Lang voordat vrouwen eisten baas in eigen buik te zijn en ijverden voor een gelijk loon, begon hun emancipatie op een onverwachte plek. In het klooster. “Wil je goed doen, dan zijn er nu zoveel mogelijkheden die wij vroeger niet hadden,” zegt zuster Mericia, “Als je verpleegster wilde worden, als je onderwijzeres wilde worden... heel veel medezusters van mij, die konden dat niet. Want er was geen geld of ze moesten thuis blijven. Maar als je naar het klooster ging, dan had je de kans om iemand te worden!” Zuster Mericia is lid van de orde Kleine Zusters van de H. Jozef, een congregatie die hulp wilt bieden aan mensen die nooit hulp krijgen. Filantropie in naam van de Heer. Zelfstandigheid en opleiding zijn inbegrepen. In het Heerlense klooster werden moderne vrouwen gevormd.
De orde van de Kleine Zusters is het levenswerk van Mrg. Savelberg, een Limburgse priester die in 1870 met zeven religieuze vrouwen een pand in Heerlen betrekt. Naar het voorbeeld van Jozef, die zich volledig ten dienste stelde van zijn zoon Jezus en zijn vrouw Maria, zetten Savelberg en de zusters zich in voor de plaatselijke bejaarden en wezen. Twee jaar later wordt de congregatie officieel opgericht en treden de eerste vrouwen in. Het zijn zware jaren. Geld en eten zijn schaars en de zusters zijn vaak aangewezen op de goedheid van de boeren in de omgeving. Ondanks deze ontberingen groeit de gemeenschap snel, vooral na de eeuwwisseling. In 1915 telt de congregatie 400 zusters. Dertig jaar later, is dit aantal meer dan verviervoudigd. De Kleine Zusters van de H. Joseph zijn uitgegroeid tot een gemeenschap van meer dan 1800 vrouwen, verspreid over 72 woongemeenschappen in Nederland en België.
Zuster Esther, de huidige leidinggevende, schrijft het succes van de Kleine Zusters toe aan de barmhartige grondbeginselen die de zusters van hun grondlegger, Mgr. Savelberg, meegekregen hebben. “Mijn motief was het willen behoren tot een gemeenschap van idealistische vrouwen die samen iets van de grond willen tillen, dat bijdraagt aan het verbeteren van de wereld.” De Kleine Zusters zijn al sinds de oprichting maatschappelijk betrokken. Hulp bieden is de voornaamste opdracht. Hulp bieden met steun van de Heer. Dat is soms nodig ook. Vaak belanden zusters met weinig ervaring of begeleiding in de praktijk. Zuster Toos: “Ik kwam terecht op de zwaarste afdeling en stond alleen voor 35 zwakzinnigen. Ik hield hartstikke veel van ze. Ik werkte van ochtend tot ochtend. Je werd zo overvraagd dat je 's avonds blij was wanneer je naar bed ging omdat je dacht: ik ben blij dat ik niemand heb doodgeslagen. Ze deden het niet expres. Ze waren wie ze waren, maar het was veel te veel. Daar werd niet naar geluisterd.”
Het werk van de zusters blijft beperkt zich niet tot de grenzen van Nederland en België. Op vraag van de Franciscanen zendt de congregatie ook zusters naar China. “Mogelijk keer je nooit terug. Of je wordt martelares.” Deze duidelijke boodschap schrikt de vrouwen niet af. Tachtig zusters willen aan de slag in de Chinese missie. In 1952 worden de missionarissen China uitgezet en verleggen de Kleine Zusters hun werkterrein naar Kenia, Tanzania en Indonesië. Het Werk Gods verrichten in het buitenland is populair. Mensen helpen en bekeren is voor velen het hoogste doel.
De woelige jaren zestig zijn ook voor de congregatie een tijd van verandering. Voor het eerst trekken zusters het klooster uit en betrekken ze een eengezinswoningen. Nog dichter bij de mensen, verder geworteld in de maatschappij. Voor veel zusters is dit een grote stap voorwaarts. Er ontstaat meer openheid; de onderlinge communicatie gaat er op vooruit en het geloof en werk krijgt een persoonlijke invulling. Burgerkleding wordt steeds meer gedragen. Natuurlijk is niet iedereen hier van gediend, maar volgens zuster Marie Giovanni is er geen weg meer terug: “Onze zusters hebben zo hard gewerkt, hun hele leven lang en dan zouden we terug moeten naar een regime waar niets mag? Dat kan helemaal niet!”
De barmhartige congregatie kent vanaf de jaren zeventig een terugval. In 1966 treedt de laatste zuster toe. Stijgende welvaart en betere voorzieningen voor de behoeftigen hebben het werk van de Kleine Zusters grotendeels overbodig gemaakt. “Volgens de prognose is het afgelopen in 2035. Dan is het ongeveer einde verhaal”, zegt zuster Esther. De noodzaak die in het rijke westen ontbreekt, is er nog wel in de derde wereld. Daar zetten de Kleine Zusters nog steeds het goede werk van Mgr. Savelberg voort en krijgen ze de kans om iemand te worden.
Deze uitzending is een bewerking van de documentaire 'De Kleine Zusters van de Heilige Joseph' van Annemarie Strijbosch.
Samenstelling: Godfried van Run
Research en regie: Annemarie Strijbosch
Tekst: Kris Coorde
Uitzending: za 5 mrt 2011, 20.40 uur, Nederland 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: