De jaren '70, van hoopvol tot hopeloos
Ik ben Hein Hoffmann (1965), maker van de jaren '70-special. Ik ben zelf een product van deze jaren '70.
De jaren '70 waren vrolijk, optimistisch, hoopvol en links. Maar ook verbeten, inktzwart, pessimistisch en rechts. Een decennium met vele gezichten. Voor mij persoonlijk, en voor veel respondenten, waren het de heerlijke jaren van mijn jeugd. Ik herinner me de veilige gezelligheid thuis. Mijn ouders waren links, een beetje ongeremd. We vierden alle verjaardagen met veel roken en drinken. Er stond een glaasje met sigaretten op tafel, Caballero zonder. Mijn moeder maakte huzaren salade met als garnering asperges uit blik, gevulde eieren en blokjes kaas met een zilveruitje of een augurk op een prikkertje.
‘Geen bier, maar wel wijn, Vermouth, sherry en vooral veel gedestilleerd. Dat was een teken van welvaart. Mijn ouders hadden de oorlog meegemaakt dus ze hadden nog wat in te halen.’ (Leo Ebbeling)
'Ik leek op een overrijpe champignon'
Mijn haar was lang en warrig, lekker links, volgens mijn moeder. Iedereen had lang haar, zelfs de nieuwslezer.
‘Persoonlijk had ik er geen moeite mee om naar de kapper te gaan, hoewel ik daar achteraf beter wel een punt van had moeten maken. Ik leek op een overrijpe champignon maar als ik naar klassenfoto’s kijk viel ik daarmee nauwelijks op.’ (Jur Dekker)
Op kledinggebied kon alles. Afghaanse stinkjassen, kleurige blazers met stropdassen en alles wat daar tussen zat. ‘Of je was soul of je was shit. Vooral de soulbroeken, strakke truitjes, blote buiken en hoge kurkhaken vond mijn moeder ordinair en zodoende koos zij, voor ons, de kant van de shit. Dit had zijn invloed op onze kleding maar ook op de inrichting van ons huis. Veel planten in oranje potten en hangplanten in oranje of groene bollen, gele luxaflex en natuurlijk ‘macramé hanging planten, gehaakte gordijnen, veel bruin veel riet en veel, heel veel rotan. Donkergroene vloerbedekking en op de slaapkamermuren een typisch jaren ‘70 behang. Druk en met veel oranje. Mijn kamer hing vol met posters van de Osmonds. Later werd dat Abba.’ (Annelies Fransen)
Lange rijen vrijwel dezelfde huizen
In 1971 wonen we met 13 miljoen mensen in bijna 3,5 miljoen huizen. Op het platteland en in de stad. Er wordt ontzettend veel gebouwd en overal schieten woonerven en hoogbouwwijken uit de grond. Schalkwijk bij Haarlem, de Bijlmermeer bij Amsterdam en Lunetten bij Utrecht.
‘Ik herinner met de jaren ‘70 nog goed. Hoewel ik tussen de 2 en 12 was, vond ik mijn leven verschrikkelijk saai. We woonden in een grote nieuwbouwwijk van een kleine stad in het midden van het land met lange rijen vrijwel dezelfde huizen met lange straten in dambord model.’ (Rob den Boer)
Steeds meer mensen wonen in eenzelfde huis, in een eenvormige wijk en iedereen zoekt een manier om uniek te zijn. Klussen aan je huis is zo’n manier. De Hubo’s schieten de grond uit. ‘In onze rijtjeswoning begon mijn vader zijn handigheid te etaleren. Hij plaatste zelf een dakkapel en een plastic oranje zitbad maar waarom hij een stalraam tussen de gang en de woonkamer plaatste is me nog steeds een raadsel.’ (Rob Bruins Slot)
Uiteindelijk is iedereen uniek maar met vrijwel een zelfde interieur.
'Het beeld stoorde als er een brommer langsreed'
De televisie breekt helemaal door. Werd er in de jaren ‘60 nog veel samen gekeken, in de jaren ‘70 heeft iedereen een eigen tv met een eigen antenne op het dak. Het beeld stoorde als er een brommer langsreed. In mijn herinnering speelden we altijd op straat. Na school voetbalden we. Behalve op woensdagmiddag. Om vier uur stopte alles en gingen we naar huis. Tv kijken. Mijn moeder had thee met koekjes klaarstaan. Hamelen, Peppie en Kokkie, Q en Q.
‘Ik had hoge verwachtingen van de Thunderbirds; wat een afknapper was het toen bleek dat dit gewoon poppen waren.’ (Pieter Zeeman)
‘Zonder enige twijfel was ‘Stuif es in’ het hoogtepunt van de week. Verder keken we met het hele gezin naar Swiebertje, Voor de vuist weg en Een van de acht. Onder het genot van een Sputnik, die we maakten van Exota limonade, suiker en koffiemelk, en lekkere bak Cornuco chips. Q en Q was spannend en ook een beetje eng. (Etienne Stekelenburg)
‘Als Den Uyl op tv kwam dan ging ie uit’
Ouderen keken naar de VARA of de TROS’, naar Herenleed of naar André van Duin. In het verzuilde Nederland was politiek een onderwerp dat de samenleving tot op het bot verdeelde. Je was voor of tegen Prins Bernhard in de Lockheed-affaire. Voor of tegen abortus en voor of tegen de vrijlating van de drie van Breda. Bij ons thuis was Den Uyl een halfgod en werd niemand meer gehaat dan Van Agt. Nou alleen Wiegel misschien.
’Als oud- marine man was mijn vader allergisch voor alles wat links was en kon zich vreselijk opwinden over politiek. Den Uyl was fout, Wiegel was goed.‘ (Liesbeth)
‘Afkomstig uit een KVP nest werd Van Agt geadoreerd, Wiegel was komisch en Luns prima maar over Den Uyl hoorde ik mijn ouders niet.’ (Marie-Louise)
‘Als Den Uyl op tv kwam dan ging ie uit.’ (Ineke)
‘Vooral op school en op tv was er maar één waarheid. Je wist niet beter, links was goed, rechts was slecht, ambtenaar zijn was goed, ondernemer zijn slecht. Sonja Barend was de norm en afwijkende meningen waren taboe. Leraren waren schaamteloos bevooroordeeld en tegenover de bloeiende muziek en filmcultuur uit die tijd stond echt censuur op alles wat niet PvdA/VARA was. Achteraf best eng.’ (Edwin)
Lesbo, homo, pedo, alles mag en alles kan
Op tv en in het dagelijks leven is er onvoorstelbaar veel bloot. De VPRO laat in de Van Oekelshow om de haverklap blote vrouwen dansen. Elke Nederlandse film zit vol met functioneel bloot en de eerste pornofilm, Deep Throat, kun je in een bioscoop zien als die minder dan vijftig stoelen heeft. Iedereen eist zijn vrijheid op. Op het werk, in het leger, op school maar ook in bed. Lesbo, homo, pedo, alles mag en alles kan. Met een, twee of meer partners, de hond, de pony of de buurman. Niets is te gek. Toch wordt er in de reacties nauwelijks over seks gerept.
‘Nog steeds geloof ik niet dat mijn ouders ooit seks hebben gehad.’ (Pieter Zeeman)
‘Achteraf bedacht ik me dat mijn ouders een abonnement op Sekstant, het maandblad van de NVSH, hebben genomen met de bedoeling dat wij dat 'stiekem' lazen om zo de seksuele voorlichting te vervangen waar ze zelf geen zin in hadden.’ (Leo Ebeling)
Vrouwen gaan steeds meer werken
De positie van de vrouw verandert in de jaren 70. Vrouwen gaan steeds meer werken.
‘Moeder werd maatschappelijk werkster en trok zich in de weekenden terug om met opleidingsgenoten aan sensitiviteit trainingen te gaan doen. Ik weet nog steeds niet precies wat ze daar deden maar rode wangetjes kreeg ze er wel van.’ (Juliette)
‘Ook mijn moeder ging nieuwe culinaire uitdagingen aan'
1975 is het internationale jaar van de vrouw en ik weet niet of er een samenhang bestaat maar het moet rond deze tijd zijn geweest dat mijn moeder zelf kaas begon te maken en een fondue pan kocht.
‘Ook mijn moeder ging nieuwe culinaire uitdagingen aan, zoals vleesfondue met teveel spiritus in het bakje zodat de vlam zich griezelig om het bakje vouwde.’ (Etienne Stekelenburg)
Maar het hoogtepunt van de kookrage was de komst van de Römertopf.
‘Dit was een aardewerken sta in de weg die eerst 24 uur in het water moest staan om überhaupt gebruikt te kunnen worden. Gerömertopfte spruitjes met gehakt waren volgens de smaakpapillen van mijn vader nog nooit zo lekker geweest.’ (Jur Dekker)
Er werd ook steeds vaker alternatief gegeten.
‘We eten dat paardenvoer niet’, riepen we uit toen we voor het eerst muesli zagen. Mijn ouders waren helemaal into de alternatieve scene. We aten verrimpelde aardappels en beschimmelde kazen.’ (Maarten)
‘Wij kregen enorme hoeveelheden zelf-geplukte lavas te verstouwen, want die deden het zo goed op het platje.’ (Twan Nijssen)
Autoloze zondag? ‘Mijn vader ging expres met de auto naar zijn werk'
Volkswagen kever 1200, Opel Rekord, Rode Eend, Ford Taunus (chocolade bruin) Datsun, VW 1500, Rode Renault 12 station, Blauwe Renault 4l (vierrelletje), Audi 80, Simca 1100. Auto’s mochten in 1973 acht zondagen de weg niet op. De autoloze zondag was een straf van de olieproducerende landen omdat Nederland de kant van Israël in de zesdaagse oorlog had gekozen. Maar wat kon ons dat schelen.
‘We gingen rolschaatsen op de fijne asfaltwegen waar we normaal niet mochten komen, rolschaatsen op asfalt gaat nu eenmaal beter dan op de klinkers bij ons in de straat.‘ (Paula)
Niet iedereen legt zich neer bij het overheidsverbod om te rijden.
‘Mijn vader ging dan expres met de auto naar zijn werk. Zogenaamd omdat hij dienst had.’ (Leo Ebeling).
‘In het protestants christelijke Huizen was eigenlijke elke zondag een autoloze zondag. Lopen naar de kerk was de enige vorm van activiteit die de goedkeuring van mijn ouders kon wegdragen.’ (Pieter Zeeman)
Kraken komt op en de punk waait over uit Engeland
In 1978 danst John Travolta zich met Saturday Night Fever de geschiedenisboeken in en langzaam begint de sfeer van het decennium om te slaan. Economisch gaat het steeds slechter. Er is een tweede oliecrisis. Kapingen, moordaanslagen en keiharde bezuinigingen domineren het dagelijkse leven.
Kraken komt op en de punk waait over uit Engeland. Met hun snoeiharde muziek en afwijkende kleding zetten de punkers zich af tegen alles en iedereen. Hun hartenkreet NO FUTURE geeft de tijdsgeest heel precies weer. In tien jaar tijd draait de stemming volledig om van hoopvol tot hopeloos. Voor de reacties maakt dit niet veel uit.
‘In de jaren ‘70 leefden we op de wolken die in de jaren 60 waren gecreëerd en waarvoor mijn generatie in de jaren ‘80 een zware prijs heeft moeten betalen.’ (Rob den Boer).
Hij is een van de weinigen die met minder goede herinneringen op de jaren ‘70 terugkijken. ’Ik ben blij dat ik deze tijd heb meegemaakt en denk er nog altijd met plezier aan terug‘, zeggen de meesten.
Regie en samenstelling: Hein Hoffmann
Tekst en research: Hein Hoffmann, Karin Kooijman
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: