Undercover avant la lettre
De schrijver Israel Querido beschreef in zijn Amsterdamse epos ‘De Jordaan’ (1916), dat sterk heeft bijgedragen aan de landelijke bekendheid van de wijk, hoe de straten aan de voet van de Westertoren er bij lagen in de jaren twintig. Querido wist waarover hij sprak: hij had in de jaren daarvoor op vier verschillende plekken in de Jordaan gewoond, onder meer in de Willemsstraat, volgens de verhalen de smerigste straat. Querido, wiens stukken verschenen in 'Het Leven', had zich onder de bewoners van de Jordaan begeven in vermomming, in een hele oude vieze plunje. Met zijn werkwijze sloot hij aan bij een nieuwe stroming in de verslaggeving: de reportage journalistiek. Zo kon hij ongestoord zo dicht mogelijk bij het leven van de Jordanezen komen, met eigen ogen aanschouwen hoe groot de armoede was in de talloze stegen, sloppen en gangen, van wat werd beschouwd als de grootste pauperwijk van Nederland.
De Jordaan was een soort oerwoud
Honderdduizend inwoners telde de wijk tussen de Prinsengracht, Lijnbaansgracht, Brouwersgracht en Leidsegracht (of Passeerdersgracht) rond 1900. De wijk die werd volgebouwd om de arbeiders te kunnen huisvesten die werden aangezogen door de Industriële Revolutie. Toen was het een opeenstapeling van vochtige kelderwoningen, eenkamerwoningen van twintig vierkante meter, een wirwar aan steegjes, modderige gangen en stinkende straten en grachten. Op die twintig vierkante meter woonden gezinnen van soms zes, zeven leden. Auke van der Woud, auteur van Koninkrijk vol sloppen, emeritus hoogleraar architectuur-en stedenbouwgeschiedenis: “Grote gezinnen, jong en oud, jongens en meisjes, die sliepen gewoon allemaal bij elkaar op lompen. Maar ze kruipen in de winter ook dicht bij elkaar om warm te blijven, schrijft een arts. En daar gebeuren dan onwelvoeglijke dingen.” Er was veel tbc, velen waren verslaafd aan alcohol, “bewoners verdierlijkten”, zoals artsen dat beschreven. Auke van der Woud: “De Jordaan, dat was een soort oerwoud, waar je gidsen nodig had om de weg te vinden. Het was de Hades, de onderwereld volgens de Griekse mythologie. Het was echt als een schimmenrijk waar de doden nog voortleven. Een wijk vol bleke gestalten, bleke mensen die ook altijd ondervoed waren.”
Van diepe armoede naar bovenmodaal
Nu is het een hippe stadswijk, met veel bovenmodale inkomens, modieuze restaurants en trendy cafés. Koffie drinken bij café Thijssen of Festina Lente, appeltaart bij Winkel, Italiaans bij Toscanini, Spaans bij Duende, een biologische markt op de zaterdagse Noordermarkt en een afzakkertje bij het Papeneiland. Er wonen nu ongeveer 18.000 mensen op het oppervlak bij de Westertoren, al jaren het symbool van de Jordaan. De dagen van Querido, nog geen honderd jaar terug, lijken lichtjaren ver weg.
Blockbusters
Ons beeld van de Jordaan is vooral gevormd door twee speelfilms uit de jaren dertig: De Jantjes (1934) en Bleeke Bet (1934). De derde Jordaan film, Oranje Hein (1936), was veel minder populair. De liedjes uit de gelijknamige succesvolle theatervoorstellingen van Herman Bouber, waarop de films waren gebaseerd, waren toen al bijzonder populair. En de film had een sterrencast, met Johan Kaart, Heintje Davids, Sylvain Poons.
Vooral De Jantjes, de tweede geluidsfilm van ons land, schilderde een romantisch, optimistisch beeld van de wijk. De reclameslogan van producent en distributeur Loet C. Barnstijn voor de film luidde: “Een film van en voor Nederland.” In de film – over drie matrozen die terugkeren in de burgermaatschappij, geen werk kunnen vinden en tekenen voor het koloniale leger - oogt de buurt allesbehalve als een verzameling krotten. De straatzangers Sylvain Poons en Henriette Davids bewonen een zolderkamer met uitzicht op de Westertoren. Nu zou menigeen een moord doen voor die plek. In de kamers van de hoofdrolspelers glimt het tafelzilver. De decor-ontwerpers, die de interieurs nabouwden in de Cinetone studio’s in Duivendrecht en daar zelfs een Amsterdams straatje reconstrueerden, hadden eigenlijk geen enkel idee van een echte Jordaanse woning, zo lijkt het. De winkel van tante Piet is goed gevuld. Van de strijd om het bestaan- velen wisten ’s ochtends niet of er die dag wel werk of eten voor hen was- nauwelijks een spoor. Slechts in twee korte scenes klagen de hoofdrolspelers dat ze “de hakken van hun schoenen lopen” op zoek naar werk.
Weinig kritische geluiden
Met ongeveer een miljoen bioscoopbezoekers was De Jantjes de meest succesvolle speelfilm van vóór de Tweede Wereldoorlog. Tot op de dag van vandaag is de musical versie een succes in de theaters. Onder de miljoen kopers van bioscoopkaartjes, waren natuurlijk ook vele inwoners van de Jordaan zelf. Eind december 1934 draaide de film in de Edison bioscoop op de Elandsgracht. Wie dacht dat de bewoners van de wijk in opstand zouden komen tegen het wel erg rooskleurige beeld dat van hun woonomstandigheden werd gegeven komt bedrogen uit. Enkel in het communistische blaadje De rode Jordaan klonken kritisch geluiden. Filmhistoricus Clara Pafort-Overduin: “In een artikel in De rode Jordaan wordt gezegd: dat is allemaal heel mooi wat we daar zien, maar het heeft natuurlijk niets met de realiteit te maken.” Zelfs het Jordaan oproer, tegen verlaging van de steun, enkele maanden vóór de premiere van Bleeke Bet, met doden en talloze gewonden, deed de algemene stemming niet omslaan.
Bittere realiteit
De tegenstelling tussen het beeld van de Jordaan in de speelfilms en de bittere realiteit, daar over gaat het op 25 november in Andere Tijden: De vrolijke armoede in de Jordaan. We lopen door de stegen en gangen van de wijk met architectuur en stedenbouw historicus Auke van der Woud (Koninkrijk volsloppen) en gaan op zoek naar de plekken waar de voorouders van Suzanna Jansen (Het pauperparadijs) woonden. In café Chris in de Bloemstraat, dat model stond voor café Chez Willie in De Jantjes, ontleden we met filmhistoricus Clara Pafort-Overduin de Jordaan films. En filmmaker en buurtbewoner Eddy Terstall, geboren en getogen op de Palmgracht, vertelt in zijn stamkroeg De kat in de wijngaert over de generaties van zijn familie in de Jordaan. “Ik ben natuurlijk geboren op het moment dat de Jordaan geen Derde wereld meer was.”
Research: Rommy Albers (EYE)
(Beeld)research: Mieke Krijger
Samenstelling, regie en tekst: Harry Hosman
Uitzending: 25 nov 2012, 21.20 uur, Nederland 2.
Herhaling: 1 dec 2012, 13.05 uur, Nederland 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: