Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
16 januari 2010

Andere tijden

Srebrenica
Bekijk Video
26 min

Parallel

Eerder deze week presenteerde de Commissie Davids haar rapport over de Nederlandse besluitvorming over de Irak oorlog. Belangrijkste conclusies: het kabinet heeft de Kamer onvolledig geïnformeerd, er was geen juridische basis voor de inval en premier Balkenende gaf geen leiding aan het beleid in de aanloop naar die oorlog. Het rapport zorgt voor grote commotie in politiek Den Haag.

Bijna acht jaar geleden presenteerde het NIOD zijn rapport “Srebrenica, een veilig gebied”. Daarin stelde het NIOD onder andere dat toenmalig premier Kok “niet zwaar op zijn regiefunctie'' had ingezet tijdens en na het drama Srebrenica. Een opmerkelijke parallel.

Het rapport over Irak zorgde deze week voor een crisis die het kabinet ternauwernood overleefde. Het NIOD-rapport leidde in 2002 tot de val van het kabinet Kok.

Srebrenica

Het rapport

Woensdag 10 april 2002. Hans Blom presenteert na vijfenhalf jaar onderzoek eindelijk het eindrapport: in totaal wel zesduizend pagina’s, ruim tien kilo zwaar. In de Haagse Rolzaal neemt een zichtbaar gespannen Blom, ten overstaan van vele ministers, politici en hoge militairen, het woord: “Dames en heren, minstens zevenduizend vijfhonderd vermiste moslims, vrijwel allen omgekomen. Omstreeks zesduizend van hen afgeslacht bij massa-executies. Het is de trieste balans van de gebeurtenissen die in juli 1995 volgden op de verovering van de enclave Srebrenica.”

Volgens het NIOD-onderzoek treft Dutchbat hiervoor eigenlijk geen blaam. De Nederlandse militairen zaten vast in ‘het doormodderscenario van de VN’. De politiek van de ‘veilige gebieden’ was tot mislukken gedoemd: Dutchbat had geen helder mandaat, moest vrede bewaren waar geen vrede was en kreeg niet de noodzakelijke luchtsteun. De Nederlandse politiek had het bataljon in 1993 opgescheept met een ondoordachte en praktisch onuitvoerbare vredesmissie. Daarom zijn de VN, het Nederlandse kabinet en parlement in hoge mate verantwoordelijk voor de onmogelijke opgave waarvoor Dutchbat in de zomer van 1995 kwam te staan. De Nederlandse militairen hadden onder die omstandigheden gedaan wat ze konden.

Deze mildheid van het NIOD staat in schril contrast met de harde verwijten die Dutchbat zijn gemaakt. Wel is sprake van een negatieve beeldvorming. Zo is er het weinig ‘mediagenieke optreden’ van Dutchbat-commandant Karremans, die na de val voor de Servische camera’s het glas heft met generaal Mladic, en tijdens een persconferentie zegt dat geen onderscheid was tussen ‘good guys’ en ‘bad guys’. Ook de beelden van feestvierende Dutchbatters vlak na de massamoord, hadden het bataljon geen goed gedaan.

Over de mogelijke doofpot bij Defensie oordeelt het NIOD echter veel minder mild: er was wel degelijk sprake van onwil bij de Landmachttop om openheid van zaken te geven over onwelgevallige feiten. Ook aan de eigen minister. Dit staat haaks op het onderzoek van Jos van Kemenade uit 1998 (zie deel 1). Dat onderzoek stond volgens het NIOD niet in dienst van de waarheidsvinding, maar was vooral bedoeld om de bestuurlijke problemen van Defensieminister De Grave op te lossen.

Ad van Baal
Ad van Baal

Een onwillige generaal?

Precies door deze conclusie van het NIOD had Frank de Grave twee dagen eerder al gedacht “Dit wordt dikke shit”. De doofpot en vermeende onwil bij de landmachttop hangt hem gedurende zijn hele ministerschap boven het hoofd. Van die toenmalige top is er namelijk nog één in functie, generaal Ad van Baal.

De Grave benoemt hem in 2001 tot bevelhebber der Landstrijdkrachten. Een moeilijke afweging voor de Defensieminister, die destijds het oordeel van het NIOD nog niet kende: “Van Baal had een uitstekende staat van dienst en de unanieme steun van het Defensieapparaat. Maar hij was wel de tweede man van de Landmacht ten tijde van Srebrenica, dus ik stond voor een lastig dilemma”, vertelt De Grave. Hij neemt contact op met Hans Blom. “Als hij alleen maar had gezegd, nou meneer de Grave, dat wordt toch ingewikkeld. Dan had ik kunnen besluiten het dan toch maar niet te doen.” Maar Blom zegt niets. Het NIOD is nog lang niet klaar en het probleem van De Grave is niet zijn probleem: “Daar is hij politicus voor” zegt Hans Blom nu. “Dus heb ik Van Baal benoemd tot bevelhebber. Om later, toen het rapport er kwam, inderdaad met een probleem te zitten,” zegt een nog steeds geïrriteerde De Grave.

Na het rapport is Van Baal aangeschoten wild. De Defensieminister vindt dat sancties tegen de toenmalige legertop niet kunnen uitblijven. Onder zware druk stapt de generaal op. Hans Blom heeft het daar nog moeilijk mee: “Niemand heeft het kabinet verplicht deze conclusie te trekken. Persoonlijk vind ik dat de heer Van Baal ten onrechte slachtoffer is geworden van deze zaak. In het rapport ging het om groepsprocessen, waarin Van Baal helemaal niet de hoofdrol speelt.”

Frank de Grave is nog steeds kwaad over de naïviteit van Blom: “Zelfs Van Baal begreep, hoe vreselijk hij het ook vond, dat het in die omstandigheden onvermijdelijk was. U weet hoe de kamer, de politiek en de media hierop reageerden. Bij al die vredesmissies die we nog hadden was zo iemand niet te handhaven. De professor heeft veel weet van historie en onderzoek, maar hij heeft geen goed ontwikkeld politiek gevoel.” Blom, op zijn beurt, irriteert zich aan de houding van De Grave: “Kijk dit is nou een vorm van versimpeling, en kennelijk is aan iemand die de zaken zo benadert, zo’n rapport dus verspild.”

Een bom onder het kabinet?

Terug naar woensdag 10 april 2002. Die middag geeft premier Kok een persconferentie. Het NIOD is mild over zijn aandeel, maar verwijt hem wel gebrekkige regie. De premier is strijdvaardig. Volgens hem maakt het onderzoek volstrekt helder dat de schuld voor het drama volledig bij de Bosnische Serviërs en generaal Mladic ligt.“Ik kijk iedereen recht in de ogen, ook na de lezing van dit rapport.” Kok wil volledige verantwoordelijkheid afleggen in de kamer. Het kabinet zal vrijdag na de ministerraad met een standpunt komen. Jan Pronk, nu minister van VROM, weet dat dit een onmogelijke opgave wordt: “Hoe lees je zesduizend pagina’s in twee dagen?

Diezelfde avond is er een speciale NOVA-uitzending. Alle onderzoekers zijn aanwezig, net als vele ministers en oud-ministers die bij Srebrenica betrokken waren. Ook Defensieminister De Grave is er. Hij laat doorschemeren te willen aftreden. Door de geconcludeerde onwil bij Defensie om informatie te geven aan de politiek verantwoordelijke minister kan hij zijn verantwoordelijkheid aan de kamer niet waarmaken. De Grave: “Daar hoort geen ander signaal bij dan dat de minister aftreedt, ook om aan het ambtelijke apparaat duidelijk te maken dat dit onaanvaardbaar is.” Pas nu beseffen de aanwezige NIOD-onderzoekers de politieke lading van hun rapport, vertelt Bob de Graaff: “Op dat moment schoot door mij heen, deze regering heeft dan wel een groot probleem.”

Premier Kok is onaangenaam verrast door de uitlatingen van zijn Defensieminister. Weer een minister die voor de troepen uitloopt. De Grave vertelt dat Kok hem er stevig op aanspreekt: “Hij zei: luister Frank, loop me niet voor de voeten. De volgorde moet zijn, eerst het kabinet, en dan pas de minister van Defensie.” De Grave schikt zich en blijft voorlopig binnenboord.

Jan Pronk
Jan Pronk

Roerige dagen

Vrijdag 12 april. Twee dagen na het verschijnen van het NIOD-rapport en vijf weken voor de verkiezingen staat politiek Den Haag onder hoogspanning. Na afloop van de ministerraad hangt het kabinet aan een zijden draadje. “Natuurlijk was er geen uitgelaten sfeer na afloop”, herinnert Frank de Grave zich: “Er waren allerlei meningen en opvattingen, maar vooral de gedachte, hoe gaan we nu met dat rapport om? Wat zegt dat rapport nou precies?”

Tijdens de wekelijkse persconferentie maakt de premier een vermoeide en bezorgde indruk. Volgens hem is De Grave niet de enige minister die zich afvraagt of hij verder kan. Op de vraag of Kok zich die vraag ook stelt, zegt hij oprecht: “Natuurlijk, wat dacht u?” In de volgende ministerraad zal er verder over worden gesproken. Tot dan toe zal een ieder zich van commentaar onthouden.

Dat levert een lastig moment op als een verslaggever probeert de anders zo loslippige Pronk voor de camera een uitspraak te ontlokken. Een zeer opgewonden Pronk beent met wapperende das bij de journalist weg: “Het is ook nooit goed,” roept Pronk hem na: “Als ik niets zeg is het niet goed, en als ik wel antwoord geef, dan vraag je: ‘Waarom geeft u in hemelsnaam antwoord, u spreekt voor uw beurt.’ Ik kan dus niets. Het is nooit goed!” Pronk kan die emotie van toen nog goed terughalen: “Ik was die dagen na het rapport niet helemaal mezelf. Maar neem me niet kwalijk, we dachten weer terug aan juli 1995, en wat er allemaal is gebeurd, waar we op de een of andere manier bij betrokken waren. Dat was natuurlijk een brok emotie.”

Dat weekend zet premier Kok alles op een rijtje. Hij spreekt met een aantal vertrouwelingen, en laat de conclusies van het NIOD rapport nog een keer de revue passeren. Dan neemt hij een besluit en roept op dinsdag een extra ministerraad bijeen. Het zal de laatste zijn.

Wim Kok
Wim Kok

Niet schuldig, wel verantwoordelijk

“ Kok heeft voor zichzelf een lijn getrokken. Die was dat er voor een tragedie als Srebrenica, ondanks het feit dat er niet echt mensen persoonlijk hebben gefaald, een collectieve ministeriële verantwoordelijkheid moet worden genomen. Het moet worden afgesloten en dat kan niet anders dan met een staatsrechtelijk offer. Het aftreden van het kabinet,” vertelt Frank de Grave.

Tijdens de ingelaste ministerraad van dinsdag trekt Kok de stekker uit zijn kabinet. Jan Pronk is verbaasd maar ook blij: “Hiermee konden we laten zien dat we een verantwoordelijkheid hadden genomen. Daar ging het mij om. Daarna heeft Kok naar mijn mening een schitterende verklaring als staatsman gegeven.”

Diezelfde dag zegt een zichtbaar aangeslagen premier aan de Kamer dat hij na zorgvuldige afweging bij de koningin het ontslag heeft aangeboden van zijn voltallige kabinet: “Nederland neemt nadrukkelijk niet de schuld op zich voor de gruwelijke dood van duizenden Bosnische moslims in 1995. Maar de internationale gemeenschap is anoniem en kan niet op een zichtbare manier verantwoordelijkheid nemen tegenover de slachtoffers en nabestaanden van Srebrenica. Ik kan en doe dat wel!

De onderzoekers van het NIOD zijn verrast, vertelt Bob de Graaff: “Wij hebben zelf nooit verwacht dat het kabinet zou aftreden op ons rapport. Ook omdat het vlak voor de verkiezingen was.”

Anticlimax

De val van het kabinet maakt ook een einde aan de hoop van de NIOD-onderzoekers dat hun rapport echt inhoudelijk wordt behandeld. De heftige politieke reacties zijn van zeer korte duur. Door de vervroegde verkiezingen en de moord op Pim Fortuyn verflauwt de politieke belangstelling voor het rapport al snel. Er volgt niet eens een Kamerdebat. Volgens Paul Koedijk een grote teleurstelling: “Je hoopt te horen wat ze van je rapport vinden. En dat er ook inhoudelijk wordt ingegaan op een aantal dingen die wij naar voren hebben gebracht. Toch beetje een anticlimax.” Ook onderzoeker De Graaff heeft zich een andere afloop voorgesteld: “Het heeft in de beeldvorming relatief weinig teweeg heeft gebracht. Mijn onderzoeksbijdrage voor het NIOD is toch vooral een oefening in bescheidenheid geweest.”

Over het rapport zelf zijn de onderzoekers nog steeds tevreden. “Ik troost me met de gedachte dat een aantal instanties, zoals het Joegoslavië Tribunaal, iets aan ons rapport heeft gehad,” concludeert Paul Koedijk. Bob de Graaff stelt tevreden vast dat “inhoudelijk en wetenschappelijk nog steeds alles wat we hebben geschreven overeind staat.” Hans Blom is nog steeds verbaasd over het feit dat het debat toch vooral beperkt bleef tot de Nederlandse politiek en de vermeende doofpot: “Ik ben ongetwijfeld politiek naïef en in ieder geval bereid een aantal illusies voor mijzelf in stand te houden, namelijk dat een diepgaander debat over sommige dingen echt kan. Ik blijf volhouden dat je na grondig onderzoek beter kunt doorpraten dan daarvoor.”

Jan Pronk is het daar niet mee eens. Hij vindt het oordeel van het NIOD over de Nederlandse betrokkenheid bij het drama zelf te mild: “Als historici alles opschrijven, alles proberen te beschrijven, dan wordt alles ook genuanceerd, begrepen en uiteindelijk goedgepraat. Dat is volgens mij nog steeds de teneur van het rapport.” En dat is het probleem volgens Paul Koedijk:”De politiek wil altijd het liefst hapklare brokken en politici hebben soms een probleem met het feit dat de werkelijkheid ingewikkelder en minder grijpbaar is dan ze zouden willen. Op het moment dat ze daarmee worden geconfronteerd dan is het de boodschapper die het vaak heeft gedaan.”

<p> </p>

Gaat het boek dan eindelijk dicht?

In 2002 besluit de Tweede Kamer alsnog tot een parlementaire enquête. Dit moet de sluitsteen worden van het al meer dan zeven jaar durende nationale trauma. De meerwaarde schuilt vooral in de openbare verhoren. Politici en militairen leggen voor het oog van de camera uitgebreid ‘publieke verantwoording’ af voor hun betrokkenheid bij de grootste massamoord sinds de Tweede Wereldoorlog. Niet dat het er nog echt toe doet: er zit ondertussen een nieuw kabinet en verreweg de meeste politici en militairen zijn dan allang van het actieve toneel verdwenen.

Tot veel nieuwe inzichten leidt het ook niet. Het eindrapport 'Missie zonder vrede', dat in januari 2003 wordt gepresenteerd, volgt in grote lijnen de bevindingen van het NIOD. Ook nu worden er geen individuele zondebokken aangewezen. De uitzending van Dutchbat was lichtzinnig, de VN heeft gefaald en de Nederlandse militairen valt niet veel te verwijten. Wel vindt de commissie dat Nederland een specifieke verantwoordelijkheid had in het Srebrenica-drama, en vindt het daarom terecht dat het kabinet Kok is afgetreden.

Net als het NIOD constateert de enquêtecommissie een patroon van een gebrekkige informatievoorziening door de Landmachttop, dat “ernstig bekritiseerd moet worden en nooit meer mag voorkomen”. Maar de commissie distantieert zich van de NIOD-term 'onwil’. Die term heeft volgens haar gezorgd voor verwarring. Verwarring die bevelhebber Ad van Baal zijn baan kostte. “Begrijpelijk, maar niet terecht”, noemt de commissie zijn gedwongen terugtreden. Het zal leiden tot zijn rehabilitatie. Datzelfde jaar nog benoemt het kabinet Van Baal tot inspecteur-generaal der krijgsmacht.

Anno 2010 is het boek Srebrenica nog steeds niet gesloten. Dat zal pas gebeuren als de twee hoofdverantwoordelijken voor de massaslachting op achtduizend Moslimmannen, de Bosnisch Servische leiders generaal Mladic en Radovan Karadzic, door het Joegoslavië Tribunaal voor hun daden zijn veroordeeld.

Tekst en research: Carolien Brugsma
Samenstelling en regie: Paul Ruigrok

Geïnterviewden Bronnen
  • <p>Frank de Grave</p>
    Frank de Grave
  • <p> Paul Koedijk</p>
    Paul Koedijk
  • Srebrenica, een ‘veilig’ gebied

    Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, “Srebrenica, een ‘veilig’ gebied. Reconstructie, achtergronden, gevolgen en analyses van de val van een safe area", Deel I, 2 en 3 (Amsterdam 2002).

  • In de ban van goed fout en fout

    Blom, J. C. H. , ´In de ban van goed fout en fout. Geschiedschrijving over de bezettingstijd in Nederland. Het geval Srebrenica´ (Amsterdam 2007).

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: