Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
7 mei 2011

Andere tijden

Chaos rond de koningin
Bekijk Video
25 min

‘Om 3.30 uur ratelt een wekker naast mijn bed. Een beetje gespannen begin ik mij aan te kleden. Wat zal er vandaag gebeuren? Als ik beneden kom, zit mijn moeder al een kopje thee te drinken. Ik feliciteer haar, want zij is vandaag ook jarig.’ Het is 30 april 1980 wanneer de Rotterdamse Ben Baan als jonge politieagent zijn eerste dag als ME’er begint. Het belooft een mooie, zonnige dag te worden. Nietsvermoedend vertrekt hij, met zijn ME-peloton, in alle vroegte naar Amsterdam. Al snel komt hij er achter dat dit een dag wordt om nooit te vergeten.

Op 1 februari 1980 koppen de Nederlandse kranten met het nieuws dat Koningin Juliana zal aftreden en haar taken op 30 april, Koninginnedag, overdraagt aan haar dochter Beatrix. De inhuldiging vindt, zoals in de wet is vastgelegd, plaats in Amsterdam op de Dam. De organisatie van de beveiliging rondom de Dam is in handen van de Amsterdamse politie. Die moet ervoor zorgen dat er geen ongeregeldheden ontstaan tijdens deze belangrijke dag. De bevolking krijgt ook een zware verantwoordelijkheid toebedeeld. Hans Wiegel, destijds minister van Binnenlandse Zaken, spreekt het volk op dwingende toon toe: “30 april moet een feestelijke dag worden. Elementen die zouden proberen die dag te maken tot een dag van rellen, kan ik niet aanvaarden.” Het loopt niet zoals Wiegel wilde. Terwijl Beatrix haar inhuldigingstoespraak houdt in de Nieuwe Kerk zijn op de achtergrond al de geluiden te horen van helikopters en sirenes. Amsterdam staat op zijn kop, maar de kroning moét en zal doorgaan.

kinkerbuurt
Kinkerbuurt

Leuzen als ‘Kein Haus, kein Claus’, ‘Trix is ook nix’ en ‘Geen woning, geen kroning’ zijn op dat moment al lang geen onbekend gegeven meer in de hoofdstad. Sinds de krakersrellen in de Vondelstraat begin maart hangt er een broeierige sfeer. Woningnood is aan de orde van de dag. Dat er kosten noch moeite gespaard wordt bij het opknappen van de woning van de toekomstige koningin maakt veel Nederlanders boos. Ook een dure kroning, terwijl een grote groep van de bevolking niet eens een huis heeft, zet kwaad bloed bij velen. Als uiting van de onvrede roept de Amsterdamse kraakbeweging de mensen op tot een massale, nationale kraakactie op woensdag 30 april.

De eerste tekenen van onrust zijn ’s ochtends merkbaar in Amsterdam-West. Een pand op de hoek van de Kinkerstraat en de Bilderdijkstraat wordt gekraakt en op het kruispunt ontstaat een krakersfeest. Rond 11 uur wordt ME-peloton 35-91 naar de Kinkerstraat gestuurd om een kijkje te gaan nemen op het kruispunt, omdat de trams niet door kunnen rijden. De ME’ers zien niets zorgwekkends en geven via mobilofoon aan het hoofdkantoor door dat er met de trams niks aan de hand is, maar dat auto’s niet door de menigte kunnen. Door het consequente storen op de mobilofoonfrequentie van de politie vanuit kraakpand De Groote Keijser ontstaat er verwarring. Op de vraag of ze in moeten grijpen wordt geantwoord dat de straat die geblokkeerd is ontruimd moet worden, zo nodig met geweld. Vlak daarna krijgen de ME'ers echter te horen dat ze niets moeten doen, maar het is al te laat. De ME grijpt hard in. Maar de krakers geven zich niet zomaar gewonnen en gooien naar de politie met stenen. Leendert Dorst, bataljonscommandant, zegt achteraf: “De Kinkerstraat was erg, een orgie van geweld barstte los. Het was gewoon een puist die opengegaan was.” De gevechten in de Kinkerstraat zijn het begin van een lange dag.

Wanneer het geweld in Amsterdam-West stevig de kop in is gedrukt, heeft de kraakbeweging al opgeroepen tot een demonstratie bij de Dokwerker vlakbij het Waterlooplein, midden in het centrum van de stad. Iets voor 2 uur begint de groep demonstranten, uiteenlopend van krakers tot docenten, richting Dam te bewegen. Aangekomen bij de Blauwbrug staat de ME al opgesteld om de raddraaiers tegen te houden. Wat begint met een onderhandelingspoging loopt uit op de slag om de Blauwbrug. Krakers gooien naar de ME met alles wat ze te pakken krijgen en het omliggende gebied verandert in een slagveld. Op dat moment rijdt de Rotterdamse Ben Baan in zijn ME-bus het terrein op: “En dan opeens is het oorlog. Ik zit te schreeuwen en te brullen, ik weet niet of het van angst is of van kwaadheid. Ik heb het gevoel of ik gek ga worden. Ik heb zelfs het gevoel dat ik zomaar iemand kan vermoorden.”

ME rennen

De ME kan de strijd hier niet winnen en besluit zich terug te trekken om zich dichter bij de Dam opnieuw op te stellen. De groep demonstranten komt steeds dichter bij de plechtigheid, verliezen is nu geen optie meer. “De vermoeidheid sloeg toe” zegt Dorst, “maar ook wel de bizarre ellende waar je in staat. Tot aan je knieën in de modder, in de stenen, in de traangas, tweetonige hoorn, ambulances, stenen gooien.” De dreiging komt van twee kanten. Op het Rokin en in de Damstraat proberen ME’ers het geteisem met alle geweld tegen te houden. Vanuit de Damstraat is het Paleis op de Dam al goed zichtbaar. Voor bataljonscommandant Dorst is het duidelijk: “We hadden de absolute wil in ons. De wil van hier en niet verder.”

Langzaam weet de ME de demonstranten terug te dringen en uiteindelijk trekken de laatste ME-troepen zich om 01:00 uur ’s nachts terug. Alsof er niets gebeurd is verschijnen de meeste ME’ers op 2 mei gewoon weer op het bureau voor hun vaste avonddienst, maar voor velen van hen zal dit de heftigste ervaring zijn uit hun carrière.

Samenstelling en regie: Erik Willems
Tekst en research: Hannah Dogger, Laura Obdeijn

Uitzending: za 30 april 2011, 20.40 uur, Nederland 2.

Geïnterviewden Bronnen
  • Ben Baan
    Ben Baan
  • Jimmy Nijman
    Jimmy Nijman
  • Leendert Dorst
    Leendert Dorst
  • Rob van der Veen
    Rob van der Veen
  • Wil van Ingen
    Wil van Ingen
  • Het kroningsoproer

    Eric Duivenvoorden, Het kroningsoproer: 30 april 1980, reconstructie van een historisch keerpunt (Amsterdam 2005).

  • De kroning en de woning

    G.P. Hoefnagels, De kroning en de woning: Kenmerken van krakers en ME-ers. Het relaas van een ME-er en de reacties van twee officieren van justitie (Rotterdam 1981).

  • Een ME'er kijkt achterom

    A. van Stuijvenberg, Een ME'er kijkt achterom (De Banier uitgeverij 2010).

  • Het feest dat Wiegel wilde

    Paul Babeliowsky, Het feest dat Wiegel wilde (Wageningen 1980).

  • Dagboek Ben Baan

    Citaten uit het dagboek van Ben Baan.

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: