De hasj-jacht op de Lammie in 1974

Drugssmokkel: het is in de jaren '70 vooral een zaak van "backpackers" due naar India of Libanon gaan. De plakken hasj worden verstopt in de eigen stinksokken of onder de internationale bus geplakt. Langzamerhand krijgen ook "echte" criminelen interesse. Zoals Simon Adriaanse, alias Frits van de Wereld. Als eerste gaat hij met kotters als eerste systematisch hasj naar Nederland smokkelen.

Arie Dekker werkt in die jaren bij de marechaussee in Den Helder en krijgt een tip dat er iets aan de hand is met een viskotter in de haven, de HD 160 van schipper Dorus Pompert. Vlak voor vertrek van de Lammie weten ze alles: “We wisten wie de bemanning vormden, hoeveel motorolie er aan boord was, welke zeekaarten ze hadden en hoeveel proviand er mee ging. En ook heel belangrijk: er waren rubberboten aan boord. Daar moesten ze wat mee gaan doen.” Dekker is erbij als de boot uitvaart. Zwaaien doet hij nog net niet.

De hasj wordt op de grens van Libanon en Syrië aan boord genomen. De overtocht naar Nederland duurt drie weken. De politie wacht de komst in spanning af. Op zondagochtend 21 april 1974 vaart de marineboot HMS Wolf uit om de Lammie op te pikken. Via de mobilofoon wordt de Lammie vlak voor de kust bij Den Helder, verzocht te stoppen, maar er volgt geen enkele reactie. De HMS Wolf geeft een schot voor de boeg; een ernstige waarschuwing. Ook dit maakt geen indruk en dan tikt de marineboot de Lammie aan, en schiet van dichtbij een traangasgranaat het stuurhuis in. De bemanning duikt weg.

Ondertussen heeft luitenant ter zee J.W. Kelder zich voorbereid op een entering, maar zo ver komt het niet: “De voorsturing van de motor was eraf geschoten en dus konden ze niet meer varen. Toen hebben ze de buitenboord-kranen opengezet om de boot mét de hasj te laten zinken.” De bemanningsleden stappen in hun rubberen reddingsboot. Als de boot daadwerkelijk zinkt, roeien de opvarenden naar de Douaneboot de Zeearend en worden daar aasn boord gehezen en aangehouden.

Liaisonofficier Ben Schmidt stapt over van de Wolf op de Zeearend. “We hebben ze aan boord genomen, we hebben met elkaar koffie gedronken en een praatje gehouden. Ze zeiden dat ze daar aan het zeevissen waren.” Maar als Schmidt laat blijken dat ze goed op de hoogte zijn vertellen de drie aangehouden bemanningslieden dat er ongeveer nog twee duizend kilo hasj aan boord moet zitten.

De kotter ligt op een diepte van zo’n veertig meter. De vrees dat geoefende duikers naar de boot toe gaan is groot. Officier van Justitie Josephus Jitta besluit de Lammie spoedig te laten lichten. Dat lukt vrij simpel: de lading wordt uit het ruim gehaald en bestaat uit 1600 kilo hasj en 27 warmwaterkruiken met in totaal 40 liter geconcentreerde hasjolie. Totale straatwaarde van de lading was in 1974 25 miljoen gulden. Frits van de Wereld krijgt uiteindelijk een jaar en negen maanden cel. Dorus Pompert en zijn bemanning moeten twaalf maanden de cel in.

De actie leidt tot nieuwe ontwikkelingen in de opsporing. Mede naar aanleiding van deze actie wordt de Kustwacht opgericht. Drugssmokkel met kottertjes wordt een stuk lastiger.