskrediet te brengen bij de bevolking in het kader van de psychologische oorlogsvoering en om mij in een onmogelijke positie te brengen. Als ik zou tekenen, zou mijn partij zeker gezegd hebben: ‘lazer op, je vertegenwoordigt ons helemaal niet’. Als ik niet tekende, was ik voor het college een splijtzwam binnen eigen gelederen. Dat was dus een moeilijk moment. Maar ik heb toch maar gekozen voor het laatste.”
Schaakborden
De strijd is op vele schaakborden gestreden en kent menig winnaar en verliezer. Huib Riethof probeert in de dagen na de verklaring de opwinding binnen de PSP tot bedaren te brengen maar schopt daarbij zozeer tegen het zere been van B&W dat hij tenslotte van iedereen het vertrouwen verliest: hij moet aftreden als wethouder. De actiegroepen in de Nieuwmarkt vieren voorlopig een morele overwinning maar een paar maanden daarna neemt het gemeentebestuur revanche: de Nieuwmarkt wordt alsnog met veel geweld ontruimd en de oostlijn van de metro wordt naar het Centraal Station doorgetrokken. Overigens besluit de gemeenteraad datzelfde voorjaar wel de overige metrolijnen af te blazen; op dat punt kennen de actievoerders dus een langduriger overwinning. Tenslotte moeten Samkalden, Verhey en Lammers knarsetandend toezien hoe Van Duijn in de kwestie rond de verklaring glorieert; hij hoeft zich niet als de anderen middels een rectificatie in het stof te wentelen. De verhoudingen binnen het college worden er hierdoor echter niet beter op en later komt Van Duijn alsnog ten val.
Terwijl ieder zo z’n eigen partijtje aan het spelen is, zitten de daders vast in de cel. Het spelletje dat zij voor ogen hadden is, ondanks de mislukking van de aanslag, op z’n minst gedeeltelijk gelukt. Joop Baank, één van de drie mannen die in de Bijlmer op heterdaad met explosieven betrapt wordt: “Eigenlijk hadden we in ons achterhoofd dat demonstranten, het linkse tuig, de schuld zouden krijgen. Omdat ze altijd zoveel rotzooi trapten...” De linkse actiegroepen zijn niet het enige doelwit in het brein van Joop Baank. Het is duidelijk dat hij ook gedreven wordt door rancune tegenover politici in het algemeen en Roel van Duijn in het bijzonder. Onomwonden noemt hij deze toenmalige wethouder de “kwal der kwallen” en hij geeft met enige trots toe dat hij enkele jaren voor de metrobom een ontvoering heeft georganiseerd waarbij Van Duijn in een auto naar België is vervoerd en daar in een weiland wordt vrijgelaten. Van Duijn: “Ik was toen ambassadeur voor de Kabouterstaat in de gemeenteraad en zijn vrouw, Jeanne Baank-Meijer, was gemeenteraadslid voor een afsplitsing van de boerenpartij...en op een avond word ik een auto ingedrukt en de chauffeur zegt: ‘gedraagt u zich waardig als een diplomaat, want u bent de gevangene van groep 7’. En hij startte de auto. Die groep 7 was een groep van zeven vrouwen die aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnam onder leiding van die Baank-Meijer... Ik kreeg een brief in mijn handen met een oorlogsverklaring aan de kabouterstaat.” “Ja, ik was de chauffeur”, knikt Joop Baank en hij geeft enkele tellen later ruiterlijk toe dat hij ook betrokken was bij de verspreiding van biljetten in Amsterdam met de tekst: ‘f10.000,- voor het lijk van Roel van Duijn’.
Wat spel is en wat ernst, valt niet makkelijk op te maken uit het relaas van Joop Baank. Had hij, met de metrobom, ook de genadeslag voor Roel van Duijn in gedachten? Rekende hij er, als een sluw politiek dier, op dat de positie van Van Duijn in het college onmogelijk zou worden? In 1975 acht de politie Baank niet in staat tot dergelijke complotten. In de dossiers staat Baank te boek als een eenvoudige geest, niet erg politiek bewust. De ontvoering van Van Duijn wordt überhaupt niet bij de zaak betrokken. Voor politie en justitie in 1975 staat vast dat er bij de metrobom nog een andere schaker in het spel is: Max Lewin, het brein achter de daad.
Bemoeienis van de BVD
In de nacht van 16 op 17 februari wordt Max Lewin van z’n bed gelicht. De politie arresteert hem op verdenking van betrokkenheid bij de metrobom. Het is de BVD die de tip heeft gegeven; de veiligheidsdienst luistert Lewin al geruime tijd af omdat hij verdacht wordt van spionage voor de DDR en zodoende hebben ze hem horen spreken over de plannen voor een aanslag op de metro. Het is duidelijk dat de BVD Lewin ziet als brein achter de mislukte aanslag en justitie probeert dit spoor te volgen. Max Lewin heeft zich de afgelopen jaren op talloze manieren als rechtse denker gemanifesteerd: hij is mede-oprichter van de Nederlandse Volksbeweging (1958-1962), voorzitter en lijsttrekker van de Nieuw Democratische Partij (1962-1968) en mede-oprichter en voorzitter van de Partij van Nieuw Rechts (1968-1974). Daarnaast geeft hij bladen uit als Rechts-om en De Vrije Pers. Er is dus reden om Lewin, die contacten heeft met Baank, te verdenken van de aanslag op de metro om zo links in diskrediet te brengen.
De onthulling, die op 18 maart 1975 via hoofdofficier van justitie mr. J.F. Hartsuiker in de openbaarheid komt, dat Lewin ondertussen ook verdacht wordt van spionage voor de DDR, maakt de zaak echter een stuk ingewikkelder. Welk vreemd dubbelspel moet Lewin dan wel niet spelen, op hoeveel schaakborden tegelijk was hij bezig? De BVD probeert er, tot op de dag van vandaag, een draai aan te geven. Frits Hoekstra, auteur van het boek ‘In dienst van de BVD’, suggereert dat Lewin zich op instructie van de Oostduitsers met de metrobom inlaat: “Gezien vanuit de ideologische motivatie van de DDR moet worden vermoed dat men wilde laten zien hoezeer er verzet nodig was tegen de almacht van de kapitalistische staat.”
Maar het Openbaar Ministerie kan in 1976 voor de Amsterdamse rechtbank en in 1978 voor het Gerechtshof de beschuldigingen niet hard maken. Zowel van de verdachtmaking dat Lewin de aanstichter zou zijn van de bomaanslag als van de beschuldiging van spionage wordt hij vrijgesproken. Baank wordt daarentegen, ook in Hoger Beroep, veroordeeld tot vier maanden celstraf waarvan twee voorwaardelijk. Het relatief lichte vonnis is onder meer gebaseerd op het feit dat Baank door de rechter slechts als uitvoerder wordt gezien. Justitie veronderstelt dus nog steeds dat iemand anders de aanstichter is, maar wie, daarover tast de rechtbank in het duister. Misschien heeft de rechtbank daarmee een vergissing begaan. Zoveel jaren later verklaart Baank althans: “het was mijn idee”.
Kritiek
Actievoeders in de Nieuwmarktbuurt laten de aantijging in de verklaring niet over hun kant gaan. Luud Schimmelpenninck: “Ik zei onmiddellijk: ‘dit kunnen we niet nemen, we gaan naar de rechter’. Maar eerst eist Schimmelpenninck namens het wijkcentrum op 16 februari in een brief een rectificatie van B&W. Daarin staat hij des te sterker omdat hem inmiddels bekend is dat “...de bewuste aanslag is gepleegd door een ultra-rechtse groepering, leden van een schietvereniging...”. De brief beschuldigt Samkalden van bewuste manipulatie: “De burgemeester was op het moment van het uitgeven van de verklaring op de hoogte van de identiteit van de plegers van de aanslagpoging. Desondanks meende de burgemeester tegen beter weten in, in een offciële verklaring namens B&W te kunnen suggereren, dat er een relatie zou bestaan tussen de actiegroep Nieuwmarkt en de plegers van de aanslag.”
Niet alleen de Nieuwmarkt staat op z’n achterste poten. Wanneer de ware aard van de daders eenmaal bekend is, buitelen de kritische commentaren over elkaar heen. Kranten schrijven bijna zonder uitzondering dat het bestuur van Amsterdam voor z’n beurt heeft gesproken. De gewestelijke vergadering van de PvdA roept de partijgenoten in B&W ter verantwoording. En bij de PSP zijn ze woest op hun enige wethouder. Riethof: “Ik heb een heel weekend lang mijn twijfels gehouden maar we gingen met het gezin ergens buiten naar een huisje dus ik was afgesneden van wat er allemaal gebeurde. En toen ik zondagavond terugkwam, was het duidelijk. Het was een volstrekt verkeerd besluit van mij geweest om te tekenen. Ik werd als grote verrader van het standpunt van mijn partij, verrader van de Nieuwmarkbuurt enz., aan de kaak gesteld. Dus ik had het niet moeten doen. Ik had toch mijn eigen verstand erbij moeten houden.”
De andere wethouders en de burgemeester zijn echter niet zo deemoedig. Samkalden wordt door de gemeenteraad ter verantwoording geroepen en verdedigt zich met hand en tand. Hij beroept zich op een lijst met eerdere incidenten die de actievoerders op hun geweten zouden hebben om aan te tonen dat er wel degelijk reden was de methodes van de Nieuwmarkt-groepen te veroordelen. Hij beweert ook dat er in de verklaring geen rechtstreeks verband wordt gelegd tussen de bomaanslag en de actievoerders. Luud Schimmelpenninck erkent dat er in de hitte van de strijd inderdaad wel eens dingen zijn gebeurd die niet door de beugel konden maar... “dat Samkalden natuurlijk wel het maximum deed om dit te overdrijven en dat er mensen bedreigd werden, dat geloof ik niet.” In de gemeenteraad komt Samkalden echter met zijn betoog weg. Zo niet bij de rechter; het kort geding dat de actiegroepen aanspannen, draait uit op een nederlaag voor het college. Burgemeester en wethouders worden door justitie tot een rectificatie gedwongen.
Beeldmateriaal
BEELD
Beeld & Geluid. Hilversum
Promotiefilm over begin van de Bijlmer, Gemeente Amsterdam
ARCHIEF
Gemeentearchief Amsterdam
Collectie Panholzer bij IISG, Amsterdam
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: