Nederland in de jaren zestig
Complexe jaren, die jaren zestig. Het Nederland van de wederopbouw, het Nederland van na de oorlog maakt plaats voor een nieuwe wereld. Een wereld vol economische groei en maatschappelijke en culturele ontplooiing.
‘De wereld waarmee elk van ons te maken heeft, verandert heel snel. Dat komt niet, omdat de wereld zo snel verandert, maar omdat ons beeld, van wat er in die wereld gebeurt, zo snel verandert.’ - Minister van Justitie Ivo Samkalden, 1965
Welvaart
Het gaat goed met Nederland. Men heeft meer geld te besteden dan voorheen en men koopt meer luxegoederen, zoals televisies, stofzuigers en koelkasten. Ook de mobiliteit neemt toe. Er komen meer auto’s, betere wegen en in de nieuw verworven ‘vrije tijd’ worden uitstapjes gemaakt. En waarom ook niet? In deze Special geven fragmenten van bekende Nederlandse filmers als Jan Vrijman en Bert Haanstra een uitstekende indruk van enkele nieuwe begrippen. Zoals het bermtoerisme: het recreëren langs de kant van de (snel)weg, en de dagjesmensen: het toerist zijn voor één dag. Naast de nieuwe recreatie zorgt de toegenomen welvaart ook voor ontwikkelingen op het gebied van communicatie.
Televisie wordt (ook) in Nederland een steeds belangrijker massamedium. In 1951, bij de officiële introductie van de televisie worden zo’n vijfhonderd toestellen gekocht, maar tien jaar later wordt in Deventer de miljoenste televisiebezitter geregistreerd. Al in 1965 volgt de twee miljoenste televisieaansluiting.
Lang niet iedereen is ervan overtuigd dat de (snelle) opkomst van televisie per definitie goed is. Er bestaat angst; een culturele weerstand tegen dit nieuwe massamedium. Vooral in de jaren vijftig wordt er in de politiek verontrustend gepraat over de vrijetijdsbesteding in Nederland en de invloed van televisie daarop. Meer optimistische geluiden zijn er in de jaren zestig. In 1961 schrijven verschillende wetenschappers dat er niet veel onrustbarends aan het licht is gekomen: het gezin raakt niet ontwricht, de vrijetijdsbesteding wordt niet té passief en ook de jeugd verwaarloost de school niet méér dan zonder de televisie. Feit is dat de televisie een belangrijke plaats in de Nederlandse huiskamer verovert en bovendien: ‘men kijkt samen en kijkt om samen te kunnen zijn’.
In deze Andere Tijden Special zien we hoe, juist ook op de televisie, de grote maatschappelijke veranderingen van de jaren zestig te zien zijn. Vooral actualiteitenrubrieken, zoals ‘Brandpunt’ of ‘Achter het Nieuws’, maar ook programma’s als ‘Zo is het toevallig ook nog eens een keer’ brengen medio jaren zestig onrustige geluiden uit de samenleving in beeld.
Vrijheid
De jaren tussen 1960 en 1969 zijn de jaren van de opkomst van een nieuwe generatie. Na de Tweede Wereldoorlog worden er veel kinderen in Nederland geboren. Tussen 1946 en 1949 komen er bijna één miljoen mensen bij. Een ware babyboom. Door die bevolkingsgroei, maar ook verdere industrialisatie en modernisering van Nederland groeit het onderwijs. Jongeren gaan steeds langer en steeds massaler naar school. Ze kunnen daardoor langer jong blijven, ze stellen de stap naar volwassenheid als het ware uit. Voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis hebben die jongeren de beschikking over meer geld en meer tijd. Ze eisen vrijheid. De vrijheid om eigen keuzes te maken, de vrijheid om als individu centraal te staan.
Dat gebeurt in het midden van de jaren zestig vooral in de grote steden. Het zijn nu niet meer alleen de nozems van eind jaren vijftig, herkenbaar aan hun brommers en zwarte leren jacks, die het gezag tarten. En het is niet langer enkel de rock ‘n rollmuziek die de nodige ontspanning biedt na het werk in de fabriek of kantoor. Populaire muziek of popmuziek raakt ook steeds meer bij studenten en scholieren in trek en deze muziek krijgt nieuwe functies. Muziek wordt door de nieuwe generatie steeds vaker ingezet als politiek middel. Protestsongs, zoals die van Bob Dylan en Boudewijn de Groot, geven de jongeren een eigen maatschappijkritische stem. Politiek en verbondenheid met politiek wordt voor de jonge generatie steeds belangrijker. In Amsterdam uit zich dat in 1965 in de oprichting van Provo. Provo is een nieuw Nederlands fenomeen: geëngageerde jeugd die met ludieke acties tegen gezagsdragers van zich laat horen. Denk aan de protesten tegen het huwelijk van koningin Beatrix en prins Claus in 1966.
Internationaal gezien staat 1968 voor het jaar van de revolutie. In de lente van 1968 waait er kortstondig een democratische wind in het communistische Tsjecho-Slowakije, dat in augustus wordt beëindigd door de inval van Russische tanks in Praag. In mei 1968 breken er in mei in Parijs studentenprotesten uit tegen het verouderde universitaire systeem. Geheel in overeenstemming met de tijdsgeest escaleert dit protest in een verzet tegen de gevestigde orde. Ook nu registreert de televisie deze gebeurtenissen. De wereld komt zo heel dichtbij.
Samenstelling en regie: Yaèl Koren
Tekst en research: Lys Norbruis
Uitzending: zo 22 mei 2011, 21.05 uur, Nederland 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: