Nederland staat internationaal bekend als een schaatsland, met zowel mannen als vrouwen die goede prestaties leveren bij internationale toernooien. Dit is echter lange tijd anders geweest. Begin 1960 staat het vrouwenschaatsen in Nederland nog in de kinderschoenen. Kunstschaatsers zijn er genoeg, maar hardrijden wordt gezien als een typische mannensport. Tot er drie toptalenten komen die hier binnen een paar jaar verandering in brengen.
Stien groeit op in de polder en schaatst in de winter volop. Maar als er in 1963 overal schaatswedstrijden voor mannen worden georganiseerd, is er zo goed als niets voor vrouwen. Stien gaat daarom op de bonnefooi mee met haar vader, en als er dan toevallig een andere dame was, kon zij ook een wedstrijd schaatsen.
Ans begint met schaatsen in diezelfde winter van 1963. Als daarna de ijsbaan in Deventer opent blijft ze oefenen. De Amsterdamse Carry oefent het schaatsen op de Jaap Edenbaan in Amsterdam, en doet hier ook mee aan kwalificatiewedstrijden voor het NK. In 1965 zien we het ‘gouden trio’ voor het eerst op het podium: tijdens het NK bezetten de dames de hoogste drie plekken in het klassement.
Vanaf dan beginnen de vrouwen langzaam maar zeker een nationaal team te vormen. Het gaat er allemaal nog amateuristisch aan toe: de vrouwen krijgen lang niet zulke goede begeleiding als de mannen. Maar voor het wereldkampioenschap in Deventer in 1967 worden alle zeilen bijgezet en gaan de dames op trainingskamp. De wedstrijd wordt live op televisie uitgezonden. Nooit eerder hadden de dames zo veel publiek bij hun wedstrijden. Stien schrijft geschiedenis: ze wordt wereldkampioen op het WK in Deventer en wint drie van haar vier wedstrijden. Voor het eerst sinds 1951 staat er geen Russin op nummer één.
In de jaren die volgen halen de dames nog vele zeges binnen. Zo wint Carry in 1968 een gouden medaille bij de olympische spelen, nog eerder dan een man. Voor Stien vallen de spelen van ’68 tegen, ze wint alleen brons. Maar in 1972 haalt ze het in: ze wint dan op 33-jarige leeftijd goud op de drie kilometer.
Tegenwoordig hebben we genoeg schaatsheldinnen in Nederland, maar Ans, Stien en Carry zijn de pioniers. Hun strijd voor de gelijkheid binnen het schaatsen heeft ervoor gezorgd dat het vrouwenschaatsen in Nederland veranderde van een ‘pauzenummertje’ naar één van de hoofdacts.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: