Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
15 september 2014

Oorlog en vrede in Noord-Ierland

Bom
Bekijk Video
26 min

Extra Uitzending

Gerry Adams en Martin McGuinness vertellen in de uitzending hoe zij in 1969, toen katholieken gelijke burgerrechten begonnen te eisen en steden als Belfast letterlijk in brand stonden, de IRA nieuw leven inbliezen om de katholieke minderheid te beschermen tegen aanvallen van de protestantse meerderheid. Beide oud IRA-leiders vertellen ook over hun eerste geheime onderhandelingen met de Britse regering in 1972, en over de moeizame poging hun politieke partij Sinn Fein, eerst niet veel meer dan de pr-afdeling van de IRA, als onderhandelingspartner in stelling te brengen. Duidelijk wordt dat de IRA al vanaf eind jaren ‘80, hoewel het ook toen nog zonder mededogen haar tegenstanders (en willekeurige omstanders) opblies, een politieke oplossing probeerde te bereiken.

Voor deze ingelaste uitzending komt (de herhaling van) de uitzending over ‘De Schnabbeltour’ te vervallen.

Andere Tijden, dinsdag 2 augustus, 20.55 uur op Nederland 3

Burgerrechtendemonstratie Belfast 1969

The Troubles

De wedergeboorte van de IRA

‘The Troubles’ in Noord-Ierland beginnen eind jaren zestig, maar om het conflict te begrijpen moet je verder terugkijken. In de vroeg middeleeuwen komt Ierland in Engels bezit en vanaf de zestiende eeuw vestigen protestantse Engelsen en Schotten zich in het noorden van het grotendeels katholieke Ierland. Troonovernames, worstelingen en spanningen blijven de relatie tussen Ierland en Engeland beheersen. Op paasmaandag 1916, bezetten strijdkrachten van de verzetsgroep het Iers Republikeins Leger (IRA) het hoofdpostkantoor in Dublin en roepen de Ierse Republiek uit. Ze worden gedwongen tot overgave en het merendeel van de leiders wordt gedood. De IRA herstelt zich, groeit en verzet zich en in 1919 begint de burgeroorlog in Ierland. De Ierse onafhankelijkheidsoorlog eindigt na twee jaar, wanneer het Britse parlement een wet aanneemt waarbij het eiland wordt verdeeld in twee gebieden. Noord-Ierland en het zuiden wat vanaf 1949 de Ierse Republiek wordt. Noord-Ierland blijft Brits gebied, maar is zeer zelfstandig en heeft een eigen regering in het regeringsgebouw Stormont in Belfast. De regering bestaat alleen uit protestanten. Dat kan ook niet anders omdat de stemvoorwaarden zo zijn dat de katholieke bevolking nauwelijks mag stemmen. De katholieke bevolking vormt een minderheid in Noord-Ierland en wordt behandeld als tweederangs burger. Armoede, woningnood en werkeloosheid vormen grote problemen. In 1968 wordt, naar Amerikaans voorbeeld, een actieve burgerrechtenbeweging gevormd die strijd voor gelijke rechten voor katholieken. Vanaf de zomer vinden bijna dagelijks grote burgerrechtendemonstraties plaats.
Tegelijk met de burgerrechtenbeweging leeft ook de IRA weer op. Omdat de demonstraties steeds vaker op ongeregeldheden tussen de protestantse politie (RUC) en de katholieke demonstranten uitlopen, gaat de IRA actief bescherming bieden aan haar burgers. Eind 1969 splitst de IRA zich op in twee delen: de Official IRA en de Provisional IRA. De Officials hebben een marxistische inslag en de Provisionals vormen de meer militante tak van de IRA.
Omdat de onrust in Belfast en (London)Derry maar toe blijft nemen, besluit de Britse regering in augustus 1969 troepen naar deze steden te sturen om de partijen uit elkaar te houden. Maar in de ogen van de katholieken konden de Britse troepen niets anders dan de beschermers van de protestanten zijn. De rellen worden grimmiger en lopen steeds vaker uit de hand. De regering stelt een interneringsmaatregel in die als gevolg heeft dat er razzia’s plaatsvinden waarbij vele vermeende IRA leden worden opgepakt en zonder proces in gevangenkampen worden gezet. Als op 30 januari 1972 een katholieke demonstratiemars tegen deze interneringsregel wordt georganiseerd breken er grote rellen uit met grote gevolgen. Tijdens de mars worden dertien ongewapende burgers gedood door Britse paratroepers; ‘Bloody Sunday’. Na deze dag krijgt de Noordierse premier Faulkner in Londen een ultimatum te horen. Als het onrustig blijft in Noord-Ierland, zal de Britse regering het zelfbestuur van Noord-Ierland afschaffen en zelf het bewind overnemen.

Belfast

Bestuur vanuit Londen

Bloody Friday

Na twee maanden van rellen, onrust en besprekingen doet de Britse regering op 30 maart 1972 de mededeling dat het Noordierse parlement voor één jaar geschorst wordt en dat Noord-Ierland onder rechtstreeks bestuur (‘Direct Rule’) van Londen staat. De Britse regering creëert een Noord Ierland Office en een minister voor Noordierse zaken. De IRA stelt zichzelf hetzelfde doel als in de burgeroorlog tussen 1916 en 1922 in Ierland: het uitzetten van een buitenlandse mogendheid. Om daarna Noord-Ierland te laten verenigen met de Ierse Republiek (The Green State). De loyalisten voeren hun eigen strijd. Zij willen een terugkeer naar de oude situatie; een eigen unionistische regering in Stormont (The Orange State). De Noordierse strijd verhardt zich.
In de vroege jaren zeventig werd nog gedacht dat ‘Direct Rule’ een tijdelijke situatie zou zijn. In overtuiging van deze tijdelijkheid proberen de extreme groeperingen de dienst uit te maken tijdens de onderhandelingen en afspraken die de William Whitelaw, de Britse minister voor Noord Ierland, maakt zoekend naar een constitutionele oplossing. Begin jaren zeventig worden verschillende bestuurssystemen ingesteld in Noord-Ierland, maar geen enkele werkt goed. Als de IRA op 21 juli 1972, na mislukte onderhandelingen met de Britse regering, tientallen bommen laat ontploffen in het centrum van Belfast waarbij elf doden vallen, verspelen ze hun plaats aan de onderhandelingstafel voor de komende jaren. Na deze ‘Bloody Friday’ is voor de Britse regering John Hume van de gematigde Socialist and Democratic Labour Party de man die namens de katholieke nationalistische bevolking van Noord-Ierland spreekt.

Bobby Sands

Bobby Sands

Van dekenprotest naar hongerstaking

Aan het einde van de jaren zeventig groeit het besef dat ‘Direct Rule’ geen tijdelijke oplossing is. In 1976 is Kieran Nugent de eerste IRA-gevangene die geen ‘special category status’ meer krijgt. Dit houdt onder andere in dat hij niet zijn eigen kleding meer mag dragen. Om zich toch van de gewone gevangenen te onderscheiden, weigert hij het gevangenisuniform te dragen en slaat alleen een deken om zich heen. Dit ‘dekenprotest’ gaat over in het ‘dirty protest’, waarbij gevangenen hun uitwerpselen aan de muur smeren, en vervolgens in de hongerstakingen. In oktober 1980 beginnen zeven gevangenen een hongerstaking met de eis het recht te hebben hun eigen kleding te dragen. “We are not criminals and we are ready and willing to meet an angonising death on hungerstrike to establish that we are political prisoners.” De staking wordt na 53 dagen beëindigd. Een aantal maanden later, op 1 maart 1981, begint Bobby Sands, een hoge IRA Provisional, een hongerstaking voor politieke gevangenen status. Vele republikeinse gevangenen volgen zijn voorbeeld. De stakers en de Britse regering komen niet tot een compromis over de politieke status. De hongerstaking geeft de IRA veel publiciteit. Er is wereldwijd boosheid over de manier waarop de Britse regering haar poot stijf houdt. Bobby Sands en negen andere hongerstakers overlijden voordat de IRA de staking stop zet. Drie dagen nadat de hongerstakingen gestopt zijn, verklaart de Britse minister voor Noord-Ierland James Prior dat de gevangenen in de Maze gevangenis in Belfast hun eigen kleren mogen dragen.

Gerry Adams en Martin McGuinness

De politieke weg

Einde aan de gewapende strijd

Enkele weken na de dood van Bobby Sands wordt op de ard fheis, de jaarlijkse Sinn Fein conferentie, aangekondigd dat Sinn Fein aan verkiezingen zal meedoen. Daar is altijd veel verzet tegen geweest omdat Sinn Fein dan in het systeem van de overheerser deelneemt. Danny Morrison, zowel actief binnen de IRA als Sinn Fein, zei over deze beslissing: “Who in here really believes we can win the war through the ballot box? But will anyone her object if, with a ballot paper in one hand and the Armalite in the other, we take power in Ireland?”
Met de hongerstakingen heeft de IRA laten zien dat zij niet alleen doden om hun doel te bereiken, maar ook bereid zijn te sterven om hun doel te bereiken. De hongerstakingen vormen een keerpunt in de Noordierse geschiedenis. Sinn Fein behaalt groot succes tijdens de verkiezingen. De gewonnen zetels worden echter uit principe niet ingenomen. Vier jaar later, bij de verkiezingen van 1986, is dat punt gepasseerd. Sinn Fein leider Gerry Adams en andere jonge Sinn Fein leden als Martin McGuinness vinden dat de tijd rijp is om gewonnen Sinn Fein zetels in heel Ierland in te nemen. De republikeinse activisten slaan dus definitief de politieke weg in. Dit gebaar maakt de weg vrij voor nieuwe onderhandelingen met de Britse regering. Na vele jaren vinden er in het grootste geheim onderhandelingen plaats. Voordat Sinn Fein aan gesprekken over de politieke inrichting van Noord-Ierland deel kan nemen, moet de IRA een staakt-het-vuren afkondigen. Dit IRA bestand komt er uiteindelijk in augustus 1994. Het bestand wordt in 1994 geschonden met een bom op Canary Wharf in Londen, maar wordt in 1998 in aanloop naar het Goede Vrijdag akkoord weer hersteld. Sindsdien zijn er geen grote IRA acties meer geweest, maar de historische verklaring kwam pas op 28 juli 2005: de verklaring waarin de IRA haar leden opdraagt de wapens in te leveren en een einde te maken aan de gewapende strijd.
Tekst: Femke Veltman

Bronnen

Deze aflevering van Andere Tijden is een verkorte, geactualiseerde versie van het VPRO programma 'Noord-Ierland; onderhandelen in een burgeroorlog' in het kader van de serie: Hoe oorlogen eindigen (1999).

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: