Direct naar hoofdinhoud
↳ Enter om te zoeken
28 oktober 2016

Het Spoor Terug: Ameland (De Plek, deel 2)

Ameland
Bekijk Video
56 min

"Liefde en dood: de walvisvaarders en hun vrouwen"

De commandeurs die het begin van de herfst op de eerste noordwesterstorm uit de poolzee naar huis geblazen werden en verdwaald op de drempel verschenen, en de vrouwen die ze eenmaal thuis de teugels niet in handen wilden geven; ze liggen nu nog zij aan zij begraven op het kerkhof van Hollum op Ameland, in gelijkwaardige graven, onder manshoge staande grafstenen. Bovenin zijn de domeinen uitgehouwen waar ze ieder het gezag voerden, bij de man het schip en bij de vrouw het huis. De mannen, met hun laarzen nog aan, liggen niet bij hun vrouw in een graf, maar ze liggen naast elkaar, volkomen gelijkwaardig maar apart, de grafstenen even hoog. Ze hebben parallelle levens geleid, maar naderden elkaar altijd weer, en zo liggen ze ook begraven.

En in de rouwstoet gingen de mannen en de vrouwen zij aan zij achter de baar, de vrouwen hun gekraagde mutsen af en de bovenste zwarte rok over het hoofd geslagen, de mannen ook in het zwart, iedereen zonder regenkleding, trots, gelijk en kwetsbaar onder de open hemel.

De grote vaart heeft op de eilanden tussen mannen en vrouwen gelijkwaardigheid en strijd gebracht, verwijdering en verovering, verlangen, ruzies, angst en de heerlijkheid van verzoening en troost.
 
Ook toen de walvisvaart op Groenland en Spitsbergen eind 18e eeuw voorgoed voorbij was, bleef de gewoonte om zeevarenden zij aan zij te begraven bestaan, vaak de man links, de vrouw rechts. Op het kerkhof van Hollum zijn zeemansechtparen tot in de 21e eeuw op dezelfde manier begraven.
Rij 11, graf 24 en 25 liggen Kapitein Olvert Pieters Lap en huisvrouw Grietje Folkerts Visser. Olvert overleed op reis van Indië naar Amsterdam, aan boord van zijn bark Christina Agatha, de Azoren op de horizon aan bakboord, en een brandende zon recht boven het dek. De machteloze scheepsarts sloot de ogen en noteerde: verval van krachten en zenuwzinkingskoorts, 19 juni 1854.

Het was erg heet aan boord, een ongezonde omgeving voor een lijk, maar toen de nieuwe gezagvoerder hem overboord wilde zetten, kwamen de Amelanders onder de bemanning in opstand. Olvert mocht niet overboord, hij moest naar huis. Ze speelden het hoog, de nieuwe gezagvoerder gaf toe. En toen timmerden ze een kist, maakten hem waterdicht met pek, legden Olvert erin en goten een paar vaten Arak erbij, tot het lijk tot boven zijn neus in de sterke Indische borrel lag. Toen ging de deksel erop.
 
Op de rede van Texel ging de klotsende kist over in het beurtschip van de Texelse schipper C. van der Sterre, die het naar Ameland zeilde. De Leeuwarder Courant van 21 juli 1854 schreef: Gisteren had hier een zeer aandoenlijke plechtigheid plaats. Het stoffelijk overschot van de heer O.P. Lap, in leven gezagvoerder op het Nederlandse barkschip CHRISTINA AGATHA, op de terugreis naar het vaderland omstreeks de Wester-eilanden overleden, werd te Hollum ter aarde besteld. Een buitengewoon talrijke schare van vrienden en hoogachtens des overledene uit de onderscheiden dorpen des eilands bijeen gekomen, volgden de lijkstoet.
 
Grietje is 16 jaar later, in 1870, in het graf naast haar man begraven. Op haar steen staat dat zij rust in hoope der opstanding.

Bij de kapitein Olvert Lap, die tot over zijn oren in de drank is bijgezet, is die hoop achterwege gelaten. Kennelijk is hij tevreden waar hij is, want op zijn steen staat alleen dat hij kapitein was en dat zijn graf nooit geopend mag worden.

Mathijs Deen: "De Wadden, een geschiedenis". Uitgeverij Thomas Rap.

26 juli 2005

Spaanse Vluchtelingen op Ameland (1937-39)

Spanjaarden op Ameland
Bekijk Video
28 min

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: