Grote opschudding
De aarde beeft in Noord-Groningen als we de opnames maken over de eerste wilde vrouwenstaking voor gelijk loon in Nederland ooit. Maar de uitslagen op de schaal van Richter beroeren Den Haag niet. Minister Kamp laat weten niet te kunnen stoppen met de exploitatie van het gas.
Hoe anders was dat eind jaren ’60, toen niet het gas maar stakende arbeiders in de strokarton wilde uitslagen op de schaal van arbeidsonrust veroorzaakten. Grote opschudding in Den Haag. Zelfs koningin Juliana werd er op af gestuurd om de gemoederen te bedaren. Den Haag mag nú niet bang zijn voor aardbevingen in deze uithoek van het land, bang voor het communisme waren ze in die jaren van de Koude Oorlog wél. Na een maandenlange ‘strijd’ kregen de arbeiders loonsverhoging en in de jaren erna werden er talloze sportvelden, bibliotheken en buurthuizen uit de grond gestampt.
"Waar blijft het verzet nu?", roept voormalig staker Hans Heres uit en slaat met vlakke hand op tafel. "Ze halen onze bodem leeg zonder er iets voor terug te geven. De zorg hollen ze uit. Ouderen worden gekort, en het verzet? Dat is nergens. Maar het komt. Dat kan niet anders. De mensen die nu getroffen worden door de kortingen op de AOW en de zorg zijn dezelfden die in de jaren ’60 hebben gestreden voor verbetering van de omstandigheden van arbeiders. De eerste bezetting van de sociale dienst zal niet lang op zich laten wachten."
Oost-Groningen achter de feiten aan
Ach ja, Oost-Groningen. Altijd al werkloosheid. Altijd al ellende. Wat Den Haag er ook in stopt: de Eemshaven, het hoofdkantoor van de PTT, de Blauwe Stad, nooit lukt er wat. Dat is het beeld. Maar niets is minder waar, zo blijkt uit een gesprek met Hendrik Hachmer, conservator van het Veenkoloniaal Museum in Veendam: "Nieuwe Pekela had ooit het grootste winkelgebied van Nederland. Groter dan dat van Amsterdam. Het barstte hier van de bedrijvigheid." Het geheim van die welvaart was water. Het Pekelderdiep. Uit de turfvaart was zeevaart ontstaan. Groningse schepen bevoeren de Atlantische Oceaan en de Oostzee en kwamen terug met rijke vracht. De schippers en de kapiteins verdienden goud geld dat zij in de loop van de 19e eeuw investeerden in industrie.
In het agrarische Oost-Groningen werd dat de aardappelmeel- en strokartonindustrie. Die grote industrie leidde tot welvaart en – in zijn kielzog – tot allerlei kleinere bedrijvigheid die met alle economische toppen en dalen mee liep, tót aan de technologische revolutie van de jaren ’60. Hendrik Hachmer: "De tijd is veel sneller gegaan dan de mensen in de gaten hadden. Binnenschippers hadden nooit gedacht dat aardappels over de weg vervoerd konden worden; de vrachtwagens zouden blijven steken in de modder. Ruilverkavelings wegen? Daar hadden ze zich geen voorstelling van gemaakt. Waterzuiveringsinstallaties en computers in de fabriek? Nou ja… En dat was niet alleen hier zo. Ook de Nederlandse schoen- en textielindustrie legden het loodje. Want om al die technologische vernieuwing bij te benen, waren ze te klein."
Gebroeders Koning
Met zijn beschrijving van de toenmalige welvaart geeft Hendrik meteen een verklaring voor zoiets onverwachts als een ‘wijnfabriek’, een tricotagefabriek en talloze scheepswerven in de geschiedenis van de Pekela’s. En natuurlijk voor sigarenfabriek Champ Clark, waar de drie broers Koning de directie voerden. Ooit familiebedrijfjes die bloeiden dankzij de welvaart. Sigarenfabriek Champ Clark was gegrondvest door Harm Koning in een schuurtje achter het huis, terwijl zijn vrouw zorgde voor brood op de plank met hun kruidenierswinkeltje bij één van de sluizen waar binnenschippers hun proviand Insloegen.
Oost-Groningse vrouwen
Dat is nóg een geheim dat Hendrik Hachmer onthult: Oost-Groningse vrouwen die al sinds mensenheugenis misschien niet gelijk maar in ieder geval gelijkwaardig waren aan de mannen. Aletta Jacobs ging als eerste meisje naar de HBS in Sappemeer, maar wat te denken van de turfsteeksters die het mannenwerk overnamen als er voor mannen elders geld te verdienen was? Of de binnenschipsters die aan het roer stonden? Of de kapiteinsters die mee gingen op de grote vaart en de administratie deden?
Nee, ze zijn niet mals die Oost-Groningse vrouwen. Dat blijkt ook uit het feit dat de aller-, allereerste wilde staking voor gelijke beloning door vrouwen gehouden werd in, precies, Nieuwe Pekela. Daar werkten op sigarenfabriek Champ Clark zo’n dertig meisjes die volgens eigen zeggen ‘de hoofdproductie’ deden. De mannen, zo’n stuk of twintig, kregen er, het moet vroeg in 1969 zijn geweest, een tientje per week bij en dat werd door zowel directie – de drie gebroeders Koning – als de mannen verzwegen. Tótdat Grietje Schoonhoven, toen een jaar of 18, dat bij toeval ontdekte en in woede ontstak. Want zo zijn die Groningers alweer volgens conservator Hendrik Hachmer: "Recht voor z’n raap en de pest aan onrechtvaardigheid".
Staken om tientje
Toen de directie van de sigarenfabriek tot twee keer toe weigerde het tientje ook aan de meisjes uit te betalen, sloeg de vlam in de pan. De meisjes, veelal dochters van strokartonarbeiders, wendden zich tot Fré Meis, spraakmakend lid van de Communistische Partij Nederland en voorman van de stakende strokartonners. Fré Meis verklaarde zich bereid de meisjes te adviseren over de strategie van het staken, benoemde een woordvoerster, gaf een cursus onderhandelen en behaalde met de vrouwen een klinkende overwinning. Niet alleen kregen ze er een tientje per week bij, maar de staking bracht ook boven water dat werkgever Champ Clark zich niet hield aan de CAO voor sigarenmakers. Dat betekende dat Grietje en Lena en hun collega’s van 35 gulden naar 58 gulden per week gingen. Het mooiste is misschien nog wel dat ook de mannen vanaf dat moment volgens de CAO betaald werden. Keerzijde van deze actie was dat leden van de vakbond die lid bleken van de CPN geroyeerd werden. De Binnenlandse Veiligheidsdienst zorgde zelf voor lijsten met leden die ze aan de vakbond overhandigden.
Een kleine twee jaar later ging Champ Clark failliet. De directie gelooft graag dat dat faillissement te wijten was aan de staking. Maar de meisjes die de hele dag met de machines werkten, wisten wel beter. De fabriek had de tijd niet kunnen bijbenen. Net zoals zoveel andere traditionele bedrijven in Nederland.
Samenstelling en regie: Carla Boos
Tekst en research: Hendrina Praamsma
Uitzending: 10 mrt 2013, 21.20 uur, Nederland 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: