Deadlines
Ten noorden van Rotterdam, in het plaatsje Berkel Rodenrijs, staat een huis tegen een dijk. Het is het huis van Annie M.G. Schmidt, haar man Dick en zoon Flip. Elke ochtend staat ze voor dag en dauw op om plaats te nemen achter haar typemachine. Ze schrijft verhalen, versjes, theaterstukken, televisieseries en liedjes. Nederland smult ervan. Ze beschikt over een ongekend talent. Al schrijft ze nooit uit het niets. Omdat ze altijd deadlines nodig heeft schrijft ze veel in series. Pluk van de Petteflet verschijnt tweewekelijks in Margriet en Floddertje is oorspronkelijk geschreven voor reclame van kindervoeding.
Deze manier van werken zorgt nog al eens voor problemen. De teksten voor haar Ja zuster, nee zuster zijn vaak pas op de dag van opname klaar. Telefonisch geeft ze de tekst door aan Harry Bannink die er snel een melodie op maakt. Het zorgt onverwacht ook voor veel moois. Bij de repetities van de musical Heerlijk duurt het langst wordt ontdekt dat er onvoldoende tijd is voor een decorwisseling. ‘Oh, dat los ik wel even op,’ zegt Annie. Ze begint te pennen en vijf minuten later staat ‘Op een mooie pinksterdag’ op papier.
Meneer Schmidt
Annie is dol op haar man Dick. Maar de relatie is niet altijd makkelijk. Ze zijn elkaars tegenpolen. Zij is de optimist, de schrijfster en zelfstandig. Hij de zwaarmoedige, de wetenschapper en traditioneel. Maar intellectueel zijn ze erg met elkaar verbonden. Ze lezen veel en discussiëren graag.
Dick vindt het moeilijk om altijd ‘meneer Schmidt’ te zijn. Hij gaat dan ook niet graag mee naar feesten. Hij vindt haar bekendheid maar niets en blijft liever op de achtergrond. Zoon Flip vertelt nu dat Dick het allemaal ijdelheid vond. ‘Ach, doe dat toch niet,’ klaagt zijn vader regelmatig. Maar Annie reageert daarop steevast: ‘Ik heb een winkeltje, voor een winkeltje moet je reclame maken. Dus daarom geef ik interviews en dat moet je me gewoon toestaan.’
Annie geniet van de aandacht die ze krijgt van de pers. Ary Langbroek, uitgever van haar boeken, vertelt: ‘Als er een week niet gebeld werd door een radio- of televisieproducent, dan zei ze “Hé, zijn ze me vergeten?” Ja, ze wilde graag.’
“Jip en Janneke zijn dood!”
Jip en Janneke, Pluk, de familie Doorsnee, Pension Hommeles: alles wat Annie aanraakt wordt goud. Tot het jaar ’68. Over de hele wereld keren studenten zich tegen alles dat oud is. Actiegroepen als Provo en de Dolle Mina’s rijzen op en komen in actie. In Amsterdam vliegen tomaten over het toneel en gevestigde namen als Wim Sonneveld, Toon Hermans en Wim Kan moeten het ontgelden. Annie behoort tot dezelfde generatie en krijgt kritiek op haar werk. Het wordt gezien als ‘simpel vermaak’. De musical En ik dan? wordt door de progressieve pers een ‘semi-pikant boulevaard niemendalletje’ genoemd, ‘volstrekt a-artistiek en commercieel’. Het steekt haar, want de groep waar zij altijd deel van heeft uitgemaakt, keert zich tegen haar.
Niet veel later liggen zelfs Jip en Janneke onder vuur. In 1972 schrijft VARA-omroepster Jetta van Leeuwen in Vrij Nederland ‘Jip en Janneke hebben niet zo gedaan. Wij liegen onze kinderen elke dag voor. En daarom Annie, moet jij nu roepen: Jip en Janneke zijn dood, dood, dood!’ Ze zijn te rolbevestigend en passen daarmee niet in het nieuwe ideaal. Jip speelt met auto’s en Janneke is het volgzame meisje. ‘Nee’, roepen de feministen, meisjes moeten timmervrouw worden en jongens huisman.
Annie schrijft stug door, maar het raakt haar wel. ‘Vaak wist ik niet meer waar ik aan toe was. Wat was nu in, wat uit? Wat kon wel, en wat kon net niet? Veel gaat op de helling, en je gaat je afvragen of het nou ouderwets is waar je mee bezig bent,’laat ze een verslaggever van Elsevier weten.
Kritische musicals
Het zijn roerige tijden, daar kan Annie niet omheen. Maar met haar immer aanhoudende nieuwsgierigheid wil ze er ook niet omheen. Al zo lang als ze kan lezen verslindt ze boeken en kranten. Ze blijft graag op de hoogte van nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. Ze vraagt de jongere generatie regelmatig naar hun mening.
Of het nou komt doordat ze tegemoet wil komen aan de kritiek, door haar maatschappelijke betrokkenheid of door beide, haar werk verandert. Haar teksten worden in de loop van de jaren zeventig meer politiek geëngageerd. De hoofdfiguur van Pluk van de Petteflet, als boek verschenen in 1971, is een jongetje dat een leegstaande kamer kraakt en strijdt tegen het oprukkende beton. Ook de musicals krijgen een meer maatschappijkritische inhoud.
De musical En nu naar bed uit 1972 is een sprookje over twee feeën. Wat is goed en wat is slecht, vraagt de schrijfster zich hiermee af. Annie zegt in aanloop naar deze musical: ‘Er zijn allerlei kantjes aan die maatschappij en je denkt: dat wil ik niet meer. Ik wil geen onderdeel zijn van de consumptiemaatschappij.’
Annie uit nog meer maatschappijkritiek met haar musical Wat een planeet! in 1973. Het verhaal baseert ze op het dan net gepubliceerde rapport van de Club van Rome, dat stelt dat de economische groei zo slecht is voor het milieu dat het zou leiden tot het opraken van de grondstof- en voedselvoorraden. Gislebert Thierens, de producent van deze musical, zegt hier nu over: ‘Je probeert in een nieuwe musical de tijdgeest een beetje te reflecteren. Bij Wat een planeet! waren we ontzettend bezig met de vraag “Hoe moet het verder met deze wereld?” En toen heeft ze geprobeerd dat thema op een beetje een sarcastische manier te gebruiken in die musical.’
Annie is niet in vorm. Ze vindt het moeilijk inspiratie te vinden bij het schrijven van deze musical en dat lijken de recensenten te zien. Ze hebben opnieuw kritiek. Toch trekt de musical vele bezoekers, want het grote publiek blijft houden van de magische combinatie Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink, haar vaste componist.
Frankrijk
Als Dick met pensioen gaat en Flip oud genoeg is om alleen thuis te laten, oppert Dick het plan om permanent in Frankrijk te gaan wonen. Een aantal jaar eerder hebben ze een stuk grond gekocht in Zuid-Frankrijk, in de buurt van Wim Sonneveld die graag vrienden om zich heen heeft. Samen met de plaatselijke aannemer bouwt Dick er een vakantiehuisje.
Annie twijfelt, maar omdat Dick graag wil stemt ze ermee in. ‘Nou, ik geloof niet dat ik hier was gaan wonen als het niet was voor de gezondheid van mijn man, die het aan zijn hart heeft en hier heel gezond en heel gelukkig is,’ zegt ze tegen een Belgische cameraploeg die op bezoek is. Dick bloeit helemaal op. Hij koopt een cementmolen en gaat terrasjes en trappetjes repareren in de tuin. Hij is blij dat ze ver weg zijn van de pers en opdrachtgevers, Annie is gewoon zijn Annie.
Zelf is Annie minder gelukkig met haar nieuwe onderkomen. Zoon Flip vertelt dat ze er veel moeite mee had dat ze niet kon werken in Frankrijk. Hij stelt zich voor hoe ze daar op een terras zit met een glas wijn, denkend aan een schrijfopdracht voor Nederland. ‘Maar Nederland is veertienhonderd kilometer verderop, wat zal ik. Ik doe het gewoon niet, ik neem nog een glas wijn en ik staar wazig in de verte.’
Elke ochtend om vier uur staat ze op om te schrijven. Maar de inspiratie blijft uit. Ze mist het contact met Nederland. De Nederlandse televisie ontvangen ze niet en de krant komt twee dagen te laat, waardoor ze moeilijk op de hoogte blijft. Een belangrijk gemis is het contact met de Nederlandse taal. Ze mist het om in de winkel naar gesprekken te luisteren en ze mist de gesprekken met haar vrienden. Flip: ‘Ze was afgesloten van haar eigen Nederlandse cultuur. Ze hoorde op een gegeven moment mensen de uitdrukking ‘pollens’ gebruiken, van Wim T. Schippers. Ze had geen idee waar het voor stond en werd woedend, “Ik ben verbannen, ik hoor er niet meer bij!”’
Pionierswerk
Uiteindelijk lukt het haar toch om de inspiratie weer terug te winnen. Ze krijgt de geest en schrijft haar definitieve comeback: Foxtrot. In 1977 gaat de musical in Carré in première wordt een daverend succes.
Foxtrot speelt in de jaren dertig. Heikele onderwerpen zoals abortus, zelfmoord en de dreiging van oorlog worden erin besproken. Ze worden zo verpakt ‘dat het geestig en om te lachen werd en dat je er toch over na ging denken even later,’ zegt hoofdrolspeler Willem Nijholt. Wat weinig mensen weten, is dat Annie het verhaal heeft gebaseerd op haar eigen leven. Als jong meisje dat verhuisde naar de grote stad, was ze verliefd op een homoseksuele jongen en onderging een abortus.
Homoseksualiteit is een belangrijk thema in Foxtrot. Nijholt moet volgens het script een jongen een kus geven. Daar wordt door het publiek heftig op gereageerd. Avond aan avond krijgen Nijholt en zijn medespeler scheldwoorden naar het hoofd geslingerd. Nijholt herinnert zich nog goed hoe hij op een avond aan haar vroeg of de kus eruit mocht. Hij vond het zo erg elke avond. Bars reageerde zij: ‘Ach je moet niet zeuren, je doet pionierswerk.’
Ter inspiratie voor Foxtrot was Annie met Harry Bannink en producent John de Crane een jaar eerder naar New York gegaan. Daar zagen ze de musical Cabaret. Dit moest het worden! Het wordt een gigantische productie. Alles is uit de kast getrokken om met de musical een spetterende indruk te maken. De acteurs zijn gehuld in zilveren pakjes, struisveren en vossen. Het publiek smult en de sterren spelen 350 voorstellingen uitverkocht. Tien jaar na de bittere kritiek op haar werk en de twijfel die erop volgde, staat Annie weer volledig op de kaart.
Tekst en research: Judith Konijn
Samenstelling en regie: Reinier van den Hout
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: