Die ene tocht
“Ik heb altijd ontzettend van die schaatssport gehouden en daarom wilde ik er ook alles voor doen. Omdat ik het zo mooi vond.” Rein Jonker zag als klein jongetje bij de buren de televisiebeelden van de barre tocht van 1963 in het mooie Friesland. Voor Jonker is het duidelijk: Dat wil hij later ook. Naast schaatser werd hij ook een fervent skeelerrijder, hardloper en fietser. Zijn dagen waren gevuld met sporten en gezond eten. Met als heilig doel: het rijden van die ene tocht: de Friese Elfstedentocht. Hij combineerde zijn sporten met een fulltime baan als chef-kok in een zorgcentrum.
Mannen zoals Rein Jonker zijn verliefd op het natuurijs en droomden van die ene tocht. “Als vandaag of morgen het bericht kwam dat de tocht gereden kon worden dan moest je er gewoon klaar voor zijn. Ik zorgde dat mij niks kon gebeuren,” licht Jonker toe. Rein Jonker schaatste talloze marathons en wedstrijden op natuurijs. Hij won vele bekers, medailles en haalde vele titels. Een kast vol onderscheidingen staat in zijn huis. Ook Sietse van Zuiden is een groot schaatsliefhebber en besteedde vele uren op het ijs: “Ik reed veel wedstrijden en toertochten om voorbereid te zijn op de echte Elfsteden.”
Het weer
Zodra het water bevriest, houden de fanatieke schaatsers het weerbericht goed in de gaten. “Dan begint het te kriebelen en dan ben ik toch wel iedere dag met het weer bezig,” vertelt Sietse van Zuiden.
De Elfstedenkoorts loopt altijd op als het bestuur van de Friese Elfsteden met de rayonhoofden gaat vergaderen. Half januari 1985 kwamen deze mannen bij elkaar en zei voorzitter Jan Sipkema dat woensdag 23 januari 1985 de streefdatum is voor de 13e Elfstedentocht. Het definitieve besluit werd genomen op zondag 20 januari om 12 uur.
Tot ieders teleurstelling meldde Sipkema op die bewuste zondag op een persconferentie dat: “Door een combinatie van de ijstoestand en de weersvoorspelling voor de komende dagen is het niet verantwoord een Elfstedentocht te houden. Sietse van Zuiden: “Het werd afgeblazen en in die tijd kwam toen Polen in zicht voor de alternatieve Elfstedentocht.”
Voor mannen en vrouwen die toch graag een Elfstedentocht van 200 kilometer rijden, is er sinds 1974 de alternatieve Elfstedentocht. De eerste werd gereden in Lillehammer in Noorwegen en in 1985 was Polen het land waar de tocht gehouden zou worden.
Jan Rem Struving uit Brabant was goed voorbereid voor zowel de Friese als de alternatieve Elfstedentocht. “Ik zorgde dat ik klaar was voor tweehonderd kilometer.” Samen met zijn vrouw, twee tienerkinderen en schoonzoon stapte hij in de bus om naar Polen te gaan.
Kort voor vertrek zochten de schaatsers nog contact met weerman Hans de Jong en hij verklaarde: ”Een kans op een Elfstedentocht, hier, zit er helemaal niet meer in.” Rein Jonker: “Op dat moment besloot ik naar Polen te gaan om daar de alternatieve Elfstedentocht te gaan schaatsen.”
Polen
Janny van Zuiden stapte met in totaal 200 andere mensen in de bus en ze schreef op 18 februari 1985 in haar dagboek: “’s Morgens om half zeven opgestaan. Op naar Polen.”
Rein Jonker had bedacht dat de verzorging in Polen misschien niet zo goed zou zijn dus hij had samen met zijn vrouw dagen in de keuken gestaan om de nodige gerechten mee te kunnen nemen. Ook Janny en haar man Sietse nemen het nodige mee omdat ze niet wisten hoe de verzorging in het land achter het IJzeren gordijn zou zijn.
De reis naar Polen bleek geen eenvoudige tocht. Op maandagavond kwamen de bussen aan bij de Oost-Duitse grens en daar moesten ze uren wachten. “We hebben heel lang moeten wachten. Er gebeurde helemaal niets bij die grens. Onze paspoorten werden ingenomen en we moesten geld betalen voor een inreisvisum. Uren later konden de bussen pas weer vertrekken.”
Bouke Nielsen, verbonden als journalist aan het Nieuwsblad van het Noorden, bereidde zich, op het journalistieke vlak, ook ieder jaar voor op een mogelijke Elfstedentocht. Toen de tocht zich in 1985 aandiende wilde hij een centrale rol in de verslaggeving hebben. Hij nam het initiatief om ook de schaatsenrijders die op weg waren naar Polen te bereiken. “Dat was natuurlijk erg moeilijk in die tijd. Ik heb zelfs nog gebeld naar de grensovergang tussen Duitsland en Polen maar toen waren de bussen er net door.”
Ook bij de Poolse grens hadden de bussen zo’n vier uur moeten wachten en de verwachte aankomsttijd op maandagavond laat, werd dus niet gehaald. Rein Jonker: “Het was al dinsdagmorgen dat we aankwamen in het hotel.” Het hotel zag goed verzorgd uit. Janny van Zuiden: “We hadden ontzettend veel zin in een bad en in eten.” Maar er gebeurde iets totaal onverwachts.
Er klom een dronken Nederlandse man, die de groep vooruitgereisd was, op een tafel en hij vertelde de vermoeide reizigers iets wat ze niet konden geloven. Rein Jonker: “Hij zei dat de Elfstedentocht op donderdag in Friesland gereden zou worden.” It giet oan, klonk het in de lobby van het hotel, maar niemand wilde het geloven. Jan Rem Struving: “Er waren mensen die de man van de tafel af wilde gooien omdat we hem niet geloofden!”
It sil heve
Ook in Nederland geloofde niemand meer dat in 1985 na 22 jaar de dertiende Friese Elfstedentocht zou worden gereden. Maar toen voorzitter Jan Sipkema in een persconferentie op maandagavond 18 februari de verlossende woorden: 'It sil heve', oftewel: het gaat gebeuren, sprak, brak de Elfstedenkoorts uit. Een golf van emotie ging door het land. Overal vormden zich lange rijen voor de inschrijfadressen, die pas de volgende dag zouden worden geopend. Rijders en rijdsters gingen gewapend met slaapzakken, flessen Beerenburg, warme kruiken en bontmantels naar Friesland: Op jacht naar het begeerde startbewijs.
Bouke Nielsen kreeg in het Poolse hotel contact met de schaatsers. Ze reageerden boos en ontzet. Rein Jonker: “Het is je droom en je bent er niet. Hoe is het mogelijk? Ze zeiden dat het niet door ging. Hoe dat dan nou?” Janny van Zuiden beschrijft in haar dagboek taferelen die ze niet gauw vergeten zou. “Grote kerels barstten in janken uit. Paniek, roepen, schreeuwen, verslagen.” Ook Jan Rem Struving weet het nog goed: “Veel mensen stonden te vloeken en wisten niet hoe ze het hadden.”
Janny van Zuiden zag wat de stemming was. “Ik zei: ‘We gaan eerst eten en dan gaan we terug. Hoe dan ook’.“
Terugtocht
De schaatsenrijders in Polen probeerden van alles om terug te komen. Maar de chauffeurs wilden niet terug omdat de reis voor vijf dagen gepland was. Meteen terug gaan was dus geen optie. “Het was een machteloos gevoel, net alsof je gevangen zat,” beschrijft Rein Jonker de situatie. Bellen was bijna niet mogelijk en het was ontzettend moeilijk om meer informatie te krijgen of afspraken te maken om toch nog in te kunnen schrijven voor de tocht der tochten. Janny van Zuiden: “We zaten achter het IJzeren Gordijn en dat drong toen pas tot ons door.”
Ze probeerde net zo lang tot ze contact kreeg met Nederland. Op een zeker moment hoorde ze bij de balie iemand Nederlands spreken aan de telefoon. Janny nam de telefoon over en kreeg Bouke Nielsen aan de lijn aan wie ze namen doorgaf van schaatsenrijders die ingeschreven moesten worden voor de Friese Elfstedentocht. Janny van Zuiden maakte Bouke Nielsen duidelijk hoe wanhopig de situatie was en zei tegen hem: “Ik reken echt op u!”
Rein Jonker had in de tussentijd geprobeerd de buschauffeur om te kopen. Met honderd gulden per persoon hoopte hij de chauffeur zo ver te krijgen. Rein Jonker: “Na overleg met de organisatie kregen we vrij mandaat om met een bus vol enthousiastelingen terug te gaan.” Maar de bus bleek niet onmiddellijk weg te kunnen, want na een reis van acht uur moest de bus ook acht uur stil staan. Voor Jan Rem Struving en zijn familie was het een uitgemaakte zaak: “Ik dacht: ik kan nooit op tijd bij de start zijn. Dat haal ik niet.” Hij besloot dan ook te blijven.
Toen duidelijk werd dat er een bus terug zou gaan reageerde Janny van Zuiden onmiddellijk: “Ik zei: Sietse, rennen, het wordt oorlog.” Uiteindelijk paste iedereen die mee terug wilde in de bus. Zo ook Rein Jonker die de hele terugweg ging eten.
Kanshebber
Janny van Zuiden: “Rein Jonker was een kanshebber dus zijn kachel moest branden. Hij haalde de pannenkoeken door de honing en at alles op. Wat die allemaal naar binnenwerkte; ik werd er misselijk van. Alles wat Rein kreeg at hij op.”
Bij de grens in Polen moest de bus weer uren wachten. Ook bij de Oost-Duitse grens was het weer raak: uren wachten. De klok tikte door en het was al bijna woensdagochtend. Rein Jonker maakte zich zorgen: “Komt het goed, hoe worden we ontvangen en zijn we op tijd? Dat was de grootste spanning.”
Zeventien uur na vertrek uit de plaats Szczecin in Polen kwamen de vermoeide mannen en vrouwen aan in Leeuwarden. Janny van Zuiden: ”We zijn bij de Frieslandhal uitgestapt en daar was feest. Toen was de spanning weg.”
In de tussentijd was Jan Rem Struving met vrouw en kinderen afgereisd naar de Mazoerkische meren om de alternatieve tocht te schaatsen. Ze schaatsten de tocht op dezelfde dag als de Friese Elfstedentocht. De vrouw van Struving werd eerste en kreeg een mooie beker. Maar dit bericht kwam in Nederland in de gekte niet aan.
Fanatiek
Rein Jonker was zeer fanatiek en serieus maar wist voor de start eigenlijk al dat hij kansloos was met zo’n reis in de benen. “Je doet wel mee maar je speelt geen rol.” Hij werd ondervraagd door de NOS omdat hij een van de kanshebbers was maar eigenlijk wilde Rein Jonker om zich goed voor te kunnen bereiden wat rust. “Ik wilde nog even naar de Zwette (daar waar de tocht begint, red.) om even het ijs proeven. Ik wilde even alleen zijn en me het echte gevoel van de Elfstedentocht eigen maken.” Rein Jonker startte toch met goede moed en de eerste uren waren een echte overlevingstocht in het donker. Het was heel spannend. “De schaatsers vielen links en rechts. Ik vroeg me af: zit ik wel goed? Zit ik wel in de kopgroep?” Er ging van alles door hem heen.
Rein Jonker eindigde op de 15e plaats. “Het was voor mij een geweldig groot succes maar het was wel de Elfstedentocht en ik dacht: wat heb ik veel gemist. Was ik maar niet naar Polen gegaan, dan was het succes misschien groter geweest. Maar ja het was niet anders en ik kon er niets anders van maken. Ik dacht: misschien lukt het als er een nieuwe tocht komt.”
Evert van Benthem was de winnaar van de Elfstedentocht van 1985. Als in 1986 er weer een Elfstedentocht wordt gereden, zat Rein Jonker er goed bij. Hij schaatste een groot stuk samen met Evert van Benthem op maar werd omver gereden door een motorrijder van de televisie. Hij probeerde op te krabbelen en deed zijn uiterste best maar werd in 1986 tweede, achter Evert van Benthem. Janny van Zuiden weet: “Dat is het drama van Rein Jonker.”
Research en tekst: Yfke Nijland
Samenstelling en regie: Femke Veltman
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: