Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
Holland Neutraal (still)

Bert Hogenkamp over "Holland Neutraal"

In het standaardwerk over de beginjaren van de Nederlandse filmdocumentaire (De Nederlandse documentaire film 1920-1940, Amsterdam 1988) schrijft filmhistoricus Bert Hogenkamp over deze film het volgende:

Op dinsdag 9 januari 1917 vond een bijzondere gebeurtenis in de Haagse Residentie-Bioscoop plaats: de première van de regeringsfilm HOLLAND NEUTRAAL, ook bekend als de LEGER- EN VLOOTFILM. Koningin Wilhelmina en prins Hendrik waren bij de vertoning aanwezig, die verder werd bijgewoond door leden van de regering en vertegenwoordigers van land- en zeemacht. Nadat koningin en prins onder de tonen van het Wilhelmus op het balkon hadden plaatsgenomen, sprak de maker van de film en tevens directeur van de Residentie-Bioscoop, Willy Mullens, een kort welkomstwoord. De film begon met een portret van Hare Majesteit. De scène waarin een grote groep soldaten op de camera af komt rennen om uit de chaos met hun lichamen keurig de woorden HOLLAND NEUTRAAL te vormen, viel zeer in de smaak bij het publiek: '... een sportief en scenisch kunststukje, dat Nederland's vasten wil naar handhaving der onzijdigheid voor ogen bracht,' zo schreef de Bioscoop-Courant van 13 januari 1917. De film die 3.000 meter lang was en ongeveer tweeëneenhalf uur duurde, verveelde de toeschouwers geen ogenblik, vooral omdat Mullens ernstige momenten afgewisseld had met grappige. Sommige scènes waren heel mooi gevirageerd (van een kleurzweem voorzien). Niemand die na het zien van de film nog twijfelde aan het feit dat het leger en vloot menens was met de uitvoering van hun taken. Na afloop liet de koningin zich voorstellen aan de regisseur en gaf blijk van haar waardering voor de artistieke uitvoering van de film.

Dit was de teneur van de verslagen in de contemporaine pers over de première van Mullens' LEGER- EN VLOOTFILM. Een regeringsopdracht, lovende woorden van de koningin, een goede pers, veel belangstelling: de reputatie van Willy Mullens was gevestigd. In een periode waarin het filmbedrijf van alle kanten bekritiseerd werd en naar maatschappelijke erkenning hunkerde, was dit een belangrijk gegeven. Maar er was meer: met de LEGER- EN VLOOTFILM bewees Mullens dat de Nederlandse documentaire in commercieel en artistiek opzicht op eigen benen kon staan. Op alle mogelijke manieren en op allerlei gebieden zou Willy Mullens dit de jaren na de première van zijn eerste grote film gaan bewijzen.

In augustus 1916 gaf minister van Oorlog Bosboom de firma Alberts Frères (de broers Albert en Willy Mullens) de opdracht een film te maken 'om aan het Nederlandsche Volk, aan de bewoners van onze Koloniën en aan het buitenland een indruk te geven, dat onze weermacht, met de haar ten' dienste staande middelen eene vergelijking met de buitenlandsche strijdmachten gerust kan doorstaan.' (Tekstboekje RVD bij film) Met kapitein Van den Akker van de Generale Staf aan hun zijde, togen Mullens en zijn assistenten aan het werk. In het najaar filmde hij talloze legeroefeningen die vaak speciaal voor de film gehouden werden. Het getoonde doet ons nu soms verouderd aan, zoals het wielrijderscorps (geïntroduceerd met de titel 'Vlotte jongens') of de zogenaamde mitrailleurhonden (die karretjes met machinegeweren door zwaar terrein moesten trekken). Oude communicatiemiddelen (postduiven) werden door Mullens naast moderne (radiotelegrafie) gezet. Van het laatste wordt de toeschouwer niet veel wijzer, terwijl de cineast wel tot in details laat zien hoe voorzichtig het Nederlandse leger met zijn in een schokvrij keurslijfje ingepakte postduiven omgaat. Als intermezzo waren de opnamen van een mobilisatie-toneelgezelschap bedoeld, dat de soldaten in den velde diende te vermaken. Het vlootgedeelte van de film was aanzienlijk korter. Mullens had opnamen gemaakt van het bezoek van de koningin aan de HM 'Holland', van het werk van de mijnenleggers en van het lanceren van torpedo's. Met name deze laatste activiteit leverde enige spectaculaire beelden op van de zogenaamde bellenbaan (het spoor dat de torpedo in het zeewater trekt). Voor de openingssequentie filmde Mullens bovendien koningin en prins, de opperbevelhebber generaal Snijders en de ministers van Oorlog en Marine. Van wie het idee afkomstig was om soldaten en jantjes door middel van lichamelijke oefeningen bepaalde titels, respectievelijk HOLLAND NEUTRAAL en ONZE VLOOT, te laten vormen, is onduidelijk. Dat Mullens en de betrokken autoriteiten ermee ingenomen waren, lijdt geen twijfel.

Aankondiging Leger- en Vlootfilm
Aankondiging Leger- en Vlootfilm (augustus 1916)

De LEGER- EN VLOOTFILM kan op verschillende manieren beschouwd worden. Hij moet tegen de achtergrond van soortgelijke propagandafilms uit Duitsland, Frankrijk of het Verenigd Koninkrijk gezien worden. De LEGER- EN VLOOTFILM was immers mede bedoeld om het buitenland te laten zien dat Nederlands neutraliteit geen wassen neus was. Het feit dat een gedeelte van de fragmenten die van de film bewaard zijn, van Engelstalige tussentitels voorzien is, bevestigt dit. De Eerste Wereldoorlog had niet alleen een allesvernietigend gevechtsapparaat op gang gebracht, maar ook een doeltreffende propagandamachine in werking gesteld. De oorlogvoerende mogendheden kwamen daarbij snel tot de ontdekking dat het relatief jonge medium film een belangrijke propagandistische rol kon spelen. Het geloof in de waarheid van de filmbeelden was groot - censuur van die beelden was derhalve de eerste stap, waartoe de militaire autoriteiten hun toevlucht namen, manipulatie de volgende.

Of er uit de LEGER- EN VLOOTFILM beelden verwijderd zijn, respectievelijk of Mullens het filmen belet is in bepaalde omstandigheden, is niet overgeleverd. Wel berichtte de pers dat de film proefgedraaid werd ten overstaan van een commissie, bestaande uit een reserve-luitenant-kolonel, een majoor en een luitenant ter zee lste klasse. Deze commissie keurde de film goed. De reclame voor de film liet niet na iedereen ervan te verzekeren dat onze 'hoogste autoriteiten alle faciliteiten verleenden om de bevolking tot in de kleinste onderdeelen te laten zien wat het zeggen wil (dat) Holland neutraal (is)'.'

De film liet natuurlijk alleen die activiteiten van leger en vloot zien, die het opperbevel bereid was te laten zien en wel op een zo gunstig mogelijke manier. Dus, géén verkleumde dienstplichtigen in de modder. Wel soldaten die 'met fiets en al langs den staaldraad over de rivier werden getrokken en aan den overkant (zoo leek het ons tenminste) met een vrij hachelijk vaartje tegen een boomstam opvlogen'. Dit lokte bij de recensent van De Kinematograaf de volgende reactie uit: 'We hopen voor de slachtoffers dat ze niet te hard zijn aangekomen, in ieder geval kunnen zij de voldoening smaken, velen ermee te hebben geamuseerd.' Dezelfde recensent schreef: 'de fotografie laat over het algemeen aan scherpte niets te wenschen over en de opnamen kenmerken zich door een ruim perspectief.'

De LEGER- EN VLOOTFILM was een voor Mullens typerende film, in politiek en esthetisch opzicht. Willy Mullens was een liberaal die zijn vaderlandsliefde en Oranjegezindheid nimmer onder stoelen of banken stak. Vandaar de bijzondere zorg die hij besteedde aap de opnamen met koningin en prins. Maar vóór alles was hij explicateur, een man die zijn publiek iets duidelijk wilde maken. Deze achtergrond was bepalend voor Mullens' esthetiek: met duidelijke beelden een duidelijk verhaal vertellen. Hoeveel meter film gebruikt werd om dat doel te bereiken, was voor hem van ondergeschikt belang. Vandaar de bepaald niet geringe lengte van de LEGER- EN VLOOTFILM. De film heeft niettemin een herkenbare dramaturgie die op het militaire leven zelf geënt is. Expositie (appèls, parades), spanning (oefeningen, fysieke training) en ontspanning (vermaak) zijn er de belangrijkste elementen van.

De LEGER- EN VLOOTFILM wekte niet bij iedereen bewondering. Een officier van het Indische Leger voelde zich op z'n tenen getrapt, omdat Mullens de 'kolonialen, (de) duizenden jonge mannen (die) strijden in Indië, bereid hunne levens te geven voor de eer en den rijkdom van hun land', niet had laten zien. Meer fundamentele kritiek kwam van linkse zijde, waar men het militaristische karakter van de film afwees. In Amsterdam werd door anti-militaristen tegen 'de moordenaarsfilm' gedemonstreerd, in Leeuwarden protesteerde de SDAP-fractie tegen vertoning van de film aan schoolkinderen en in Bussum werden tijdens de projectie de portretten van minister Bosboom en generaal Snijders met gefluit ontvangen.

Ondanks deze protestacties, dwong Mullens met de LEGER- EN VLOOTFILM erkenning af voor het medium film zelf. Juist uit de kringen, waar de handhaving van orde en gezag en de verering van het Huis van Oranje hoog in het vaandel stonden, was immers de grootste oppositie tegen de bioscoop -'een uitvinding van de Duivel' - afkomstig. Door zijn thema sprak de LEGER- EN VLOOTFILM de tegenstanders van het medium film aan en het is zeer goed mogelijk dat zij voor het eerst de gang naar de bioscoop maakten om deze film te bekijken.

Bezoekers in de rij voor de “Leger- en vlootfilm” bij de cinema De Munt in Amsterdam. (Het Leven, 1917 – geheugenvannederland.nl)
Bezoekers © geheugenvannederland.nl

“Als men straks dat „Holland Neutraal" in de bioskopen van Londen en Berlijn leest, kan men zich dat daar voor gezegd houden.”

Première

De première van "Holland Neutraal" vond plaats op dinsdag 9 januari 1917. De Haagsche Courant schreef daarover:

De „Eerste Nederlandsche Regeeringsfilm" van leger en vloot is gisteravond in de Residentie-bioskoop aan de Kettingstraat vertoond voor de Koningin, den Prins, den opperbevelhebber, alle ministers, de militaire autoriteiten en de opper-, vlag- en hoofdofficieren met hun dames.

Laten we beginnen met te verklaren, dat deze film bioskopisch zeer goed geslaagd is en dat we er niet aan twijfelen, of hij zal met succes zijn reis maken door ons land, door onze koloniën, door de wereld. Eenige uren lang wordt ons voorgetooverd een bonte verscheidenheid van beelden, betrekking hebbende op de meest verschillende bijzonderheden van ons militaire leven, van onze land- en zeemacht, en de toeschouwers, wij bedoelen nu inzonderheid de Nederlandsche, zullen niet kunnen nalaten er met belangstelling naar te kijken, al pleegt in hun harten de liefde voor de nationale beveiligingsmiddelen nu juist niet één der eerste plaatsen te bekleeden . . . Maar juist waar de zaken zoo staan, die belangstelling op te wekken, is het doel van den film! Te veel wordt, zoo lezen wij in het „voorwoord" van het officieele program, vaak het oog gevestigd op datgene, wat buiten onze landsgrenzen geschiedt, te breed worden dikwijls de eigen onvolkomenheden uitgemeten; vandaar dat het er op aan komt, het zelfvertrouwen van het Nederlandsche volk té verhoogen. Daarbij moet tegenover het buitenland de indruk worden gevestigd, dat ons volk er met allen ernst naar streeft, zijn weerkracht zoo hoog mogelijk op te voeren, teneinde zijn onzijdigheid te handhaven en zijn zelfstandig volksbestaan te verzekeren.

Maar nu over den film zelf. Wanneer wij genoten hebben van den aanblik der portretten van Koningin en Prins — die wij herhaaldelijk op den film terugzien, daar van hun talrijke bezoeken aan de oefeningen van ons leger bioskopisch natuurlijk steeds goede nota werd genomen — van opperbevelhebber en van militaire ministers, worden wij op het strand verplaatst, waar een dichte hoop legerjongems op ons komt toesnellen. Dichtbij gekomen, werpen zij zich plat ter aarde en… vormen met hun lichamen de woorden „Holland Neutraal". Dat is een aardige vinding, die later, bij den vlootfilm, nog eens wordt toegepast — hier zien wij dozijnen witgekielde matroosjes „Onze Vloot" vormen! — en al dadelijk de stemming er in brengt. Als men straks dat „Holland Neutraal" in de bioskopen van Londen en Berlijn leest, kan men zich dat daar voor gezegd houden. Dat werkt meer uit dan tien nota's van minister Loudon, al zijn die nog zoo „krachtig gesteld"!

Een belangrijk deel van de eerste afdeeling — de film bestaat uit niet minder dan tien! — wordt door de sport gevormd. Onze jongens kunnen hardloopen ... we zijn getuigen van een wedloop . . . die ondanks de felle inspanning der tweevoetigen gewonnen wordt door een viervoeter, Max, den trouwen „regimentshond". Na het loopen volgt het zwemmen — dat doen ze in ons leger met z'n vierduizenden tegelijk — aan 't Scheveningsche strand. Ook zien wij sportdemonstraties — bedriegen we ons of waren het die van ons Haagsche „Houtrust"?

 Dan trekken in schijnbare eindeloosheid aan ons oog voorbij de tientallen beelden van de „vlotte jongens", de wielrijders, die behalve peddelen ook een spoorbrug moeten bezetten en een water overtrekken met behulp van een simpele staaldraad en drijfzak; de mitrailleurs, dat geduchte wapen. Er wordt geschoten op een boom, die binnen enkele seconden als afgezaagd neervalt. Met de goeiige breedschonkige honden sollen onze jongens zoo kameraadschappelijk om — wat zegt ge van dat zwempartijtje in „bains mixtes", d. w. z. . . . van menschen en honden! — Leuk wat? Maar met een filmvaartje zijn we al reeds weer bij wat anders: de verzorging der gewonden; wij maken de eerste hulp op het gevechtsveld mede — de patiënten schijnen zich van hun kwetsuren niet veel aan te trekken want zij zetten een gezicht, alsof ze met een paar dagen extra verlof gaan! Wij zien ook het vervoer der gewonden en zieken met den Rooden Kruis-trein en nemen een kijkje in dien trein ... Bij dit gedeelte is Prins Hendrik druk in de weer. Overigens: geheel volledig is het niet. De hospitalen heeft men weggelaten. Allicht niet zonder reden . . .

De voedingsinrichtingen zijn wè1 om respect voor te hebben. „Voor één dag vleesch voor een deel onzer troepen" lezen we en dan aanschouwen we een kudde koeien, dat je ,zou denken, dat de heele veestapel er aan gaat. Ook komen we in de bakkerijen, waar legerscharen kneeders bezig zijn. „Zal jij zoo'n kug morgen op je tafel vinden!" werd er naast ons gefluisterd.

Doch we zijn reeds weer bij den veeartsenijkundigen dienst. Wij aanschouwen het lijden van onzen viervoeter, maar ook, hoe hij zijn drankje moet innemen.

Via de Militaire Akademie, waar wij een maaltijd meemaken, gaan we naar één der centrale wasscherijen, waar bergen dekens gewasschen en gedroogd worden. Een oogenblik daarna zijn we aan het onschadelijk maken van één der honderden aangespoelde mijnen en zien we het mijnenleggen in de benedenrivieren, waarbij proefmijnen ontstoken worden. Waterzuilen van tachtig meter hoogte of 't zoo niks is…

De volgende afdeeling is aan onze huzaren gewijd. Als geweldenaars zien ze er uit met hun berenmutsen en die met de grimmigste snorren zijn voorop gesteld! Interessant is dat vereenigde optreden van cavalerie, wielrijders, rijdende artillerie en mitrailleurs. Die nachtmarsch bij stortregen is prettiger om naar te kijken dan om mede te maken. „Zoo'n nachtgezicht krijg je door op te nemen tegen de zon in" hoorden we fluisteren. Oolijke mijnheer Mullens!

Verder zien we de luchtpost, waar zeshonderd duiven worden losgelaten — de „adjudant-duivenmelker" kijkt, of 't spul in orde is —;en daarop als schrille tegenstelling een aanval met handgranaten — bij het werpen van scherpe handgranaten volgt men in een spiegel de uitwerking —. Nog gevaarlijker is het mineeren: het inbrengen van de lading in den mijnput, waarna de mijn op het gunstigste oogenblik elektrisch wordt ontstoken en . . . zuilen aarde en steenen, modder en planken springen op in de lucht tijdens een ontzagwekkend gedonder en gedaver.

Na de kustverdediging komt de veldartillerie met haar oefeningen op de heide, gevolgd door kijkjes in munitiefabrieken, waar we zulke gevaarlijke werkjes zien als de vervaardiging van slagkwik en het persen van slagpijpjes.

De beide laatste afdeelingen zijn aan de vloot gewijd. De rappe kereltjes van de kweekschool voor de zeevaart, die als katten in het want klimmen bewonderen we eerst en dan gaan we met Hr. Ms. „Holland" het ruime sop in . . . Heel duidelijk is ook het lanceeren van torpedo's — met de beroemde bellenhaan — en het oefenen met onderzeeërs. Wij moeten kort zijn, want zijn al reeds te uitvoerig geweest, maar willen vermelden, dat de vlootafbeeldingen niet het minst interessant zijn. Tot slot: een mooie film, die de algemeene aandacht zal trekken en belangstelling zal wekken. Kapitein van den Akker en de heer Willy Mullens, lid van de firma Alberts frères, hebben eer van hun werk!

Bekijk hieronder de Leger- en vlootfilm in vijf delen: (Deels Engelse versie - delen in omgekeerde volgorde genummerd)

3 januari 2017

Holland Neutraal: de Leger-en vlootfilm, deel 5 (1917)

n
Bekijk Video
9 min
3 januari 2017

Holland Neutraal: de Leger-en vlootfilm, deel 4 (1917)

Holland Neutraal
Bekijk Video
10 min
3 januari 2017

Holland Neutraal: de Leger-en vlootfilm, deel 3 (1917)

Holland Neutraal
Bekijk Video
11 min
3 januari 2017

Holland Neutraal: de Leger-en vlootfilm, deel 2 (1917)

Holland Neutraal
Bekijk Video
12 min
3 januari 2017

Holland Neutraal: de Leger-en vlootfilm, deel 1 (1917)

Holland Neutraal
Bekijk Video
11 min
Affiche Holland Neutraal, de leger- en vlootfilm (1917)
Affiche Holland Neutraal, de leger- en vlootfilm (1917)

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: