Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
13 december 2014

Andere Tijden

Bejaardenhuis, vijftiger jaren
Bekijk Video
25 min

Springen om een plekje

“Ouderen stonden halverwege de jaren zestig te springen om een plekje in een bejaardenhuis. Zij schreven zich soms al op hun 65ste bij zes verschillende huizen in om maar verzekerd te zijn van een plek. Dat alles in zo’n huis voor je geregeld werd was een aantrekkelijk idee. Ze zagen het als een soort pension. Veel mensen wilden er naar toe omdat het zo gezellig was. De buurvrouw ging naar het bejaardenhuis, waarom zou jij dan ook niet gaan?” Dat zegt Dini Eekhuis uit Amsterdam, betrokken bij ouderenwerk.

Bejaardenhuizen zijn niet altijd zo aantrekkelijk geweest. Überhaupt aandacht voor ouderen als aparte groep in de medische en sociale wereld was nog een betrekkelijk nieuw fenomeen, dat na de oorlog tot ontwikkeling kwam.

Dr. Jo Schreuder
Dr. Jo Schreuder

Opoe ziek: einde van het leven

Een van de eersten die in 1955 aandacht vroeg voor leefomstandigheden van ouderen was Dr. Jo Schreuder. Hij vond dat ouderen als aparte groep aandacht zouden moeten krijgen in de medische wereld. Hij beschreef in zijn proefschrift onder welke erbarmelijke omstandigheden veel ouderen thuis leefden.

Dick Sipsma studeerde in die tijd medicijnen: “Dat proefschrift was voor mij een openbaring, er bestond nauwelijks aandacht voor veroudering.” Hij ging aan de slag als huisarts en verpleegarts: “Als een oude opoe ziek was, dan was die ziek. Dat hoorde bij het eind van je leven.”

Werken met ouderen: dan is er iets mis met je

Sipsma specialiseerde zich in de ouderenzorg, de geriatrie. Zijn collega’s verklaarden hem voor gek: “Dat vond men belachelijk; als jonge dokter met een bloeiende praktijk je gaan bemoeien met demente ouderen, dan moest er wel wat met je mis zijn.”

Hij zette de sociaal geriatrische dienst Friesland op. Sipsma trof ouderen regelmatig thuis aan in vervuilde, vereenzaamde en verwaarloosde toestand: “Ik kwam thuis bij een oude man op een bovenkamer die daar al maanden helemaal alleen zat. Hij had zijn hele kamer kort en klein geslagen met zijn wandelstok omdat hij meende een draak gezien te hebben. Die man was volkomen geïsoleerd en had hallucinaties en waanbeelden gekregen.”

Slaapzaal in bejaardenhuis
Slaapzaal in bejaardenhuis

Vrouwen- en mannenbarak

Jettie Boedhoe werkte in 1961 als verpleegster bij het Gemeentelijk Verzorgingshuis voor Ouden van Dagen aan de Roeterstraat in Amsterdam. Boedhoe: “De bejaarden sliepen in lange zalen waar een stuk of veertig bedden stonden. Er was een mannen- en een vrouwenbarak. Ook echtparen werden gescheiden.”
Ouderen hadden nauwelijks privacy in die huizen, afgesloten van de buitenwereld. Zij kwamen in die huizen terecht als ze echt niet meer zelfstandig konden leven en arm waren.

Wet op bejaardenoorden

Het aantal ouderen nam flink toe in de jaren zestig. Zij bleven langer in leven, onder andere als gevolg van verbeterde medische ontwikkelingen. In combinatie met de woningnood leidde dat tot maatschappelijke druk op ouderen om huizen vrij te maken voor jonge gezinnen. Kinderen wilden bovendien door het toenemend individualisme hun vrijheid en ruimte behouden. Maar ook de ouderen zelf wilden vaak hun kinderen niet tot last zijn.

De Wet op Bejaardenoorden in 1963 maakte het voor de overheid mogelijk om bejaardenhuizen te bouwen, die vervolgens als paddenstoelen uit de grond schoten. De overheid stimuleerde ouderen te verhuizen naar deze nieuwe bejaardenhuizen. Door invoering van de Algemene Bijstandswet in 1965 hadden ouderen meer geld te besteden. Zij konden zich een plek in zo’n huis financieel permitteren. Er ontstond een run op bejaardenhuizen van gezonde mensen. De wachtlijsten werden oneindig.

Marcel van Dam
Marcel van Dam

Bejaarden in kasten gestopt

Particuliere ondernemers maakten handig gebruik van de ellenlange wachtlijsten en van het feit dat ouderen meer geld te besteden hadden. Zij begonnen op grote schaal met het opzetten van commerciële tehuizen. Omdat de ondernemers winst wilden maken, kwam het welzijn van de ouderen in die tehuizen niet altijd op de eerste plaats.

Op 24 augustus 1970 werd dat pijnlijk duidelijk in het televisieprogramma De Ombudsman (VARA). Marcel van Dam stelde uitgebreid de misstanden in particuliere tehuizen aan de kaak. Verhalen over verwaarlozing van ouderen, intimidatie en fysiek geweld; ouderen werden opgesloten, vastgebonden of in kasten gestopt.
De uitzending veroorzaakte een stroom van reacties uit het hele land. Er volgde een tweede uitzending, waarbij o.a. uit brieven van ouderen werd geciteerd: “De bejaarden worden ‘s nachts om twee uur gewekt voor een bad. Is dat geoorloofd? Als ze er wat van zeggen, worden ze geslagen en naar het bad gesleept. Als ze protesteren dan wordt er gezegd: “houdt je mond, anders ga je naar het gekkenhuis.”

Nota Bejaardenbeleid

Het tumult naar aanleiding van de televisie-uitzendingen drong ook door tot de politiek. Hannie van Leeuwen (ARP) stond aan de basis van de eerste Nota Bejaardenbeleid in 1970, met onder andere voorstellen van de bouw van 12.000 bejaardenwoningen per jaar.

Oude tehuizen met de slaapzalen zoals in de Roeterstraat werden vervangen door moderne tehuizen. Het Flevohuis in Amsterdam gold begin jaren zeventig als het grootste en modernste bejaardentehuis van Europa. Bewoners kregen een eigen kamer en privacy. De bejaarden uit de Roeterstraat verhuisden naar dat nieuwe Flevohuis. Jettie Boedhoe verhuisde mee: “De stemming was uitgelaten. De ouderen voelden zich alsof ze in het paradijs terecht waren gekomen, omdat ze een kamer voor zichzelf hadden.”
Dat was aantrekkelijk voor ouderen, die zich, vaak gezond en wel, massaal bij zulke huizen op de wachtlijst lieten zetten. Ten koste van de ouderen die echt zorg nodig hadden.

Bejaardengymnastiek
Bejaardengymnastiek

Ouderen in de wijk houden

“De bejaardenhuizen namen bij voorkeur mensen op die niet veel hulp nodig hadden. Je kon beter niet teveel mankeren, anders kwam je er niet eens in,” zegt Dini Eekhuis. Zij richtte in 1970 in Amsterdam de Stichting Wijkvoorziening voor Bejaarden op. Doel was om in de wijk zelf tegemoet te komen aan voorzieningen voor bejaarden, zodat zij niet meer perse naar het bejaardenhuis wilden.

Eekhuis: “Het argument van ouderen om in een bejaardentehuis opgenomen te worden betrof vaak eenzaamheid. Als meer georganiseerd zou worden in de wijk voor ouderen, dan kon dat probleem opgelost worden. Dan zouden wachtlijsten slinken en kregen ouderen die echt zorg nodig hadden meer kans op een plek.”

Indicatie strenger

De overheid wijzigde het beleid en stelde dat ouderen licht zorgbehoeftig moesten zijn, wilden zij in aanmerking komen voor een plek in een tehuis. In 1975 kwam de 2e Nota bejaardenbeleid, waarbij de overheid ouderen stimuleerde om langer zelfstandig te blijven wonen.

Dini Eekhuis: “De regels voor een plek in een verzorgingstehuis of verpleeghuis zijn strenger geworden. Verzorgingshuizen worden vandaag de dag vanwege bezuinigingen juist gesloten. En als een oudere aanspraak wil maken op een plek in een verpleeghuis moet hij of zij er wel heel erg slecht aan toe zijn.”

Samenstelling en regie: Reinier van Hout
Research en tekst: Mirjam Gulmans

Uitzending: do 11 dec 2014, 21.20 uur, NPO2.

 

Geïnterviewden Bronnen
  • Dini Eekman - wijkpostleider
    Dini Eekman

    Wijkpostleider in 1970 Stichting Wijkvoorzieningen voor Bejaarden

  • Dick Sipsma - arts
    Dick Sipsma

    Huisarts, verpleeghuisarts en hoogleraar geriatrie

  • Henk Rengelink - arts
    Henk Rengelink

    Arts, geriater GGD Amsterdam

  • Jettie Boedhoe - bejaardenverzorgende
    Jettie Boedhoe

    Bejaardenverzorgster in Gemeentelijk Verzorgingshuis voor Ouden van Dagen aan de Roeterstraat en in het Flevohuis

  • De grote zaal

    J. Van Velde, De grote zaal (Den Haag 1953/2010).

  • Levensomstandigheden van bejaarden in kleinere en middelgrote gemeenten in Nederland

    J. Diederich, Levensomstandigheden van bejaarden in kleinere en middelgrote gemeenten in Nederland (Amsterdam 1958).

  • 20 jaar geriatrie

    L.A. Cahn, J.M.A. Munnichs en J. Schouten, 20 jaar geriatrie: Een keuze uit het werk van prof. Dr. J.Th.R. Schreuder (Deventer 1973).

  • Brieven aan de VARA-ombudsman

    Brieven aan de VARA-ombudsman. Analyse van schriftelijk klachten over de intramurale verzorging van bejaarden (1971).

  • Van Aalmoes tot AOW

    Renger de Bruin, Mieke Heurneman, Frank van der Veeke, Van Aalmoes tot AOW: Zes eeuwen ouderenzorg in een Nederlandse stad (1996).

  • De ouden leggen ons een standaard op

    De ouden leggen ons een standaard op, Nederlandse Vereniging voor Gerontologie 1947-1997 (1998).

  • De loden mantel

    Kirsten Emous, De loden mantel: Zorg en verzorging in Nederland (Amsterdam 2005).

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: