Leefbaar in Nederland
In de Randstad is het in de jaren negentig nog ongebruikelijk, een lokale partij. Het fenomeen beperkt zich grotendeels tot kleine dorpen, vooral beneden de rivieren. In 1990 doen tijdens de gemeenteverkiezingen in de piepkleine Brabantse gemeente Beers (iets meer dan 3000 inwoners) zelfs helemaal geen landelijke partijen mee.
Opvallend is het aantal mensen dat in deze gemeente stemt. Het opkomstpercentage ligt boven de negentig procent, maar van echte politieke concurrentie is geen sprake. Het gaat bij deze verkiezingen vooral om de rivaliteit tussen de kerkdorpen. Ieder dorp heeft zijn eigen lijst. De partij van het grootste dorp komt dan ook keer op keer uit de bus als de winnaar van de verkiezingen.
Toch vinden veel inwoners dit een ideale situatie, vanwege de gedachte die enkele jaren later veel meer mensen zal aanspreken. “Ik denk dat die landelijke partijen te ver weg staan van ons en wij ons meer vertegenwoordigd voelen door een partij die uit onze gemeenschap voortkomt dan een partij die in Den Haag zit”, vertelt een inwoner van een van de dorpen.
Leefbaar Hilversum
De onvrede over de landelijke politieke partijen in gemeentes komt in 1993 tot een kookpunt in Hilversum. De inwoners zijn klaar met het financieel wanbeleid en de verkeersproblematiek in de stad. Een oud-PvdA’er en journalist richten samen een partij op die deze lokale problemen moet oplossen: Leefbaar Hilversum.
De voormalige PvdA’er in kwestie - Jan Nagel, die we nu kennen van de partij 50PLUS – vertelt aan NOVA over dit initiatief: “Wij willen Hilversum weer teruggeven aan de eigen bewoners, om Hilversum weer leefbaar te maken.”
De Leefbaren weten heel effectief ontevreden Nederlanders te mobiliseren om te stemmen, vooral traditionele niet-stemmers. De keuze voor Leefbaar is een boodschap aan de gevestigde politici. “Voor veel kiezers is stemmen gelijk aan straffen”, vertelt Nagel. Het eerste resultaat van Leefbaar Hilversum is zeer overtuigend: ze krijgen twintig procent van de stemmen en zijn in één klap de grootste.
“Het gaat om Uw dorp!”
Leefbaar Oegstgeest
De gemeenteraadsverkiezingen van 1994 verstoren eveneens de rust in het Zuid-Hollandse dorp Oegstgeest. Ook daar richten een paar lokale pioniers een Leefbaar-partij op en ook daar is de uitslag overweldigend. Leefbaar Oegstgeest weet net als Leefbaar Hilversum de boze burger te mobiliseren met leuzen als: “het gaat om Uw dorp!” Ze krijgen 42 procent van de stemmen.
De raadsleden van gevestigde partijen in Oegstgeest ergeren zich al snel aan de houding van de Leefbaren, die grotendeels geen ervaring hebben en toch denken dat ze de dienst uitmaken. De wethouder van de VVD herinnert zich: “42 procent was toch wel eigenlijk 52 procent in hun gedachtengoed, zo kwam dat over.” Andersom vinden de raadsleden van Leefbaar Oegstgeest de houding van de traditionele partijen onbegrijpelijk. Veel irritaties en ruzies zijn het gevolg.
Ontevreden Nederlanders
1994 is in Nederland een belangrijk jaar voor de lokalen. 23 procent van de kiezers stemt in dat jaar op een van de 650 lokale partijen, acht procent meer dan vier jaar daarvoor. Het zijn niet alleen dorpspartijen of Leefbaren die succes boeken. Ook one-issue-partijen, zoals studenten- en ouderenpartijen bemachtigen zetels in de gemeenteraden.
Het gevoel dat de landelijke politieke partijen niet genoeg opkomen voor lokale problemen roert in heel Nederland. Binnen enkele jaren richten veel meer dorpen en steden een ‘Leefbaar-partij’ op. De naam en de strijd tegen de politieke elite is regelmatig de enige overeenkomst tussen de partijen. Qua standpunten richten de Leefbaren zich vooral op de lokale problemen.
Leefbaar Utrecht
In 1997 mengen de Leefbaren zich voor het eerst in de politiek van een grote stad. Leefbaar Utrecht ontstaat uit verzet tegen het regenteske beleid van de zittende partijen. Ook in Utrecht slaat de boodschap van de Leefbaren aan dat de elitaire politiek moet veranderen en meer naar de burgers moet luisteren. In 1998 behalen ze negen zetels en in 2000 groeien ze met veertien zetels uit tot de grootste partij van de stad.
Leefbaar Nederland
In 2002 maakt Leefbaar de grootste klapper. In 44 gemeentes behalen ze zetels. Veel zetels. In maar liefst twaalf gemeentes zijn ze meteen de grootste partij. Gesteund door het enorme lokale succes wagen de grondleggers van Leefbaar Hilversum en Leefbaar Utrecht ook de stap naar de landelijke politiek. Ze richten Leefbaar Nederland op.
Het contrast is groot. Wat in 1993 begint met een partij voor lokale problemen en frustraties over de gevestigde politiek in Den Haag, mondt nog geen tien jaar later uit in een landelijke partij. Leefbaar Nederland wil opkomen voor de ontevreden, ongehoorde Nederlander met standpunten die wel heel bekend voorkomen: ze willen meer zeggenschap voor burgers in de vorm van volksreferenda en verzetten zich sterk tegen ‘oude’ elitaire partijen. Lijsttrekker is Pim Fortuyn, de man die ook Leefbaar Rotterdam naar een verkiezingsoverwinning moet helpen.
Pim Fortuyn
Maar nog voor Nederland naar de stembus gaat, krijgt Pim Fortuyn van Leefbaar Nederland het dringende verzoek om op te stappen. Volgens de partijleiding heeft hij in de Volkskrant onaanvaardbare uitspraken gedaan over Artikel 1 van de grondwet en de islam. Bij Leefbaar Rotterdam mag Fortuyn wel blijven.
De schade van Fortuyns vertrek voor Leefbaar Nederland lijkt in eerste instantie nog mee te vallen. Van de 22 zetels in de peilingen blijft het grootste gedeelte intact meldt het programma Netwerk van de NCRV na een opiniepeiling.
Toch blijkt uit de verkiezingsuitslag iets compleet anders: het succes dat de regionale partijen hebben, weet het landelijke Leefbaar in geen enkele verhouding te evenaren. Ze behalen twee zetels in 2002 en die verliezen ze een jaar later alweer na de val van het eerste kabinet Balkenende. Door veel onderlinge ruzies en geldproblemen valt de partij daarna uiteen.
Brokkenpiloten
Niet alleen Leefbaar Nederland eindigt in een deceptie. Bij de meeste Leefbaar-partijen is de vlam snel uitgeblust. Binnen enkele jaren is Leefbaar geen geuzennaam meer, maar associëren veel Nederlanders de naam met drama, ruzies en afsplitsingen. Doordat de partijen in eerste instantie zulke enorme successen boeken, moeten ze in een zeer korte tijd veel nieuwe mensen zoeken. Dat trekt politieke gelukszoekers aan die zich veelal ontpoppen tot brokkenpiloten.
In sommige gemeenten weten de Leefbaren zich te handhaven, waaronder Oegstgeest, Alkmaar en Apeldoorn, maar ze moeten het wel doen met een stuk minder zetels dan na de eerste verkiezingen. Rotterdam is de grote uitzondering. Daar zijn de Leefbaren met veertien zetels in de raad nog steeds prominent aanwezig.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: