Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
Prinsjesdag 1977 (foto: RVD)

De oude Prinsjesdag

Den Haag viert dus het tweehonderdjarig bestaan van Prinsjesdag, maar waar is dat op gebaseerd? Op 2 mei 1814 opende toenmalig 'soeverein vorst' -pas in 1815 zou hij zichzelf tot koning uitroepen- Willem 1 inderdaad voor de eerste keer het parlementaire jaar, maar de naam Prinsjesdag zul je voor die dag tevergeefs zoeken.

Er bestond wel een Prinsjesdag-traditie: de dag waarop de verjaardag van een prins of een stadhouder werd gevierd. Jan Steen schilderde in vermoedelijk 1672 zijn beroemd geworden 'Prinsjesdag' een feestdag die destijds gevierd werd op 14 november ter ere van de op 14 november 1650 geboren van prins Willem III, de latere stadhouder en koning van Engeland. Volgens Jan ter Gouw ('De Volksvermaken', 1871) betreft dit schilderij waarschijnlijk de viering in 1672, “toen er een buitengewone opgewektheid heerschte, omdat het de eerste was, dien men weêr opentlijk vieren mogt, en men in den Prins ‘den redder van 't vervallen Vaderland’ begroette.” Wanneer voor het eerst zo’n Prinsjesdag gevierd werd, is volgens Ter Gouw onbekend: “Wij weten eigenlijk niet eens precies hoe oud de Prinsjesdag bij ons is.”

"Prinsjesdag" van Jan Steen, verm. 1672 (Rijksmuseum, Amsterdam)
Prinsjesdag (Jan Steen, ca. 1672)

"Den Achtsten Maart"

Eind 18e eeuw werd Prinsjesdag vooral gevierd op 8 maart, de geboortedag van de in 1748 geboren Willem V. Ter Gouw schrijft: "Als wij van den Prinsjesdag spreken, is het altijd die van den achtsten Maart, welke door 't heele Land gevierd werd, maar nergens luidruchtiger dan te Amsterdam op Kattenburg." 

Als er tussen 1814 tot 1840 over Prinsjesdag werd gesproken, was dat volgens Jan ter Gouw een feest dat op 24 augustus gevierd werd vanwege de verjaardag van koning Willem I. In 1814, tweehonderd jaar geleden, was er dus inderdaad een 'Prinsjesdag', maar die had niets te maken met de politiek of de derde dinsdag van september. 

Stadhouder Prins Willem V
Stadhouder Prins Willem V

De nieuwe Prinsjesdag

De oudste meldingen van een feestelijke Prinsjesdag als opening van het politieke jaar zijn pas van eind jaren ‘50 van de negentiende eeuw. Het Nieuw Amsterdamsch Handels- en Effectenblad schreef over de verenigde zitting van de beide Kamers op 21 september 1857: "De spoortreinen bragten reeds heden ochtend vroeg vele honderden nieuwsgierigen in de residentie aan, om de plegtige opening van de zitting der Staten-Generaal bij te wonen, zoodat eene ongewone levendigheid door de meest bezochte straten der residentie, welke van vreemdelingen wemelt, heerschte."

Het was gezellig druk in Den Haag, maar helaas dreigde er slecht weer. "Er bestaat in de hofstad eene algemeen verspreide volksoverlevering, dat op Prinsjesdag altijd de zon zal schijnen," schreef de krant, waaruit valt af te leiden dat de aanduiding Prinsjesdag toen al bekend was, maar blijkbaar pas vanaf dat jaar ingeburgerd begint te raken. Gelukkig bleef in 1857 regen uit toen de koninklijke stoet de vele bezoekers passeerde.

Tien jaar later, op 16 september 1867, is de opening van het parlementaire jaar uitgegroeid tot een waar volksfeest. De Haagse correspondent van de Indische Java-bode schreef die dag: "Het is weder prinsjesdag, mijn waarde redacteur, zoo als onze vaders en grootvaders den dag noemden, waarop de koning in het publiek verschijnt." Door dit citaat lijkt het alsof er al generaties hierover werd gesproken. Toch blijft de benaming 'Prinsjesdag' heel lang een nauwelijks gangbare benaming.

De echte doorbraak van Prinsjesdag als begrip stamt dateert van 1929. Vanaf dat jaar werd elk jaar algemeen over Prinsjesdag gesproken als de opening van het politieke jaar op de derde dinsdag van september. Eigenlijk is Prinsjesdag dus pas 85 jaar oud, maar dat wil de Haagse feestcommissie vast niet horen.

Een ansichtkaart van Prinsjesdag 1929: het onderschrift spreekt nog van "Opening der Staten Generaal".
Prinsjesdag 1929

Een Oranjebende

De Haagse Prinsjesdag-feestcommissie wil waarschijnlijk ook niet weten dat Prinsjesdag al in de achttiende eeuw gelijk stond voor geweld op straat en bevolkingsgroepen die elkaar met hand en tand bestreden. Dat botst tenslotte met het citymarketingmodel, want als er op straat wordt gevochten, gaan mensen liever niet meer koffie- en theeleuten of een wijntje drinken in een van de gezellige café's – laat staan een hotel boeken in de gezellige binnenstad. Toch zijn in naam van Prinsjesdag een hoop gewelddadige activiteiten geweest.

Ter Gouw beschreef bijvoorbeeld hoe de Prinsjesdagen van 8 maart in Amsterdam werden gevierd. Als vast onderdeel van het programma dansten de mensen om brandende teertonnen, waarbij elke voorbijganger mee moest doen. Hierbij werd een liedje gezongen:
 
't Is ienmaal Prinsiesdag in 't jaar,
We zingen en dansen al mit mekaâr;
Vivat Oranje, hoezee!
Meneertje, dans maar meê!

"Dit te weigeren was nooit raadzaam," concludeerde Ter Gouw onderkoeld, "zoo men ten minste zijn hoed, pruik en ribben liefhad." Het waren alleen de aanhangers van de stadhouder, de Oranjeklanten, die deze achtste maart als feestdag beschouwden. Hun politieke tegenstanders konden dan beter uit de buurt blijven. "Een Oranjebende", noemde de Hollandsche Historische Courant de aanhangers van de stadhouder op 13 augustus 1785, "oproerige Oranje klanten" en "de eigenlyke Oproermaakers in den Lande". En juist op Prinsjesdag lieten zij zich horen, waarbij het er vaak gewelddadig aan toe ging.

Roode Dinsdag 1911: tekening van Albert Hahn (collectie IISG)
Roode Dinsdag 1911: tekening van Albert Hahn (IISG)

Roode Dinsdag

Deze scherpe polarisatie keerde begin vorige eeuw terug op Prinsjesdag, die door socialisten en communisten ‘Roode Dinsdag’ werd genoemd. Dit begrip dook in 1911 voor het eerst op in de kranten, toen Den Haag toestemming gaf voor een demonstratie voor algemeen kiesrecht, waarbij een volkspetitionnement aan de regering werd aangeboden. Een boze briefschrijver klaagde: "Gevolg daarvan is dat men den ouden naam van dien of min of meer nationalen feestdag – den naam van Prinsjesdag – heeft vervangen door dien van rooden Dinsdag. Ik vind dit geen gelukkige verandering."

Ook na de invoering van het Algemeen Kiesrecht (1917 voor mannen, 1919 ook voor vrouwen) bleef Roode Dinsdag als een linkse protestdag concurreren met Prinsjesdag, met soms heftige gevechten als gevolg. In 1932 viel er zelfs een dode. Verkeersagent H. Baars (of Baas, daarover verschillen de bronnen) werd aangevallen, alhoewel hij niets te maken had met de rellen. Hij werd gestoken met een scherp voorwerp en zou aan de opgelopen verwondingen overlijden. Twee dagen later werd het ‘Comité ter bestrijding van communistische invloeden' opgericht. Blijkbaar met succes, want sinds 1938 hebben we nooit meer iets gehoord van Roode Dinsdag.

Proost!

De Haagse feestcommissie heeft die hoogst interessante geschiedenis volkomen genegeerd - alsof ze bij het shoppen langs de favoriete winkels van Maxima alleen de leuke etalages heeft bekeken. Het moet tenslotte gezellig blijven, met gezellige mensen in een gezellige omgeving. U moet koffie- en theeleuten en een wijntje pakken in een van de gezellige café’s na een nachtje slapen in een hotel in de gezellige binnenstad.

Neem dan op zijn minst een rood wijntje om nog eens te toosten op die Rode Dinsdag van vroeger. Of proost op prins Willem III van Oranje-Nassau als u dat liever wilt. Denk in ieder geval wat meer na over de complexe geschiedenis van Prinsjesdag dan de festivalorganisatie heeft gedaan. Die proppen Prinsjesdag in een gefantaseerde ééndimensionale oranjegezinde traditie van tweehonderd jaar, die vooral de commercie moet dienen.

Klassiek beeld van een moderne Prinsjesdag (2011)
Prinsjesdag 2011
15 september 2003

Andere Tijden: Prinsjesdag 1974

Gijzeling Franse ambassade
Bekijk Video
29 min
19 september 2016

Prinsjesdag 1960

prinsjesdag 1960
Bekijk Video
1 min
19 september 2016

Prinsjesdag 1967

Prinsjesdag 1967
Bekijk Video
1 min

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: