Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
25 maart 2017

Verborgen verleden: Hanneke Groenteman

Verborgen verleden - Hanneke Groenteman

Spionage en vervolging

Hanneke Groenteman hoopt dat ze afstamt van Sefardische joden, afkomstig uit Spanje of Portugal. Zij komen in de zestiende en zeventiende eeuw in grote groepen naar Nederland. Waarom verruilen ze het warme Zuid-Europa voor de Republiek der Verenigde Nederlanden?

De inquisitie
Onrust, agressie en wreedheid tegen joden komt in Spanje al regelmatig voor vanaf de twaalfde eeuw. Maar pas aan het einde van de vijftiende eeuw vluchten veel joodse Spanjaarden het land uit, omdat de koning opdracht geeft voor grootschalige vervolgingen van iedereen die niet katholiek is. Een speciale organisatie is verantwoordelijk voor het handhaven van het katholicisme en het vervolgen van andersdenkenden: de inquisitie.

Grote groepen joden vluchten naar Portugal om voor de hand liggende redenen: het land ligt dichtbij, lijkt veel op Spanje en gunt joden veel vrijheid. Toch is het verblijf voor velen van korte duur. Door een strategisch huwelijk in 1496 tussen de Portugese koning en Spaanse prinses zet ook Portugal de stap naar de strenge handhaving van één staatsgodsdienst.

15 februari 2009

In de voetstappen van joods erfgoed: Portugal

Verborgen verleden: 'Hanneke Groenteman'
Bekijk Video
17 min

Nieuwe christenen
Alle Portugese joden moeten zich bekeren of vertrekken. Veel kiezen - opnieuw - voor het laatste en verhuizen naar de nieuwe wereld. De joden die zich wel bekeren, leven verder als zogenaamde ‘nieuwe christenen’, maar belanden hierdoor al na enkele jaren in een benarde situatie.

De inquisitie gaat in Portugal vanaf 1536 aan de slag en richt zijn pijlen onmiddellijk op de nieuwe christenen, want ze zijn niet overtuigd van hun bekering. Het klopt dat een deel van de nieuwe christenen in huiselijke kring vasthoudt aan de joodse gebruiken. Met spionnen en verhoren probeert de inquisitie de huizen binnen te dringen en de joden te ontmaskeren.

Veel nieuwe christenen wordt het in de loop van de zestiende eeuw te heet onder de voeten. Zij kiezen uiteindelijk toch voor een veilig thuis in een nieuw land waar ze vrij hun geloof mogen belijden: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

De Grote (Hoogduitse) Synagoge en de Portugese Synagoge in Amsterdam, omstreeks 1675 copyright Collectie Joods Historisch Museum
De Grote (Hoogduitse) Synagoge en de Portugese Synagoge in Amsterdam © Collectie Joods Historisch Museum

De veilige stad

In de zeventiende eeuw vertrekken ook veel joden uit Centraal-Europa naar de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, dit zijn de zogeheten Asjkenazische of Hoogduitse joden. Het is dus mogelijk dat de voorouders van Hanneke Groenteman niet uit het warme Zuid-Europa komen.

Vervolging en haat is ook voor deze Asjkenazische joden een motief om te migreren, maar de meesten vluchten eveneens voor de armoede die de joodse gemeenschap in Centraal-Europa in zijn greep houdt.

Rijk en arm
In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden kunnen deze Asjkenazische joden zichzelf niet alleen grotendeels bevrijden van de minderwaardige positie, de republiek biedt vooral betere economische kansen.

In Amsterdam komen de meeste Asjkenazische joden terecht in de buurt rondom het huidige Waterlooplein. De rijkere Sefardische joden wonen voornamelijk aan de grachten. Beide groepen mogen vanwege hun religie niet lid worden van gilden en belanden hierdoor in de handel. Veel Sefardische joden hebben al een groot internationaal netwerk en bouwen in Amsterdam verder aan hun vermogen in de diamant- of geldhandel.

De markt
De Asjkenazische joden staan vooral op de markt, eerst in de Jodenbreestraat en vanaf 1893 op het Waterlooplein. Omdat niet zondag, maar zaterdag de rustdag is voor de joden, is het toegestaan de markt op zondag te houden. Dit maakt de Waterloopleinmarkt erg populair. Toch blijven de joden uit Centraal-Europa relatief arm in vergelijking met hun Zuid-Europese lotgenoten.

De Oost-Europese joden drukken wel hun stempel op Amsterdam. Ze geven de stad de naam Mokum dat in het Jiddisch - de joods-Duitse taal - veilige plek of stad betekent. Ook de woorden ‘mazzel’ ‘kapsones’ en ‘bajes’ zijn van Jiddische komaf.

De eerste beurs in Amsterdam, Publiek Domein
De eerste beurs in Amsterdam © Publiek Domein

Een aandeel in de VOC

De vader van Hanneke Groenteman werkt voor de Tweede Wereldoorlog op de beurs in Amsterdam, een van de oudste beurzen ter wereld. Het is een erfenis van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).

Te veel concurrentie
Vanaf 1595 kent de jonge Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden meerdere kleine compagnieën die zelfstandig handelen met Oost-Indië. Na enkele jaren blijkt dat de concurrentie de winst sterk onder druk zet.

In 1602 fuseren de losse handelscompagnieën. Samen vormen ze de VOC en krijgen ze van de Staten-Generaal het alleenrecht op handel met Indië. Toch zijn zij niet de enige die kunnen profiteren van het geld dat de overzeese handel met ‘de Oost’ oplevert.

8 januari 2013

De Gouden Eeuw: een wereldonderneming

Verborgen verleden: Hanneke Groenteman
Bekijk Video
6 min

Iedereen een aandeel
De VOC bedenkt een systeem waardoor iedereen mee kan delen in de winst. Iedereen kan een aandeel kopen in de compagnie, of je nou een vooraanstaande koopman bent of een eenvoudige dienstmeid. Zodra de VOC daadwerkelijk winst gaat maken krijgen de aandeelhouders een deel van de opbrengst.

Het systeem slaat aan, vooral dankzij de eerste zeer succesvolle reizen van de VOC. De aandeelhouders moeten wel veel geduld hebben, want de VOC maakt de eerste tien jaar geen winst en dus proberen de bewindhebbers van de compagnie zo lang mogelijk zo min mogelijk geld aan de aandeelhouders terug te geven.

Beursgebouw
De VOC heeft het moeilijk tot 1633. Vanaf dat jaar blijkt pas echt dat de investering in de compagnie een goede keuze is. De VOC heeft in ruim dertig jaar tijd een stevige basis gebouwd in Azië en kan de aandeelhouders veel ruimere bedragen uitkeren. Hierdoor ontstaat een levendige handel in de aandelen.

In eerste instantie gebeurt dit nog in cafés rondom de Dam, waar op dat moment nog schepen van de compagnie aanmeren, maar vanaf 1608 begint de VOC zelf met de bouw van een ‘koopmansbeurs’ waar de aandelenhandel op grote schaal kan plaatsvinden. Slimme investeerders kopen en verkopen de aandelen op de juiste momenten en profiteren zo maximaal van de glorietijden van de Gouden Eeuw.

Credits
  • Anne Verwaaij
Bronnen

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: