Het verhaal begint in het voorjaar van 1961. De prestigieuze Amerikaanse Harvard universiteit stuurt samen met het Peabody Museum voor etnologie enkele wetenschappers en een filmploeg naar de Baliemvallei in Nederlands Nieuw-Guinea. Het gebied staat pas sinds midden jaren vijftig onder Nederlands gezag. Regisseur en cameraman Robert Gardner heeft voor het geluid hulp van een Harvard student: Michael Rockefeller, jongste zoon van Nelson Rockefeller, op dat moment gouverneur van de staat New York.
Natie zonder eenheid
Begin jaren zestig is het gouvernement er alles aan gelegen om de Amerikanen gunstig te stemmen. Het Nederlandse bezit van Nieuw-Guinea ligt internationaal onder vuur. Indonesië claimt dit voormalige deel van Nederlands-Indië als haar rechtmatige bezit. Nederland hamert er op dat de Papoea’s, de inheemse bevolking van Nieuw-Guinea, zelf moeten kunnen kiezen waar ze bij willen horen. Een probleem hierbij is dat voor het flink deel van de Papoea’s het concept van een eigen natie totaal nieuw is. Zeker in het binnenland is er tot in de jaren vijftig nauwelijks contact met de buitenwereld. De vele verschillende stammen leven er, elk met een eigen taal, al duizenden jaren al of niet in onmin met elkaar. Oorlogen waarbij over en weer koppen worden gesneld zijn een onlosmakelijk deel van de cultuur. Nederland ziet het als haar taak de Papoea’s zo snel mogelijk te ‘moderniseren’, te laten meedoen met de twintigste eeuw. In Nederlandse ogen is Nieuw-Guinea geen kolonie meer maar een ontwikkelingsproject, gericht op het begeleiden van de Papoea’s naar zelfstandigheid. Die rechtvaardiging van de Nederlandse aanwezigheid wordt vooral door veel lidstaten van de Verenigde Naties ernstig gewantrouwd. Daarom probeert Nederland op allerlei manieren steun te krijgen van bondgenoot Amerika.
Catamaran slaat om
Op 18 november 1961 vertrekt Rockefeller na de Peabody-expeditie met de Nederlander Rene Wassing voor een tweede expeditie. Van administratief ambtenaar Wim van de Waal nemen ze een zelfgemaakte catamaran over: twee lokale prauwen met een platform aan elkaar verbonden en aangedreven door een benzinemotor. Veel proviand gaat er niet mee, de reis gaat van Agats, de belangrijkste plaats in het Asmatgebied, naar Atsj en dat is hoogstens drie uur varen. Wel gaan er twee Papoea’s mee ter assistentie. Ter hoogte van de monding van de brede Eilandenrivier gaat het mis. De zee is woelig en berucht, de catamaran slaat om. De twee Papoea’s springen direct van boord en bereiken zwemmend de kust. Daar slaan ze alarm. Het duurt even voordat een zoekactie op gang komt, pas in de hoofdstad Hollandia dringt echt door welke implicaties een ongeval met een telg uit het beroemde en steenrijke Rockefeller-geslacht kan hebben. Alles wat kan varen en vliegen wordt gemobiliseerd.
Rockefeller is spoorloos
Een Neptune verkenningsvliegtuig met piloot Rudolf Idzerda is de eerste die de omgeslagen catamaran in het vizier krijgt. Die is inmiddels ver de zee opgedreven. Er zit maar één man op. Het vliegtuig werpt een rubberen vlot uit dat zichzelf opblaast en geeft de coördinaten door. Een patrouilleschip pikt de drenkeling op. Het blijkt René Wassing te zijn. Michael Rockefeller is spoorloos. Wassing meldt dat zijn Amerikaanse collega te ongedurig was om te wachten op een mogelijke redding. Michael is een goede zwemmer en dacht de kust -die op dat moment nog zichtbaar was- op eigen kracht te kunnen bereiken. Met twee lege benzineblikken als drijvers springt hij van de omgeslagen catamaran en verdwijnt uit het zicht van Wassing.
De zoektocht wordt voortgezet. De verdwijning is inmiddels wereldnieuws. Vader Nelson Rockefeller stapt in een speciaal gecharterd vliegtuig, met dochter Mary, de tweelingzus van Michael. In hun kielzog tientallen journalisten. Van alle kanten wordt hulp aangeboden. De Australische luchtmacht stuurt enkele helikopters. Dan is er nieuws: het Nederlandse marine schip de Snellius heeft een rood benzineblik op zee aangetroffen. In Merauke stelt René Wassing vast dat dit inderdaad het blik is dat Michael bij zich had. Een conclusie durft niemand te trekken. In het kustgebied zijn nog duizenden Papoea’s op pad, zoekend naar een jonge blanke, mogelijk met bril. Hem vinden betekent een hoge beloning in de vorm van tabak of misschien zelfs een ijzeren bijl.
Verdronken of opgegeten?
Op 28 november besluit Nelson Rockefeller terug te keren naar New York. Hij bedankt Nederland uitvoerig voor alles wat tot dan toe is gedaan. Het zoeken wordt nog tot 22 december voortgezet. Dan berichten de kranten: ’Rockefeller jr. opgegeven’. Er wordt uitgegaan van verdrinking door uitputting. Er bestaat de mogelijkheid dat Michael is opgegeten door zoutwaterkrokodillen, enorme beesten die veel voorkomen in de kustwateren van zuidelijk Nieuw-Guinea. Over een andere mogelijkheid wordt dan alleen nog gefluisterd: Michael is opgegeten door lokale Papoea’s. Die hadden nog een appeltje te schillen met de blanken omdat enige jaren eerder enkele van hun dorpsgenoten waren omgekomen door toedoen van een bestuursambtenaar. Het verhaal komt in eerste instantie van een pater die al jaren in het gebied woont. Als gouverneur Platteel van Nederlands-Nieuw-Guinea het verhaal ter ore komt, besluit hij tot verder onderzoek. En mocht het waar zijn, zo concludeert de gouverneur, dan is het wachten op opportuun moment om het bekend te maken. Nederland ligt hevig onder vuur in de Verenigde Naties, elk bericht dat duidt op het falen van het bestuur om de Papoea’s te moderniseren kan uiterst negatief uitpakken.
Onderzoek naar gerucht
Administratief ambtenaar Wim van de Waal krijgt opdracht om het verhaal nader te onderzoeken. Hij vertrekt met enkele Papoea politieagenten naar het dorp Otsjanep, de vermeende plek des onheils. In het hele gebied weet iedereen al dat er wordt gezocht naar een jonge blanke, dus Van de Waal houdt zich voorlopig op de vlakte. Hij bouwt een eigen onderkomen in Otsjanep en woont daar een kleine twee maanden. In de loop van weken komt stukje bij beetje het verhaal los dat ook de pater heeft vernomen. Een aantal mannen uit Otsjanep heeft Michael Rockefeller bij de vloedlijn gevonden. Levend, maar uitgeput. Ze hebben hem direct gedood met hun speren en vervolgens traditioneel opgegeten. Van de Waal weet uiteindelijk de schedel los te praten die van Rockefeller moet zijn. Hij gaat terug naar de hoofdplaats Agats en geeft de schedel aan het nieuwe hoofd plaatselijk bestuur van de Asmat, Rudy de Iongh. Die gaat er mee naar Merauke en overhandigt op zijn beurt het ‘bewijsstuk’ aan de resident van zuidelijk Nieuw-Guinea. Enige tijd later krijgt de Iongh te horen dat de schedel van een Papoea moet zijn. Wim van de Waal krijgt nooit meer een bericht van het gouvernement, geen reactie op het rapport dat hij opstelt. Hij is er tot op heden van overtuigd dat de hele zaak doelbewust in de doofpot is gedaan door het Nederlandse bestuur.
Fantasie of niet, Michael Rockefeller als slachtoffer van koppensnellers blijft tot de verbeelding spreken. In maart 1962 komt het verhaal voor het eerst in de krant, naar buiten gebracht door een Nederlandse zendeling. Daarna duikt het telkens weer op. Tot de dag van vandaag.
Research: Yfke Nijland en Rob Bruins Slot
Regie: Gerda Jansen Hendriks
Uitzending: zo 20 nov 2011, 21.15 uur, Nederland 2.
Beeldmateriaal
In de uitzending is gebruikt gemaakt van de Harvard-Peabody film Dead Birds van regisseur Robert Gardner. Het gouvernement van Nederlands Nieuw-Guinea heeft eind jaren vijftig en begin jaren zestig ook veel films laten maken over het gebied, onder de titel Kroniek van Nieuw-Guinea. In eerste instantie in zwart-wit, later in kleur. Deze films zijn te vinden bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Dat geldt ook voor de toenmalige NTS journaals over de zaak. Daarnaast zijn er beelden te zien uit de amateurfilms van bestuursambtenaar Jannink, van taalkundige Voorhoeve en natuurlijk van de scheepstimmerman van het marineschip Snellius, Piet Heemsbergen. Die zijn allemaal in privé bezit, wat ook geldt voor de band met de geluidsopname van gouverneur Platteel.
Fotomateriaal: © President and fellows of Harvard College, Peabody Museum of Archaelogy and Ethnology. Photograph by Eliot Elisofon.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: