De Beatle-boycot
Augustus 1966, Hilversum. De Beatles waren op het hoogtepunt van hun roem toen DJ Skip Voogd werd opgebeld door zijn chef Lex Karsemeyer. John Lennon zou gezegd hebben dat de Beatles populairder waren dan Jezus en daarom mocht er voorlopig geen enkele plaat van de Beatles op de radio worden gedraaid. Althans, niet door een DJ van de NCRV. Het feit dat die week het nieuwe Beatle-album Revolver uitkwam, kon niets aan de beslissing veranderen: de directie had de Beatles in de ban gedaan en daarmee was de discussie gesloten. Skip Voogd moest de hit ‘Eleanor Rigby’ aan zich voorbij laten gaan.
Voogd: ‘Alle medewerkers van de afdeling lichte muziek legden zich daar maar bij neer en we draaiden dus geen Beatles, maar ik persoonlijk vond het dus een beetje waanzin. Bovendien was het nog waar ook natuurlijk, want inderdaad de uitspraak van John Lennon, dat ze populairder waren, de Beatles, dan Christus, dat klopte natuurlijk.’
Het beruchte interview met John Lennon
De reden voor de boycot was een interview van John Lennon, waarin hij onder meer zei dat de Beatles populairder waren dan Jezus. Dat was een opmerking die niet alleen bij de NCRV-directie slecht viel. Het beruchte artikel verscheen al op 4 maart in de London Evening Standard, maar zorgde pas in augustus 1966 voor een rel toen het Amerikaanse tienermagazine Datebook eruit citeerde en heel christelijk Amerika op zijn achterste benen stond. De letterlijke tekst luidde:
‘Christianity will go. It will vanish and shrink. I needn’t argue about that; I’m right and I will be proved right. We’re more popular than Jesus now; I don’t know which will go first – rock’n’roll or Christianity. Jesus was all right, but his disciples were thick and ordinary. It’s them twisting it that ruins it for me.’
Reacties in Amerika
In Amerika ging het er wat heftiger aan toe dan in Nederland, waar de NCRV de enige omroep was die besloot tot een boycot. In de eerste week van augustus escaleerde de zaak. In Nashville (Tennessee) werd een publieke Beatle-verbranding georganiseerd. Duizenden mensen keken toe hoe platen van de Beatles op een brandstapel werden gegooid en scandeerden anti-Beatles leuzen. In de daaropvolgende dagen werden in de hele Bible Belt demonstraties en ‘Beatle-burnings’ georganiseerd. Sommige winkels weigerden nog Beatle-muziek in te kopen en in totaal 35 Amerikaanse radiostations draaiden hun muziek niet meer. Kerkelijk leiders riepen op tot een boycot. Een van hen, pastoor Thurmond Babbs uit Cleveland, ging zelfs zo ver dat hij dreigde iedereen uit zijn kerk te weren, die naar een concert van de Beatles zou gaan. En ook de Ku Klux Klan wierp zich op als voorvechter van christelijk Amerika en nagelde Beatle-platen aan het kruis, om ze vervolgens ritueel in brand te steken. Al met al zagen de Beatles hun Amerikaanse toernee, die op 12 augustus zou beginnen, met angst en beven tegemoet.
Er waren natuurlijk ook genoeg mensen die hen wél graag zagen komen. Bijvoorbeeld de anglicaanse bisschop van Montreal, Kenneth Maguire. Hij wordt aangehaald in een artikel in de Telegraaf van 11 augustus 1966: ‘Het is nu eenmaal een feit, dat de mensen meer naar de Beatles luisteren dan naar Jezus. (..) Bij het enige opinieonderzoek naar populariteit in de tijd van Jezus, werd hij tweede achter Barabbas, de eisen die Jezus stelde hebben het nooit waarschijnlijk gemaakt dat hij veel succes zou hebben. (..) Begrijp dit niet verkeerd, maar eerlijk gezegd, heb ik altijd gewild, dat er een psalm zou worden gezet op de melodie van ‘Michèle’, ik vind, dat de Beatles geweldig zijn.’
Lennon biedt zijn excuses aan
De Beatles zelf waren aardig geschrokken van de affaire. Even is zelfs overwogen de Amerikaanse toernee af te zeggen, uit angst voor de persoonlijke bedreigingen die de Beatles nu ook ontvingen. Brian Epstein, manager van de Beatles, zette Lennon onder grote druk om publiekelijk zijn excuses aan te bieden. Met grote tegenzin stemde hij toe. Ringo Starr zegt in de nieuwe Beatles Anthology: ‘John did not want to apologise, because he didn’t say what they said. But what was happening around us was getting too violent, and so Brian asked him and kept asking him to say something, and in the end John realised that he’d have to go out and do it.’
De dag dat de Beatles aankwamen in Amerika, 11 augustus 1966, gaf Lennon een persconferentie in Chicago. Hij zei dat het hem speet dat iedereen zijn uitspraken zo verkeerd had opgevat, maar gaf zich ook niet geheel gewonnen. ‘I’m not anti-God, anti-Christ, or anti-religion. I was not knocking it. I was not saying we are greater or better. I think it’s a bit silly. If they don’t like us, why don’t they just not buy the records? (..) I’m sorry I said it for the mess it’s made, but I never meant it as an anti-religious thing. My views are from what I’ve read or observed of Christianity, and what it was, and what it has been, and what it could be. I’m not knocking it or saying it’s bad. I’m just saying it seems to be shrinking and losing context.’
De NCRV ontkent de boycot
In Nederland was de NCRV nog steeds de enige omroep die de muziek van de Beatles niet uitzond. De Christelijk Historische Jongerenorganisatie zond op 15 augustus een open brief naar de omroep, waarin ze vroeg de platen gewoon te blijven uitzenden. Secretaris Rob Vermaas betoogde dat je weliswaar niet zonder meer kunt stellen dat de Beatles populairder zijn dan Jezus, maar ‘als het zo is dan hebben de managers van de Beatles de zaken beter door dan de managers van het christendom’. Het opvallende antwoord van de NCRV was, dat er helemaal geen sprake was van een boycot. In de notulen van het Dagelijks Bestuur van 22 augustus staat te lezen:
‘Over de zaak zelf kunnen wij kort zijn. Ons bestuur heeft zelfs niet overwogen tot een boycot van de Beatles over te gaan. Gesteld al, dat de gesignaleerde opmerking van de betrokken Beatle juist is – hetgeen geenszins is komen vast te staan – dan nog zouden wij er niet aan denken een zodanige maatregel als afkeurende demonstratie toe te passen. Een dergelijke ‘heksenjacht’ mag het in Amerika en in bepaalde fundamentalistische kringen goed doen, wij zijn van mening, dat dit strijdmiddel niet bij de geestelijke wapenrusting van de christen past.’
Skip Voogd is niet verbaasd over die ontkenning: ‘ik denk dat dat een soort politiek spel was. Dat heb ik later nog een paar keer meegemaakt met Jesus Christ Superstar, onder andere, een paar jaar later. Dan staat er officieel niks vast, dat ze een boycot hebben maar dan krijgen de medewerkers te horen van, denk erom niet draaien of voorzichtig draaien, maar ik denk als je echt bekend gaat maken dat je dit boycot, dat je dan een enorme toestand krijgt in de pers en dat wilden ze ook weer niet.’
Het duurde nog zeker drie maanden voor er weer af en toe een Beatle-plaatje op de NCRV radio te horen was.
Het volledige interview met Skip Voogd
28/9/2000
Door Ad van Liempt
Q: Mijnheer Voogd, zomer 66, u werkte voor de NCRV radio, welk programma?
A: Ik werkte voor de NCRV, afdeling lichte muziek, dus voor een heleboel programma’s, maar in het bijzonder voor de popprogramma’s, tienermuziekprogramma’s heette dat toen.
Q: Op een gegeven moment kwam het verhaal in de kranten te staan dat John Lennon de uitspraak had gedaan dat de Beatles bekender waren dan Jezus. Wat gebeurde er toen bij de NCRV?
A: Ik zat toen net in een opname en kreeg een telefoontje van mijn baas, dat was Lex Karsemeijer, de chef lichte muziek, en die zei ‘ja Skip, ik vertel je even dat van de Beatles mag er niks gedraaid worden, absoluut niks meer, dat heeft de directeur besloten, want ze hebben gezegd nou ja, enzovoort, dus, alsjeblieft, geen Beatles meer he, en dat gebeurde dus, de beatle-platen werden er uitgehaald. Het was heel vervelend, want er verscheen net in die week Eleanor Rigby en Yellow Submarine aan de andere kant en ja, dat wilde je natuurlijk graag draaien, zeker op Hilversum 3 in die tijd, maar het mocht absoluut niet en dat is maanden gebleven.
Q: Wat was uw reactie als persoon op dat moment, was u het er een beetje mee eens?
A: Ja ik vond het erg knullig, maar ik begreep wel de NCRV was toen een grote omroep en hun achterban was natuurlijk heel belangrijk voor ze. Ze waren bang dat er mensen op zouden zeggen, hun lidmaatschap, en ja, dus we legden ons – alle medewerkers van de afdeling lichte muziek, legden zich daar maar bij neer en we draaiden dus geen beatles, maar ik persoonlijk vond het dus een beetje waanzin. Bovendien was het nog waar ook natuurlijk, want inderdaad de uitspraak van John Lennon, dat ze populairder waren, de Beatles, dan Christus, dat klopte natuurlijk.
Q: Heeft u nog de neiging gehad om te protesteren of deed je dat niet in die tijd?
A: Nou dat deed je niet, nee. De directie besloot dat en daar legde je je bij neer. Verder dacht je nou bekijk het maar en gelukkig waren er andere omroepen die de Beatles wel draaiden dus wat dat betreft kreeg het Nederlandse volk toch zijn portie Beatles tijdig thuisbezorgd.
Q: Herinnert u zich nog hoe lang die boycot eigenlijk van kracht is geweest?
A: Ja, wel een tijd, toch wel een paar maanden in mijn gevoel en toen kwam er weer een bericht, ook weer van de chef lichte muziek van nou, we mogen nu heel voorzichtig weer, maar niet overdreven, in de programma’s weer eens een Beatle-plaat draaien. Ik denk dat dat in de herfst geweest is.
Q: Als er in die tijd aan de NCRV leiding gevraagd werd hoe dat zat, met die boycot, dan zeiden ze dat er geen boycot was, hoe verklaart u dat?
A: Ja, ik denk dat dat een soort politiek spel was. Dat heb ik later nog een paar keer meegemaakt met Jesus Christ Superstar, onder andere, een paar jaar later. Dan is er officieel staat er niks vast dat ze een boycot hebben maar dan krijgen de medewerkers te horen van, denk erom niet draaien of voorzichtig draaien, maar ik denk als je echt bekend gaat maken dat je dit boycot, dat je dan een enorme toestand krijgt in de pers en dat wilden ze ook weer niet.
Q: Waren er uberhaupt algemene regels van platen die niet gedraaid mochten worden of bepaalde woorden die niet mochten?
A: Ja, die waren er, je moest natuurlijk bij de NCRV alle platen zeker in het Nederlands was natuurlijk geen probleem, dus Armand en dat soort mensen die met protestliederen bezig waren nou die kwamen er natuurlijk niet aan te pas, maar, de engelse teksten die moest je natuurlijk heel goed afluisteren dus alle singels die er uitkwamen die werden met argusoren beluisterd of daar niets in voorkwam. Angel mocht niet, engel. Heaven was een woord wat erg gevaarlijk was, tenzij het uitspansel betekende, maar de hemel zelf daar mocht je niet aankomen, Crying in the Chapel mocht niet - van Elvis Presley - want chapel was een katholiek kerkje, ja, het was een kapelletje, dat was dus niet protestants, op het laatst wist je het wel.
Q: Er onstond een vorm van zelfcensuur.
A: Je wist van tevoren, bij ons kan niet alles en de medewerkers die we toen hadden die draaiden ook alle platen zeer zorgvuldig door en wisten precies, nou dit kan niet en er werd ook altijd gezegd door onze chef Karsemeijer van als je twijfelt, niet draaien. Nou daar hielden we ons aan.
Q: Wat was het gevoel van die Karsemeijer, wat vond die ervan?
A: Nou, Lex Karsemeijer was wat dat betreft heel laconiek en die zei ja, ik ken ze hier al lang, en als ze iets niet willen, nou ja dan willen ze het niet, ik vind het prima. En als ze het weer wel willen, nou, dan draaien we het weer wel.
Q: En op een gegeven moment kwam naar buiten dat de beatles, of in ieder geval John Lennon, excuses aanboden, er spijt van hadden. Was dat nog een reden om de zaak te heroverwegen?
A: Nou ik denk wel dat dat mede geholpen heeft. Dat ze dat ook kunnen gebruiken naar buiten uit, de directie, van kijk eens, hij heeft gezegd ik meen het niet zo erg, of het is in de verkeerde context geplaatst… ik denk wel dat dat .. Ik herinner me dat niet meer, ik weet wel dat we op een gegeven moment mochten we weer wel beatles draaien, ja.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: