Wie is van hout?
In Engeland, Amerika en ook in Nederland vond in de jaren ’70 een grote tegenbeweging plaats, gericht tegen de toen heersende waarden en normen binnen de psychiatrie. Volgens een van de grondleggers van deze beweging, de Amerikaanse psychiater Ronald Laing, was de westerse samenleving een gevangenis, die mensen bewust hun vrijheid ontnam. Niet de patiënten, maar de maatschappij was ziek en die maakte op haar beurt weer mensen ziek. De witte jas moest worden afgeschaft, er werden vraagtekens gezet bij het gebruik van elektroshocks en de ouderwetse structuren binnen de instellingen werden ter discussie gesteld. De film One flew over the cuckoo’s nest, met Jack Nicholson in de hoofdrol, bracht schitterend in beeld wat men fout achtte in de oude vorm van psychiatrie.
De Nederlandse psychiater Jan Foudraine behoorde ook tot de beweging van de anti-psychiatrie. In 1971 publiceerde hij de bestseller Wie is van hout…. In dit boek pleitte hij voor meer praten en minder medicijngebruik binnen de psychiatrie. Foudraine concentreerde zich met name op de schizofrene mens die volgens hem ten onrechte puur en alleen als geestesziek werd gezien, als een patiënt die moest worden behandeld in een ziekenhuis of een psychiatrische inrichting. Die behandeling bestond destijds uit het toedienen van medicijnen en fysieke ingrepen als elektroshocks of zelfs lobotomie. Want van praten met een patiënt was in die jaren geen sprake.
Foudraine verzette zich tegen termen als ‘zieke’ en ‘gezonde’ mensen. Volgens hem hebben schizofrenen problemen, net als iedereen, maar het zijn geen wilsonbekwamen die als een ding kunnen worden behandeld, als ware zij van hout. Zij moesten ‘baas in eigen brein’ worden, zoals een bekende leus uit die tijd luidde. In plaats van pillen werd het devies: praten en nog eens praten.
Een deel van de nieuwe generatie verpleegkundigen, psychologen en psychiaters nam de denkbeelden van kritische psychiaters als Laing en Foudraine tot zich en ging er mee aan het werk.
Amstelland
In 1971 opende op het terrein van het Provinciaal Ziekenhuis Santpoort de jeugdpsychiatrische kliniek „Amstelland”. De stichter van deze psychotherapeutische gemeenschap, Jan van de Lande, was een bewonderaar van Laing en Foudraine.
Amstelland moest een kleinschalige leefgemeenschap voor adolescenten worden waar patiënten en staf gelijk waren. Door middel van ‘patient-staff meetings’ moest de richting van de behandelingen bepaald worden. Verpleegkundigen werden ‘begeleiders’ genoemd. Zij mochten niet ingrijpen, maar moesten simpelweg ‘aanwezig’ zijn.
Er werd op een alternatieve manier psychiatrie bedreven waarbij therapieën zoals psychodrama en rollenspelen aan de orde van de dag waren. Het idee achter ,,Amstelland” was dat de bewoners elkaar konden genezen door veel te praten. In de beginjaren 1971-1976 heerste er een zeer vrije atmosfeer in de kliniek en was de invloed van de bewoners op de beleidsontwikkeling en het behandelklimaat aanzienlijk. Maar deze losse structuur werkte niet voor iedereen. Na enkele zelfdodingen werd besloten meer structuur en autoriteit in te voeren. Uiteindelijk viel in 1986 de beslissing dat de kliniek gesloten zou worden en de patiënten in kleine instellingen in Amsterdam ondergebracht zouden worden. Het afzonderen van patiënten uit de samenleving door ze ‘weg te stoppen’ in de bossen werd als achterhaald beschouwd. Inmiddels was het beleid geworden deze mensen zoveel mogelijk een ‘normaal’ leven te laten leiden in een stadse omgeving.
Patiënten
De kritiek tegen de psychiatrie werd niet alleen geformuleerd door artsen en deskundigen. Al eerder hadden patiënten en familie zich georganiseerd. In 1964 werd de stichting Pandora als belangenbehartiger van cliënten in de psychiatrie opgericht.
Patiënten en ex-patiënten verenigden zich in de Gekkenbeweging . Het doel: belangenbehartiging en onderlinge ondersteuning. In 1973 verscheen het eerste nummer van de Gekkenkrant, met onder andere schrijver Geert Mak als redactiemedewerker. In 1975 werd de eerste dag van de psychiatrie georganiseerd, de voorloper van de huidige jaarlijkse week van de psychiatrie. Zo kreeg de patiënt steeds meer stem in haar eigen behandelproces.
Anti- antipsychiatrie
De psychiater Herman van Praag, was de eerste hoogleraar biologische psychiatrie in Nederland. Als voorstander van medicijngebruik was hij niet gelukkig met een stroming als de anti-psychiatrie. Van Praag vond dat er te veel nadruk gelegd werd op psychotherapeutische behandelvormen en denkkaders. Maar de anti-psychiaterie beweging was sterk.
Zo protesteerden studenten geneeskundige tegen de komst van Van Praag naar de Universiteit van Utrecht. De hoorcolleges zouden te massaal zijn. Tevens werd in hun ogen de psychiatrie te eenzijdig benaderd. De studenten wilden meer gesprekstraining, rollenspelen en ‘alternatieve’ stageplaatsen. Dit alles zag Van Praag helemaal niet zitten. In april 1978 wijdde de hoogleraar biologische psychiatrie zelfs zijn oratie aan een aanval op 'de antipsychiatrie'.
Waren biologische psychiaters zoals Van Praag eind jaren '70 nog de boemannen, rond 1980 begonnen de rollen om te draaien. Van diverse kanten kwam er kritiek op de humanere aanpak van de anti-psychiatrie. Maar ondanks de kritiek zijn er toch nog enkele verworvenheden van de antipsychiatrie van blijvende betekenis gebleken, zoals de doorbreking van de oude gezagsverhoudingen, de rol van psychiatrisch verpleegkundigen, de multidisciplinair samengestelde behandelteams, de aandacht voor de bejegening van de patiënt en het betrekken van de familie bij de behandeling. Ook de belangstelling voor psychotherapie is heden ten dagen nog steeds groot.
Research en tekst: Merlijn Schneiders
Regie: Yaèl Koren
Uitzending: do 13 feb 2014, 21.30 uur, Nederland 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: