Supporters in de jaren twintig
"De voetbalsport zal, als andere volksbewegingen, onderhevig zijn aan de wet van opkomst, bloei en geleidelijke ondergang," orakelde de schrijver van een standaardwerk over voetbal in 1955. Vooralsnog is daar echter weinig van te merken. De bloeiperiode van het voetbal zelf en niet te vergeten van het kijken naar voetbal lijken alsmaar meer ongekende hoogten te bereiken. Die traditie is al oud, want met de oprichting van de eerste supportersverenigingen in de jaren twintig brak een periode aan waarin menig voetbalelftal werd aangemoedigd door 'een dichte haag van menschen rondom het speelveld.'
De clubs waren talrijk en de aanhangers laaiend enthousiast, maar sport en het kijken naar sport kenmerkten zich in de vroege jaren twintig door een andere sfeer dan vandaag de dag. Begonnen als een uitloper van een al bestaande cricket- of atletiekvereniging was de voetbalclub aanvankelijk het terrein voor de beter gesitueerden in de samenleving. Rijken beschikten over tijd en geld voor ontspanning en het bijwonen van een wedstrijd was een sociaal evenement bij uitstek. De tocht naar het stadion en het feest na een overwinning vormden de vaste ingrediënten voor een geslaagde dag voor de sportliefhebbers uit de betere kringen. Voor wie minder tijd en geld had, of wie vanwege kerkbezoek eigenlijk niet in de gelegenheid was een wedstrijd bij te wonen, restten andere oplossingen. Hoge bomen langs het speelveld of bouwterreinen in de omgeving vergemakkelijkten het uitzicht op de bal. Verzonnen vriendjes voor de zondagmiddag stelden talloze jongens in de gelegenheid hun voetbalhelden zonder medeweten van hun ouders in actie te zien. Voetbal bleek aantrekkingskracht uit te oefenen op vele mensen en met het verstrijken van de jaren groeide het spel om de bal uit tot een volkssport die zijn weerga niet kende.
Supportersverenigingen: Sparta
Het toenemende aantal toeschouwers en de competitie tussen verschillende clubs waren een belangrijke reden om te besluiten tot het oprichten van een supportersvereniging. Bij een uitwedstrijd moesten de supporters vervoer hebben en de supportersvereniging werd bovendien verantwoordelijk voor een ordelijk verloop van de wedstrijd door het in toom houden van de groeiende massa langs de lijn.
Wim Cassa, archivaris van het Rotterdamse Sparta en sinds hij zich kan herinneren supporter van dezelfde club: "Al vele jaren ging een groepje enthousiaste Sparta-leden (vaak gezamenlijk) naar alle wedstrijden, zowel thuis als uit. Zij hadden elkaar daarbij goed leren kennen en begin 1925 kwamen de heren bij elkaar en gingen een comité vormen met de bedoeling een van de eerste supportersverenigingen van het land op te richten. In eerste instantie stond het bestuur van Sparta hier zeer sceptisch tegenover maar na een uitleg van de doelstelling ging het college akkoord." De belangrijkste doelen van de nieuwe vereniging waren het gezamenlijk en dus goedkoper reizen, het organiseren van gezellige avonden om bestuur, spelers en supporters nader tot elkaar te brengen en het zorg dragen voor een ordelijk verloop van de wedstrijden. Cassa: "Vooral dat laatste noemde de voorzitter van zeer groot belang. Het kwam in die tijd ook al voor dat supporters zich onbehoorlijk gedroegen en daardoor afbreuk deden aan de goede naam van Sparta."
De tocht naar de stad of het dorp waar het eigen elftal aan zou treden stond garant voor de meest avontuurlijke verhalen. De reis naar Haarlem op 27 februari 1921 die nu te zien is in Andere Tijden was mede georganiseerd door het Rotterdamsch Nieuwsblad en trok grote belangstelling. Vrachtwagens van allerlei Rotterdamse bedrijven werden ingezet om de menigte supporters naar Haarlem te vervoeren. Dat er opnamen gemaakt zouden worden van de reis was niet aangekondigd. Behalve per auto werd er in later jaren ook gereisd per trein of boot, zoals op 22 november 1925 tegen de Gorinchemse vereniging Unitas. "Ondanks het slechte weer met veel mist was de belangstelling overweldigend," vertelt Cassa. "Met leuke muziek, dansen en een borrel kwam de boot op tijd in Gorinchem aan. De wedstrijd werd met 3-1 gewonnen en terug aan boord stond de boerenkool met worst klaar. Het werd een enorm feest. Dansend, zingend en hossend kwamen de reizigers pas tegen achten weer in Rotterdam."
Be Quick - Ajax
De wedstrijd tussen het Groningse Be Quick en het Amsterdamse Ajax op zondag 17 april 1921 werd gespeeld om het kampioenschap van Nederland en kreeg daarom veel aandacht in de pers. "Muziek op het veld vanaf half een," kondigde de Provinciale Groninger Courant aan in een advertentie. Het bestuur van de G.V.V. Be Quick verleende het Groningse bioscooptheater 'Luxor' het recht filmopnames te maken van de wedstrijd, "met uitsluiting van ieder ander filmoperateur die van deze wedstrijd eene opname zou willen maken. Als tegenprestatie verplicht de N.V. Luxor zich eene afdruk van de op te nemen film aan de G.V.V. Be Quick aan te bieden." In de uitzending zijn fragmenten van de destijds opgenomen beelden van de wedstrijd te zien. Curieus genoeg staat het enige doelpunt waarmee Be Quick zich van het kampioenschap verzekerde, nu juist niet op de film…
Tijdens de wedstrijd was de sfeer uitstekend. "Algemeen is men optimistisch gestemd en geeft daarvan voor de draaiende filmoperateurs met hoedengezwaai en luid geschreeuw blijk. Ook de spelers zijn met hun doelpunt in hun nopjes," meldde het Nieuwsblad van het Noorden de volgende dag.
Ook de opstelling van de Be Quickers bleek terug te vinden in de Groningse archieven. Behalve topscorer Jaap Bulder speelden die middag de heren Groen, De Haas, M. Tetzner, Legger, Van Linge, Sissingh, Rodermond, H. Tetzner en De Ruiter Zijlker. "In de veertigste minuut scoorde Jaap Bulder het enige doelpunt," liet Laszlo Scheltens, archivaris van Be Quick, ons weten. "Jaap was in deze jaren de grootste goalgetter van het land. Vele malen werd hij nationaal topscorer en had hij niet in het noorden gevoetbald, dan had hij veel meer dan zes interlands gespeeld. Rechtsbuiten Max Tetzner was tevens nationaal kampioen allround-schaatsen en KNO-arts. Hans Tetzner werd later een beroemd knie-chirurg, Evert van Linge was een bekend architect, E.J. Bulder advocaat en rechter, Rodermond was tandarts. Kom daar nu eens om in een doorsnee voetbalteam." Het verslag van het Nieuwsblad van het Noorden prees het spel van de Ajacieden, die na de rust een achterstand dienden in te halen. "Nadat Hans (Tetzner) de eerste Ajax-stormloopen [..] heeft onderbroken, lost Jaap aan den overkant een flink schot uit een aangegeven bal van De Haas; De Boer verwerkt het leer echter op betrouwbare wijze en doet het weer naar de Be Quick-helft verhuizen." Een zweem van partijdigheid kan het noordelijk journaille niet worden ontzegd in de beschrijving van sommige Ajax-spelers. "Ook [..] Gupffert onderneemt ondanks zijn aanleg voor corpulentie een serie razendsnelle rennen, maar hier vormen Sissingh en Rodermond de bijna onoverkomelijke struikelblokken."
Scheltens: "Ook vroeger kon het er al heftig aan toe gaan op de tribunes. Een Be Quick-supporter die begin jaren '20 wat al te hard aan het juichen was moest dit bekopen met een door een Veendam-verdediger in zijn richting gezonden bal in het gelaat. Soms lieten scheidsrechters supporters wegsturen wegens al teveel kabaal. Een Friesland-supporter is bij Velocitas eens over de reling van de tribune gewerkt wegens overgroot enthousiasme. Bij Alcides in Meppel is eens een Velocitas-speler na afloop in de sloot geworpen. Vroeger kwam het ook regelmatig voor dat spelers in de pauze nog een demonstratie atletiek gaven en in 1915 is bij Be Quick bij wijze van pauzevermaak een heel peloton Engelse geïnterneerden ingezet om achter een konijn aan te rennen om deze dood te schoppen. Het Nieuwsblad van het Noorden achtte dit een 'bijzonder fijne geste' van het bestuur en vond dat dit wel vaker georganiseerd mocht worden."
De tien geboden
Dat orde en discipline en bovenal 'fair play' van het grootste belang werden geacht, blijkt ook uit het programmablad voor een wedstrijd in 1937. Daarin stonden 'tien geboden' voor de wedstrijdbezoeker die een geslaagde middag moesten garanderen:
1. Komt steeds op tijd, opdat gij nooit anderen hindert.
2. Zijt gij zelf geen speler, wees toch sportman in uw manier van toezien.
3. Bedenk, dat ook de bezoekende partij wel eens iets goeds verricht, en niet alleen de thuisclub.
4. Onthoudt, dat alleen de sterkste club moet winnen.
5. De gehele tribune of uw omgeving behoeft niet altijd te weten, welke partij uw favoriet is.
6. Dat gij met uw club medeleeft is geen schande, maar laat dat nooit op hinderlijke wijze aan andere bezoekers merken.
7. Wie scheldt op spelers en scheidsrechters, gedraagt zich altijd onbehoorlijk, en laat zien dat hij niets van de spelregels afweet.
8. Bedenk, dat de spelers en scheidsrechters amateurs zijn en het spel uitsluitend voor hun genoegens spelen.
9. Een wedstrijd is dan pas verloren of gewonnen, wanneer de scheidsrechter het eindsignaal geeft.
10. Wanneer uw club verliest, wees sportman en vergeet nooit, dat de sterkste partij altijd verdient te winnen.
"Het fluitje weerklinkt… Be Quick heeft gewonnen!" schreef het Nieuwsblad (1921). "De duizenden geven door een donderend gejuich aan hun blijdschap lucht; in dit eene moment is alle spanning geweken. Het is een ovatie zonder einde. Van Linge en Deck gaan op de schouders en de andere spelers bezwijken haast onder de vriendelijke schouderkloppinkjes, die zij gedurende den tocht naar de kleedkamer in ontvangst hebben te nemen." Het kampioenschap wordt uitbundig gevierd in de Wintertuin Frigge in de Groningse binnenstad. Als het de club voor de wind gaat, kent het enthousiasme van de toeschouwers geen grenzen. "In de jaren vijftig, toen Sparta tot de besten van Nederland behoorde, moest er zelfs een ledenstop worden ingevoerd," vertelt Wim Cassa. "De mooiste zalen van Rotterdam waren te klein om al de leden en hun introducés te herbergen." Maar iedere club kende haar hoogte- en dieptepunten en de ledenaantallen van de supportersverenigingen hielden veelal gelijke tred met de behaalde resultaten van het eerste elftal.
Tekst: Matthijs Wouter Knol
Reportage: Niels Cornelissen, Matthijs Wouter Knol
Bronnen
BEELDEN
Voor de reportage is gebruikt gemaakt van de volgende films:
1921-04-17 RVD Filmarchief: 'Voetbalmatch Be Quick - Ajax om het kampioenschap van Nederland' (Luxor Theater Groningen)
1921-02-27 RVD Filmarchief: 'Voetbalwedstrijd Sparta - Haarlem' (gebr. Tuschinski)
1922-06-22 RVD Filmarchief: 'Voetbalwedstrijd Quick - Slavia' (Polygoon)
1923 British Film Institute: "Wembley F.A. Cup Final' (Daily Sketch Topical Budget)
Literatuur
Theo Stevens, 'Sport en sportgeschiedenis in Nederland' in: Historisch tijdschrift Groniek (Groningen 1999)
Piet de Rooy, 'De wijsheid van de jongensclub' in: Historisch tijdschrift Groniek (Groningen 1999)
Cees Miermans, Voetbal in Nederland. Maatschappelijke en sportieve aspecten (Assen 1955)
Rogan Taylor, Football and its fans. Supporters and their relations with the game 1885-1985 (Leicester e.a. 1992)
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: