Doemdenken
Op 21 november 1981, nu 20 jaar geleden, stroomt Amsterdam vol. Meer dan 400.000 mensen demonstreren tegen de plaatsing van kruisraketten door de NAVO, een onderwerp dat de gemoederen al twee jaar danig verhit en Nederland verdeelt in twee kampen, die elkaar geestdriftig verketteren. Voorstanders van de plaatsing schilderen de vredesbeweging af een stel a-politieke naïevelingen, dat de kwade bedoelingen van het Warschaupact onderschat; omgekeerd zijn zij in de ogen van tegenstanders van plaatsing bijkans pleitbezorgers van een kernoorlog. Het is de tijd van de door Koot & Bie bedachte term “doemdenken”: de wereld staat aan de vooravond van een kernoorlog, wij moeten nu alles doen om onze (klein)kinderen een menswaardig leven te bieden enz. Uit iemands woordkeus kun je zijn mening afleiden: voorstanders spreken deftig over “kruisvluchtwapens”; tegenstanders zeggen met nauwelijks verholen walging “kruisraketten” of “die (vreselijke) dingen”.
Vredesbeweging
De PvdA sluit zich aan
Vanaf het eind van de jaren ’70 is het defensiebeleid centraal komen te staan in het politieke debat in Nederland. De dreigende invoering van de neutronenbom, “de bom die mensen doodt maar gebouwen laat staan”, is de druppel die de emmer van het pacifistisch sentiment doet overlopen. Het actiecomité “Stop De Neutronenbom” is weliswaar een initiatief van de CPN, maar het verenigt mensen uit alle maatschappelijke geledingen en politieke partijen, van doorgewinterde actievoerders tot brave burgers. Als president Carter de produktie van de neutronenbom eerst op de lange baan schuift en vervolgens opschort (1978), richt de vredesbeweging zijn pijlen op de kruisraketten. Volgens de NAVO moeten deze nieuwe wapens voor de middellange afstand in Europa geplaatst worden als antwoord op het grote aantal Russische SS20-raketten die in Oost-Europa opgesteld zijn en worden. Tegenstanders vinden het een nieuwe stap in de wapenwedloop die de kans op daadwerkelijk gebruik van kernwapens in een conflict steeds groter maakt.
Ondanks de vele protesten in heel Europa besluit de NAVO op 12 december 1979 in Europa 572 kruisraketten te plaatsen, waarvan 48 in Nederland. Als de Sovjet-Unie echter in onderhandelingen concessies doet, kan er over plaatsing gepraat worden; vandaar de naam “dubbelbesluit”. Ook Nederland stemt ermee in, zij het dat in een geheime paragraaf opgenomen wordt dat de Nederlandse regering pas na twee jaar een definitieve beslissing over plaatsing hoeft te nemen. Wel of niet plaatsen zou dan afhangen van vooruitgang in de onderhandelingen met de Sovjet-Unie.
Onder aanvoering van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) stort de vredesbeweging zich met verve op het dubbelbesluit. Het streven is een kernwapenvrij Europa, desnoods door eenzijdige ontwapeningsinitiatieven van Nederland. Alle kernwapens moeten Nederland uit en er mogen geen nieuwe bij komen, dus ook geen kruisraketten. In onderhandelingen heeft niemand meer vertrouwen: eenzijdige ontwapeningsstappen zijn het streven. Een aantal politieke partijen, waaronder de PvdA, sluit zich aan bij de vredesbeweging, ook al was het dubbelbesluit van 1979 al onder het kabinet Den Uyl (1973-1977) voorbereid. De partij heeft daar alle vrijheid toe, omdat zij sinds de val van het kabinet Den Uyl oppositie voert tegen het kabinet Van Agt/Wiegel. Leden en kiezers scharen zich massaal achter het streven van het IKV naar eenzijdige ontwapening, maar sommigen in de partij denken genuanceerder over plaatsing van kruisraketten. Een van hen is Bram Stemerdink, die als minister van defensie in het kabinet Den Uyl betrokken was bij de voorbereiding van het NAVO-dubbelbesluit: “Stel dat kruisraketten de enige nucleaire taak voor Nederland zijn en dat de kernwapens voor de korte afstand en van de luchtmacht worden geschrapt. Op dat moment zou er iets op tafel hebben gelegen waarvoor ik me zou hebben ingezet. Dat was de moeite waard om over te praten.”
Het compromis
Joop Atoom
Inmiddels heeft het (PvdA-loze) eerste kabinet Van Agt (1977-1981) zijn tijd uitgezeten. In mei 1981 zijn er weer kamerverkiezingen en de PvdA heeft er veel voor over om deze keer wel deel uit te maken van het kabinet. Een deel van de partij, onder wie Den Uyl, Stemerdink en Van der Stoel, vreest dat regeringsdeelname in gevaar komt door een radicale opstelling ten aanzien van kernwapens van de achterban, aangezien het CDA grotendeels vóór plaatsing is. Een groot deel van de PvdA-achterban echter onderschrijft het standpunt van het IKV. In februari 1981 zegt Max van den Berg tegen het partijcongres: “Wij willen een Nederlandse regering die een principe-uitspraak doet dat Nederland kernwapenvrij dient te worden”.
Op het partijcongres van de PvdA in februari 1981, waar door de leden over het concept-verkiezingsprogramma “Weerwerk” gestemd gaat worden, wordt de strijd tussen realo’s en fundi’s hard uitgevochten. Over kruisraketten was men het eens (niet plaatsen), maar wat betreft de manier om kernwapens terug te dringen konden de partijen geen overeenstemming bereiken. Een groot deel van de partij schaart zich, met partijvoorzitter Max van den Berg als spreekbuis, achter de IKV-leus “Atoomwapens de wereld uit, om te beginnen uit Nederland”. Eenzijdige ontwapening dus.
Stemerdink: “Max van den Berg wilde de mening tot uitdrukking brengen van het gewone lid in de partij. En hij veronderstelde dat dat inhield dat je eigenlijk tegen kernwapens zou moeten zijn, terwijl hij heel goed wist dat het uitspreken tegen elk kernwapen complete isolering zou inhouden.” Den Uyl vreest dat hij met zo’n radicaal eisenpakket in dezelfde positie zal komen als tijdens de mislukte formatie van 1977: de oppositie. Hij maakt daarom zijn lijsttrekkerschap afhankelijk van een gematigde opstelling van het partijcongres: een kabinet met de PvdA plaatst weliswaar geen kruisraketten, maar de partij accepteert wèl één of twee (van de toenmalige zeven) atoomtaken voor het Nederlandse leger. Uiteindelijk accepteert het partijcongres deze voorwaarde en kiest Den Uyl als lijsttrekker, maar onder luid gemor: Den Uyl krijgt de bijnaam “Joop Atoom”. Max van den Berg zou dit compromis persoonlijk met Den Uyl bereikt hebben tijdens een autorit door de regen. Van den Berg: “Als de PvdA na de verkiezingen in de regering komt, dan worden door die regering die kruisraketten niet geplaatst. Den Uyl had het daar moeilijk mee, omdat hij het gevoel had ‘ik moet toch overeind blijven richting NAVO’. Toen hebben we opgenomen om 1 à 2 kerntaken te behouden. Dat is het compromis geworden.” Stemerdink herinnert zich deze afspraak heel anders: “Bij dit compromis had Max van den Berg geen enkele invloed, want het lag al vast in de defensiebegroting uit 1977 van het kabinet Den Uyl. Inhoudelijk heeft Max van den Berg er geen nieuwe elementen in gebracht. Hij zal ongetwijfeld in die auto hebben gezeten, maar wat Max van den Berg het compromis noemt, was een standpunt dat Den Uyl al lang in zijn hoofd had.”
Het “compromis” is in strijd met het doel van de vredesbeweging en de PvdA-achterban, dat alle kernwapens uit Nederland moeten verdwijnen. Het resultaat is dat veel leden en kiezers afhaken: bij de verkiezingen van mei verliest de PvdA 9 zetels. Op 11 september 1981 wordt het tweede kabinet Van Agt geïnstalleerd: CDA (6 ministers), PvdA (6), D66 (3). Dat een kabinet de verplichtingen van voorgaande regeringen moet nakomen, vond Van den Berg minder belangrijk: “Onze opstelling was: ook al is het dubbelbesluit genomen met Nederlandse steun, dat verplicht ons niet om ook tot plaatsing van 48 kruisraketten over te gaan. We houden daar een eigen politieke verantwoordelijkheid in.” In het regeerakkoord is dan ook afgesproken dat de PvdA-ministers opstappen als de meerderheid van het kabinet besluit tot plaatsing.
Demonstratie
Meijer wordt uitgefloten
Nederland hoeft dus pas op 12 december 1981 het definitieve besluit tot plaatsing (of niet-plaatsing) te nemen. De vredesbeweging besluit daarom een grote demonstratie te organiseren op 21 november 1981 in Amsterdam, aan de vooravond van het kabinetsbesluit. Men rekent op ongeveer 150.000 deelnemers; er komen er 400.000 à 450.000. Op de demonstratie moet Wim Meijer, fractievoorzitter van de PvdA, het partijstandpunt uitdragen. Dat standpunt is sinds het partijcongres van februari dat kruisraketten weliswaar niet mogen worden geplaatst, maar dat 1 à 2 atoomtaken voor het Nederlandse leger aanvaardbaar zijn. En dat gaat in tegen het IKV-standpunt dat alle kernwapens uit Europa verwijderd moeten worden. Staande op het podium op een bomvol Museumplein wordt hij uitgefloten. Meijer: “Die wilden maar een ding horen: nee tegen alles; er was niet veel behoefte aan argumentatie. Van een beweging als het IKV zou je verwacht hebben dat er steun was op rationele gronden, maar er was weinig ruimte voor politieke, rationele betogen”. Van partijgenoot Van den Berg, die naar eigen zeggen aan de wieg stond van het compromis van de twee atoomtaken, krijgt Meijer bij zijn toespraak nauwelijks steun. Tijdens de demonstratie laat Van den Berg in een interview weten dat hij de reactie van de demonstranten op Meijers toespraak eigenlijk wel begrijpt: “Je ziet de PvdA in de regering, en dan zeg je, ja voor die mensen geldt een ongeloofwaardigheid”.
Nasleep
Preken voor eigen parochie
Ofschoon de demonstratie de grootste is die ooit in Nederland is gehouden, is het politieke effect ervan klein. In de week ervoor stelt de regering het plaatsingsbesluit uit om het nog zo jonge kabinet niet meteen op te blazen. Ook op lange termijn is het effect gering: in maart 1981 was 39% van alle Nederlanders tegen plaatsing, in december 52%, maar een jaar later is het percentage tegenstanders weer terug op 40%. Deelnemers aan de demonstratie kwamen vooral uit linkse kring. Achteraf kun je zeggen dat de vredesbeweging vooral voor eigen parochie had gepreekt. Wie nog niet van het gelijk van het IKV overtuigd was, is het na de demonstratie ook niet.
In de politiek blijven de kruisraketten een slepende kwestie. De vredesbeweging doet op 29 oktober 1983 een nieuwe poging de publieke opinie te mobiliseren: in Den Haag demonstreren 550.000 mensen tegen de plaatsing van kruisraketten. Het kabinet Van Agt II is al na 9½ maand gevallen en de PvdA is weer oppositiepartij. De man die twee jaar ervoor nog “Joop Atoom” genoemd werd, wordt nu toegejuicht door de menigte. Het plaatsingsbesluit wordt door opeenvolgende kabinetten keer op keer uitgesteld, maar op 4 november 1985 wordt onder het eerste kabinet Lubbers (CDA/VVD) het plaatsingsverdrag getekend. Uiteindelijk wordt er in Nederland geen enkele kruisraket geplaatst. In de Sovjet-Unie is Michaël Gorbatsjov aan de macht gekomen. Omdat de economische ontwikkeling van het land door de torenhoge defensie-uitgaven sterk gehinderd wordt, besluit hij toe te geven aan de NAVO: de SS20’s en de kruisraketten worden tegen elkaar weggestreept; het dubbelbesluit heeft gewerkt. De vredesbeweging ziet eindelijk haar eis in vervulling gaan, maar of dat te danken is aan de grootste demonstraties die ooit in Nederland gehouden zijn? Dat is maar de vraag. Ook in dit geval heeft succes vele vaders.
Tekst: Ger Wieberdink
Reportage: Godfried van Run
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: