Begrafenisstemming tijdens de Spelen in Mexico
"Ach, die spelen van Mexico.” Het gezicht van Wim Mosterd (67) betrekt." Laat ik een citaat van Godfried Bomans gebruiken om het duidelijk te maken. In het Olympisch dorp deelde ik een kamer met nog twee artsen. Op een avond liggen we even op bed, met de deur nog open, als Bomans langsloopt. Hij komt niet eens binnen maar blijft zo'n beetje tegen de deurpost aanhangen. 'Getverderrie,' zegt hij: "Het lijkt hier wel een goedkope derderangs begrafenis." En hij loopt weer door. Maar voor mij had hij de situatie perfect verwoord. Van alle Olympische Spelen die ik heb meegemaakt zijn die van Mexico '68 een en al doffe ellende geweest. Ik heb er alleen maar slechte herinneringen aan. En die affaire met Sjeng Collard was natuurlijk de allerslechtste herinnering."
Mosterd had in 1956 deel uitgemaakt van de nationale waterpoloselectie ("ik was een beresterke midvoor met een technisch schot"), die zich voorbereidde op de Olympische Spelen in Melbourne. Doordat Nederland na de Russische inval in Hongarije deze spelen boycotte maakte Mosterd pas in 1964 in Tokio zijn debuut op de Olympische Spelen. Niet als atleet, maar als lid van de medische commissie, een functie die hij vier jaar later in Mexico weer zal bekleden.
De cardioloog blijft geïnteresseerd in sport-en dopingvraagstukken en wordt in 1988 de eerste hoogleraar sportgeneeskunde in Nederland. Als vertegenwoordiger van de Internationale zwembond, de FINA, is hij bij de spelen van Seoel, Barcelona en Atlanta aanwezig.
De dood van Simpson
‘Na 48 uur weer business as usual’
Op 13 juli 1967 vlak onder de top van de Mont Ventoux verlaten de laatste krachten de ex- wereldkampioen wielrennen Tommy Simpson. Het lukt hem niet meer om recht te blijven rijden en hij zeilt, ondersteund door drie toeschouwers, naar de overkant van de weg. Voorzichtig tillen ze de inmiddels bewusteloze Brit van zijn fiets en vleien hem neer op het zwarte asfalt, zijn BP-pet blijft zitten. Steeds meer mensen voegen zich bij het trieste clubje. Een van hen heeft zijn armen om het middel van Tommy Simpson geslagen en probeert met pompende bewegingen het leven in zijn magere lijf terug te brengen. Even later sterft de oud-wereldkampioen in de helikopter die hem naar het ziekenhuis moet brengen. Simpson is de eerste renner in de Tour de France die bezwijkt aan een combinatie van alcohol, verzengende hitte, grote hoogte en doping.
Zijn dood slaat in de sportwereld in als een bom en is het begin van de internationale strijd tegen doping. De jaren daarvoor waren gekenmerkt door openheid en vanzelfsprekendheid met betrekking tot het gebruik van doping. "Natuurlijk gebruik ik af en toe doping," geeft een breeduit lachende Peter Post, op de VARA-televisie, toe. "Als ik zeg dat ik nooit doping gebruik dan zegt iedereen dat ik een komediant ben. Als ik 's winters 12 of 13 zesdaagsen rij, waarvan vaak wel drie of vier achter elkaar, dan slaap ik soms maar twee uur voordat de volgende wedstrijd begint. Om niet op de fiets in slaap te vallen wil ik wel eens wat nemen. Een opkikkertje heb je echt nodig als je een maand aaneen op de fiets zit."
Oud- wielerverslaggever van dagblad 'De Tijd' Frans Nypels zegt dat de dood van Simpson slechts 48 uur zijn uitwerking heeft gehad: “Ik kan me nog herinneren dat ik ’s avonds op het strand zat en dat de renners waar ik een band mee had naar me toekwamen en tranen met tuiten huilden toen ze me vertelden welke risico’s ze liepen. Maar na 48 uur was het weer business as usual. Dom? Nee ze moesten toch hun geld verdienen?”
De eerste voorzichtige dopingcontroles
Amateuristische Nederlandse artsen
Over de effectiviteit en de gevolgen van dopinggebruik is in de jaren zestig nauwelijks nog iets bekend. Zelfs over de definitie van doping kunnen deskundigen het niet eens worden. Zo spreekt Mosterd over het "in de sport toepassen van onnatuurlijke middelen bij sportbeoefenaren met de bedoeling hen tot grotere prestaties te brengen". De Velser arts Rolink daarentegen is van mening dat van doping nooit sprake kan zijn als het middel wordt toegediend door een arts.
Simpsons dood leidt er toe dat tijdens de spelen van 1968 in Mexico Stad voor de eerste keer voorzichtig, steekproefsgewijs, geëxperimenteerd wordt met dopingcontroles. Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) verdeelt alle (tot dan) bekende middelen in twee categorieën en zet deze op een A-en een B-lijst. Op de A-lijst staan amfetamines en cocaïne-derivaten. Op de B lijst voornamelijk anabolica. Atleten worden geacht van beide lijsten niet te snoepen maar omdat anabole steroïden nog niet in de urine opgespoord kunnen worden wordt in de praktijk alleen op middelen van de A-lijst getest.
Ook in Nederland zit de schrik er goed in. Het artsentrio, bestaande uit de artsen De Jongste, Mosterd en chef-arts Willebrand, realiseert zich dat het wielrennen een bron van dopinggebruik is. Drie maanden voor het begin van de Spelen vindt er een ontmoeting plaats tussen de verzorgers, soigneurs en begeleiders van de Olympische wielerploeg en het drietal. Reden is de stijgende bezorgdheid die de artsen hebben voor de gezondheid van de wielrenners. In de hitte op 2000 meter hoogte moeten ze langdurig een enorme sportprestatie leveren die te vergelijken is met de inspanning die Tom Simpson moest leveren op de flanken van de Mont Ventoux en die hij met de dood moest bekopen.
"Wij wilden elk risico uitsluiten," zegt chef-arts Willebrand, bladerend in zijn fotoboek uit die periode. "Wat doping betreft stond de wielrennerij bekend als een dubieuze sport. En wij wilden er zeker van zijn dat soigneurs en verzorgers geen injecties aan sporters zouden geven. Het kon ons niet schelen of die picure uit vitamines of doping zou bestaan. Zij mochten de 'speer', zoals we dat in die tijd noemden, niet hanteren.” Voor Nypels was deze afspraak het gevolg van amateurisme onder de artsen die de sporters in Mexico zouden begeleiden.
“Overal in het buitenland werd er door de medische staven volop gespoten. Dat was daar helemaal geen discussie. Alleen in Nederland waren ze er op tegen en alleen maar omdat ze geen ervaring en kennis hadden. Een beetje arts had toch wel geweten dat een injectie met vitamines sneller haar werk doet dan een vitaminepil. Van die drie artsen was er geen een uit het wielrennen afkomstig. Het waren echt amateurs.”
Alle aanwezigen op de vergadering beloven geen injecties aan de renners te geven, ook soigneur Sjeng Collard. Voor Willebrand is dit voldoende.“ Ik was tevreden met deze toezegging. Wij geloofden echt dat er met deze afspraak een begin was gemaakt met dopingvrije spelen. Wisten wij veel. We waren zo naïef in die tijd. Echt amateurs.
De dag voordat de volledige Olympische ploeg naar Mexico vertrekt blijkt hoeveel waarde er aan het woord van soigneur Sjeng Collard geschonken moet worden. Bij controle van de bagage schrikt het NOC van de enorme hoeveelheid vracht die de wielerbond mee naar Mexico wil nemen. Een lading waar volgens de KLM ook een forse berg medicamenten deel van uitmaakt. Het NOC gaat ervan uit dat de artsen alle medicamenten voor de gehele ploeg meenemen. Soigneurs moeten zich beperken tot massageolie en handdoeken.
'Zal ik u eens wat zeggen dokter' schreeuwt een woedende Collard tegen De Jongste als deze hem opbelt en vraagt naar Schiphol te komen om opheldering te geven over de inhoud van zijn koffer, "als het zo moet dan haal ik mijn koffers op en rij weer naar huis. Voor mij hoeft het al niet meer." Mokkend komt Collard toch naar de luchthaven waar hij in aanwezigheid van dr. De Jongste zijn koffer openmaakt.
In zijn koffer worden naast vitamineprepaten, een forse hoeveelheid spuiten ook ampullen met het anabool steroïde duraboline aangetroffen. Daarnaast wordt er Nupercaine zalf verwijderd, een zalf die een lokaal verdovende werking heeft en die door de artsen beschouwd wordt als giftiger dan cocaïne.
“Ik hoopte dat deze waarschuwing voldoende zou zijn en dat het gedonder met doping nu wel afgelopen zou zijn,“ zegt Mosterd, “maar een paar weken later blijkt dat we gewoon continue bij de neus zijn genomen.”
Goud voor de wielerploeg
Gemengde gevoelens
Op de ochtend van 15 oktober maken de wielrenners René Pijnen, Joop Zoetemelk, Fedor den Hertog en Jan Krekels zich op voor hun 100 kilometer tijdrit. Nederland heeft op dat moment nog geen medaille gewonnen en ook van dit viertal worden geen wonderen verwacht.
Een kwartiertje voor het begin van de wedstrijd loopt Mosterd nietsvermoedend de massagekamer binnen en ziet Sjeng Collard een van de vier wielrenners masseren. "Ik zeg fluisterend tegen hem:'Sjeng wat doe je nu?' Staat hij een van die renners gewoon in te smeren met Nupercaine zalf, dezelfde zalf die op Schiphol uit zijn tas is gehaald. En dan zegt Sjeng:' niemand merkt er iets van,want voordat we na de race bij de dopingcontrole zijn, heb ik het er al afgewassen met alcohol.” Mosterd:”Ik kon niets doen. Ik kon die renner niet verbieden te rijden want dat doe je niet in die wereld,maar ik kreeg wel een nare smaak in mijn mond en voelde me echt belazerd en dacht nu worden we dus, verdomme, voor de derde keer bij de neus genomen."
'Uit het wedstrijdverslag van de 100 kilometer tijdrit, in het Nationale wielerblad, november 1968:'
"De 'snee' zat er bij onze landgenoten goed in. Captain Rene Pijnen- op diplomatieke wijze door coach Joop Middelink tot deze kwaliteit gebombardeerd - bleef zijn equipiers aanmoedigen. Krekels spoorde bergop uit alle macht. Den Hertog en Zoetemelk sneden door de bochten en bleven evenals Pijnen op het vlakke het tempo aangeven en zo hoog mogelijk opschroeven.
Alle lucht en macht persten zij uit hun lichaam, alle opgekropte concentratie ontlaadde zich in een enorme explosie welke zich uitstrekte over 100 kilometer. En toen Den Hertog tien kilometer voor het einde jammer genoeg lek reed, vermocht deze pech de grandioze galop van onze landgenoten niet stremmen. Krekels bleef als een furie doorhameren, vond in Zoetemelk een gretige assistent en nam de leidersrol van Pijnen met brie(m)over. De Brabander reed op zijn 'plafond' maar gaf niet af en raasde deze goedlopende wielermachine naar een werkelijk verbluffende zege. In 2 uur, zeven minuten en 49.1 seconde ofwel een gemiddelde van tegen de 46 kilometer per uur werd de karwei volbracht en kon wereldkampioen Zweden bijna 2 minuten verlies laten optekenen terwijl de Italianen nog eens een halve minuut meer achterstand moesten incasseren."
Ploegarts Wim Mosterd, nu: "Die wedstrijd heb ik met gemengde gevoelens bekeken. Aan de ene kant hoopte ik dat ze zouden winnen maar ik realiseerde me meteen dat winst voor veel narigheid zou zorgen. En toen ze wonnen was ik als de dood dat die zalf door de huid heen in het bloed zou worden opgenomen en bij een dopingcontrole een positieve urinereactie zou geven. Nu weten we dat die zalf geen enkel effect sorteert maar daar hadden we toen nog geen weet van."
Iedereen was dolgelukkig toen Pijnen, Zoetemelk, den Hertog en Krekels goud wonnen 'Zie je wel dat er zonder injecties ook gewonnen kan worden' hoorde Mosterd overal om zich heen verheugd roepen. Alleen Sjeng Collard zei niets. Mosterd:"Sjeng was hysterisch van vreugde. Als soigneur werkte hij zich natuurlijk verrot voor hen en hij was daardoor emotioneel betrokken maar hij ging als een gek tekeer en bleef maar juichen. Het was echt buiten alle proportie voor een begeleider."
Mede door de reactie van Collard, het voorval met de massagezalf voor de wedstrijd en de affaire op Schiphol besluit Mosterd om samen met De Jongste de kamer van Collard te inspecteren.
Inspectie kamer Collard
‘De spuiten staken van verre uit de prullenbak’
"Toen we die massagekamer binnen kwamen, zagen we de spuiten al van verre uit de prullenbak steken. Die bak hebben we meegenomen en onderzocht," weet Mosterd nog. "Temidden van watten, schillen en andere rommel vonden we talrijke lege ampullen. Vitamine A, B-12, neurobion. Redoxon, Fosselite en een groot aantal lege 2cc en 5cc spuiten. Ik geloof dat het wel om een stuk of 10 verschillende soorten stoffen ging waarvan de meeste overigens geen enkel effect hebben.
Goed verborgen ,in een leeg doosje dexapur vonden, we ampullen deka duraboline, een hormoon preparaat dat na langdurige ziekte wordt gebruikt om het lichaam weer op krachten te krijgen. Je zou het met nandrolon kunnen vergelijken, een middel waar nu met De Boer en Davids zo'n enorme heisa over is. Als je dat middel intramusculair inspuit dan krijg je gigantisch hoge spiegels dus dat is pure doping."
Direct na de inval door de artsen volgt een "verhoorsessie" met Sjeng Collard. 'Ja, Ik heb injecties met duraboline en vitamines gegeven. Ik wist dat het niet mocht maar ik heb het gedaan in het belang van de jongens. Ze waren echt in paniek toen ik hen mededeelde dat er niet meer gespoten mocht worden.' Zonder enige aarzeling geeft de soigneur, tijdens het verhoor, waarbij artsen, de leiding van de olympische ploeg en wielercoaches aanwezig zijn, toe dat hij tegen de voorschriften en afspraken in heeft gehandeld.
Mosterd: "Het was eigenlijk een heel prettig gesprek. Hij gaf alle beschuldigingen volmondig toe. Dat was wel handig want doping is alleen te bewijzen met politionele opsporing of als iemand zegt ik heb die en die met dat en dat middel geïnjecteerd. Sjeng zeg ik, dit was niet de afspraak. 'Dat kan wel zijn, zei hij 'maar ik heb mijn eigen verantwoordelijkheid en ik heb gedaan wat ik dacht dat ik moest doen.”
Collard is ervan overtuigd dat hij door journalist Frans Nypels is verraden. Hij weet zeker dat Nypels verhalen, over dopinggebruik, die hij hem in vertrouwen en in vriendschap heeft verteld doorgebriefdheeft aan de artsen. Reactie van Nypels:” Ik weet dat ik een interview heb gehad met de artsen drie weken voor de gouden race. Ik heb ze alleen gezegd dat zij niet begrepen wat er in de wielersport omging en dat er in het Olympisch dorp openlijk werd gesproken over doping en dat ik absoluut niet begreep waarom zij geen picures zetten. Ik heb niet gezegd dat die vier jongens picures zetten ik heb alleen gezegd dat het gebruikelijk is in de wielrennerij.”
Na de vergadering eisen de artsen dat Collard onmiddellijk uit het Olympisch dorp vertrekt maar tot de stomme verbazing van Mosterd krijgt Collard van de Chef de Mission, dr Dokkum, toestemming om de 800 meter atlete Maria (Mia) Gommers tijdens haar halve finale en finale wedstrijd te begeleiden. Door deze vrijheid gaat Collard zich steeds provocerender gedragen en als hij rondbazuint dat hem niets kan overkomen omdat Dokkum achter hem staat is voor Mosterd de maat vol." Zijn gedrag begon ons mateloos te irriteren. Hij noemde ons behoudend en ouderwets en dat was het moment waarop we een ultimatum stelden: "Sjeng binnen 24 uur eruit of wij eruit."
Sjeng Collard naar huis gestuurd
‘Ik ben heel tevreden’
Op zondagochtend 20 oktober wordt soigneur Sjeng Collard op het vliegtuig naar huis gezet. Voor de verzamelde pers in Mexico wordt verborgen gehouden dat hij doping heeft gespoten. Collard wordt naar huis gestuurd omdat hij gemaakte afspraken heeft geschonden zo is de officiële lezing. Pas als Collard op Schiphol aankomt en hij openlijk toegeeft dat hij drie van de vier renners duraboline heeft toegediend wordt in Mexico stad duidelijk wat de ware reden van Sjengs vertrek is.
De Medische Commissie van het IOC buigt zich nog over de doping-affaire maar besluit dat bij de dopingcontrole die na de wedstrijd heeft plaatsgevonden niets onreglementairs is aangetroffen en dat de renners daarom vrijuit gaan. Vergeten wordt te melden dat anabole steroïden nog niet in urine kunnen worden opgespoord. Voor het IOC is de zaak afgedaan. Nederland heeft goud gewonnen op de 100 kilometer tijdrit. Nederland juicht en Frans Nypels wordt de resterende vijf dagen in Mexico behandeld als een paria. “Ik werd beschouwd als degene die z’n mond had opengedaan waar ik mijn mond had moeten houden. Die aanval van Sjeng is een enorme aanslag op mijn integriteit geweest, waar ik nog een hele tijd last van gehad heb.”
Last van zijn geweten heeft Collard niet. Op Schiphol verklaart hij tegen tv-verslaggever Barend Barendse weliswaar dat hij afspraken heeft gebroken maar dat hij dat niet mee zit. Zonder spijt of gêne beweert hij: "Doordat ik een regel heb gebroken - en ik wist heel goed wat ik deed -
is Nederland wel vier gouden jongens rijker. Ik ben heel tevreden."
Sjeng Collard is inmiddels overleden en kan niet meer om commentaar gevraagd worden. De ‘vier gouden jongens’ weigerden pertinent om voor de camera hun verhaal te vertellen.
Tekst en research: Hein Hoffmann, Yfke Nijland
Reportage: Hein Hoffmann
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: