Bertus Raats is auteur van enkele boeken over wielrennen in Amsterdam. Op ons verzoek zocht hij naar informatie over de dood van Orlemans in 1922. Het was in Het Stadion in Amsterdam gebeurd, dat tot 1929 tegenover de plek lag, waar nu het Olympisch Stadion is. Na de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam werd dit afgebroken.
Allereerst het verschil tussen een motorhelper en een gangmaker. De laatste is degene die een wedstrijd rijdt en bepaalt. De motorhelper verzorgde de motor, en zorgde dat deze de baan opkwam. Raats: "De motor werd dan vanaf het rechte stuk naar achteren geduwd tegen de bocht op - langs de balustrade. Dan stapte de gangmaker erop en duwde de helper, met de val van de baan mee, de motor aan."
In het boek 'Een eeuw achter gangmaking' van Aaldert Brander vond Raats enkele artikelen over het incident, dat als een bom was ingeslagen in de Nederlandse wielerwereld. Op 21 augustus 1922, de dag na het ongeluk, zaten enkele renners in hotel Hof van Holland.
'De stemming onder de rijders was begrijpelijker wijze zeer gedrukt. We vonden er o.a. Van Nek en Ceurremans, benevens Blekemolen en Snoek, die gisteren het ongeluk onder hun ogen zagen gebeuren en die nog diep onder de indruk waren van de tragedie, die zich op de Stadionlatten afspeelde. Daardoor zag Snoek zich zijn trouwe helper ontvallen, terwijl Blekemolen telkens en telkens weer spreken moest over zijn brave gangmaker, die hem steeds zo goed terzijde stond en aan wie hij een groot gedeelte van zijn succes toeschreef.'
Alleen de wetenschap dat Polygoon Holland Nieuws het op 24 augustus 1922 nodig vond de begrafenis bij te wonen, zegt al genoeg over de enorme aandacht die het ongeluk had getrokken. Dat bleek ook door de enorme opkomst in Amsterdam. De politie had er de handen vol aan. In Een eeuw achter gangmaking staat:
'Er heerste vanmorgen een geweldige drukte op het Iepenplein, waar de begrafenisstoet van de zondag om het leven gekomen Chris Orlemans vertrok. Reeds enige uren voor de stoet het sterfhuis zou verlaten, verzamelde zich een grote massa belangstellenden en om half elf waren de vele duizenden rond Orlemans' huis bijeen. Op de balkons van de huizen stond het vol mensen en honderden hadden zelfs plaats gevonden op de daken en in de bomen. Het gedrang van de menigte was geweldig en slechts met de grootste moeite slaagde de politie er in de ruimte voor het sterfhuis vrij te houden.
Om elf uur kwam de lijkkoets, voorafgegaan door een motor met zijspan van de politie, die nauwelijks vrij baan kon krijgen. Tenslotte, toen de situatie nog verergerde, kwam er gelukkig assistentie van enkele politieruiters, die de menigte in toom wist te houden.
Even na half twaalf zette de trieste stoet zich in beweging. De vier stayers Snoek, Blekemolen, Storm en Dickentman liepen naast de lijkkoets. Vlak daarachter volgden vier gangmakers, De Roos, Käser, Slesker en Ceurremans, waarachter een grote schare renners de koets te voet volgde. Onder hen waren vele bekenden uit de wielersport, Peeters, Leene, Van Nek, Tulleken, Moeskops, Aandewiel, Dorus Nijland, Ikelaar, Erkelens en vele tientallen anderen, waaronder het bestuur van de Nederlandse Rennersbond.
Daarachter kwamen twee rijtuigen met bloemstukken, waarvan wij er een veertigtal telden. Hieronder waren kransen en boeketten van de N.W.B., de Stadiondirectie, de Rijswijkse Wielerbaan, de jury van de Stadionbaan, alsmede van renners en bekenden van de overledene, benevens een bloemstuk van de metselaarsorganisatie, waarvan Orlemans lid was.
Vervolgens kwam nog een groot aantal volgrijtuigen en automobielen, waarna de stoet zich in beweging stelde. Zij ging door de 3e Oosterparkstraat, de Vrolijkstraat, 2e Oosterparkstraat langs het sterfhuis, vervolgens door de 3e Oosterparkstraat, de Linnaeusstraat en Middenweg naar de Kruislaan. Overal langs de weg stonden grote scharen belangstellenden en ook op het kerkhof was een enorme menigte bijeen.
Om even half een droeg een aantal onzer meest bekende rijders en gangmakers, waaronder Moeskops, de Roos, Wiersma, Van Nek, Snoek, Straat, Tulleeken, Blekemolen, Ceurremans, Slesker, Dickentman, Käser, Snoek, de met kransen getooide kist het kerkhof op. Nadat de kist langzaam in de groeve was neergelaten en het graf geheel met bloemen bedekt was, nam de heer J.J. v.d Berg het woord namens de Mij. Het Ned. Sportpark (waartoe Het Stadion behoorde en daarna het Olympisch Stadion) en namens de stayer Snoek. Diep ontroerd spreekt de heer v.d. Berg enkele droeve woorden van afscheid tot Chris Orlemans en enige woorden van troost tot de achterblijvenden, de vrouw en de ouders.
Vervolgens spreekt de renner P. D. Moeskops, zeer onder de indruk, nog enkele woorden, ook namens Leene en Snoek en zegt dat "zij drieën steeds zullen denken aan Orlemans als een goede vriend en helper". Tenslotte bedankt een broer van Chris Orlemans voor de eer aan de overledene bewezen.´
Tot zover het verslag uit 1922. Er vielen verder nog twee gewonden in Het Stadion bij het ongeluk. Op 24 augustus was er nieuws over dit tweetal: 'Over de toestand van Ullrich kunnen we een iets gunstiger bericht mededelen. Zijn toestand was, zoals wij hedenmorgen ongeveer 11 uur voormiddag vernamen, iets vooruitgaande. De toestand van De Lange was nog steeds dezelfde: hij is nog buiten kennis.'
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: