Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
5 mei 2013

Andere Tijden

Andere Tijden
Bekijk Video
30 min

Tocht naar de vrijheid

In de vroege ochtend van 1 september 1939 vallen Duitse troepen Polen binnen. Engeland en Frankrijk schieten de Polen te hulp en daarmee is de Tweede Wereldoorlog een feit. Warschau wordt zwaar gebombardeerd en tot overmaat van ramp vallen de Russen vanuit het oosten het land binnen. De Poolse staat houdt op te bestaan en wordt verdeeld tussen Duitsland en de Sovjet-Unie.

“Om 4 uur ’s nachts werden we in de kazerne wakker gemaakt door een hard gefluit. Het was een alarmsignaal. Oorlog!” Vlad Kohutnicki is cadet aan de militaire academie wanneer de Duitsers binnenvallen. Hij wordt bij een tankbataljon ingezet in het zuiden van Polen maar moet al snel uitwijken naar het oostelijk gelegen Lwow. Daar wordt hij krijgsgevangen gemaakt door de Russen. Kohutnicki: “De Russen zetten me in als vrachtwagenchauffeur. Maar ik wilde weg. Ik vroeg om verlof om mijn moeder te kunnen bezoeken. Dat mocht! Ik ben hem meteen gesmeerd!”

Inmiddels is in Frankrijk een regering in ballingschap opgericht en zoals Kohutnicki proberen duizenden Poolse soldaten het land te verlaten om zich daar aan te sluiten en de strijd voort te zetten. Maar als ook Frankrijk in mei 1940 wordt binnengevallen moet Kohutnicki op zoek naar een andere route. “Via omzwervingen in Litouwen en Finland kwam ik uiteindelijk in Zweden terecht. Daar heb ik nog een jaar in de bossen gewerkt. Maar in 1942 kon ik met een vliegtuig mee naar Schotland.”

Opruimwerkzaamheden na bombardement op Warschau
Opruimwerkzaamheden na bombardement op Warschau, 1939 © Bundesarchiv

Schuilnaam

In 1942 krijgt generaal Stanislaw Maczek de leiding over een nieuw op te bouwen Poolse legermacht die aan de kant van de Geallieerden zal worden ingezet, de 1e Poolse Pantserdivisie. In Schotland wordt de eenheid getraind en de Polen komen van over de hele wereld vandaan. Een deel bestaat uit eenheden van het Poolse leger die zijn uitgeweken, zoals Kohutnicki. Anderen dienen zich als vrijwilliger aan, zoals Poolse emigranten uit de VS, Frankrijk of Engeland.

Een grote groep heeft echter een heel andere achtergrond, zoals de vader van Frans Ruczynski. “In 1942 werden Poolse mannen opgeroepen voor Duitse dienst. Voor de oorlog tegen Rusland hadden de Duitsers behoefte aan mankracht. Mijn vader kwam in 1944 terecht in Normandië en daar is hij door de Amerikanen krijgsgevangen gemaakt. Die wisten dat er Polen gedwongen dienst deden bij de Duitsers en vroegen hen over te stappen naar de Geallieerde troepen. Zo is ook mijn vader bij de 1e Poolse Pantserdivisie gekomen. Om hen te beschermen tegen represailles van de Duitsers in geval ze gevangen werden gezet, kregen deze soldaten allemaal een schuilnaam. Mijn vader heette Konrad Ruczinsky werd zo Konrad Adamoski.”

De Poolse Pantserdivisie heeft een eigen filmdienst bij zich. Vanaf de opleiding in Schotland tot de bevrijding van Breda zijn beelden gemaakt ‘in het vuur van het gevecht’ die resulteren in een ronkende film over de divisie: ‘Idziemy’ (We gaan). Zo zien we idyllische beelden van het Schotse landschap en Poolse soldaten die lokale boeren helpen met de oogst. Maar dan wordt de toon ernstiger wanneer de Polen worden getraind voor de invasie en zien we hen de overtocht maken naar Normandië. Het doel van de Poolse onderneming is voor iedereen duidelijk: het vaderland bevrijden. En zo wordt elke pontonbrug die de genie bouwt vernoemd naar een Poolse stad en werd de afstand tot die stad in kilometers aangegeven.

Komando
Poolse commando's tijdens training in Schotland, 1943 © Andrzej Perepeczko

‘Voor uw en onze vrijheid’

In 1944 is de pantserdivisie klaar voor actie en wacht de hele wereld op de invasie. Veldmaarschalk Montgomery houdt persoonlijk een toespraak voor de Poolse troepen waarbij hij op niet al te subtiele wijze aangeeft hoe ze gezamenlijk de vijand zullen verslaan: “Together we will kill the Germans”.
Onder het motto “voor uw en onze vrijheid” neemt de 1e Poolse Pantserdivisie deel aan de strijd en wordt augustus 1944 voor het eerst ingezet in Normandië. Het wordt een vuurdoop die niet snel wordt vergeten.

Roman Figiel is erbij. “We waren te snel opgetrokken richting de Duitse linies. Er kwamen vliegtuigen over, die waren van ons. Die gaan de Duitsers op hun sodemieter geven dachten we nog. Maar ineens gingen de kleppen open en vielen er bommen naar beneden. Er zijn toen veel kameraden gesneuveld.”

De Pantserdivisie speelt een sleutelrol in de opmars door Normandië. Via een tangbeweging van Amerikanen en Britten komt een grote Duitse legermacht ingeklemd en probeert via Falaise te ontsnappen. Daar proberen de Polen deze zogenaamde ‘zak van Falaise’ af te sluiten. Een groot deel van het Duitse Zevende Leger wordt vernietigd.

Soldaat Figiel is ingedeeld bij de genie en moet de weg vrij maken voor de verdere opmars. “Overal lagen dode paarden en soldaten. Het was heel warm en dode lichamen waren helemaal opgezet en zwart geworden. Het stonk verschrikkelijk. We kregen toen corned beef uit blik te eten. De lucht van lijken vermengde zich met het eten. Ik heb nooit meer in mijn leven corned beef gegeten.”

De Geallieerde opmars door Frankrijk gaat dan heel snel. Het doel is de belangrijke industriezone van het Ruhrgebied en de strategisch belangrijke Rijn. En dat betekent richting België en Nederland.

1e Poolse Pantserdivisie
Beeldmerk Eerste Poolse Pantserdivisie

Dziekujemy Wam Polacy

Een Poolse infanterist van het 8e bataljon schrijft in zijn dagboek: “In de nacht van zaterdag 28 op 29 oktober stonden we dan bij het als een fakkel brandende seminarie Ypelaar, waar onze voorhoede al had afgerekend met de Duitse bezetting. Nadat we al dagenlang niet uit de kleren waren geweest, zochten we doodmoe en uitgehongerd onderdak in een naburige boerderij. Dat we geen eten hadden was weer het gevolg van een drama: de veldkeuken was ons spoor bijster geraakt en terecht gekomen tussen Duitsers die onze drie koks neerschoten.”

De Polen staan op 28 oktober voor Breda en nemen een dag later na stevige gevechten de stad in. Tankcommandant Kohutnicki : “Generaal Maczek had bevolen zo min mogelijk schade te veroorzaken aan deze historische stad. Dat betekende voor ons dat er maar een tankeskadron de stad in mocht en verder vooral infanterie. Mijn tankgroep mocht niet mee helaas.”
De bevolking van Breda is hoogst verbaasd als ze de bevrijders inhalen. Mevrouw Figiel kan het zich nog goed herinneren. “Bij ons in Ginneken kwamen soldaten in huis om het kruispunt onder vuur te nemen. Maar ze spraken helemaal geen Engels. Het bleken dus Polen te zijn! Er stond ‘Poland’ op hun uniformjasje.”

Al snel is de stad in de ban van hun bevrijders die Breda nagenoeg ongeschonden in handen hebben weten te krijgen. In de daaropvolgende bevrijdingsroes worden generaal Maczek en zijn strijders uitgeroepen tot ereburgers van Breda. Overal verschijnen rood-witte bordjes in winkeletalages met de tekst ‘Wij danken de Polen’, in de originele Poolse tekst ‘dziekujemy wam polacy’.

Hoogtepunt is de militaire parade op 11 november, de Poolse nationale feestdag, op het Chasséterrein, compleet met katholieke mis en feestredes. En er wordt gedanst, veel gedanst. Mevrouw Figiel: “Er waren zoveel soldaten en er was zoveel te doen. En overal was er dansen. Het was een mooie tijd en overal stonden pantserwagens.”
Voor de Polen is Breda en het frontgebied tot aan de Maas een voorlopig eindpunt in de opmars. Pas begin april 1945 zullen ze weer verder gaan.

Poolse bevrijders
Poolse tankdivisie bevrijdt Breda, 1944 © Breda Beeldcollectie

Bevrijding?

Thom Peeters is vijftien jaar als bij hem thuis in Breda een Poolse soldaat wordt ingekwartierd. “Hij heette Edward Dziacko en was 19 jaar. Hij kwam uit de buurt van Katowice, Duits Silezië. Mijn ouders zagen hem als een extra zoon en hij noemde mijn ouders ook pappa en mamma. Voor mij waren die Poolse jongens allemaal helden. Als hij zijn uniform jasje aan de kapstop had gehangen trok ik dat stiekem aan en stond er dan mee voor de spiegel.”

Roman Figiel komt ook in de kost bij een Bredase familie met dochter. Mevrouw Figiel: “Bij ons achter was het erf van de boer waar al die gevechtswagens stonden en hij stond er ook. Hij keek omhoog, naar boven waar ik thuis werkte. Ik klopte de stofdoek uit en ik zag hem wel staan en hij stond mij aan te kijken maar ja… Het was geen liefde op het eerste gezicht hoor. Nee, dat heeft een week geduurd.”

Ook de vader van Frans Ruczynski wordt ingekwartierd bij een Bredase familie.”Daardoor zijn er hele nauwe banden en vriendschappen ontstaan tussen de bevolking en de Polen. Die hebben soms wel een heel leven lang geduurd.” De bevrijding van Breda heeft voor de Polen echter een wrange bijsmaak. In 1944 is de opstand in Warschau door de Duitsers genadeloos neergeslagen terwijl het Russische Rode Leger buiten de stad afwachtend toekijkt.

In februari 1945 vind in het Russische Jalta een conferentie plaats tussen de leiders van de Geallieerden, Roosevelt, Churchill en Stalin. Daar wordt gesproken over de toekomst van Duitsland en Europa na de oorlog. Dat betekent voor polen dat het onder Russische invloedssfeer komt. Tankcommandant Kohutnicki omschrijft wat daar besproken wordt als volgt. “Die conferentie was een pijnlijke zaak voor ons. Daar heeft Churchill ons land uitgeleverd aan de Russen. Voor jullie kan Churchill een held zijn maar voor mij is hij verrader!”

Frans Ruczynski erkent dat ‘Jalta’ een kras op de ziel van de Polen is: “Zij hebben veel kameraden zien sneuvelen om juist de bevrijding van hun eigen land te verwezenlijken. Alle mensen in Nederland vierden feest maar de Polen hadden niets te vieren. Want hun land was nog steeds niet vrij.”

Jalta conferentie 1945
De leiders van de Geallieerden, Churchill, Roosevelt en Stalin op conferentie in het Russische Jalta, feb. 1945 © U.S. Army

Een nieuw vaderland

April 1945 krijgt de Pantserdivisie orders om op te trekken naar het noorden. Via Duitsland trekken ze op naar Drenthe en Groningen. Ze bevrijden onderweg Emmen en stoten dan door richting het Duitse eindpunt Wilhelmshaven. Twee jaar lang verblijft de divisie als bezettingsmacht in Noord-Duitsland. Tussendoor mogen de mannen op verlof en velen van grijpen die kans aan om terug te gaan naar hun liefjes in Breda en omstreken.

In 1947 wordt de divisie gedemobiliseerd. Hen wordt aangeboden om in Engeland een opleiding te volgen waarmee ze in het burgerleven aan de slag kunnen. Daar wordt niet door iedereen gehoor aan gegeven. Sommigen keren terug naar Polen, naar familie die nog in leven blijkt. Thom Peeters: “Op een gegeven moment kwam Dziacko bij ons thuis en vertelde mijn vader dat hij voor een moeilijke keuze stond. Hij had weer contact met zijn familie in Polen die de oorlog allemaal hadden overleefd. Die hadden hem gevraagd om weer terug te komen. En dat heeft hij gedaan alhoewel het hele moeilijke keuze voor hem en ook ons was.”

Vladislav Kohutnicki trouwt ook met een Nederlandse en neemt dienst in het Nederlandse leger, bij de tanks. Voordien is hij nog gevraagd om terug te keren naar Polen en daar in het leger dienst te gaan doen.” Het waren officieren van het nieuwe Poolse leger uit Warschau. Zij vertelden ons wat de mogelijkheden waren in Polen. Maar ’s avonds bij een borrel zegt die zelfde kolonel tegen mij: ‘Je moet het niet doen.’ Ook de vader van Frans Ruczynski blijft in Nederland. “Mijn vader kon terug. Maar gezien de politieke en economische situatie heeft hij met zijn vader in Polen overlegd en kwam tot de slotsom dat het toch beter was om hier te blijven. Hij had intussen ook verkering gekregen, dus dat zal zeker hebben meegespeeld.”

Samenstelling en regie: Matthijs Cats
Research: Carolien Brugsma, Hasan Evrengün
Tekst: Hasan Evrengün

Uitzending: zo 5 mei 2013, 21.20 uur, Nederland 2.

19891306
Vi en Zig op een terras van café Rik van Kerckhove, Breda © Breda Beeldcollectie
Bronnen
  • Memoires generaal Maczek

    Memoires generaal Maczek

  • 1e Poolse Pantserdivisie in Nederland

    Thom Peeters, 1e Poolse Pantserdivisie in Nederland (Breda 1978).

  • Honderd jaar heimwee

    Wim Willems en Hanneke Verbeek, Honderd jaar heimwee: De geschiedenis van Polen in Nederland (Amersfoort 2012).

  • Sporen van een oorlog

    Wim Klinkert ‘Sporen van een oorlog. Zorg om oud-strijders, oorlogsgraven en monumenten in Breda, 1944-1964’ in: Jaarboek historische kring Oranjeboom, 1994.

    Lees meer
  • Idziemy

    Idziemy, door filmdienst van 1e Poolse Pantserdivisie gemaakte film, NIMH.

  • Website Vijf eeuwen migratie

    Website Vijf eeuwen migratie

    Lees meer
  • Website Generaal Maczek Museum

    Website Generaal Maczek Museum

    Lees meer
  • Website Vereniging 1e Poolse Pantserdivisie

    Website Vereniging 1e Poolse Pantserdivisie

    Lees meer
  • Website Poolse Vereniging Polonia Breda

    Website Poolse Vereniging Polonia Breda

    Lees meer

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: