Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
9 april 2000

Albert Gemmeker, commandant van Westerbork

Gemmeker, kampcommandant van Westerbork
Bekijk Video
1 min

De bevalling

Zaterdag 7 november 1953. Het is koud en miezerig weer in het kleine Friese dorp Molenend. In een kleine arbeiderswoning maken vader en moeder de Vries zich op voor een welverdiende nachtrust na een week hard werken. De schare kleine kinderen ligt al in bed maar de hoogzwangere vrouw de Vries wil nog even naar het populaire KRO-radioprogramma "Negen heit de klok" luisteren.

Nu, ruim 45 jaar later zegt ze: "Ik had me er op verheugd maar ik haalde het niet meer. Mijn vruchtwater brak en ik kreeg vreselijke pijnen. Mijn man is naar buiten gerend en razendsnel naar dokter Wijthoff gefietst. Telefoon hadden we nog niet".

Dorpsarts Wijthoff woont een paar kilometer verderop in het statige Frisiastaete.
"Mijn man deed alle bevallingen op het dorp dus ook die van mevrouw de Vries. Ze had al zes kinderen gehad en beviel altijd makkelijk. Maar dit keer was het anders. Nu had ze een hele dikke buik. Hij dacht aan een tweeling maar hoorde nooit twee hartjes. Hij heeft nog een collega geraadpleegd om te vragen of hij misschien iets bijzonders hoorde, maar nee".

De echografie en andere moderne technieken van de hedendaagse gynaecoloog behoorden in de jaren vijftig nog niet tot het dagelijkse instrumentarium. Dokter Wijthoff moest alles nog met de oren en handen beoordelen. Hij heeft weliswaar een grote passie voor de verloskunde, is opgeleid in het Emmakinderziekenhuis in Den Haag en heeft al honderden zwangerschappen en bevallingen begeleid maar dit keer staat hij toch voor een raadsel.

De bevalling wordt een hels karwei. Voor vrouw de Vries, voor de baakster maar vooral ook voor dokter Wijthoff. Na de geboorte van het eerste meisje, dat terstond huilde, bleek dat ze van de navel tot aan de borstkas vast zat aan iets dat nog in de baarmoeder moest zitten. Het uitwendig onderzoek doet een tweede kind vermoeden.

Doktersvrouw Wijthoff weet nog wat haar man haar daar over vertelde: "Er brak min of meer paniek uit. De baakster had het niet meer. Eerst dachten ze dat het kind nog vast zat aan de placenta. Na veel gegoochel heeft hij het voor elkaar gekregen en de tweede baby verlost". Ook dit was een meisje en ook zij schreeuwde al snel. Tjitske en Folkje waren dankzij het vakmanschap van dokter Wijthoff gezond geboren. Alleen, zij waren met een groot deel van de buiken aan elkaar gegroeid. Mevrouw de Vries had een Siamese tweeling gebaard.

Een paar huizen verderop woont de plaatselijke politieagent, de enige op het dorp die over een telefoon beschikt. Dokter Wijthoff maant hem een auto te regelen voor het vervoer van de baby's naar het dichtsbijzijnde ziekenhuis.

Mevrouw Wijthoff in "Andere Tijden": "er lagen vijf kinderen te slapen, en ze wisten zich met de baby's geen raad, ze wisten niet hoe ze de kleintjes in de kleren moesten krijgen, hoe ze ze een luier aan moesten doen. Mijn man had direkt door: hier wordt het niks".

Direkt daarna belt Wijthoff de gynaecoloog van het Diakonessenziekenhuis in Leeuwarden. Die neemt wat slaperig de telefoon aan en mompelt "Stuur maar", zich niet precies realiserend dat hij een paar uur later een Siamese tweeling tot zijn patienten kan rekenen. Een ziekenauto kent Molenend niet. Taxi-chauffeur Fennema komt voorrijden met een krakkemikkige auto en schuift moeder en baby's op een geimproviserde brancard de auto in. Vol verbazing bekijkt hij de twee baby's en rijdt ze voorzichtig naar Leeuwarden.

Dokter Wijthoff keert terug naar de dokterswoning. Zijn vrouw treft een bezorgde man: " Ik zag direct dat er iets was. Ik vroeg hem is de vrouw dood, is het kind dood? Nee, zei die, het is verschrikkelijk, het is een Siamese tweeling. Ik dacht gelijk leuk, ik zag er direct nieuws in".

Vader De Vries

Wereldnieuws

Ook in het ziekenhuis was inmiddels iedereen in rep en roer. Professor Hoedemaker, de gynaecoloog sprak zijn bezorgdheid tegen moeder de Vries uit. "Professor Hoedemaker zei tegen me dat de pers er achter zou komen. En dat was ook zo. Het bericht ging de hele wereld over. De ziekenhuispredikant, dominee Mak, de vader van de schrijver Geert Mak, kwam aan mijn bed. Ik zei hem dat ik een tweeling had gekregen die aan elkaar zat. Hij zei direct: "dus u bent die moeder".

Vanuit alle werelddelen stroomde de pers naar Leeuwarden in de hoop een glimp op te vangen van de tweeling. Wijthoff had zijn voorzorgsmaatregelen al genomen. Hij maakte direct na de geboorte foto's van de Siamese tweeling, bracht ze naar de plaatselijke fotograaf en zei volgens mevrouw Wijthoff tegen hem: "Hier kun je heel rijk mee worden, je mag ze ontwikkelen maar nooit aan iemand laten zien want de ouders, die gereformeerd waren, zouden het vreselijk vinden als hun kinderen bloot in de krant zouden komen te staan. Hij heeft zich aan zijn woord gehouden, de foto's zijn nooit vertoond'.

Vlak voor de operatie waarbij ze gescheiden werden.

Wat te doen?

De belangrijkste beslissing moest nog genomen worden. Wat moest er met de tweeling gebeuren? Gynaecologen, kinderartsen, neurologen, iedereen bemoeide zich er mee. Een scheidingsoperatie zou een hachelijke onderneming worden. De medische literatuur bood slechts sombere berichten. Wijthoff ploeterde met zijn verantwoordelijkheid:

"Mijn man vond het een moeilijke beslissing. De ouders konden geen beslissing nemen. In het begin was het belangrijkste dat de kinderen moesten overleven. Hij vond dat ze eerst sterk genoeg moesten zijn en dat er dan pas over een scheiding gesproken kon worden. Veel kennis over scheidingsoperaties was er niet. Wat men vroeger wist was dat er vaak één van de tweeling dood ging na een ingreep. Dat is een eng gevoel. Toen is er kontakt gekomen met dokter Aird, een Engelse arts die kort daarvoor zelf een Siamese tweeling had gescheiden. Met gedeeltelijk succes, één kindje stierf. Hij is overgekomen naar Nederland en ze hebben veel overlegd. In de wetenschap dat de kans groot zou zijn dat ook deze operatie niet helemaal zou slagen is hij naar de familie de Vries gegaan. Samen kwamen ze tot de conclusie dat de kinderen op een dergelijke manier in leven laten ook een onmogelijke toestand was".

In het ziekenhuis wordt door een team van artsen zorgvuldig onderzocht in hoeverre Tjitske en Folkje na een operatieve scheiding nog levensvatbaar zijn en wat voor problemen er kunnen ontstaan bij een chirurgische ingreep. De resultaten zijn hoopgevend. De meisjes groeien flink en ze blijken over eigen harten, longen en andere vitale organen te beschikken. Voor de essentiele lichaamsfuncties waren ze niet afhankelijk van elkaar. Anesthesist Crul herinnert zich nog een aantal onzekerheden: "Onzeker was of de levers die met een brug met elkaar verbonden waren los van elkaar konden funktioneren. En men voorzag nog een tweede probleem. De buikingewanden van de ene baby zaten voor een deel in de buik van de ander.
Die moesten overgebracht worden. Zouden die ingewanden wel passen en zouden de longen dan niet in de knel komen?"

Honderd procent zekerheid kunnen de ziekenhuisartsen niet bieden maar als het aan hen ligt kan de operatie beginnen.
Dat dokter Wijthoff nog twijfelt blijkt uit een brief die zijn zoon jaren later vond:
"Als ze met z'n tweeën levensvatbaar zijn mag je dan één kind opofferen om de ander een leven te geven. Is dit leven ondraaglijker dan het leven van iemand zonder handen of voeten? En als er een kind sterft ligt dan bij mij niet in eerste instantie de verantwoordelijkheid omdat ik ze naar Leeuwarden stuurde en niet naar een Academisch Ziekenhuis in Groningen of Amsterdam of zelfs naar Londen?"

Huisarts Dr. Wijthoff, de man die de tweeling met veel vakmanschap geboren liet worden.

De operatie

Zaterdag 12 juni, ruim zeven maanden na de geboorte, is het zover. De operatiekamer is klaargemaakt, een team van 7 artsen en vele verpleegkundigen wast de handen. Een filmploeg van het Nederlands Universitair Instituut voor de productie van wetenschappelijke films neemt de cameraposities in. Zij zullen de hele operatie vastleggen. In een hoek van de operatiekamer is een tribune gebouwd waarop een geselecteerd gezelschap plaatsneemt om de unieke operatie te aanschouwen. Buiten wacht een meute journalisten op de eerste berichten. Eén van hen wurmt zich door een wc-raampje van het ziekenhuis, rukt een witte doktersjas van een haakje en spoedt zich naar de operatiekamer. Nog net op tijd wordt hij ontmaskerd en weer buiten gezet. "De inleiding was spannend. Niemand kon ons vertellen hoe het zou gaan. Hoe diep de sprong was besefte je pas later. Er waren twee anesthesisten. Dokter Swijgman en ik. We hadden elk een meisje. Ze lagen samen op een operatietafel. Eerst moest er een spierverslapper gegeven worden maar dat kon maar bij één van de twee. Als je het ze alle twee tegelijk zou geven zou het te veel worden. Het moest nu van het ene meisje naar het andere doorvloeien. Ze kregen een narcose met ether, heel ouderwets en eigenlijk gevaarlijk. Dat moest omdat we geen toegangsweg tot de bloedvaten hadden. Daarna moesten we intuberen, niet tegelijk maar achter elkaar. Ze lagen met de hoofdjes naar elkaar toe dus alletwee tegelijk ging niet,je kon er niet bij".

Na een kwartier zijn de kinderen gescheiden en krijgen beiden een eigen operatietafel waar aparte teams de wonden dichten. Niet lang daarna ontwaken de meisjes uit de narcose en zoeken ze naar elkaars handjes zoals ze dat al die maanden deden. Dit keer zonder resultaat. Als ze ook nog in aparte bedjes worden gelegd zetten ze een keel op. De verpleegsters leggen ze maar weer bij elkaar.

Gezond en wel gescheiden

Succes

De medische wereld spreekt zijn lof uit over het artsenteam van het Provinciale Diakonessenziekenhuis. Zij zullen herinnerd worden als de artsen die één van de allereerste geslaagde scheidingen van een Siamese tweeling in de wereldgeschiedenis volbrachten.

Tjitske en Folkje worden nog jarenlang achtervolgd door de pers maar vader de Vries waakt streng over hen. Slechts één keer in het jaar mag er een foto gemaakt worden. Om te tonen dat het zo goed gaat.

Tekst: Hendrina Praamsma
Reportage: Yaèl Koren, Hendrina Praamsma

Bronnen

BEELDEN

Voor het beeld is gebruik gemaakt van een film van de operatie die is gemaakt door het Nederlands Universitair Instituut voor de productie van wetenschappelijke films ("Universitaire films") Utrecht. De film bevindt zich nu bij het NAA

PERSONEN
In de reportage komen de volgende mensen aan het woord:

Prof. Dr. J.F.Crul, anesthetist
Mevrouw B. De Vries, de moeder van de tweeling
Mevrouw A.S. Wijthoff, echtgenote van de huisarts
E.P.P.Wijthoff, zoon van de huisarts
Fennema

Literatuur

Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Jaargang 99. No.48. Zaterdag 26 november 1955.

In verband met het Diakonessenhuis, H.W. Keikes, 1980.

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: