Na alle publiciteit rondom seksueel misbruik door katholieke geestelijken in onder andere de V.S., Ierland en België ontstond dit voorjaar commotie in ons land. De misbruikverhalen over de paters Salesianen hadden een sneeuwbaleffect. Een onophoudelijke stroom verhalen over misbruik kwam op gang. Op verzoek van de bisschoppen werd de commissie Deetman geïnstalleerd om een onafhankelijk onderzoek te doen. Andere Tijden dook in de geschiedenis van jongenspensionaat Eikenburg van de Broeders van Liefde en stuitte op stilte, geslotenheid en een angstsfeer.
Een gedegen katholieke opvoeding
Stoere eiken
“Het pensionaat draagt zijn naam met eer, want het ligt bekoorlijk verscholen in de weldadige rust van stoere eiken en uitgestrekte bossen. Het beantwoordt in alle opzichten en in ruime mate aan de moderne opvattingen over hygiëne: gezonde boslucht, hoge ligging, ruime lokalen. Uitzet: 3 stel behoorlijke bovenkleding, 6 blousjes, 3 paar schoenen, 1 paar voetbalschoenen, 1 paar gymschoentjes, 1 winterjas, 8 paar kousen, 6 stel ondergoed, 3 pyjama’s, 6 handdoeken.”
Katholieke leest
Aldus de brochure van het jongenspensionaat Eikenburg, geleid door de Broeders van Liefde. Eikenburg is een klassieke kostschool, zoals er zoveel waren in Nederland. De katholieke emancipatiestrijd duurde een eeuw, en had als resultaat dat de katholieken in het centrum van de macht belandden. Scholen, internaten, kindertehuizen, kranten, sportverenigingen, ziekenhuizen, sanatoria en vakbonden waren op katholieke leest geschoeid.
Katholieke opvoeding
De kerkelijke bemoeienis drong diep door tot in het persoonlijke leven van mensen. Sinds eind 19e eeuw was het gangbaar voor katholieke gezinnen om hun kinderen op een katholiek internaat te doen. Daar kregen ze een gedegen katholieke opvoeding. Kinderen zaten er intern en mochten af en toe een weekend naar huis. Jongens en meisjes waren consequent gescheiden.
Leven op Eikenburg
Goede reputatie
Lout Donders kwam in 1968 op Eikenburg. Hij begon er met de 3e klas mulo, was 14 jaar. Hij komt uit een welvarend, katholiek middenstandsgezin. Er waren twee redenen waarom hij op kostschool moest: ”Ik deed niks op school, ik was lastig. Mijn ouders hadden me ermee gedreigd, en dan moet je op een gegeven moment dat dreigement ook uitvoeren. De andere reden was status. Het was een school voor de midden en hogere klasse. Er zaten geen kinderen op uit de sociaal lagere klasse. Er zaten jongens wiens ouders voor Shell in Venezuela werkten bijvoorbeeld.” De school had een goede reputatie.
Een dag op Eikenburg
Een dag op Eikenburg zag er als volgt uit: om 7 uur werden de jongens op de slaapzaal gewekt. Dan om beurten in rijen tanden poetsen en wassen bij de wasbakken. Daarna naar de kapel om te bidden. Vervolgens brood eten in de eetzaal en dan naar school. Tussen de middag werd er warm gegeten. Uit school was het sporten, bijvoorbeeld zwemmen of voetballen, dat wisselde af. Voor het eten was er een studie-uur. Dan avondeten. ’s Avonds nog spelen, binnen of buiten. Om half 9 naar boven om te slapen. Eerst nog wat lezen, en om half 10 ging het licht uit. Het was een strak regime dat gevolgd werd.
Groepsdynamiek
De kostschool had een hiërarchisch systeem, je moest er een plek veroveren. Lout Donders: “Je bent samen met dezelfde jongens, de hele dag door. Je ontwikkelt een eigen taal als het ware. Je kent elkaar zo goed. De rijen worden gesloten, er is een groepsdynamiek. Als je je daaraan onttrekt ben je het pispaaltje. Zo’n groep kan keihard zijn. Zo’n instituut is zo gesloten als een pot. Maar er was daardoor ook wel saamhorigheid.” Lout had wel heimwee, maar wist daar zelf mee om te gaan.
Geweld en misbruik
Broeder Johannes
Groepsleider van Donders was broeder Johannes, een vervelende autoritaire man. Hij liep altijd met een enorme sleutelbos rond, daarmee mepte hij de kinderen hard op de vingers. Ook oud-leerling Henk Overdevest herinnert zich broeder Johannes. “Mijn eerste dag op Eikenburg weet ik nog goed. We stonden met zijn allen op het stenen bordes, voor de ingang. Er was een jongen die broeder Johannes een grote mond gaf. Broeder Johannes bracht zijn arm helemaal naar achteren, en sloeg met een geweldige kracht die jongen van het bordes. Hij vloog door de lucht en kwam op de grond terecht. Niemand greep in, ook de andere broeders niet.” De toon was gezet.
Biljarten
Henk Overdevest herinnert zich nog een ander voorval met broeder Johannes. Op een zaterdagmiddag was hij aan het biljarten met een aantal jongens. Een jongen stond tegen het biljart geleund. Op een gegeven moment kwam broeder Johannes achter hem staan met zijn armen op het biljart. Die jongen kon geen kant op. “Broeder Johannes maakte van die rare ritmische bewegingen achterop die jongen, een aantal minuten bleef hij zo tegen die jongen aanrijden. We stonden met zijn allen apathisch te kijken. Niemand die durfde in te grijpen, zo bang was je van hem. En terwijl hij zo bezig was zag je helemaal zijn ogen uitpuilen, het zweet op zijn voorhoofd, hijgend. Na 3 minuten was hij er klaar mee, en toen liep hij weg.”
Heimwee
Henk had vreselijke heimwee, en problemen thuis. Maar gelukkig kon hij goed praten met zijn groepsleider, broeder Van der Donk. Op een gegeven moment vroeg de broeder Henk om ’s avonds op zijn kamer te komen voor een drankje. Ze hadden gesprekken over zijn thuissituatie, over zijn problemen. Totdat de broeder ineens midden in de nacht toesloeg.
Onder de dekens
“Ik schrok me wild toen ik op een gegeven moment doorhad dat er een man aan me zat, onder de dekens. Ik werd aangerand. Ik was toen 12 jaar. Ik was erg geschrokken, kon geen kant op natuurlijk. Ik had geen bescherming. Ik kon het niet thuis vertellen want daar was ook geen vertrouwen. Dat was vreselijk moeilijk.” Op een gegeven moment merkte Henk dat een andere jongen ’s nachts ook aangerand werd door Van der Donk. De jongen begon keihard te schreeuwen: “Opsodemieteren!” De ouders van die jongen zijn gebeld. De broeder was van de ene op de andere dag verdwenen.
Overplaatsen en zwijgen
Seksblaadje
Bertel Brauckmann zat als jongen op Eikenburg in de jaren ’50 en keerde er later terug als groepsleider. Als jongetje maakte hij twee maal mee dat broeders op allerlei manieren aan zijn lichaam probeerden te komen. De ene zat zich naast hem af te trekken en aan hem te friemelen, de andere broeder zat met een seksblaadje voor zich en keek hoe ver hij kon komen onder het mom van voorlichting geven. Brauckmann vertelde het aan de leiding en na de vakantie waren beide broeders weg. Er werd verder niet meer over gesproken.
Broeder portier
Eind jaren ’60 ging Brauckmann aan de slag als groepsleider op Eikenburg. Tot zijn schrik liep de broeder die hem indertijd misbruikte daar nog steeds rond als portier. Broeder portier riep jongetjes bij zich onder het voorwendsel van een binnengekomen telefoontje. Soms bleven ze wel erg lang weg. Brauckmann kaartte het aan bij de leiding. Er werden maatregelen getroffen: voortaan werd een kind begeleid naar de telefoon.
Lievelingetje
In de schoolklas van Henk Overdevest zat een jongetje wiens vader overleden was. Hij was het lievelingetje van de klassenleraar. “Die jongen kon geen stap zetten zonder die leraar, dat was overduidelijk. Die jongen was zijn vader kwijt en zocht een nieuwe vaderfiguur.” Desgevraagd bevestigt deze oud-leerling het misbruik. Hij was ongeveer 9 jaar toen het misbruik door de leraar begon. Het is zo’n 5 jaar doorgegaan. Hij was helemaal door de leraar ingepalmd. “Ik zag het als houden van.”
Ons geheim
Hij werd als kind in een rol geduwd. “De leraar zei dat het ons geheim was. Niemand mocht het weten. Maar hij heeft zich ingevreten in mijn jeugd.” Als hij naar foto’s van toen kijkt denkt hij: Hoe kan het zo zijn? Waarom heeft nooit iemand ingegrepen? “Mensen moeten dat gezien hebben, het was niet heimelijk. Achteraf heb ik meer last van het psychische misbruik dan van het seksuele. Ik zag hem als vader.”
Epiloog
Ontkend en verhuld
In het boek Vrome Zondaars beschrijft NRC-journalist Joep Dohmen tientallen gevallen van misbruik op internaten, blindeninstituten, parochies en instellingen van de katholieke kerk. Over Eikenburg kwamen 35 klachten binnen, de vroegste is van 1949, de laatste van 1984. Het seksueel misbruik was dus structureel. Het misbruik werd ontkend en verhuld, en pedofiele broeders werden overgeplaatst. Tot nu toe hebben zich ongeveer 1000 mensen gemeld bij de commissie Deetman die het seksueel misbruik binnen de katholieke kerk onderzoekt. Hopelijk komen ze iets te weten over de systematiek achter het misbruik: verzwijgen, overplaatsen en overgaan tot de orde van de dag.
Belang van de slachtoffers
Voor de uitzending zochten we contact met de Broeders van Liefde om over de gebeurtenissen op Eikenburg te praten. Helaas vinden de Broeders het niet in het belang van de slachtoffers om er in de media over te praten. De congregatie weet kennelijk nog steeds wat het beste is voor de slachtoffers. Een groep van oud-leerlingen van Eikenburg heeft zich inmiddels georganiseerd en wil hun verhalen over misbruik naar buiten brengen.
E-mailadres waar slachtoffers van misbruik op Eikenburg zich kunnen melden:
misbruikeikenburg@gmail.com.
Regie en samenstelling: Yaèl Koren
Research: Hannah Dogger, Hasan Evrengün
Uitzending: do 7 okt 2010, 21.25 uur, Nederland 2.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: