Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
18 september 2001

München 1972

terrorist op balkon
Bekijk Video
25 min

Dinsdag 11 september, nu precies een week geleden, kon de hele wereld live op CNN volgen hoe een aanslag werd gepleegd op het WTC in New York. Korte tijd later volgden beelden van de aanslag op het Pentagon in Washington. De nog onbekende terroristen hadden gebruik gemaakt van vier passagiersvliegtuigen. Via de televisie werd de hele wereld betrokken bij het drama in de Verenigde Staten.

De eerste keer dat mensen wereldwijd aan de buis gekluisterd zaten om een terroristische aanslag te volgen, was bij de Olymische Spelen van 1972. Het terroristische gevaar kwam bij wijze van spreken zo de huiskamer binnen. Ook was men getroffen door het feit dat een symbool van vrede en broederschap bezoedeld werd. Als direct gevolg van deze aanslag werden in verschillende West-Europse landen anti-terreureenheden opgericht. In Duitsland was dat de GSG-9 (Grenzschutzgruppe-9). In Nederland was dat de BBE (Bijzondere Bijstands Eenheid), die later ingezet werd bij de Molukse gijzelingen en treinkapingen.

München 1972

Vrolijke Spelen

Vrolijkheid en vrede hadden de Olympische Spelen van 1972 in München moeten kenmerken. Duitsland zou hiermee voorgoed afrekenen met de herinnering aan de Spelen van ’36, die in aanwezigheid van Adolf Hitler hadden plaatsgevonden. Zo mochten veiligheidsagenten niet opzichtig in uniform rondlopen. De agenten kregen voor de gelegenheid andere werkkleding. Volgens politiepsycholoog Georg Sieber deed het pakje de stoere politiemensen eruit zien als verklede vrouwen: ‘Ze hadden een pak met een witte muts, die ze thuis nooit zouden mogen dragen.’ Maar ook over deze Spelen zou een onuitwisbare schaduw vallen. Op vijf september‘72 klommen Palestijnse terroristen vroeg in de ochtend met sporttassen en gekleed in trainingspak over de muur van het Olympisch Dorp en drongen het woonverblijf van de Israëliërs binnen. In de sporttassen waren machinepistolen verborgen. De atleten werden volledig verrast. Enkelen wisten te ontsnappen via het raam, anderen probeerden zich te verzetten. De terroristen schoten twee sporters neer en namen negen anderen in gijzeling.

Gijzelingsdrama

'The Games must go on'

De terroristen maakten zich bekend als leden van de Zwarte September beweging, een Palestijnse splintergroepering. De terroristen eisten de vrijlating van 234 Arabische en Duitse gevangenen, waaronder enkele RAF-leden. Daarnaast wilden ze een vliegtuig en een vrije aftocht in ruil voor de vrijlating van de atleten. De Duitse politie was totaal niet voorbereid op een dergelijke actie. Golda Meir, de premier van Israël, had inmiddels via Bondskanselier Willy Brandt laten weten dat Israël onder geen beding onderhandelde met terroristen. Het hoofd van de politie te München en bevelhebber van de veiligheidstroepen bij de Spelen, Manfred Schreiber, besloot daarop om de gegijzelden met geweld te bevrijden. Schreiber stond niet alleen in de besluitvorming: hij had voortdurend overleg met Willy Brandt, met de bondsminister van binnenlandse zaken Hans Dietrich Genscher en met de minister van justitie van Beieren Bruno Merk. Brandt en Genscher boden zelfs aan om de plaats van de gegijzelde Israeliërs in te nemen, de terroristen gingen hier echter niet op in. Schreiber liet tanks en scherpschutters aanrukken, maar liet de terroristen in de waan dat ze een vrije aftocht kregen. Met twee helicopters werd de groep naar het vliegveld Fürstenfeldbruck gebracht, waar een vliegtuig voor de terroristen klaar stond.

Op het vliegveld stonden vijf scherpschutters klaar. Te laat bleek dat er niet vijf maar acht terroristen waren.Tussen de politie en de terroristen ontstond een vuurgevecht waarbij alle gijzelaars en vijf terroristen gedood werden. Tot op de dag van vandaag is het onduidelijk hoeveel gijzelaars door de Duitse politie neergeschoten zijn en hoeveel door de terroristen. Het onderzoek en de identificatie van de doden werden bemoeilijkt omdat een terrorist op het laatste moment een handgranaat in een van de helicopters had kunnen gooien. De politie kon drie terroristen gevangen nemen. Bij de schotenwisseling werd één Duitse agent neergeschoten.

Korte tijd later, eind oktober 1972, kaapten leden van de Zwarte September beweging een Lufthansa vliegtuig en eisten de vrijlating van deze drie terroristen. De Duitse regering ging hierop in, onder zwaar protest van Israël. Als vergelding voor de vrijlating van de terroristen bombardeerde Israël vier Palestijnse trainingskampen bij Damascus.

Ondanks het drama gingen de Spelen door, ‘the Games must go on’, zoals IOC-voorzitter Avery Brundage het uidrukte. De Israelische sportploeg keerde terug naar huis met de elf doden. Enkele individuele atleten uit Nederland, Noorwegen en de Filipijnen besloten eveneens de Spelen te verlaten. De vrolijkheid en vredigheid die de Spelen tot dan toe wel degelijk gekenmerkt hadden, waren voorgoed verdwenen.

De westerse wereld reageerde geschokt, maar onder Palestijnen overheerste een ander gevoel. Terrorisme-expert Yezid Sayigh, zelf Palestijns vluchteling, legt uit, hoewel hij terrorisme verafschuwt, dat de aanslag veel van zijn Palestijnse leeftijdgenoten een gevoel van genoegdoening gaf: ‘De hypocrisie van de wereld, het met twee maten meten, het 24 jaar lang negeren van de Palestijnse vluchtelingen... Die zelfingenomen wereld had een tik gekregen.’

Falend politie-optreden

'Karrenvrachten dreigbrieven'

De gebeurtenissen op 5 september ‘72, sindsdien ‘zwarte dinsdag’ genoemd, maakten het falen van de Duitse politie pijnlijk duidelijk. Zwi Zamir, het toenmalige hoofd van de Israëlische geheime dienst, de Mossad, die de avond van de 5e september ijlings vanuit Israël naar München vertrok, heeft geen goed woord over voor het Duitse politie optreden: ‘De zogenaamde scherpschutters hadden de verkeerde wapens, ze hadden nauwelijks een plan van aanpak. Het was een armzalige vertoning en een abominabel optreden.’ De vraag is of de Duitse politie de dramatische afloop had kunnen voorkomen.

Voordat het drama in München plaatsvond, waren er verschillende dreigbrieven ontvangen of onderschept. De politie sprak van ‘karrenvrachten.’ Sieber zegt hierover: ‘Uit het woord “karrenvrachten” maak ik op dat ze dachten dat het om doorsnee gekken ging.’ Bij de karrenvrachten zaten ook brieven van de PLO. Psycholoog Sieber had begin ’72 op verzoek van de veiligheidsdiensten een rapport geschreven over mogelijke aanslagen tijdens de Spelen. In een van de scenario’s staan de volgende profetische woorden: ‘Om vijf uur in de morgen klimt een commandogroep over de muur van het Olympisch dorp. De indringers bezetten de woning waar de Israëlische ploeg is gehuisvest. Er worden schoten gehoord en er wordt rook gezien...’ Tot grote frustratie van Sieber legden de bestuurders het rapport naast zich neer. De politie redeneerde dat als de zaak uit de hand zou lopen, het leger ingeschakeld zou worden en die zouden het dan verder wel oplossen. Sieber stelde voor om dan tenminste enkele maatregelen te nemen als het spreiden van de Israëlische atleten over verschillende woningen. Ook dit advies werd niet opgevolgd.

De Duitse autoriteiten stelden achteraf dat Israëlische veiligheidsagenten zich tevoren op de hoogte gesteld hadden van de veiligheidsmaatregelen rond het Olympisch Dorp. Zij zouden zich ‘niet ontevreden’ hebben betoond. Later beweerde Israël dat hun adviezen over verbeteringen van de veiligheidsmaatreglen en hun aanbod om enkele specialisten als adviseurs te sturen, door de Duitse politie afgewezen waren. De Duitsers beweren echter dat de hele zaak op bevel van Israël afgehandeld is zoals hij is afgehandeld.

Terrorisme was in Duitsland niet onbekend. De Baader-Meinhof Gruppe, ook wel de RAF (Rote Armee Faktion) genoemd had de natie al eerder opgeschrikt. Deze groep had echter nooit gijzelingsacties van een dergelijke omvang ondernomen. Volgens Sieber pakte de politie de zaak aan als een militaire operatie, een kapitale blunder. Men had hier te maken met terroristen die wilden sterven voor hun zaak, die werden door militair machtsvertoon eerder getimuleerd in dit streven dan dat zij daarvan afgebracht werden.

Israëls wraak

‘Topmensen in hun eigen huis niet veilig’

Na de aanslag in München wilde Israël wraak nemen. De dag na de aanslag, 6 september ’72, bombardeerde Israël doelen in Syrië en Libanon, waarbij enkele honderden burgerslachtoffers vielen. De VN keurde deze actie af, maar deed niets onder druk van Amerika. George Bush sr., toen VN ambassadeur, gaf de volgende verklaring voor het Amerikaanse standpunt: ‘We are implementing a new policy that is much broader than that of the question of Israel and the Jews. What is involved is the problem of terrorism, a matter that goes right to the heart of our civilized life.’

Naast de bombardementen direct na het drama in München, besloot Israël om de mensen die de aanslag uitgevoerd hadden alsmede de sleutelfiguren achter de operatie op te sporen en te liquideren. Golda Meir droeg de Mossad op deze taak in het diepste geheim uit te voeren. In 1993 heeft generaal Aharon Jariv in een televisie-interview bevestigd dat deze opdracht in ’72 werd gegeven. Deze aanpak stuitte op verschillende problemen. Hoe definieerde men betrokkenheid? Was iemand al betrokken bij de aanslag in München als hij een terrorist onderdak gegeven had? Sayigh zegt bovendien dat ‘de Zwarte September beweging eerder een naam was die naar buiten toe voor de pers gebruikt werd, maar dat het in feite een ongestructureerde beweging was van El Fatah leden die om de macht streden.’ Daarnaast liquideerde de Mossad personen in het buitenland zonder medeweten van de betreffende regering. Zo werd in Parijs de PLO-man Hamsjari vermoord: hij nam de telefoon op waarna een electronisch signaal een bom tot ontploffing bracht. In Beiroet werden drie Palestijen vermoord. Eveneens in Parijs werd een autobom tot ontploffing gebracht.

Volgens Jariv was het effect geweldig: ‘Ineens waren zelfs de topmensen in hun eigen huis niet meer veilig.’ Op de vraag of het voor een democratisch land niet moeilijk was om een dergelijke operatie uit te voeren, antwoordt Jariv: ‘Zeker was dat moeilijk. Vooral omdat Golda Meir moeite had met het in koelen bloede laten doden van mensen. Het was geen oorlogssituatie. Maar we hadden geen keus.’

De identificatie van de kandidaten voor liquidatie verliep niet altijd vlekkeloos. Zo vermoordde de Israëlische geheime dienst in 1973 een onschuldige Marrokaanse kelner in het Noorse Lillehammer. Dit leverde een diplomatiek schandaal en de arrestatie van zes Mossadagenten op. Twee mensen die op de ongeveer vijftien namen tellende liquidatielijst stonden, wisten te ontsnappen, onder wie Abu Daoud, het brein achter de aanslag. Zamir wil liever niet in detail treden over de liquidaties. In het algemeen zegt hij erover: ‘Iedereen die een terroristische aanslag pleegt op joden, wordt gestraft. Het zal tijd kosten, maar we zullen hem vinden en hij zal gestraft worden.’ Pas in juni 1992 werd in Parijs de laatste ‘München-terrorist’ omgebracht.

Wraak en democratie

Oorlogsverklaring aan het internationale terrorisme

Amerika wil wraak voor de aanslagen in New York en Washinton. President Bush heeft reeds de oorlog verklaard aan het internationale terrorisme. Op dit moment lijkt het erop dat hij als eerste Afghanistan wil bombarderen, waar het Taliban regime bescherming zou bieden aan de man die door de Verenigde Staten verantwoordelijk wordt gehouden voor de aanslagen: Osama Bin Laden.

Het is vooralsnog afwachten wat de reactie van de VS precies zal zijn. Sayigh hoopt dat Bush en zijn regering geen onbezonnen maatregelen nemen: ‘Het zou vreselijk zijn voor de VS of welk land dan ook, als de roep om wraak het wint van democratische en rechtmatige normen. Geweld is begrijpelijk, zo lang het maar binnen bepaalde grenzen blijft. Het grote gevaar is dat hele samenlevingen, culturen of landen de schuld kunnen krijgen. En dat zou fundamenteel en moreel verkeerd zijn.’

Tekst: Sytske de Jong
Research: Karin van den Born, Laura van Hasselt, Ankie Reches
Regie: Gerda Jansen Hendriks, Hein Hoffmann, Jan Eikelenboom en Matthijs Cats

Geïnterviewden Bronnen
  • Terrorisme-expert Yezid Sayigh
    Yezid Sayigh

    Terrorisme-expert

  • De politiepsycholoog Georg Sieber
    Georg Sieber

    Politiepsycholoog

  • The Mossad-Inside Stories

    D. Eisenberg, The Mossad-Inside Stories: Israel's Secret Intelligence Service (1999).

  • Gideons's Spies

    G. Thomas, Gideons's Spies: The Secret History of the Mossad (St Martin's Press; New York 1999).

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: