Emoties
Je hield van hem of je haatte hem. Een bevlogen idealist of een drammerige socialist. Joop den Uyl, ome Joop, van 1966 tot 1986 leider van de PvdA en vanaf 1973 premier van het meest linkse kabinet ooit. Tot op de dag van vandaag roept hij gemengde gevoelens op.
Vijfentwintig jaar geleden stierf Joop den Uyl. Daarom een bewerking van een extra lange uitzending van Andere Tijden uit 2008. Toen verscheen zijn biografie door Anet Bleich, ‘Joop den Uyl, dromer en doordouwer’.
Een betere wereld
“We hadden allemaal het gevoel dat de wereld voor ons openlag en dat je die daadwerkelijk zou kunnen veranderen”, zegt Marcel van Dam, staatssecretaris in het kabinet Den Uyl dat bestond uit PvdA, PPR, D’66, KVP en ARP. Dit kabinet (1973 tot 1977) wil spreiding van kennis, macht en inkomen door belastingmaatregelen en forse investeringen in onderwijs, welzijn en volkshuisvesting. “Je streefde naar een betere wereld voor iedereen. Politiek was toen geen vak, het was een roeping”, vertelt Van Dam. Volgens Dries van Agt, vicepremier namens de KVP, leefde dit gevoel overigens vooral bij de linkse partijen: “Wij, de ARP en KVP, kwamen vrijwel direct in de minderheidspositie van ‘ho ho, rustig an, niet te wild”.
Ed Van Thijn was toen fractievoorzitter van de PvdA: “Het was een vechtkabinet, dat wel tien keer langs de rand van een kabinetscrisis is gegaan, over de meest uiteenlopende onderwerpen; de afsluiting van de Oosterschelde, reactorvaten voor Zuid-Afrika, de omvang van de huurverhoging, het minimumjeugdloon, noem maar op.”
Botsingen
Het kabinet Den Uyl lijdt al snel aan de botsing van ideologieën en het verschil van politiek bedrijven volgens Van Agt. Als voorbeeld noemt hij een demonstratie in 1975 tegen de dictatuur van Franco in Spanje. Den Uyl klimt demonstratief op een geparkeerde Volkswagen en spreekt geëmotioneerd de menigte toe: “Hun strijd is onze strijd. Internationale solidariteit!” Ed van Thijn denkt er met weemoed aan terug: ”Het was zoals ik vind hoe een premier moet zijn”. Van Agt denkt daar heel anders over: “Hij was oprecht verontwaardigd. Maar zo handelt een minister-president niet. Op een auto klimmen als een balorige demonstrant.”
De persoonlijke en politieke botsingen van Den Uyl en Van Agt zijn berucht geworden. Volgens Ed van Thijn had Den Uyl geen hekel aan Van Agt, maar wist hij niet hoe hem om te gaan: “Die rare Dries, die Pietje Bel”. Van Dam wijt dat vooral aan het verschil in karakter: “De katholiek versus de gereformeerde.” Van Agt bevestigt dat: “Mijn ietwat zelfrelativerende zelfspot, van ach, wij zijn maar als een zandkorrel op het strand van de geschiedenis - daar wist Joop absoluut geen raad mee. Dat vond hij verschrikkelijk.”
Van Agt voelde zich soms genegeerd door Den Uyl: “Genegeerd tot zelfs weggezet, en dat was een gevolg van de moeizamer wordende verhoudingen.” Van Dam ziet dat nu ook zo: “Achteraf geredeneerd had het kabinet meer kunnen bereiken als Den Uyl en wij allemaal meer rekening hadden gehouden met de gevoeligheden van de christendemocratische ministers.”
Een dreigende koningskwestie
Verreweg de moeilijkste kwestie voor Den Uyl is de Lockheed-affaire. In 1976 komt Prins Bernhard in opspraak omdat hij steekpenningen zou hebben aangenomen van een Amerikaanse vliegtuigbouwer. Het kabinet stelt een onderzoekscommissie in. Volgens Van Agt had het kabinet ondanks de partijpolitieke verschillen maar één doel: “De monarchie mocht geen zware schade oplopen’. Koningin Juliana had namelijk gedreigd met aftreden als haar man voor de rechter zou komen. Maar de crisis blijkt nog veel groter ontdekte biografe Anet Bleich: “Kroonprinses Beatrix dreigde onder die omstandigheden niet bereid te zijn haar moeder op te volgen.”
Op 26 augustus 1976 maakt Den Uyl de bevindingen van de onderzoekscommissie bekend: Bernhard heeft zich toegankelijk getoond voor onoorbare verlangens en aanbiedingen van de kant van Lockheed. Hij moet zich terugtrekken uit alle publieke functies, mag zich niet meer in uniform vertonen maar wordt niet strafrechtelijk vervolgd. De monarchie is gered.
Klassenjustitie
Toenmalig staatssecretaris Van Dam is diep verontwaardigd en begint aan zijn ontslagbrief. Als Den Uyl dat hoort, rijdt hij onmiddellijk naar zijn huis: “Het was een hard gesprek. Hij haalde alles uit de kast”. Van Dam blijft maar stuurt de premier wel een brief: “Ik vond het klassenjustitie.” Dries van Agt: “Van Dam had de voor menigeen plausibele opvatting dat de Prins der Nederlanden bejegend diende te worden als elke burger. Dus voor de strafrechter gebracht diende te worden. Ik vond dat als minister van Justitie niet helemaal onbegrijpelijk.’
Joop den Uyl stuurt de brief door naar Juliana en zegt tegen Van Dam: “Ik heb het gevoel dat de koningin de sentimenten die er leven onderschat. Ik vind dat jij het goed onder woorden hebt gebracht. Het is goed is dat zij daarvan kennis neemt.” Het leidt tot een persoonlijke ontmoeting tussen Juliana en Van Dam. De laatste wil er weinig over kwijt, behalve dat het “persoonlijk en soms erg emotioneel was.”
De Northrop-affaire
Tijdens zijn regeringsverklaring belooft Den Uyl de Tweede Kamer alles van de onderzoekscommissie openbaar te maken. Toch heeft hij minstens één stuk achtergehouden. Anet Bleich vond een bijlage waaruit blijkt dat Bernhard ook een flink bedrag van een andere vliegtuigbouwer, Northrop, heeft ontvangen: “Den Uyl heeft het rapport zo ver en diep mogelijk weggestopt. Ik neem aan dat hij dacht dat als bekend zou worden dat Bernard nog meer geld heeft aangenomen, strafvervolging dan niet meer had kunnen uitblijven.”
Van Agt wil daar maar weinig over kwijt: “Gesteld dat er sprake zou zijn geweest van twee affaires. Dan zou de conclusie van Den Uyl, dat dit teveel is en gevaarlijk voor het voortbestaan van de monarchie, een verstandige, om niet te zeggen gerechtvaardigde gevolgtrekking zijn geweest.”
Op zijn sterfbed ontvangt Den Uyl een persoonlijke brief: “Ik ben u intens dankbaar voor de zware ‘operatie’ die u indertijd op mijn man hebt uitgevoerd en die uiteindelijk tot zijn herstel geleid heeft. Uw oude ‘praatpaal’ Juliana”.
Het meest linkse kabinet ooit
In 1977 komt het meest linkse kabinet ooit ten val. “Er is veel symboliek tot stand gebracht maar de echt grote hervormingen waar het ons om ging zijn niet echt doorgekomen”, vertelt Ed van Thijn. Eén kabinetsperiode blijkt te kort voor Joop den Uyl om zijn gedroomde hervormingen voor een ‘betere samenleving’ door te voeren. Ondanks forse verkiezingswinst komt er geen tweede kabinet Den Uyl.
Hij keert terug in de kamerbankjes en blijft daar, op een zeer kort ministerschap na, tot zijn dood op 24 december 1987. Nog steeds wordt de bevlogen politicus binnen zijn partij gemist. “We hebben de kennis van de geschiedenis en de erfenis van Den Uyl nodig om de toekomst aan te kunnen. Een toekomst die het uiterste van ons zal vragen”, aldus PvdA leider Diederik Samson onlangs, vijfentwintig jaar na de dood van zijn markante voorganger.
Regie en samenstelling: Paul Ruigrok
Bewerking: Godfried van Run
Tekst en research: Carolien Brugsma
Uitzending: 23 dec 2012, 21.20 uur, Nederland 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: