In dertien afleveringen belicht Hans Goedkoop de geschiedenis van Nederland in de 19e eeuw.
De man die de Oranjes het liefst willen vergeten: Lodewijk Napoleon, onze eerste koning. Een Fransman!
Een splinternieuw koninkrijk en geen cent te makken. Zo staat Nederland er voor in 1814.
Nederland, 1818. Bedelaars en dronkaards, weesjes en ontheemde gezinnen ontsieren het straatbeeld. Het prille koninkrijk staat er slecht voor.
Willem Albert Scholten begint in 1850 in Foxhol in Groningen met een fabriekje voor aardappelmeel, in een gebied dat is gedoemd tot armoede.
De vrouwenbeweging vindt haar wortels in de 19e eeuw, een eeuw die allesbehalve vrouwvriendelijk was.
De Rotterdamse haven, pijler van de Nederlandse economie, ontstaat in de 19e eeuw. Met dank aan de bijna vergeten zakenman Lodewijk Pincoffs.
Bijna iedereen heeft wel eens gehoord van het Sarphatipark en de Sarphatistraat in Amsterdam. Maar bijna niemand weet meer wie Samuel Sarphati was.
Na eeuwen van onderdrukking krijgt rooms-katholiek Nederland in de loop van de 19e eeuw steeds meer vrijheden terug.
Je kunt het je nauwelijks meer voorstellen, maar aan het eind van de 19e eeuw is Enschede één van de grotere textielsteden.
In de late 19e eeuw voltrekt zich een revolutie op wetenschappelijk gebied. Er worden door Nederlanders ontdekkingen gedaan die voorgoed het inzicht in de wereld om ons heen veranderen.
Na Thorbeckes grondwet van 1848 is het Abraham Kuyper die de kleyne luyden een stem geeft. Door een eigen krant op te richten, een eigen school, een eigen universiteit, een eigen partij en kerk: de wereld in het klein.
Tegen het einde van de 19e eeuw moet het Nederlandse leger in Indië alle zeilen bijzetten in Atjeh, één van de laatste gebieden in de uitgestrekte Indische archipel die het gezag van het gouvernement niet aanvaardt.
Aan het einde van de 19e eeuw is er alle reden voor optimisme. Stijgende welvaart, verbetering van de positie van de vrouw, verheffing van de lagere standen.