Meer geschiedenis? Kijk op NPOKennis.nl
↳ Enter om te zoeken
24 oktober 2009

Andere tijden special: Oorlog op komst - De mobilisatie in Nederland

Oorlog op komst
Bekijk Video
50 min

In de loop van 1939 loopt de spanning in Europa op. Hitler heeft Oostenrijk al bij zijn Reich gevoegd. Na Sudetenland aast hij nu op Polen. In Nederland viert men ondertussen de geboorte van een nieuwe prinses, breekt men zich het hoofd over een nieuw te vormen kabinet en geniet men van de warme zomer. Tenminste, tot eind augustus 1939, als Nederland militaire maatregelen neemt als gevolg van de nog verder toegenomen internationale spanningen. Het leger roept vanaf 24 augustus – de dag van de voormobilisatie- duizenden mannen onder de wapenen. Op 28 augustus kondigt de regering de algemene mobilisatie af, drie dagen voor de Duitse inval in Polen op 1 september.

Tussen 24 augustus 1939 en 10 mei 1940 verlaten in totaal 400.000 Nederlandse mannen huis en haard om ons land klaar te maken voor de verdediging. Nederland heeft een relatief ongeoefend en oud leger. Veel mannen hebben door de defensiebezuinigingen tijdens het interbellum hun dienstplicht nooit vervuld. Ter compensatie roept het leger soldaten van rond de 35 op. Op 10 mei 1940 heeft het Nederlandse leger daarom relatief veel oudere militairen met kinderen onder de wapenen, terwijl veel jonge mannen thuis zitten.

<p>Aankondiging beleg</p>
Aankondiging beleg

Gevolgen van de mobilisatie

De gevolgen van de mobilisatie en de gespannen internationale situatie zijn op veel plekken in de maatschappij voelbaar. Mensen slaan extra veel voorraad in, want niemand weet immers wat er gaat gebeuren. Het leger laat soldaten inkwartieren in leegstaande gebouwen, in scholen en vaak ook in huis bij burgers en op boerderijen. Veel vrouwen en kinderen moeten ineens hun geliefde of vader missen.

Voor sommigen blijft het daar niet bij, want het Ministerie van Oorlog vordert paarden en voertuigen voor de versterking van het Nederlandse leger. In de zeeoorlog tussen Duitsland en de geallieerden wordt ook een aantal Nederlandse schepen tot zinken gebracht. Op 7 september 1939 loopt de Nederlandse mijnenveger Willem van Ewijck op een mijn. Het schip breekt doormidden en dertig opvarenden komen om het leven. Zo vallen de eerste Nederlandse slachtoffers al voordat Nederland officieel bij Tweede Wereldoorlog is betrokken.

<p> </p>

Mobilisatie cultuur

De mobilisatie dringt door in de cultuur. De radio draait soldatenkrakers als ‘Rats Kuch en Bonen’ en ‘Het regiment gaat voorbij’. Maar ook nummers over andere aspecten van de mobilisatie zijn populair. In het door Piet Muyselaer (van het komisch duo Snip en Snap) vertolkte ‘Holderdebolder’ (‘we hebben en koe op zolder’) is het hamsteren van levensmiddelen het onderwerp.

Vanaf april 1940 draait ‘Ergens in Nederland’ in de bioscoop. De speelfilm, gemaakt door de uit Duitsland gevluchte regisseur Ludwig Berger, is een liefdesverhaal dat zich afspeelt tegen de achtergrond van de mobilisatie. Hoofdpersoon is een gemobiliseerde Nederlandse matroos die mijnen demonteert. Een paar weken na de première, wordt de film door de Duitse bezetter verboden.

Burgers maken grappen over de spannende internationale situatie, zoals deze Hitlermop, die een 22 jarige verkoopster op 31 december 1939 in haar dagboek opschrijft:
"Hitler vroeg aan een Nederlandsche soldaat, wat het beteekende, dat Nederlanders vaak 2 namen hebben. “Dat is speciaal voor de deftige menschen zei de soldaat.” “Maar als ik naar Nederland kom krijg ik dan ook een dubbele naam?” “Jazeker, als u 5 meter over de grens bent, hebt u hem al. Dan heet u: wijlen Hitler.”

<p> </p>

Duitsland en de Nederlandse neutraliteit

Voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog heeft de Duitse legerleiding nog geen concrete plannen voor een invasie in Nederland. Pas vanaf september 1939 zien de Duitsers steeds meer heil in de bezetting van ons land. Hitler wil zo voorkomen dat het Nederlandse grondgebied gebruikt wordt voor een Engelse aanval op het voor de Duitse oorlogsindustrie zo belangrijke Ruhrgebied. In tegenstelling tot in 1914, bestaat er in 1939-1940 twijfel bij de Duitse legerleiding over de zuiverheid van de Nederlandse neutraliteitspolitiek. Dit is niet geheel ten onrechte. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog heet het Nederlandse defensiebeleid officieel nog steeds neutraal. In feite kiest de regering in september 1939 voor een niet-neutrale opstelling, die zich bijna volledig richt op de verdediging van het land tegen een Duitse inval. Dit ontgaat ook de Duitse waarnemers niet.

Het eerste aanvalsplan op West-Europa, Fall Gelb, waarbij Nederland niet gespaard zou blijven, staat al voor 19 oktober 1939 gepland. De aanval wordt uitgesteld, en niet voor de eerste keer. In verband met onder andere de weersomstandigheden, stelt de Duitse legerleiding Fall Gelb, tussen oktober 1939 en mei 1940, maarliefst 18 keer uit.

Ook het lot van Nederland binnen het Duitse aanvalsplan verandert tussen september 1939 en maart 1940 voortdurend. In sommige plannen trekken de Duitsers alleen door Zuid-Limburg, in andere versies is het doel om tot aan de Grebbelinie op te rukken. De definitieve versie van Fall Gelb is op 24 februari klaar. Het is nu slechts nog wachten op een geschikt tijdstip. Het plan is om Nederland snel te bezetten om zo te voorkomen dat geallieerde troepen Vesting Holland zullen bereiken.

Het Nederlandse leger en de oorlogsdreiging

Een veel gehoorde uitspraak is dat de Nederlandse regering de oorlogsdreiging vanuit Duitsland onderschatte. Uit recent promotieonderzoek, door Tobias van Gent, blijkt echter dat de Nederlandse regering goed op de hoogte was van het Duitse gevaar en hier ook naar handelde.

De Nederlandse legerleiding ziet al kort na de machtsovername van Hitler het gevaar dat Duitsland kan gaan vormen. Vanaf 1935 verhoogt de regering de defensie-uitgaven en werkt stilletjes aan de bewapening van ons grondgebied. Alleen gaat dat niet zo snel. In mei 1940 beschikt Nederland over een leger dat qua materieel, personeel en strategie zwaar verouderd is.

Moderne wapens, zoals tanks, antitank- en luchtdoelgeschut ontbreken, net zoals ervaren, goed getrainde manschappen. Ook het systeem van de waterlinie blijkt in mei 1940 een overblijfsel uit vervlogen tijden. De Duitsers droppen hun parachutisten er simpelweg overheen.

De Nederlandse regering krijgt diverse keren overtuigende waarschuwingen voor een Duitse aanval. Op momenten van acute oorlogsdreiging, zoals in november, januari en april, wordt het Nederlandse leger in verhoogde staat van paraatheid gebracht. Dit gebeurt ook aan de vooravond van de Duitse inval. De Nederlandse regering heeft dus wel serieus rekening gehouden met een Duitse invasie, maar de militaire achterstand is te groot om daar nog iets zinvols tegen te kunnen doen.

<p> </p>

Nederlandse burgers en de oorlogsdreiging

De regering doet haar best om het oorlogsgevaar voor haar burgers verborgen te houden. Ze wil geen paniek zaaien, hoewel er alle reden voor is. Als de Nederlandse regering begin november van vele kanten waarschuwingen krijgt voor een Duitse inval, neemt men verschillende militaire maatregelen. Soldaten brengen de waterlinie op peil en de daar wonende burgers worden geëvacueerd.

De regering spreekt ten onrechte geruststellende woorden. In een radiotoespraak van 13 november zegt minister-president De Geer dat er geen enkel gevaar te duchten is. Maar de bevolking is ook niet gek. Door de plotselinge militaire activiteit gonst het van de geruchten.

Uit dagboeken van burgers uit deze tijd blijkt dat de spanning voelbaar is. Zo schrijft de verkoopster op 12 november dat ze ‘heeft gehoord dat ‘Hitler een ultimatum heeft gestuurd.’ Hij wil door Nederland trekken. Krijgt hij niet binnen 24 uur een antwoord, dan doet hij zondagmorgen een inval. ‘’t Is nu al zondagavond en hij is er nog niet, maar in Ede hoorde ik zeggen dat hij woensdagmorgen komt. De tijd zal ’t leren!’ De volgende dag schrijft ze dat ze een ‘‘noodrugzak’ heeft gemaakt voor ‘als we moeten vluchten.’

Op andere momenten spreken burgers juist hun vertrouwen uit in het Nederlandse leger en de Nederlandse neutraliteit. Hetzelfde meisje van bovenstaand fragment schrijft een maand voor de Duitse invasie in Nederland, bijvoorbeeld over de Duitse bezetting van Denemarken en Noorwegen: ‘Gelukkig dat wij tenminste een fatsoenlijk leger hebben, anders was Hitler hier ook doorgetrokken’.

Samenstelling en regie: Paul Ruigrok
(Beeld)research en tekst: Maud van de Reijt
Beedresearch: Gerard Nijssen
Montage: Rombout van Sonsbeek

Beeldmateriaal

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
Filmmuseum
NIMH
Legermuseum
Fries Film Archief
Gronings Audio Visueel Archief
Het Historisch Centrum Leeuwarden
Privé-archief Familie Bijlard
Privé-archief Familie De Korte
Privé-archief Familie Kleijn
Privé-archief Gerard Schipper
Privé-archief Koos Drost
Privé-archief Familie Klein
Privé-archief Familie Kors
Privé-archief Henk Sauer

Dagboeken en brieven

Brieven Wessel Hart (privebezit)
Dagboeken Dick de Korte (privebezit)
Dagboeken Frans van Lier (NIOD)
Dagboeken Maria Snoek (NIOD)
Dagboeken Jan van den Berg Dirkzen (NIOD)
Dagboeken Hendrik de Booij (stadsarchief Amsterdam)

Dagboeken P.J.M. Aalberse, 1902-1947. (Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, Den Haag, 2006)

Ernst Heldring, Herinneringen en dagboek van Ernst Heldring 1871-1954 (Wolters-Noordhoff, Groningen, 1970)

Hedda Kalshoven-Brester, Ik denk zoveel aan jullie. Een briefwisseling tussen Nederland en Duitsland 1920-1949 (Contact, Amsterdam 1991)

Bronnen
  • Mei 1940

    H. van Amersfoort en Piet Kamphuis (red.), Mei 1940. De strijd op Nederlands grondgebied. (Sdu Uitgevers, Den Haag 2005, 2e, herz. dr.).

  • Het falen van de Nederlandse gewapende neutraliteit

    Tobias van Gent, Het falen van de Nederlandse gewapende neutraliteit, september 1939 – mei 1940. (De Bataafsche leeuw, Amsterdam 2009).

  • Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog

    L. De Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 2 Neutraal. (Staatsdrukkerij, Den Haag 1969).

Vragen?

Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?

Neem dan contact op met de redactie: