Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
12 oktober 2000

De Korea Oorlog

Tekening uit boek M.D. Schaafsma
Bekijk Video
1 min
Foto van Starhill

Een vergeten oorlog

Afgelopen zomer was er, precies 50 jaar na het uitbreken van de Koreaanse oorlog, voor het eerst sprake van echte toenadering tussen Noord- en Zuid-Korea. In de strijd die in 1950 volgde op de inval van het noorden in Zuid-Korea namen ook Nederlanders deel. Vrijwilligers, die betrokken raakten in de bloedigste, maar tevens meest vergeten oorlog van de twintigste eeuw. Nederlanders vormden maar een heel klein deel van de troepen die in Korea vochten. Er zijn 5.7 miljoen Amerikaanse soldaten naar Korea gestuurd, ruim 50.000 van hen sneuvelden. Het Zuid-Koreaanse leger telde eveneens 50.000 gesneuvelden. Van de Engelsen sneuvelden er ruim 1000. Amerikaanse schattingen van verliezen aan communistische kant: 400.000 Chinezen, waaronder de oudste zoon van Mao, en 200.000 Noord-Koreanen. Onder de burgerbevolking in Noord-Korea vielen naar schatting 2 miljoen doden, zo'n 20 % van de bevolking. Deze maand is het 50 jaar geleden dat het eerste detachement Nederlanders naar Korea vertrok. Bovendien publiceert de Sectie Militaire Geschiedenis van het Ministerie van Defensie het boek ‘Focus op Korea’ dat gaat over de beeldvorming van deze oorlog.

Foto van tentenkamp NDVN

Noord- en Zuid-Korea

Sinds 1910 was Korea als provincie onderdeel van het Japanse Rijk. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd het noorden van Korea bevrijd door de Sovjet troepen; het zuiden door de Amerikanen. De 38e breedtegraad werd aangewezen als scheidslijn tussen het communistische Noord-Korea en het kapitalistische Zuiden. In het zuiden kwam de pro-Amerikaanse Syngman Rhee aan de macht. Het noorden werd bestuurd door de communistische Kim Il Sung.
Dit alles speelt aan het begin van de Koude Oorlog. De scheidslijn tussen Oost en West tekent zich af. De Sovjetunie verstevigt zijn greep op de gebieden die het aan het einde van de Tweede Wereldoorlog had bevrijd. In Tsjechoslowakije, Polen, Roemenië, Hongarije en Bulgarije worden communistische regeringen in het zadel geholpen of gesteund. Over Turkije wordt door Oost en West nog geruzied; in Griekenland wordt gevochten. In 1948 zetten de Verenigde Staten een luchtbrug in als de Sovjetunie de toegang tot Berlijn heeft geblokkeerd. In 1949 brengt de Sovjetunie haar eerste atoombom tot ontploffing. In datzelfde jaar weet Mao de burgeroorlog in China te winnen en wordt een groot gebied in Azie communistisch. De nationalistische Chinezen vluchten met Chiang Kai-shek naar Taiwan.
Tegen deze achtergrond speelde zich de inval van Noord-Korea in Zuid-Korea af. Op zondag 25 juni 1950 trokken Noordkoreaanse troepen over de 38e breedtegraad en rukten op tot een klein gebied rond de havenstad Pusan, helemaal in het zuiden van Zuid-Korea, waar hun offensief op 12 september tot staan werd gebracht.

Foto van een loopgraaf

De Verenigde Naties

De Verenigde Staten zagen in de inval de hand van de Sovjetunie. In de dagen direct na de inval kwam de Veiligheidsraad van de VN op verzoek van de Verenigde Staten bijeen. Er werden resoluties aangenomen, waarin werd gevraagd om de terugtrekking van de Noordkoreaanse troepen en Noord-Korea werd bestempeld als agressor. Op 27 juni werd gestemd over een resolutie die voorzag in het onder de vlag van de VN ingrijpen in het conflict. De stemming zou ongetwijfeld gedwarsboomd zijn door de Sovjetunie, ware het niet dat de Sovjets de vergaderingen van de VN boycotten. Zij protesteerden hiermee tegen het feit dat de Chinese permanente zetel in de Veiligheidsraad nog altijd werd bezet door de nationalisten en niet door de communisten van Mao. Door deze Russische boycot kregen de Amerikanen het voor elkaar dat een door de hun gedomineerde interventie-macht onder het mandaat van de VN ging opereren. Sterker nog, al voordat de resolutie werd aangenomen, was president Truman begonnen met het sturen van troepen, die op deze manier achteraf onder de vlag van de VN werden geplaatst.

Foto van wervingsaffiche

De Nederlandse regering

 

Toen de Nederlandse regering het verzoek van de VN kreeg troepen te sturen, stond zij niet meteen te trappelen om mensen te sturen. De oorlog met Indonesië was net achter de rug. In Nederland was het de tijd van de wederopbouw. Schoorvoetend stelde de regering eerst een ambulance ter beschikking, gevolgd door de torpedobootjager Hr. Ms. Evertsen, die in juli opstoomde naar de Koreaanse kust. Nadat de de VS hadden gedreigd de Marshallhulp aan Nederland te verminderen als er niet meer geld aan Defensie werd besteed, ging de regering tijdens de ministerraad van 17 juli uiteindelijk akkoord met het zenden van vrijwilligers, als de Verenigde Staten dit zouden willen. Vooral premier Drees maakte zich erg sterk voor het sturen van vrijwilligers in plaats van het verplicht uitzenden van legeronderdelen. De vrijwilligers zouden echter in eerste instantie worden geworven binnen het beroepsleger. Pas in het voorjaar van 1952, toen de aanmelding vanuit het leger voor aanvulling en aflossing van de Korea-gangers terug liep en er minder Koreagangers bijtekenden dan verwacht, werd een landelijke advertentiecampagne gestart. Op 11 augustus 1950 maakte de regering de eisen bekend waaraan moest worden voldaan. Naast een minimum leeftijd van 19 jaar en maximaal 35 jaar, stelde de regering vooral dat er een werkelijke dienst van twaalf maanden moest zijn voltooid. Omdat de toeloop voor de eerste aanmelding groot was, werd een week later bekend gemaakt dat er een voorkeur zou uitgaan naar militairen die tropenervaring hadden. Vooral militairen van het Korps Speciale Troepen in Indonesie zouden voorrang krijgen.

Voor de eerste lichting meldden zich in totaal 1670 vrijwilligers aan. Het aantal afvallers was vervolgens enorm: 453 lieten na hun eerste aanmelding niets meer van zich horen. 418 militairen werden afgekeurd op leeftijd of waren te kort in dienst geweest. Van de overgebleven 799 verschenen er nog eens 100 niet op de keuring en op de keuring viel nog eens 25% af. Daardoor bleven er iets meer dan 500 over.

Eerste lichting NDVN

Het Nederlands Detachement bij de Verenigde Naties in Korea (NDVN)

Op 15 oktober 1950 werd het Nederlandse Detachement Verenigde Naties officieel opgericht en op 26 oktober 1950 vertrok de eerste lichting van 636 man vanuit de haven van Rotterdam per boot naar Korea. Deze eerste lichting kwam een maand later in Pusan in Zuid-Korea aan en kon meteen aan de slag. Het werd ingedeeld bij de Amerikaanse 2de Divisie Infanterie (‘Indian Heads’). Van de eerste lichting zouden in totaal 56 militairen sneuvelen en 150 gewond raken, onder andere tijdens de slagen bij Hoengsong en heuvel 325 in maart 1951 Onder hen was de overste van het detachement, lt.-kol. M.P.A. den Ouden, die sneuvelde op 12 februari 1951.

L. Sinke

Het Colombo-incident en de militaire verslaggeving

Regelmatig vertrokken militairen vanuit Nederland naar Korea om het Nederlandse detachement aan te vullen en af te lossen. Op 21 juli 1951 vertrok vanuit de haven van Rotterdam het Amerikaanse troepenschip Gen. MacRae met aan boord een lichting Nederlandse militairen. In alle havens die werden aangedaan bestond de mogelijkheid tot passagieren. Zo niet in Colombo, op het tegenwoordige Sri Lanka. De gouverneur van Sri Lanka had het aan land gaan van de militairen verboden. Een groot deel van de militairen aan boord had zijn zinnen echter op een kort verblijf in Colombo gezet. Er brak op 11 augustus een muiterij uit, waarbij rake klappen vielen en soldaten van boord renden en sprongen. In totaal verdwenen 54 Nederlanders van boord. Nog diezelfde avond waren ze allemaal weer aan boord, werd er een soort van krijgsraad gehouden, maar bleven ernstige straffen uit, terwijl daar normaal gesproken een straf van twaalf jaar op stond.
Aan boord van het schip bevond zich ook een militair correspondent van de Leger Voorlichtingsdienst (LVD). Hij was aan het detachement toegevoegd om over de oorlog in Korea, maar meer in het bijzonder over de verrichtingen van het detachement te schrijven. In het boek ‘Focus op Korea’ wordt uitvoerig ingegaan op de verslaggeving door de correspondenten en de censuur van de LVD. Het blijkt dat naast de censuur die werd toegepast door de LVD –er mocht geen kritiek op de Amerikanen worden geleverd en de reputatie van het detachement moest schoon worden gehouden, ook de correspondenten zelf nogal wat censureerden. Over Colombo schreef correspondent Ben Koster: ‘In Colombo brak een militair oproer uit omdat de heren niet van boord mochten. De troep was niet meer te houden en de muitende Belgen bleken de aanstokers van dit militaire oproer. Het zag er niet best uit. Wel voor een verhaal van een burger journalist, niet voor een gegradueerd reporter. Ik stuur u dit rapport toe, omdat ik voorzie dat uit brieven van de soldaten wel het een en ander zal worden gepubliceerd in linkse bladen’.

Wapenstilstand, maar geen vrede

Al in 1951 werd begonnen me vredesbesprekingen, eerst in Kaesong, daarna in Panmunjom. Ondertussen ging de oorlog gewoon door en pas twee jaar later zou de eerste overeenstemming worden bereikt. Op 27 juli 1953 werd door de betrokken partijen een wapenstilstand getekend. Hiermee was echter nog geen vrede bereikt. Noord- en Zuid-Korea zijn nog altijd op voet van oorlog. Korea bleef gedeeld door de zwaar bewaakte scheiding op de 38e breedtegraad. Bijna vijftig jaar lang is er nu over vrede gesproken in het grensgebied tussen beide landen. Zuid-Korea ontwikkelde zich in die tijd tot een industriële mogendheid, Noord-Korea zonderde zich af van de wereld en bleef straatlengten achter. Sinds de zomer van dit jaar, vijftig jaar na het uitbreken van de oorlog, lijkt er opeens sprake van toenadering. De leiders van beide landen hadden een historische ontmoeting en gaven toestemming voor een beperkt bezoek van families over en weer. Bij de viering van het 55-jarig bestaan van Noord-Korea eerder deze week, werd een aantal overheidsfunctionarissen uit Seoel uitgenodigd. Het zijn de eerste stappen op weg naar vrede en wellicht de hereniging.

Peace-keeping en peace-enforcing

Korea was het eerste optreden van de VN in een oorlogssituatie. In tegenstelling tot de latere peace-keeping missies, was Korea ook de enige peace-enforcing missie. De VN had in Korea tot doel vrede te bewerkstelligen in plaats van te dienen als buffer om de vrede te bewaren. Peace-enforcing betekent echter oorlog en een oorlog brengt doden met zich mee. Nederland staat op het punt een bijdrage te leveren aan de vredesmacht in Eritrea. De veteranen zijn verdeeld over het nut van deze missie. Ze zijn het over één ding wel eens: als je meedoet aan een VN-missie, of het nu peace-enforcing is, zoals zij hebben gedaan, of peace-keeping zoals alle volgende missies, de voorbereiding moet goed zijn. Ze worden boos over de meer recente missies: 'Als je ziet met welke bewapening ze de jongens naar Libanon of Bosnië hebben gestuurd. Veel te licht. Ik kon schieten, zij niet. Als je als land een bataljon wilt sturen moet je geen 70 procent ter beschikking stellen, moeten de jongens weten wat aanpakken is en moet je ze goede bewapening en goede spullen meegeven. Nederland zorgt daar niet voor. Nederland wil graag meedoen, maar niet betalen. Hoe kun je twee partijen uit elkaar houden zonder zelf wapens te hebben. Als je het toch doet, doe het dan goed. Doe het gewapend. Je wordt belazerd, ook in Korea was dat zo. Nederland stuurde een flut bataljon, een bataljon met niks, oude troep, geen slaapzakken, kleren moest je stelen. De goede uitrusting kwam van de Amerikanen.'

Tekst: Rob Bruins Slot
Samenstelling en regie: Gerda Jansen Hendriks
Research: Hendrina Praamsma en Rob Bruins Slot

Bronnen

BEELDEN
Het archiefmateriaal in de uitzending is voornamelijk afkomstig uit Polygoonjournaals uit de jaren 1950-1952. Polygoon nam voor de berichtgeving over Korea vooral Amerikaanse journaals over. Dat is te herleiden aan het Amerikaanse commentaar dat bewaard bleef op één van de twee geluidssporen. Dat commentaar was vaak feller en anti-communistischer van toon dan het Nederlandse commentaar van Polygoon. Er is één speciaal Polygoonjournaal over het NDVN, opgenomen tijdens een rustperiode achter het front. De mannen spelen daarin een partijtje voetbal of schrijven brieven naar huis. Het thuisfront mocht vooral niet ongerust worden. Beelden van gewonde of dode soldaten zijn in Polygoonjournaals nauwelijks te zien. De echte gevechtsbeelden zijn –ook in de VS- pas later vrijgegeven. Dergelijke beelden in de uitzending zijn afkomstig uit de archieven van Pathé. De beelden van het Nederlandse monument in Korea en de militaire begraafplaats aldaar zijn afkomstig uit de NOS documentaire 'Het vergeten bataljon', die in 1980 werd uitgezonden.

Literatuur

Herman Roozenbeek, Bernadette Kester en Okke Groot, Focus op Korea. De rol van de Nederlandse pers in de beeldvorming over de Korea-oorlog 1950-1953 (De Haag 2000)
Lt.-Kol. M.D. Schaafsma Het Nederlandse Detachement Verenigde Naties in Korea 1950-1954 (SdU 1960; heruitgegeven door de Vereniging Oud Koreastrijders VOKS 2000)
A.R.J. ten Velde, Nederlanders in de Korea-oorlog (Utrechtse Historische Cahiers, jaargang 4, 1983 nr. 1)
‘Oorlog in Korea’ en ‘Bestand in Korea’, deel 27 en 28 van Onze Jaren 40-75. 25 jaar wereldgeschiedenis (Antwerpen 1972)

In Korea werd echt gevochten

De militairen werden op 22 augustus in Pusan aan land gezet. Net als de eerste lichting van het Nederlandse Detachement, kwam ook deze aflossing terecht in een aantal bloedige veldslagen. Gedurende de hele maand oktober 1951 werd er hevig gevochten om een bergrug met de naam Heartbreak Ridge. Enkele maanden later, in februari 1952 raakte het bataljon bij Star Hill in gevecht met Noordkoreanen en Chinezen.
‘Het was een verschrikking. Er waren geen wegen. Ga maar eens een wildernis in en hang 50 kilo op je rug. En dan klimmen en kruipen op handen en voeten. Er waren jongens bij die onderweg alles weggooiden, de kleding, de uitrusting. Bij wijze van spreken gooiden ze hun vloeitjes weg, zo zwaar was het. En dat in het hartstikke donker. Ik heb onze lieve heer gevraagd ‘ maak er een eind aan’. ‘s Morgens vroeg kwamen onze verkenners terug, gewond, ze waren in een hinderlaag gelopen. Wij moesten toch naar boven. Ik zei nog: ‘luit, zal ik vuur uitbrengen dan zie ik waar vandaan teruggeschoten wordt’. ‘Nee’, zei hij, ‘er zitten alleen Amerikanen’. Ik liep voorop met achter me een hele groep.We riepen: ‘Don’t shoot, we are Dutchies’. We dachten echt dat er Amerikanen zaten. En toen bleek dat we zo een groep Chinezen tegemoet liepen. Ik zie een bos handgranaten voor mijn voeten vallen. Pantservesten hadden we nog niet. Ik probeer me om te draaien, ik kon niet wegduiken want daar was een ravijn. Terwijl ik me omdraai ontploffen de granaten. Ik zat helemaal vol. Een maat van me raakte ook gewond. Het hele peloton zat in de knoei. We zijn naar beneden gerold, het ravijn in. Daar lagen we dan. We zijn naar boven gekropen en vonden daar een hulppost waar we verbonden zijn. Daarna werden we afgevoerd met een hele colonne; er waren een heleboel gewonden. Die dag zijn er 10 doden en 64, 65 gewonden gevallen’.
In totaal zijn er in de periode 1950 tot 1954 3418 Nederlandse militairen naar Korea uitgezonden geweest. Daarnaast zijn ook 1896 mariniers bij de oorlog betrokken geweest. Het aantal zieken en gewonden onder de Nederlandse bijdrage bedroeg 645. 120 Nederlandse militairen sneuvelden; 116 van hen liggen begraven op het VN oorlogskerkhof even buiten Pusan in Zuid-Korea. Drie leden van het Nederlandse Detachement zijn nog altijd vermist.

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: