De opvolger van Hitler
Dönitz wordt door Hitler benoemd tot bevelhebber van Noord-Duitsland en verplaatst zijn hoofdkwartier naar Plön, in Sleeswijk-Holstein. In die dagen heeft Dönitz nog een ontmoeting met Himmler die met hem de kwestie van de opvolging van Hitler bespreekt. De oude getrouwen die hiervoor in aanmerking komen, vallen in die dagen allemaal na elkaar weg. Göring zou een ‘putsch’ hebben willen plegen en wordt door de Führer verstoten. En op 30 april bereikt Dönitz het bericht dat ook Himmler verraad zou hebben gepleegd door vredesonderhandelingen via Zweden met de geallieerden te hebben aangeknoopt. Hitler schrijft een politiek testament waarin hij zijn opvolger benoemt. Het wordt grootadmiraal Karl Dönitz.
Klaus Franke: “We waren bewonderaars van Dönitz, hij was als een kameraad voor ons. Maar dat hij de opvolger van Hitler zou worden hadden we niet verwacht.” Klaus Franke is officier op een duikboot in de Oostzee. In februari 1945 raakt zijn onderzeeër zwaar beschadigd na aanvallen van Russische vliegtuigen. De hele bemanning wordt overgeplaatst naar de wal en ingezet als infanteristen. Franke: “We kregen veldgrijze uniformen en geweren. Tegen ons werd gezegd: 'Ga maar naar het oosten, dan kom je vanzelf de Russen tegen'." Gelukkig voor Franke en zijn kameraden komen ze onderweg een hoge marine officier tegen. “Ze waren op zoek naar marinesoldaten als lijfwacht voor admiraal Karl Dönitz. Zo ben ik bij hem terecht gekomen. Dat was eind april,” vertelt Franke.
Marineschool
Ernst Lorenzen raakt in 1943 gewond aan het Oostfront. “Bij een granaatontploffing raakte ik een been kwijt. Ik werd ontslagen uit het leger en keerde weer terug naar huis, naar Flensburg.” De Noord-Duitse havenstad komt redelijk ongeschonden de oorlogsjaren door. In de stad bevindt zich ook de marineschool, waar Dönitz zijn opleiding heeft gevolgd. Historicus Dieter Hartwig schreef een biografie over Dönitz waarin hij afrekent met de legendevorming rond de admiraal. Volgens Hartwig, zelf oud-docent aan de marineschool en zoon en kleinzoon van marineofficieren, zag Hitler in Dönitz een waardige opvolger die als militair boven de partijen staat.
“Hitler en Dönitz hebben elkaar tijdens de oorlog steeds gesteund in hun optimisme over het verloop van de oorlog. Dönitz verzekerde zijn Führer ervan dat zijn duikboten de oorlog in Duits voordeel zouden beslissen.”
In de laatste dagen van de oorlog verandert Flensburg van een rustig havenstadje in een chaotisch oord. Duizenden vluchtelingen en soldaten stromen de stad binnen op zoek naar een veilig onderkomen. Ernst Lorenzen herinnert zich: “Er kwamen soldaten uit Denemarken en Noorwegen en mensen uit de oostelijke gebieden die op de vlucht waren voor de Russen. Het leek hier wel een jaarmarkt. Flensburg had normaal 60.000 inwoners maar nu waren het er zeker 150.000.”
Naast de uitgeweken soldaten en vluchtelingen arriveert op 2 mei ook admiraal Dönitz met zijn militaire gevolg in Flensburg, dat hiermee hoofdkwartier wordt.
Hoge nazi's
In Flensburg druppelen diverse hooggeplaatste nazi’s binnen. Het zijn SS-baas Heinrich Himmler, rijksminister voor de bezette oostelijke gebieden Alfred Rosenberg en kampcommandant van Auschwitz Rudolf Höss. De toen 23-jarige Gertrud Eriksen, werkt op het post-,en telegraafkantoor in het centrum van Flensburg. Hij herinnert het zich nog goed: “Ik had nog nooit zoveel auto’s met hoge Berlijnse kentekens gezien. De stad wemelde van hooggeplaatste nazi’s. Van Himmler werd gezegd dat hij zijn uniform verruilde voor een gewoon soldaten uniform.”
Dönitz is inmiddels begonnen met het samenstellen van een regering die zich vestigt in de gebouwen van de marineschool. Albert Speer, minister van Bewapening, is inmiddels ook in Flensburg gearriveerd. Hij neemt zijn intrek in slot Glücksburg, even buiten de stad. Graaf Schwerin von Krosigk, een voormalig minister uit de vroege naziperiode, wordt door Dönitz benoemd tot rijkskanselier. Speer krijgt economische zaken toegeschoven.
Behalve de regering is ook het militair oppercommando in Flensburg neergestreken. Veldmaarschalk Keitel en generaal Jodl, beiden uit Hitlers generale staf, staan nu onder bevel van Dönitz. Diens orders voor de restanten van het Duitse leger zijn helder: zo lang mogelijk weerstand bieden aan het oostelijk front om daarmee zo veel mogelijk Duitsers uit handen van de Russen te houden. Maar dat betekent ook een voortzetting van de strijd tegen de Amerikanen en Engelsen, met de aanhoudende bombardementen op de koop toe.
A messy affair
Om zijn strategie succesvol te laten verlopen weet Dönitz een totale capitulatie van het Duitse leger uit te stellen. Na onderhandelingen met de Britten komen ze op 5 mei een capitulatie overeen van de troepen in Noordwest-Europa. Historicus Richard Overy, kenner van de militaire geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, doet in de Britse Nationale Archieven onderzoek naar deze periode. Wat hem opvalt is dat de capitulatie van Duitse troepen in Europa steeds in het voordeel van de Britten en Amerikanen uitpakt. “De overgave van de Duitsers was een messy affair."
In Italië geven de Duitse legers zich over aan de Amerikanen en de Britten, daar spelen de Russen geen rol. Op 5 mei is het Montgomery die met de Duitsers een deelcapitulatie van Noordwest-Europa overeenkomt. De Russen worden boos als de regering Dönitz gaat onderhandelen over de totale capitulatie. In hun ogen heeft Dönitz helemaal niets in te brengen.
Met de totale capitulatie, ondertekend op 8 mei in Berlijn, valt het doek. De oorlog is voorbij. Maar de regering Dönitz blijft zitten, tot grote woede van de Russen. Kranten als Pravda en Izvestia publiceren artikelen waarin de Britten en de Amerikanen worden beticht van heulen met de fascisten. Voor Churchill was de Flensburger regering inderdaad nog van nut. Overy: “Churchill dacht dat Dönitz nog van pas kon komen bij de ontwapening van het Duitse leger en dat voorkomen zou kunnen worden dat het land in chaos zou vervallen. Hij wilde zelfs verder gaan en Dönitz van de lijst van gezochte oorlogsmisdadigers halen omdat hij nog van nut zou zijn.”
De situatie wordt er niet beter op als op 12 mei door de BBC een interview wordt uitgezonden met rijkskanselier Schwerin von Krosigk. Hierin wordt de indruk gewekt dat Engeland de Duitse regering zou erkennen.
Die Nase voll
“We hoorden ’s avonds om 10 uur tanks de binnenplaats op rijden. We waren allemaal erg zenuwachtig want we wisten niet wat er met ons zou gebeuren. Het waren de Engelsen die de stad binnentrokken en natuurlijk ook meteen het postkantoor en de telefoon- en telegraafverbindingen kwamen bezetten.”
Voor Gertrud Eriksen is de oorlog op 9 mei voorbij. Maar een dag eerder, op 8 mei, is ze nog getuige van de laatste radioboodschap van Dönitz. “Hij liep kaarsrecht over de binnenplaats en zag er waardig en streng uit. In zijn hand hield hij zijn admiraalsstaf vast.” Dönitz spreekt de Duitse bevolking toe en hij roept op om ‘gezamenlijk de onzekere toekomst tegemoet te treden’ en waarbij hij ‘zoveel mogelijk wil helpen, als ik op mijn post blijf'.
Volgens Ernst Lorenzen hadden de Duitsers ‘die Nase voll’ van de oorlog en waren ze blij met de komst van de geallieerden. “Ik kwam zelf gewond uit de oorlog, één broer was gesneuveld en een ander was zwaar gewond uit Rusland teruggekomen. We zouden wel zien wat de toekomst ons zou brengen maar in ieder geval was de ellende voorbij.”
Enclave
Soldaat Ray Griffiths maakte onderdeel uit van de Britse troepen die op 9 mei in Flensburg arriveerden. Voor hem was de rol van bezetter nieuw. “We werden als bevrijders binnengehaald in Frankrijk, België en Nederland. Maar in Duitsland was het anders. Daar werden we gezien als bezetters. En zo voelden we ons ook, zeker nadat we in onze opmars door Duitsland het concentratiekamp Bergen-Belsen hadden bevrijd. De stank van dat kamp kan ik nog steeds ruiken.”
Griffiths wordt in Flensburg geconfronteerd met een bizarre situatie. “De Duitse regering zat in de marineschool, een groot complex met een paar duizend soldaten. En wij zaten in de rest van de stad.” Klaus Franke, lid van het ‘Wachbataillon Dönitz’, werd als ordonnans erop uit gestuurd om contacten te onderhouden met de Britten. “Ik had een speciale pas waarmee ik door de stad kon zonder aangehouden te worden. Op een dag werd ik gearresteerd; ik had mijn pas niet bij me. Ik werd vastgezet door de Engelsen en heb me daar beklaagd. Na twee dagen namen ze contact op met de marineschool om te horen hoe dat nou zat. Toen hebben ze me weer vrijgelaten. Ik kreeg mijn motorfiets terug, alleen hadden ze alle benzine er uit gereden.”
Het verhaal van Franke is exemplarisch voor de bizarre situatie in Flensburg. Een andere anecdote onderstreept dat ook. Op 15 mei komt een speciale Amerikaanse delegatie op bezoek bij Albert Speer in slot Glucksburg. Het doel van de delegatie is om te weten te komen of de geallieerde bombardementen op Duitsland invloed hebben gehad op de oorlogsproductie. Omdat de oorlog met Japan nog verder ging, was dat belangrijke informatie. Enkele dagen lang spreken de Amerikanen met Speer, die keurig antwoorden geeft op de vragen. Uiteindelijk krijgt de delegatie te horen dat ze hun werk snel moeten afronden. Het zou zomaar kunnen dat Speer alsnog wordt gearresteerd. Het is dan 22 mei 1945.
Fiasco Flensburg
Het British Movietone nieuws van 23 mei 1945 maakt ronkend melding van het echte einde van de oorlog in Europa. De Britse filmers leggen vast hoe Dönitz, Speer, Jodl en hun gevolg worden opgepakt. Ray Griffiths is erbij. “Dönitz was kwaad dat hij niet in zijn mooie gepantsterde auto werd vervoerd maar in een vrachtwagen.” Een dag eerder had Dönitz van de Britten te horen gekregen dat het einde van zijn regering nabij was.
Volgens historicus Overy vonden zowel de Russen als Eisenhower het welletjes. “Eisenhower hakte de knoop door. Er waren in Flensburg nog een enorm veel mensen die op de lijst van gezochte oorlogsmidadigers stonden en die konden daar niet ongestraft blijven zitten. Uiteindelijk moest ook Churchill overstag gaan.” Daarmee kwam een einde aan de regering Dönitz.
Eind mei 1945 schrijft Time Magazine dat ‘het Duitse Rijk op een zonnige morgen op 23 mei stierf in de havenstad Flensburg’. Twee weken later houdt Duitsland op te bestaan en verdelen de geallieerden het land in vier bezettingszones.
Samenstelling en regie: Reinier van den Hout
Tekst en research: Hasan Evrengün
Uitzending: do 18 dec 2014, 21.05 uur, NPO 2.
Herhaling: woe 31 dec 2014, 16.10 uur, NPO 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: